De Tweede Kamer wil op korte termijn debatteren over het instellen van een onderzoek naar de zaak-Arib. Een meerderheid van de Kamerleden stemde dinsdag voor het verzoek hiertoe van Gidi Markuszower (PVV). De Kamer wil niet wachten op de beslissing van het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, of er nader onderzoek moet komen.
In het debat willen de Kamerleden onder meer ingaan op de rol van Vera Bergkamp (D66), onder wiens Kamervoorzitterschap een onderzoek naar mogelijk grensoverschrijdend gedrag van Arib werd ingesteld. Ook willen de Kamerleden de anonieme brief lezen die aanleiding gaf tot het instellen van het onderzoek naar Arib, en meer weten over het advies van de landsadvocaat in deze kwestie, dat gelekt werd aan NRC.
In de praktijk betekent het dat de Kamer in debat zal gaan met het presidium, een situatie die zelden voorkomt. Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) zal als vertegenwoordiger van het presidium in dat debat uitleg moeten geven over de gang van zaken. Ten tijde van het instellen van het onderzoek naar Arib was Bosma al lid van het presidium. Hij stemde toen ook in met het onderzoek.
Rol van Vera Bergkamp
Vorige week concludeerden Nieuwsuur en Follow The Money op basis van een gelekt onderzoeksdossier dat de rol van Bergkamp in het lekken van gevoelige informatie over het onderzoek naar Khadija Arib groter zou kunnen zijn dan voorheen werd aangenomen. Het Openbaar Ministerie had ook een taakstraf van 140 uur geëist tegen de woordvoerder van Bergkamp, Sonja K., vanwege betrokkenheid bij het lekken, maar de rechter sprak haar vorige week vrij vanwege een gebrek aan bewijs.
Naar aanleiding daarvan sprak Markuszower maandag in een vergadering met het presidium over zijn verzoek om nader onderzoek te doen naar de rol van Vera Bergkamp. Toen het presidium daar na tweeënhalf uur nog steeds geen beslissing over kon nemen en liet weten zich later nog een keer over dit vraagstuk te buigen, besloot Markuszower op te stappen. In de Tweede Kamer kreeg hij dinsdag meer bijval.
Voor het eerst sinds de jaren negentig lagen de Nederlandse defensie-uitgaven het afgelopen jaar weer iets boven de 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag op basis van NAVO-cijfers. Van de 32 NAVO-leden staat Nederland nu op de zevende plek als het gaat om defensie-uitgaven per inwoner: in 2024 was dat ongeveer 1,1 duizend euro per inwoner.
De Verenigde Staten voeren de lijst aan met 2,6 duizend euro per inwoner. Op de plaatsen twee tot en met zes staan Noorwegen, Denemarken, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Als de cijfers gecorrigeerd worden voor koopkracht, ziet de verdeling er heel anders uit, al blijven de Verenigde Staten de lijst aanvoeren. „Om het loon van militairen te betalen en lokale uitgaven te doen heb je in Roemenië bijvoorbeeld minder geld nodig dan in Nederland”, schrijft het CBS. Met een koopkrachtcorrectie stijgt Polen flink, naar de derde plaats.
19,9 miljard
Nederland gaf in 2024 in totaal 19,9 miljard euro uit aan defensie, blijkt uit de NAVO-cijfers. In 2014 werd de de NAVO-norm vastgesteld op 2 procent van het bbp, maar daar voldeed Nederland jarenlang niet aan. Andere NAVO-landen gaven vorig jaar een hoger percentage van hun bbp uit aan defensie: bovenaan staat Polen met 4,1 procent, de VS en Estland staan op de tweede plaats met 3,4 procent.
Alle NAVO-landen bij elkaar besteedden 1.362 miljard euro aan defensie, waarbij de bijdrage van de VS het hoogst was: rond de 894 miljard euro.
‘Fuck integratie’, zei antropoloog Sinan Çankaya onlangs in een interview met NRC. Redacteur Majda Ouhajji vroeg zich af of dat gevoel breder wordt gedragen en ging in gesprek met Nederlanders met een migratieachtergrond. Is integratie inderdaad een valse belofte?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Gast:
Majda Ouhajji
Presentatie:
Suzan Yücel
Redactie:
Ignace Schoot, Nina van Hattum en Henk Ruigrok van der Werven
De landen die bijeen waren voor de G7-top in Canada hebben dinsdag afgezien van een gezamenlijke verklaring over de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, omdat de Verenigde Staten de formulering te veel wilden afzwakken. Dat melden Canadese media op basis van een Canadese functionaris. De VS zouden bezwaar hebben gemaakt tegen krachtig taalgebruik ten aanzien van Moskou, omdat president Donald Trump niet wilde dat dit zijn vermogen zou beïnvloeden om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen.
Het uitblijven van een steunbetuiging aan Oekraïne is een opmerkelijke koerswijziging voor de G7: in 2024 werd Oekraïne 53 keer genoemd in de slotverklaring van de top in Italië. De Canadese premier Mark Carney, de gastheer van de top, had „een rechtvaardige en duurzame vrede voor Oekraïne en andere conflictgebieden” vooraf als een prioriteit gesteld. Dinsdag schoof de Oekraïense president Volodymyr Zelensky aan bij de top, in het vakantieoord Kananaskis in de Rocky Mountains; ook secretaris-generaal Mark Rutte van de NAVO was aanwezig.
Zo bleef Trump ook na zijn vroegtijdige vertrek op maandagavond – hij vloog een dag eerder terug naar Washington wegens het conflict tussen Israël en Iran – de G7-top beheersen. Dat gold ook op andere gebieden, zoals handel. Tijdens zijn terugvlucht zei hij aan boord van het presidentiële vliegtuig Air Force One tegen journalisten dat de Europese Unie Washington een „goede deal” zou moeten aanbieden, anders zou de EU te maken krijgen met hogere tarieven.
Lees ook
Lees ook: Trump verlaat G7-top in Canada vroegtijdig om conflict in Midden-Oosten
Hoewel de Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent en handelsvertegenwoordiger Jamieson Greer in Canada bleven, was de focus verzwakt zonder Trump. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen, die maandag een onderhoud met Trump had in de marge van de top, zei dat het doel nog steeds is om een akkoord te bereiken voordat hogere wederzijdse tarieven op 9 juli van kracht worden, na een pauze van negentig dagen. „Het is complex, maar we boeken vooruitgang”, zei zij.
Korte verklaringen
De overgebleven leiders probeerden op de slotdag van de driedaagse top te tonen dat de club van rijke industrielanden ook als een soort ‘G6’ paraat is om mondiale problemen aan te pakken. Ze gaven korte verklaringen uit op het gebied van onder meer kritieke mineralen: een ‘actieplan’ op dat terrein moet leiden tot alternatieve toeleveringsketens voor die grondstoffen, zoals lithium, kobalt en zeldzame aardmetalen, om de dominantie van China te verkleinen.
In totaal werden er zes van dergelijke thematische verklaringen uitgegeven, ook onder meer op het gebied van kunstmatige intelligentie, mensensmokkel en bosbranden. Carney zag al voor de top af van een lange, veelomvattende slotverklaring, zoals gebruikelijk bij de G7. Het leek onwaarschijnlijk dat daarover unanimiteit kon worden bereikt; de vorige keer dat de top in Canada werd gehouden, in 2018, trok Trump na zijn vertrek Amerikaanse steun aan de slotverklaring in en haalde hij uit naar de toenmalige Canadese premier Justin Trudeau.
Evenals Zelensky schoven dinsdag leiders van een aantal andere niet-lidstaten van de G7 aan bij de top (de G7 bestaat uit de VS, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië en Japan). Zo kondigde de Australische premier Anthony Albanese aan dat het land onderhandelingen begint met de EU over een samenwerkingsverband op het gebied van veiligheid en defensie.
Telefoongesprek
De Mexicaanse president Claudia Sheinbaum zou Trump dinsdag voor de eerste keer ontmoeten – het hoofdpunt van haar bezoek. In plaats daarvan voerde ze vanuit Canada een „zeer goed” telefoongesprek met de president, schreef ze op X. Trump heeft importheffingen ingesteld op sommige Mexicaanse producten, waaronder staal en aluminium, en stelt eisen aan het buurland op het gebied van veiligheid en immigratie.
En de Indiase premier Narendra Modi kwam voor het eerst naar Canada sinds een felle diplomatieke rel tussen de twee landen. Die draait om beschuldigingen dat India achter de moord zou zitten op een leider van de sikhs in Canada in 2023, die zich inzette voor een onafhankelijke staat voor de sikhs in India, Khalistan. Beide landen hadden hun ambassadeurs teruggeroepen, maar hebben nu besloten diplomatieke betrekkingen te herstellen.
Wel gaven de G7-landen, inclusief de VS, een verklaring uit waarin ze „alle vormen van transnationale repressie, van bedreigingen tot fysiek geweld” veroordelen.
Lees ook
Lees ook: Trump houdt niet van internationaal conflict, maar hij wil óók de machtige krachtpatser van de wereld zijn