„Een delicate kwestie” waar een „oplossing voor te vinden is”. Zo omschreef de Russische president Vladimir Poetin de geweldsescalatie tussen Israël en Iran woensdagavond in een bijeenkomst met internationale journalisten bij de opening van het jaarlijkse economische forum SPIEF in Sint-Petersburg. „Maar je moet vooraf altijd kijken of je het doel kunt bereiken”, zwakte Poetin zijn woorden vervolgens af.
De Russische president solliciteerde afgelopen dagen meermaals naar de positie van bemiddelaar tussen Tel Aviv en Teheran, maar tot nog toe zonder veel succes. Van de Amerikaanse president Donald Trump, met wie hij afgelopen weekend sprak, kreeg hij vooralsnog de deksel op zijn neus. „Doe me een plezier, bemiddel in je eigen conflict”, had Trump naar eigen zeggen geantwoord, toen Poetin zich aanbood als bemiddelaar. Begin juni spraken beide leiders ook al met elkaar over de situatie. „Het was een goed gesprek, maar niet een dat onmiddellijk tot vrede leidt”, had Trump na afloop zuinigjes verklaard.
Dat de internationale aandacht voor Oekraïne nu door een ander ‘nucleair’ conflict wordt opgeëist, komt Poetin uitstekend uit, net als een stijging in de olieprijs voor zijn staats- en oorlogskas. De vraag is of hij de situatie kan gebruiken om zijn internationale aanzien op te vijzelen. „Poetin wil zich hulpvaardig tonen aan de Amerikanen, en een gesprekspartner zijn in alle kwesties, behalve in de Oekraïense”, zei Hanna Notte van het Amerikaanse James Martin Centrum voor Nonproliferatie donderdag tegen de BBC.
Het geharrewar lijkt symbolisch voor de Russische evenwichtsoefening in het Midden-Oosten, die na decennia van redelijke sterkte steeds meer averij oploopt. Moskou investeerde de afgelopen jaren flink in economische en militaire betrekkingen met Teheran, wat mede bijdroeg aan een verslechtering in de verhoudingen met Israël. De oorlog in Oekraïne dwingt Poetin nog behoedzamer te balanceren, om zijn wispelturige relatie met Donald Trump niet op het spel te zetten: de man die hij het hardste nodig heeft om ‘Oekraïne’ in zijn voordeel te beslechten.
Strategisch partnerschap
Met name Moskou en Teheran zijn de afgelopen jaren dicht naar elkaar toe gekropen, al is het een bondgenootschap waarvan vooral Moskou heeft geprofiteerd. Na de Russische invasie van Oekraïne (2022) kwam het Iraanse regime Poetin te hulp door Shared-raketten en drones te leveren, die Rusland inzet tegen Oekraïne en met Iraanse hulp inmiddels ook zelf produceert. Ook op het gebied van sancties en sanctie-ontwijking hebben Russische zakenmensen de afgelopen jaren veel van hun Iraanse collega’s opgestoken. Als bekroning van de vriendschap sloten beide landen een strategisch partnerschap om „gemeenschappelijke dreigingen” tegen te gaan.
De Russische viceminister van Buitenlandse Zaken Andrej Roedenko liet destijds wel al nadrukkelijk weten dat de overeenkomst met Iran „geen militaire alliantie is” en Moskou geenszins verplicht tot militaire assistentie. Het is dan ook de vraag hoeveel dit partnerschap Poetin werkelijk waard is. „Poetins positie in het Midden-Oosten is dubbelzinnig”, zei de Russische politiek analist Kirill Rogov woensdag in een uitzending van Bild. Rogov noemde het „karakteristiek” dat Poetin zich voordoet als bondgenoot in Iran, maar die positie vervolgens te grabbel gooit ten gunste van zijn relatie met de VS. „Daarom geldt Rusland in Iran niet als een betrouwbare partner, maar als gelegenheidspartner”, zei Rogov.
De politieke onbetrouwbaarheid van Moskou bleek bij de val van de Syrische dictator Bashar al-Assad
Mocht Iran besluiten Poetins opportunisme te bestraffen door de leveranties van wapens stop te zetten, dan heeft dit volgens Rogov geen grote impact op de oorlog in Oekraïne, aangezien Moskou zelf drones produceert en ze ook uit China haalt. Poetin zei woensdagavond dat de bouw van de Iraanse Bushehr-kerncentrale voortgezet zal worden. Dit na de Israëlische verzekering, dat de 200 Russische specialisten ter plaatse geen gevaar lopen.
Vlucht Assad
De politieke onbetrouwbaarheid van Moskou bleek ook vorig jaar bij de plotselinge val van de door Rusland gesteunde Syrische dictator Bashar al-Assad. Rusland greep niet in en met de staart tussen de benen vluchtte Assad naar Moskou. Daarmee kwamen de voor Rusland belangrijke militaire bases in de regio, in Chmeimim en Tartus, op het spel te staan. Het Kremlin hoopt met olie- en gasleveranties aan de noodlijdende Syrische regering zijn militaire bases in het land te kunnen behouden. Tot nog toe weigert Moskou om Assad aan de nieuwe Syrische machthebbers uit te leveren.
Gezien de slechte ervaringen van een halfjaar geleden is het volgens deskundigen zeer onwaarschijnlijk dat Rusland militair voor Iran in de bres zal springen. „Zes maanden geleden schoot Rusland het verzwakte regime van Bashar al-Assad in Syrië niet te hulp. Nu ziet het geen nut meer in het helpen van een verzwakt Iran”, zei Fabrice Balanche, Midden-Oosten-expert van het Washington Institute tegen de BBC. Dat neemt niet weg dat Poetin er veel aan gelegen is om zijn positie in de regio te behouden en de situatie diplomatiek op te lossen.
Iran heeft zijn bondgenoten hard nodig, maar of Israël Poetin accepeert als bemiddelaar valt nog te bezien. De Israëlische premier Netanyahu hield zich eerder doof voor Russische vermaningen om het geweld in Gaza en Iran te stoppen. De mogelijkheid dat Israël de Iraanse ayatollah Khamenei zou willen liquideren, wees Poetin woensdagavond resoluut van de hand. „Ik wil die mogelijkheid niet eens bespreken”, aldus Poetin. Of andere spelers deze optie met hém willen bespreken, is evenzeer de vraag.
Niemand weet wat Donald Trump gaat doen. Grote kans dat Trump het zelf ook niet weet. „Ik neem het uiteindelijke besluit graag in de laatste seconde”, zei hij toen hem woensdag werd gevraagd of de Verenigde Staten, samen met Israël, Iran gaan bombarderen. Dit lijkt geen – of niet alleen een – pose om Iran te doen gissen of en wanneer de Amerikaanse president de opdracht geeft hun belangrijkste ondergrondse kerninstallatie te bombarderen. Trump twijfelt. Tussen zijn kiezersbelofte de VS buiten uitzichtloze internationale conflicten te houden en de kleine maar aantrekkelijke kans een heldenrol te spelen op een historisch gunstig moment.
Het bevestigt wel het beeld van Trump als impulsieve, onberekenbare, egocentrische en beïnvloedbare leider. Degene die hem vlak voor die laatste seconde spreekt, kan hem ervan overtuigen afzijdig te blijven, of juist om een onvoorspelbare nieuwe oorlog te ontketenen. De ene dag roept de president op tot „totale overgave” van het Iraanse regime. Een paar dagen later laat hij zijn woordvoerder de boel sussen met de boodschap dat er ruimte blijft voor diplomatieke onderhandelingen. Het kan volgens haar nog weken duren voor de president een besluit neemt.
Lees ook
Trump houdt niet van internationaal conflict, maar hij wil óók de machtige krachtpatser van de wereld zijn
Trumps achterban is diep verdeeld over de mogelijke militaire interventie. America First-fundamentalisten als Tucker Carlson (ex-Fox) en Steve Bannon (ex-adviseur), vooral invloedrijk via hun podcasts, roepen Trump op binnenlandse oorlogshitsers en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu te negeren. Republikeinse Trumpbekeerlingen als senatoren Lindsey Graham en Ted Cruz hopen juist dat hij de heilige bondgenoot Israël helpt en voor eens en altijd een einde maakt aan Irans nucleaire ambities. Voor- en tegenstanders proberen op hem in te praten, door bezoekjes aan het Witte Huis te regelen, en via Fox News en op X.
Missie volbracht
Trumps isolationisme is meer imago dan realiteit, want hij legt andere landen graag zijn wil op. Dreigen met militair ingrijpen is hem niet vreemd. Maar zodra de eerste Amerikaanse megabom valt op het Fordow-complex waar Iran uranium verrijkt, heeft hij geen controle meer over wat hij voor zichzelf politiek kapotmaakt.
Trump overrompelde het politieke establishment in 2016 als de zakenman die immigratie zou aanpakken. Maar hij won de Republikeinse voorverkiezingen misschien wel door af te rekenen met het partijdogma van moralistische buitenlandse militaire interventies, zoals de „eindeloze oorlogen” in Afghanistan en vooral Irak. Trump noemde de inval in Irak in 2003, een besluit van George W. Bush, „misschien wel de vreselijkste beslissing” in de presidentiële geschiedenis. En de legitimering ervan, dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens zou hebben gehad, „een leugen”.
Zes weken na het begin van de invasie had Bush een toespraak gegeven op een vliegdekschip met achter hem een enorm spandoek met de woorden ‘mission accomplished’. De Amerikaanse krijgsmacht zou vervolgens nog bijna negen jaar oorlog voeren in Irak, naar schatting tweeduizend miljard dollar spenderen en er vierduizend militairen verliezen. Om over de desastreuze gevolgen voor Irakezen zelf nog maar te zwijgen.
Irak is een collectief trauma en een nooit herstelde deuk in de reputatie van de VS. Zowel Democraten als Republikeinen erkennen inmiddels de verzinsels en fouten die er zijn gemaakt om daar regime change te bewerkstelligen. Toch dreigt uitgerekend Trump zich nu op vergelijkbare wijze in een Midden-Oosters drama te storten.
Er is op dit moment geen sprake van inzet van Amerikaanse grondtroepen, laat staan een volledige invasie van Iran of enige ‘nation building’. Maar een besluit om het nucleaire programma van Iran te vernietigen, zodat het geen gevaar meer kan vormen voor de rest van de wereld, kan gestoeld zijn op vergelijkbare misvattingen en bewust ingestoken leugens over massavernietigingswapens.
Trumps eigen inlichtingenchef, Tulsi Gabbard, heeft gezegd dat Iran wel uranium verrijkt, maar niet aan een kernwapen werkt. Trump valt haar openlijk af en beweert het tegendeel. „Het kan me niet schelen wat zij zei. Ze waren heel dichtbij het krijgen van een kernbom.” Bewijs heeft hij niet geleverd.
Daar houdt de parallel met Irak niet op. Net als in 2003 overheerst bij voorstanders een naïef geloof dat een korte klap voldoende zal zijn. Het is onzeker of Amerikaanse ‘bunkerbusterbommen’ het nucleaire programma van Iran volledig kunnen uitschakelen. En zo’n aanval zal sowieso tot vergelding leiden, bijvoorbeeld op de tienduizenden Amerikaanse militairen die in het Midden-Oosten gestationeerd zijn. Of met een terreuraanslag in de VS.
De Iraanse ayatollah Khamenei heeft de Amerikanen „onherstelbare schade” in het vooruitzicht gesteld als ze zich in het conflict mengen. Vernietiging van diens bewind in Iran, waar Netanyahu op uit lijkt, kan de regio bovendien verder destabiliseren. Zo kan Trump in eenzelfde moeras terechtkomen als zijn voorgangers.
President Trump liet tijdens de installatie van een vlaggenmast bij het Witte Huis in het midden of hij Iran wil bombarderen. Foto Brendan Smialowski/AFP
Het bombarderen van Iran is vooral verleidelijk uit opportunisme. De slagen die Israël recent heeft toegebracht aan Hamas in Gaza, Hezbollah in Libanon, de Houthi’s in Jemen en de Iraanse luchtverdediging maken dat het land op dit moment relatief weinig terug kan doen. Opeenvolgende Amerikaanse presidenten hebben willen voorkomen dat Iran een kernwapen kan ontwikkelen. Generaal Erik Kurilla, de hoogste Amerikaanse bevelhebber in het Midden-Oosten, zei eerder deze maand tegen het Congres dat er nu een unieke kans ligt, „als we de moed hebben”.
Bovendien zou Trump het niet kunnen verkroppen als Netanyahu de eer krijgt van een – tot nu toe – succesvolle militaire campagne tegen Iran. Volgens een reconstructie van The New York Times heeft de Israëlische premier het Witte Huis telkens op de hoogte gehouden van zijn aanvalsplannen en probeerde Trump hem daar maandenlang van te weerhouden. In de nacht van de eerste beschietingen distantieerde Marco Rubio, de minister van Buitenlandse Zaken en interim-Nationale Veiligheidsadviseur, zich braaf van Israëls „eenzijdige actie”. Maar sinds de rechtse zender Fox News en mensen om Trump heen de aanval prezen, doet de president juist alsof hij daar een hand in had.
Schietgrage bondgenoten
De wijze waarop Israël Trump lokt om mee te doen aan zijn missie, doet meer denken aan ‘Libië’ dan aan ‘Irak’. In 2011 wilden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ingrijpen tegen het moorddadige regime van de Libische dictator Moammar Gaddafi, maar konden dat niet zonder Amerikaanse slagkracht. De Verenigde Staten onder president Barack Obama volgden de schietgrage bondgenoten. In wat eigenlijk alleen een snelle luchtoorlog had moeten zijn, kwam Gaddafi aan zijn eind – net als een jaar later de Amerikaanse ambassadeur. Libië is nog steeds een onveilige puinhoop. Het bewijst dat eenvoudig lijkende bombardementen nooit zonder nevenschade zijn.
Lees ook
Hoe Libië weer eens opduikt in het nieuws
Ook in Iran hebben ze Libië op hun netvlies. Gaddafi had, in de hoop buitenlandse bombardementen te voorkomen, juist zijn nucleaire programma opgegeven.
Als Trump besluit Israël te volgen en Iran zelf te bombarderen, loopt hij het risico terecht te komen in het rijtje Amerikaanse presidenten die zich in het Midden-Oosten verslikten. De reputatie van George W. Bush is blijvend aangetast door zijn keuze Irak onder valse voorwendselen binnen te vallen. Barack Obama noemde het gebrek aan voorbereiding op de nasleep van de oorlog in Libië zijn grootste fout. Trumps voorganger Joe Biden verslikte zich in 2021 in de terugtrekking uit Afghanistan, na twintig jaar mislukte Amerikaanse staatsopbouw. Dat angstbeeld maakt dat Trump nog wel even zal twijfelen.
Volgens The Wall Street Journal ligt het Amerikaanse aanvalsplan al klaar. Trump zal niet proberen het bombarderen van Iran tegenover de Verenigde Naties of de NAVO te rechtvaardigen. Het is zelfs de vraag of hij het Congres erbij zal betrekken. Hoe sterk een deel van zijn achterban ook ageert tegen dit avontuur, „de MAGA-beweging zal Trump steunen”, zei Steve Bannon deze week over Trumps Make America Great Again-aanhang. „We vinden het niet leuk. Misschien haten we het wel”, aldus Bannon. „Maar uiteindelijk gaan we erin mee.”
Midden in de nacht, kwart over drie, een appje van Sigrid Kaag. „Goedemorgen…” Twintig minuten eerder heeft de Israëlische minister van Defensie Israel Katz een „special situation” afgekondigd. Het is vrijdag 13 juni en Israël voert bombardementen uit op Iran.
Terwijl Israëls genocidale oorlog in Gaza onverminderd voortduurt, heeft het land zich in een nieuwe oorlog gestort, met grootschalige aanvallen op Irans nucleaire installaties en kopstukken uit politiek, leger en wetenschap. In afwachting van de reactie van Iran, spreken we Kaag de middag na de aanval op het terras van haar woning in Jeruzalem.
Ik zei: niet lachen, maar ik ben gezant voor het vredesproces in het Midden-Oosten
Sigrid Kaag werd eind 2023 via een resolutie van de VN-Veiligheidsraad (nummer 2720) aangesteld als coördinator voor hulp en wederopbouw voor Gaza. Dat mandaat is inmiddels verlopen. In januari nam ze na lang aarzelen ook het VN-gezantschap voor het vredesproces in het Midden-Oosten tijdelijk op zich. „Ik was laatst op een luchthaven. Een Israëlische meneer vroeg: wat doe jij? Ik zei: nou moet je niet lachen, maar ik ben gezant voor het vredesproces in het Midden-Oosten. Hij vroeg: is er een proces dan? Nee, zei ik, dat is juist het probleem.”
Als VN-gezant zet Kaag in op politieke diplomatie en de-escalatie. Maar waar Israëls traditionele bondgenoten eerst nog opriepen tot de-escalatie, schuiven ze nu op naar volledige steun. De Israëlische aanvallen op Iran hebben de Amerikaans-Iraanse onderhandelingen over het atoomprogramma van Iran voorlopig getorpedeerd. „Ik had verwacht dat die gesprekken nog wel een kans zouden krijgen.” Verbaasd over Israëls aanval op Iran is ze echter niet, door haar gesprekken met Israëlische politici. „Iran is een constante in elk gesprek, en zeker met Netanyahu. Hij heeft het hier al twintig jaar over.”
De oorlog met Iran laat niet alleen de nucleaire onderhandelingen stuklopen, hij trekt ook de aandacht van Gaza weg. Kaag: „Gaza wordt in feite geofferd, en gezien als een chronische humanitaire crisis. De media-aandacht verschuift. En geopolitieke vragen rond Israël-Iran, zoals de mogelijke gevolgen voor de regionale veiligheid en de wereldeconomie, krijgen nu de overhand. In die situatie is het moeilijk aankomen met het verzoek om nog vijftig vrachtwagens Gaza binnen te laten.”
Een jaar geleden beschreef Kaag in een interview in NRC welke tegenslagen ze moest overwinnen om via onderhandeling te komen tot een systematiek voor de import en distributie van grote hoeveelheden hulpgoederen in Gaza. Ze was ingevlogen door de VN als politiek-diplomatieke troubleshooter. Om haar werk niet in gevaar te brengen, koos ze haar woorden zorgvuldig – ze was immers afhankelijk van het Israëlische kabinet en vooral van premier Netanyahu. Ten tijde van het gesprek stond ze op het punt om vanuit Gaza te gaan werken. Het schortte nog aan politieke wil om hulp door te laten, maar alles stond klaar. Kaag was hoopvol.
Hoe is het u sindsdien vergaan?
„Soms moet ik aan een Bijbeltekst denken: ‘een dag is als duizend jaar’. Zo voelen de afgelopen maanden. Er gebeurde heel veel, en ik zag alleen maar dramatische verslechtering.
„Vorig jaar om deze tijd was er nog een Amerikaanse regering die meedacht over internationaal recht en over de burgerbevolking in Gaza. De afschaffing van [de Amerikaanse overheidsorganisatie voor ontwikkelingshulp] USAID onder Trump heeft veel VN-instellingen hard geraakt en er is een gebrek aan financiering. Toch zijn we braaf doorgegaan. Er was perspectief. Maar dat is natuurlijk helemaal vernietigd. Ik vind het heel moeilijk om nog uit te blijven dragen dat er perspectieven zijn.”
In januari werd in Gaza een gefaseerd staakt-het-vuren van kracht. Geloofde u daarin?
„Ik had op politiek niveau contact met de Israëliërs, de Egyptenaren en de Qatarezen. En ik had app-contact met [de Amerikaanse Midden-Oostengezant] Steve Witkoff. Het ging in de onderhandelingen altijd om de gegijzelden en soms om wat hulp. Het was nooit duidelijk, tenminste voor mij, dat het ook echt ging om een permanent staakt-het-vuren. En daar kwam toen ook nog Trumps verklaring tussendoor dat hij van Gaza een mooi beach resort wilde maken. Dat heeft veel mensen achterdochtig gemaakt. Als je luistert naar de stemmen van de radicale politieke flanken in Israël, dan dient alles maar één doel: de hele burgerbevolking van Gaza moet vertrekken. Of vernietigd worden. Dat maakt het hele proces nog complexer.”
U had regelmatig contact met het Israëlische veiligheidskabinet en ministers over hulp in Gaza. Hoe verliepen die gesprekken?
„Ik probeerde pragmatisch te zijn en in praktische mogelijkheden te denken, wetende dat we het over het grotere politieke verhaal niet eens zijn. Ik heb een paar keer met minister Bezalel Smotrich [Financiën] gesproken. Hij was een van degenen die hulp tegenhield en natuurlijk ook helemaal niet geloofde in het voeden van mensen in Gaza. Mij was grappig genoeg door een aantal Israëlische politici gevraagd of ik het een keertje met hem kon proberen. Ik dacht, ik gooi het over de boeg dat we (oud-)collega’s van Financiën zijn, en ben meteen over de dilemma’s van rijksbegroten begonnen. Maar al snel voer je allebei een totaal ander gesprek. Hij vindt [PVV-leider] Wilders geweldig en denkt dat er een cultuuroorlog gaande is. Daartegenover heb ik het dan over mensenrechten en de internationale rechtsorde. Ik ben met hem niet ver gekomen.”
Israël doorbrak half maart definitief het staakt-het-vuren, dat ook de weg naar wederopbouw mogelijk had moeten maken. Was er eigenlijk al een plan voor wederopbouw?
„Ik ben iemand die altijd ver vooruitkijkt en heb steeds benadrukt dat investeren in Gaza belangrijk is voor de tweestatenoplossing [een onafhankelijke Palestijnse staat naast Israël], de rechten van de Palestijnen en de veiligheid van Israël. Van zowel Europa als de Golfstaten hoorde ik dan dat niet zij Gaza aan puin hebben geschoten. En ze wilden weten of de financiering van wederopbouw een duurzame investering zou zijn. In postconflictgebieden is bovendien het risico op corruptie altijd enorm. Daarom hebben we de beste scenario’s uitgedacht voor hoe de wederopbouw kon worden begeleid. We hebben gekeken naar ontmijning, behuizing en puinruimen, eigenlijk naar alle sectoren. We dachten na over wat te doen met de lichamen van duizenden vermisten die nog onder het puin liggen, onder wie veel kinderen. Je kunt niet zomaar met een graafmachine komen, je wilt mensen de mogelijkheid geven om met respect afscheid te nemen.
„En waar zijn we nu? Nul uitvoering. Eerdere conflicten tussen Israël en Hamas waren van veel kortere duur. Natuurlijk is alles anders sinds de terreuraanslagen van Hamas en de verschrikkingen van 7 oktober 2023. Die hebben Israël veranderd: er was geen empathie meer voor Palestijnse burgerslachtoffers zolang de gegijzelden nog vastzitten, al is er nu een kleine verschuiving. Maar dat we twintig maanden later nog steeds zouden moeten praten over een staakt-het-vuren, terwijl Gaza totaal vernietigd is, dat is een heel ander perspectief dan praten over wederopbouw.”
Foto Samar Hazboun
Het afgelopen jaar heeft Kaag talloze bezoeken gebracht aan Gaza. Ze zag alleen achteruitgang. „Een jaar geleden was het grootste deel van de infrastructuur in Gaza al zwaar beschadigd of vernietigd. De afgelopen maanden zagen we de verdere systematische vernietiging van civiele infrastructuur, zoals ziekenhuizen en scholen.” Op haar telefoon laat ze foto’s zien: kinderen die doelloos rondlopen te midden van de totale verwoesting, een gigantische vuilnisbelt, een man gewikkeld in een deken in een verwoest gebouw.
Afgelopen januari voelde ze onder de bevolking nog „totale opluchting” over het bestand, en hoop op een permanent bestand. „Nu weet men het gewoon niet meer. Wie er nog leeft in Gaza, kan alleen nog denken aan overleven. Het leven is er ondraaglijk. Als de dood een verlossing wordt, dan zijn we heel erg van het pad af.”
Drie dagen voor het gesprek was ze er voor het laatst. „Ik zag er eerlijk gezegd een beetje tegenop. Je schaamt je gewoon voor het collectieve onvermogen. Tijdens bezoeken kwam ik vaak in veldziekenhuizen met zwaar ondervoede kinderen en gewonde zwangere vrouwen. Als je hen spreekt, vragen ze eigenlijk alleen wanneer het ophoudt, en wat de internationale gemeenschap gaat doen.”
Na een bijna drie maanden durende volledige Israëlische blokkade van Gaza, begon de door Israël en de VS gesteunde Gaza Humanitarian Foundation (GHF) eind mei met de distributie van voedselpakketten. Hoe kijkt u daarnaar?
„Onder het oorlogsrecht heeft iedereen recht op medische zorg, voedsel en bescherming, maar op dit moment is het GHF naar ons begrip berekend op 15 procent van de bevolking. Er zijn minder dan tien distributiepunten in Gaza voor een bevolking van twee miljoen. Conform het internationaal humanitair recht breng je hulp naar de mensen toe. Nu worden zij gedwongen van het noorden naar het zuiden te gaan, waar de distributiepunten zijn. Collega’s zagen hordes kinderen die gewoon niet meer bang zijn voor de dood. Ook als er waarschuwingsschoten worden gelost. De dood telt bijna niet meer.
„Ik begrijp heel goed dat de Israëliërs het vertrek en de ontwapening van Hamas willen en hun veiligheid willen garanderen. Maar hulp is niet onderhandelbaar. Het GHF komt in mijn optiek voort uit militaire overwegingen. Door Gaza staat de internationale rechtsorde heel erg op het spel. Als landen nu zouden gaan samenwerken met een onderaannemer [het GHF, red.] van de oorlogvoerende partij, hoe ga je dan elders werken? Dan kan in de toekomst iedere dictator de VN en het Rode Kruis in een hoek duwen.”
Wat kunnen de VN nog doen in Gaza?
„De Israëliërs zijn erg boos dat de VN niet willen meewerken aan het GHF. Onze houding was: we kunnen feedback geven op het concept, maar willen tegelijk conform onze humanitaire principes opereren. Volgens het Internationaal Gerechtshof is Israël de bezettende mogendheid in Gaza, dus Israël heeft de plicht om de bevolking te beschermen en hulp te leveren. Maar dat zou een begrotingsprobleem opleveren, en je wint in Israël ook geen verkiezingen met het voeden van de Palestijnse bevolking. Dus kom je uit bij ons werk, dat wordt gesteund door VN-lidstaten. Inmiddels mogen we parallel aan het GHF werken, maar we hebben te maken met enorm lange Israëlische procedures die een hele hulpoperatie lam kunnen leggen. Laatst heeft het Wereldvoedselprogramma 46 uur moeten wachten op goedkeuring voor chauffeurs van hulpkonvooien.”
De wereld is, zegt ze, is sinds het aantreden van Trump niet meer voldoende gericht op een oplossing voor Gaza. „We leven echt in een andere tijd. Je merkt dat er mondiaal een andere focus is, minder gericht op internationale samenwerking. De Wereldhandelsorganisatie ligt ook al jaren op zijn gat, terwijl we handelsafspraken keihard nodig hebben. De destructie vindt onder onze ogen plaats.”
Gaza is in feite een politieke crisis, zegt Kaag, maar wordt gereduceerd tot een humanitaire crisis. „Dat is een enorme fout die we in het verleden te vaak hebben gemaakt. Daarom zetten de Saoediërs en Fransen nu de tweestatenoplossing weer op de agenda middels een conferentie.” Kaag zou enkele dagen na het interview afreizen naar New York voor die conferentie, maar deze werd vanwege de Israëlische aanvallen op Iran uitgesteld.
Hoe realistisch is het eigenlijk nog om over de tweestatenoplossing te praten als VN-vredesgezant voor het Midden-Oosten? In een recente toespraak voor de VN-Veiligheidsraad zei u dat deze „aan de beademing ligt”.
„Mijn functie als gezant is een rol die dateert uit de tijd van de Oslo-akkoorden [1993-1995, tussen Israël en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, red.]. Er was toen nog een perspectief op vrede. Sindsdien zijn de Israëlische nederzettingen uitgebreid, is de vernieling van Palestijnse huizen toegenomen, en is er sprake van sluipende annexatie. Geen politicus in Israël heeft het over een Palestijnse staat, en Palestijnen zien Israëliërs vooral aan de andere kant van het geweer.
„Daarnaast is het hele politieke proces verschoven, ver weg van de VN, die nu met name effectief zijn op humanitair gebied. Als de VN zich vroeger uitspraken, dan was dat nieuws. Nu zijn de VN niet meer normerend, en dat zegt veel over de manier waarop we internationaal samenwerken. Dus doen alsof je als VN nog een belangrijke onderhandelingspositie hebt, dat vind ik niet geloofwaardig. Ik heb deze functie op me genomen als ‘after service’, en omdat ik geef om wat er met Israël en de Palestijnen gebeurt.
Binnenkort legt Kaag ook die functie neer, een opvolger is nog niet in beeld. Ze vertrekt uit Jeruzalem, om in Zwitserland haar „blik te verbreden”. In het najaar geeft ze les op de Sciences Po-universiteit in Parijs. „Ik wil echt weer andere dingen doen. Ik wil met iets anders, iets positiefs aan de gang. Iets waarbij je verandering teweeg kunt brengen.” Jeruzalem, waar ze al 35 jaar komt, zal altijd een „thuis” blijven.
Ze wil, zegt ze, beslist niet overkomen als cynisch. Maar haar geloof in internationale samenwerking en in de VN heeft een fikse deuk opgelopen. „Het is goed om een signaal af te geven dat het bij de VN anders moet. Ik vind dat er hervormd moet worden. Het vrede- en veiligheidsmandaat, dat nog steeds normerend kan zijn, wordt steeds meer in de humanitaire hoek gedrongen.”
Ik ben niet als één persoon verantwoordelijk voor het falen van de internationale gemeenschap
Vindt u het moeilijk om juist nu uw VN-werk los te laten?
„Je moet je eigen rol niet overschatten. Dat doen mannen overigens meer dan vrouwen, dat zeg ik er maar even bij. Schrijf dat vooral op!
„Ik ben niet als één persoon verantwoordelijk voor het falen van de internationale gemeenschap. Ik ben geen doekje voor het bloeden. De structuur die ik heb opgebouwd is overgedragen.Op een gegeven moment hebben wij alles gedaan, maar is er één factor die al de hele tijd ontbreekt: politieke moed van VN-lidstaten. We bevinden ons in een kritische fase, waarbij het internationaal oorlogsrecht in feite begraven is met de duizenden gedode kinderen in Gaza, en de gegijzelden die nog steeds vastzitten.
„Ik weet echt niet wat er gaat gebeuren. De toekomst ziet er niet mooi uit. Ik word tegenwoordig niet meer gevraagd voor mijn opbeurende verhaal. Maar zo lang er geen politieke moed is, zijn we terug bij het tellen van vrachtwagens. En daar gaat het nu eigenlijk helemaal niet om. Iedereen doet graag iets humanitairs. Dat is makkelijk. Dat is tastbaar. Maar dan kun je ook gemakkelijk wegkijken.”
„Een delicate kwestie” waar een „oplossing voor te vinden is”. Zo omschreef de Russische president Vladimir Poetin de geweldsescalatie tussen Israël en Iran woensdagavond in een bijeenkomst met internationale journalisten bij de opening van het jaarlijkse economische forum SPIEF in Sint-Petersburg. „Maar je moet vooraf altijd kijken of je het doel kunt bereiken”, zwakte Poetin zijn woorden vervolgens af.
De Russische president solliciteerde afgelopen dagen meermaals naar de positie van bemiddelaar tussen Tel Aviv en Teheran, maar tot nog toe zonder veel succes. Van de Amerikaanse president Donald Trump, met wie hij afgelopen weekend sprak, kreeg hij vooralsnog de deksel op zijn neus. „Doe me een plezier, bemiddel in je eigen conflict”, had Trump naar eigen zeggen geantwoord, toen Poetin zich aanbood als bemiddelaar. Begin juni spraken beide leiders ook al met elkaar over de situatie. „Het was een goed gesprek, maar niet een dat onmiddellijk tot vrede leidt”, had Trump na afloop zuinigjes verklaard.
Dat de internationale aandacht voor Oekraïne nu door een ander ‘nucleair’ conflict wordt opgeëist, komt Poetin uitstekend uit, net als een stijging in de olieprijs voor zijn staats- en oorlogskas. De vraag is of hij de situatie kan gebruiken om zijn internationale aanzien op te vijzelen. „Poetin wil zich hulpvaardig tonen aan de Amerikanen, en een gesprekspartner zijn in alle kwesties, behalve in de Oekraïense”, zei Hanna Notte van het Amerikaanse James Martin Centrum voor Nonproliferatie donderdag tegen de BBC.
Het geharrewar lijkt symbolisch voor de Russische evenwichtsoefening in het Midden-Oosten, die na decennia van redelijke sterkte steeds meer averij oploopt. Moskou investeerde de afgelopen jaren flink in economische en militaire betrekkingen met Teheran, wat mede bijdroeg aan een verslechtering in de verhoudingen met Israël. De oorlog in Oekraïne dwingt Poetin nog behoedzamer te balanceren, om zijn wispelturige relatie met Donald Trump niet op het spel te zetten: de man die hij het hardste nodig heeft om ‘Oekraïne’ in zijn voordeel te beslechten.
Strategisch partnerschap
Met name Moskou en Teheran zijn de afgelopen jaren dicht naar elkaar toe gekropen, al is het een bondgenootschap waarvan vooral Moskou heeft geprofiteerd. Na de Russische invasie van Oekraïne (2022) kwam het Iraanse regime Poetin te hulp door Shared-raketten en drones te leveren, die Rusland inzet tegen Oekraïne en met Iraanse hulp inmiddels ook zelf produceert. Ook op het gebied van sancties en sanctie-ontwijking hebben Russische zakenmensen de afgelopen jaren veel van hun Iraanse collega’s opgestoken. Als bekroning van de vriendschap sloten beide landen een strategisch partnerschap om „gemeenschappelijke dreigingen” tegen te gaan.
De Russische viceminister van Buitenlandse Zaken Andrej Roedenko liet destijds wel al nadrukkelijk weten dat de overeenkomst met Iran „geen militaire alliantie is” en Moskou geenszins verplicht tot militaire assistentie. Het is dan ook de vraag hoeveel dit partnerschap Poetin werkelijk waard is. „Poetins positie in het Midden-Oosten is dubbelzinnig”, zei de Russische politiek analist Kirill Rogov woensdag in een uitzending van Bild. Rogov noemde het „karakteristiek” dat Poetin zich voordoet als bondgenoot in Iran, maar die positie vervolgens te grabbel gooit ten gunste van zijn relatie met de VS. „Daarom geldt Rusland in Iran niet als een betrouwbare partner, maar als gelegenheidspartner”, zei Rogov.
De politieke onbetrouwbaarheid van Moskou bleek bij de val van de Syrische dictator Bashar al-Assad
Mocht Iran besluiten Poetins opportunisme te bestraffen door de leveranties van wapens stop te zetten, dan heeft dit volgens Rogov geen grote impact op de oorlog in Oekraïne, aangezien Moskou zelf drones produceert en ze ook uit China haalt. Poetin zei woensdagavond dat de bouw van de Iraanse Bushehr-kerncentrale voortgezet zal worden. Dit na de Israëlische verzekering, dat de 200 Russische specialisten ter plaatse geen gevaar lopen.
Vlucht Assad
De politieke onbetrouwbaarheid van Moskou bleek ook vorig jaar bij de plotselinge val van de door Rusland gesteunde Syrische dictator Bashar al-Assad. Rusland greep niet in en met de staart tussen de benen vluchtte Assad naar Moskou. Daarmee kwamen de voor Rusland belangrijke militaire bases in de regio, in Chmeimim en Tartus, op het spel te staan. Het Kremlin hoopt met olie- en gasleveranties aan de noodlijdende Syrische regering zijn militaire bases in het land te kunnen behouden. Tot nog toe weigert Moskou om Assad aan de nieuwe Syrische machthebbers uit te leveren.
Gezien de slechte ervaringen van een halfjaar geleden is het volgens deskundigen zeer onwaarschijnlijk dat Rusland militair voor Iran in de bres zal springen. „Zes maanden geleden schoot Rusland het verzwakte regime van Bashar al-Assad in Syrië niet te hulp. Nu ziet het geen nut meer in het helpen van een verzwakt Iran”, zei Fabrice Balanche, Midden-Oosten-expert van het Washington Institute tegen de BBC. Dat neemt niet weg dat Poetin er veel aan gelegen is om zijn positie in de regio te behouden en de situatie diplomatiek op te lossen.
Iran heeft zijn bondgenoten hard nodig, maar of Israël Poetin accepeert als bemiddelaar valt nog te bezien. De Israëlische premier Netanyahu hield zich eerder doof voor Russische vermaningen om het geweld in Gaza en Iran te stoppen. De mogelijkheid dat Israël de Iraanse ayatollah Khamenei zou willen liquideren, wees Poetin woensdagavond resoluut van de hand. „Ik wil die mogelijkheid niet eens bespreken”, aldus Poetin. Of andere spelers deze optie met hém willen bespreken, is evenzeer de vraag.