Bij een Russische droneaanval op de Oekraïense hoofdstad Kyiv in de nacht van maandag op dinsdag is een Amerikaanse burger gedood en zijn zeker twintig mensen gewond geraakt, meldt burgemeester Vitali Klitsjko op Telegram. „Tijdens de aanval op Kyiv overleed een 62-jarige Amerikaanse burger in een woning in de wijk Solomianskyi tegenover een plek waar medici hulp aan het verlenen waren.”
Volgens Klitsko ging het om een grote aanval. „Vijandelijke drones vliegen vanuit drie richtingen over de stad. Er is ook raketgevaar”, schreef Klitsjko op Telegram.
Bij de aanval is onder meer de bovenste verdieping van een appartementencomplex beschadigd en is in twee verschillende wijken brand uitgebroken.
Rusland heeft de afgelopen weken een recordaantal drones en raketten afgevuurd op Oekraïne, nadat de Oekraïense veiligheidsdienst tot diep op Russisch grondgebied aanvallen had uitgevoerd op militaire bases en gevechtsvliegtuigen.
Liveblog Oorlog in Oekraïne
Amerikaanse burger gedood en twintig mensen gewond geraakt bij Russische droneaanval op Kyiv
Kinderen onder de vijftien jaar zouden geen sociale media meer moeten gebruiken en kinderen zouden pas vanaf groep 8 van de basisschool een smartphone moeten krijgen. Dat is het advies aan ouders dat demissionair staatssecretaris Vincent Karremans (Preventie, VVD) deze dinsdagmiddag presenteerde: „Ik maak me zorgen. Sociale media en smartphones zijn niet alleen maar leuk.”
De adviezen staan in de richtlijn Gezond schermgebruik. Karremans kiest bewust niet voor een verbod, lichtte hij toe: „Dat is totaal niet te handhaven. Ik kan moeilijk aan elke keukentafel gaan kijken of kinderen dat echt niet doen. Een verbod is een papieren werkelijkheid. Er is trouwens ook geen draagvlak voor.”
Verder staat in het advies dat ouders hun eigen schermtijden moeten beperken
Dat er wel adviezen komen, komt omdat ouders daar zelf om vragen, zei hij. Ouders worstelen met vragen als: wanneer geef ik mijn kinderen een smartphone? „Veel ouders weten niet hoe ze daarmee om moeten gaan en kijken dan naar de overheid.” Na de zomer begint het ministerie van Binnenlandse Zaken een publiekscampagne om de richtlijnen onder de aandacht te brengen.
Verder staat in het advies dat ouders hun eigen schermtijden moeten beperken en hun telefoon weg moeten leggen als ze praten met hun kind, zijnde belangrijke rolmodellen. Ook moeten er geen actieve schermen zijn tijdens het eten en in de slaapkamer. Ouders zouden ook vaker in gesprek moeten gaan met kinderen over wat ze online doen en welke ervaringen ze hebben.
Karremans wees in zijn toelichting op de negatieve gevolgen van socialemedia- en smartphonegebruik: slaapproblemen, mentale problemen, bijziendheid, soms angststoornissen: „Kinderen die tot diep in de nacht scrollen, gaan slecht slapen, worden moe wakker en halen slechte cijfers op school.”
Stapsgewijs
Volgens Karremans, die binnenkort overstapt naar Economische Zaken om daar minister te worden, is groep 8 van de basisschool een goede leeftijd om de eerste ervaringen op te doen met smartphones. Vanaf de brugklas kunnen ze dan chat-apps als WhatsApp en Signal gebruiken, vanaf vijftien jaar sociale media als Snapchat, TikTok en Instagram. Op die manier worden ze stapsgewijs „wegwijs gemaakt” in de online samenleving.
Karremans werd door de Tweede Kamer al langer onder druk gezet om iets te doen. Zo riep de Kamer hem in maart op tot het instellen van een minimumleeftijd voor socialemediaplatforms als Facebook, Instagram, TikTok en Snapchat. Een maand later dienden de ChristenUnie en NSC een initiatiefnota in over online kinderrechten. Daarin bepleitten ze onder meer een landelijke leeftijdsnorm voor de eerste smartphone, vijftien jaar bijvoorbeeld. Onlangs volgde D66 met een initiatiefnota die oproept smartphones ook in schoolpauzes en op schoolpleinen te verbieden.
Bezorgd
In 2024 waren het de scholen die als eerste een rem op smartphonegebruik wilden zetten. Ze voerden een verbod in de klas in. Later dat jaar volgden duizenden ouders, die bij de organisatie Smartphonevrij Opgroeien aangaven hun kinderen tot hun veertiende jaar geen telefoon te geven. Eind mei volgden artsen en andere experts, die in een brandbrief opriepen tot leeftijdgrenzen voor smartphones en sociale media.
Ongeveer negen op de tien scholieren in het voorgezet onderwijs zijn (bijna) dagelijks actief op sociale media, bleek uit eerder onderzoek van het Trimbos-instituut. Problematisch gamegedrag komt vaker voor bij jongens (3 procent) dan bij meisjes (1,3 procent). Voor sociale media is dit juist omgekeerd: bij jongens is dat bij 3,3 procent problematisch, bij meisjes 6,2 procent. Problematisch gedrag betekent dat gamen of sociale media leidden tot problemen op school of voor de gezondheid, en dat jongeren het moeilijk vonden om zelf te stoppen.
Lees ook
‘Het brein wil maar doorgaan’: hoe Europa verslavende sociale media wil aanpakken
Dolce & Gabbana is het creatieve succesverhaal dat de ontwerpers Domenico Dolce en Stefano Gabbana al sinds 1985 samen schrijven. Het duo verenigt Noord- en Zuid-Italië: Gabbana komt uit designstad Milaan, Dolce raakte met het modevirusbesmet in het kleermakersatelier van zijn vader op Sicilië.
Sinds 2012 heeft het merk ook een lijn ‘alta moda’, of haute couture. In het neoclassicistische expositiegebouw Palazzo Esposizioni in Rome worden tot 13 augustus meer dan tweehonderd unieke stukken ‘alta moda’ van Dolce & Gabbana getoond, met kunst- en modehistorica Florence Müller als curator. Bereid u voor op kledingstukken met veel uitbundige kleuren, gouden borduurwerk, zwarte kant, lovertjes, lurex-macramé, kristal en broches, terwijl elke nieuwe tentoonstellingsruimte met muziek of met andere geluiden, zoals van vallend glas, de zintuigen prikkelt.
De expo Dal cuore alle mani – ‘Van het hart naar de handen’ – is naast een ode aan ontwerpen ook een eerbetoon aan ambachten zoals naaien, borduren en kantklossen. De tentoonstelling, die in een kleinere vorm vorig jaar in Milaan en eerder dit jaar in Parijs samen meer dan een half miljoen bezoekers trok, werd zo een overrompelend eerbetoon aan de Made in Italy.
Zaalbeeld van de tentoonstelling ‘Dal cuore alle mani’: uitbundige kleuren en borduurwerk.
De bont gekleurde volkscultuur van Sicilië is een inspiratiebron voor het ontwerpduo Dolce & Gabbana.
De ruime expositiezalen in Rome bieden de bezoeker, gespreid over een oppervlakte van 1.500 vierkante meter, een overzicht van de uiteenlopende inspiratiebronnen van de ontwerpers, van de Italiaanse Renaissance-schilderkunst, via film en opera, religie en mystiek, tot de bont gekleurde volkscultuur van Sicilië.
Tijdens deze ‘grand tour’ door kunstzinnig Italië is aan elk detail gedacht. De zaal die aan het geboorte-eiland van Domenico Dolce is opgedragen baadt in een sfeer van Siciliaanse folklore en is zo ‘over the top’, dat het hoogst onderhoudend wordt. Het veelkleurige majolica-aardewerk van Sicilië dat Dolce & Gabbana gretig in hun werk gebruiken, siert de volledige vloer van de tentoonstellingsruimte. De muren zijn bedekt met bont geschilderde houten panelen. In een videoboodschap licht de Siciliaanse houtschilder Salvatore Sapienza zijn ambacht toe. Ook de oer-commerciële touch ontbreekt niet: in dezelfde ruimte staan ook grote Smeg-koelkasten en koffiepotten met majolica-motief tentoongesteld, terwijl op de achtergrond Siciliaanse volksmuziek klinkt.
De Tijgerkat
Sicilië speelt ook de hoofdrol in de zaal ‘Il gattopardo’, opgedragen aan de beroemde roman De Tijgerkat van de aristocraat Giuseppe Tomasi di Lampedusa. De ruimte is omgevormd tot een balzaal, met als centraal element een met woorden uit de roman bedrukte baljurk. In de spiegels van de zaal hangen videoschermen, waarop regisseur Luchino Visconti’s verfilming van het boek Il gattopardo uit 1963 wordt geprojecteerd.
Slenterend langs de omvangrijke tentoonstellingsruimtes is er veel plek voor verwondering: de ruimte opgedragen aan opera is tot een operazaal met loges omgevormd, waarbij vorstelijke mantels in chique stoffen een visuele ode brengen aan Italiaanse grootmeesters als Giuseppe Verdi (wiens portret op een trui opduikt) en Giacomo Puccini (in de vorm van een lange mantel met een Chinees motief, opgedragen aan de opera Turandot, over een Chinese prinses).
Op een altaar wordt het heilige hart aanbeden – maar dan in gouden blingbling-versie en met het logo D&G
De expositie is ook een reis door de tijd: in een zaal gewijd aan de Renaissance-schilderkunst staat een reeks jurken, capes, mantels en bomberjasjes opgesteld die verwijzen naar werken van Sandro Botticelli, Titiaan, Rafaël en Leonardo da Vinci.
Her en der gaan de ontwerpen van het designerduo ook in dialoog met werk van kunstenaars, zoals een serie moderne schilderijen met vrouwen in ontwerpen van Dolce & Gabbana, tegen de achtergrond van Italiaanse kunststeden, werk van de Frans-Amerikaanse artieste Anh Duong. Haar schilderingen hangen in de openingszaal, waar de blik van de bezoeker wordt getrokken door een theatrale baljurk met papegaaimotief.
De expo heeft aandacht voor religie en mystiek. Hier wordt het heilige hart, met daarin het logo D&G, aanbeden.
Foto Mark Blower
Kunstzinnig volgens sommigen, kitscherig en overdadig volgens anderen, maar altijd exuberant, vrolijk, luxueus of en sensueel: de stijl van het ontwerpersduo wekt bij modeliefhebbers uiteenlopende appreciaties op. Ook aan ironie is op deze expositie geen gebrek, zoals de vette knipoog naar Zuid-Italiaanse religiositeit en mystiek, in een ruimte die tot een donkere kapel werd omgebouwd, waar op het altaar het heilige hart – maar dan in gouden blingbling-versie en met het logo D&G – wordt aanbeden.
Machobeeld
Veertig jaar na de oprichting is Dolce & Gabbana nog altijd een wereldwijd bekend luxemerk, ondanks – of misschien wel dankzij – de controverses waarin de ontwerpers geregeld belanden, en waarvan de expo zelf ver weg blijft. De twee waren ooit een stel, maar over lhbti-rechten denkt vooral de Zuid-Italiaan Domenico Dolce conservatief. Een uitspraak van Dolce, in het rechtse Italiaanse blad Panorama, dat proefbuisbaby’s volgens hem ‘synthetische kinderen’ zijn, maakte de Britse popzanger Elton John in 2015 zo woest dat hij opriep tot een boycot van het merk.
Ook met hun reclamecampagnes veroorzaakten Dolce en Gabbana al geregeld ophef. In Spanje werd in 2007 een foto van een vrouw die door een man met naakte torso bij haar polsen tegen de grond wordt gedrukt terwijl vier mannen toekijken, beschouwd als een machobeeld dat zou aanzetten tot geweld. Geërgerd over wat zij omschreven als ‘censuur’ trokken Dolce en Gabbana de reclamefoto in. In China leidde een reclamespotje dan weer tot klachten over racisme, waarna in 2018 de modeshow van het merk in Shanghai werd afgezegd. Toen sprak het Italiaanse modeduo niet van censuur – China is een grote markt voor luxe – maar stuurden de ontwerpers een filmpje rond met publieke excuses.
„Ik heb 450.000 euro ontvangen van de eerste contracten.”
„Ze hebben me 70.000 euro gegeven als extraatje.”
„Ariatna is flirterig. Ze is goed, ze is perfect.”
„En die nieuwe Colombiaanse?”
„Kies maar wie je wilt. Ariatna of Carlota. Of allebei.”
Deze zinnen lijken afkomstig uit een maffiafilm, maar het zijn uitspraken van hoge functionarissen binnen de Spaanse socialistische partij (PSOE) van premier Pedro Sánchez. De zaak die begon met geruchten en beschuldigingen is uitgegroeid tot één van de grootste politieke schandalen van de afgelopen jaren. De ‘Caso Koldo’ (zaak-Koldo) legt een netwerk van machtsmisbruik, corruptie en seksisme bloot binnen de socialistische partij. De positie van premier Sánchez is wankel. „Hoe kon dit onder zijn ogen gebeuren?”, zeggen oppositie en boze Spanjaarden op straat. Deze week wordt duidelijk of Sánchez kan aanblijven als premier. Mogelijk valt zijn regering en komen er vervroegde verkiezingen.
Centrale figuur in het schandaal is Koldo García, voormalig adviseur van ex-transportminister José Luis Ábalos, die in de opnames openlijk spreekt over forse geldbedragen die zijn doorgegeven aan partijgenoten. Met Santos Cerdán, een invloedrijk partijsecretaris en vertrouweling van premier Sánchez, bespreekt Koldo de verdeling van bedragen die oplopen tot honderdduizenden euro’s.
Het drietal zou overheidscontracten ter waarde van miljoenen euro’s hebben geregeld voor bevriende bedrijven tijdens de coronacrisis, onder meer voor de levering van mondkapjes en opdrachten aan bouwbedrijven. In ruil daarvoor zouden er commissies en steekpenningen zijn betaald via bemiddelaar Koldo, en werd het geld vervolgens onderling verdeeld. Caso Koldo speelt al enige tijd, maar er was geen concreet bewijs.
Opnames als verzekering
Dat bewijs kwam toen zakenman Víctor de Aldama met verklaringen naar buiten kwam. Hij vertelde hoe hij grote sommen geld overmaakte aan Ábalos, García en Cerdán, in ruil voor overheidscontracten. Deze betalingen zouden hebben plaatsgevonden in cafés vlakbij het hoofdkwartier van de PSOE.
De Guardia Civil opende een onderzoek. Er werden huiszoekingen verricht bij meerdere betrokkenen en tientallen personen werden ondervraagd. Bij Koldo thuis werden de geluidsopnames gevonden. Die zou hij hebben gemaakt als „verzekering”, omdat hij Santos Cerdán niet meer vertrouwde.
Koldo García, adviseur van voormalig transportminister José Luis Ábalos, verlaat de rechtbank in Madrid, december 2024.
Foto Rodrigo Jiménez/EPA
Volgens Koldo had hij alles bewaard, behalve wat oud-minister Ábalos betrof, dat had hij „gewist” uit loyaliteit. „Voor mij blijf jij altijd de man van mijn leven, want jij hebt dingen voor me gedaan die niemand anders ooit heeft gedaan. Maar die klootzak Santos heeft me vijftien jaar gebruikt en me niks gegeven”, is te horen op een van de opnames. Op een ander moment in het gesprek uit Koldo zijn woede over Santos Cerdán, omdat die volgens hem had geklaagd bij „el jefe”, refererend aan Pedro Sánchez. Het Openbaar Ministerie zit Koldo dan op de hielen. Maar hij waarschuwt: „Als hij me naait, weet ik ook hoe ik hem kan naaien.”
Een rechter van het Hooggerechtshof ziet de opnames als „hard bewijs” en roept Santos Cerdán op om 25 juni voor de rechter te verschijnen om tekst en uitleg te geven.
Onderzoeken naar vrouw en broer
Premier Sánchez, die zich in het verleden krachtig opstelde tegen corruptie en in 2018 aan de macht kwam na een succesvolle motie van wantrouwen tegen de door schandalen geteisterde Partido Popular (PP), ziet zijn eigen positie ernstig onder druk staan. Hij wordt geconfronteerd met een reeks gevoelige corruptieonderzoeken die steeds dichter bij zijn politieke en persoonlijke omgeving komen.
Sánchez wordt geconfronteerd met corruptieonderzoeken die steeds dichter bij zijn politieke en persoonlijke omgeving komen
Naast het onderzoek naar zijn voormalige minister van Transport en diens rechterhand, loopt er al enige tijd ook justitieel onderzoek naar Sánchez’ vrouw en broer. Al deze betrokkenen ontkennen iedere vorm van schuld.
Om zijn anti-corruptieboodschap kracht bij te zetten, reageerde Sánchez direct op de nieuwste onthullingen in de zaak-Koldo. Hij benadrukte dat er binnen zijn partij geen ruimte is voor corrupt gedrag en dwong Santos Cerdán om zijn functies binnen PSOE op te geven, inclusief zijn parlementszetel. Daarmee verliest Cerdán ook zijn parlementaire onschendbaarheid en heeft de Guardia Civil alle ruimte voor verder onderzoek. Daarnaast richt Sanchez een onderzoekscommissie op. „We zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat degenen die corruptie hebben gepleegd, daarvoor zullen boeten”, zei hij in een toespraak.
Lees ook
Oud-rechter Baltasar Garzón: ‘Partijdige rechtspraak bedreigt de Spaanse democratie’
Ondanks deze maatregelen is Sánchez kwetsbaar geworden. Binnen de PSOE groeit de onrust, terwijl de oppositie scherpe kritiek levert. De conservatieve Partido Popular (PP) roept op tot vervroegde verkiezingen en beschuldigt de regering van het faciliteren van corruptie. „De zaak-Koldo legt het falen van Sánchez bloot en schaadt het vertrouwen van de Spaanse burger in de politiek”, zei partijleider Alberto Nuñez Feijóo. Ook de rechts-populistische partij Vox eist het onmiddellijke vertrek van Sánchez.
Publieke onvrede
Premier Sánchez weigert op te stappen en daagde de oppositie maandag uit om een motie van wantrouwen tegen hem in te dienen. Ook heeft hij aangekondigd dat hij in het Congres van Afgevaardigden zal verschijnen om zijn positie te verdedigen. De komende dagen vergadert Sánchez met coalitiepartners, onder wie de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen Junts en Erc om zijn meerderheid in het parlement veilig te stellen.
Ondertussen neemt ook de publieke onvrede toe. Veel Spanjaarden zijn teleurgesteld door het voortdurende gebrek aan transparantie en het idee dat politieke en financiële belangen verstrengeld zijn. Vorige week gingen duizenden mensen de straat op in Madrid om te demonstreren tegen Sánchez.
Ondanks zijn zelfvertrouwen is de politieke toekomst van Sánchez onzeker. De komende weken worden cruciaal. De parlementaire hoorzittingen, de rechtszaak tegen Cerdán, en de reactie van Sánchez’ coalitiepartners zullen bepalen of hij politiek overleeft.