Oerol laat je gekke dingen doen. Zoals midden in de nacht opstaan om met dikke trui en winterjas aan op het strand te gaan zitten om de rozevingerige dageraad te begroeten. Peergroup opende het theaterfestival Oerol, dat op diverse locaties op Terschelling is, vrijdagochtend om half vijf met hun voorstelling Amfidroom.
Vanaf de branding komt Kai (Olaf Malmberg) op, met een urn met: de as van zijn overleden vriend Rahim. In fragmenten komt het relaas van een liefde tussen twee tegenpolen boven. De hang naar orde van Kai botste met het gevoel van vrijheid van Irakees Rahim. Helaas worden alle emoties vrij expliciet uitgedrukt. Bij herhaling benoemt Kai het gat in zijn hart. Het maakt Amfidroom wat eendimensionaal.
Maar! In de vroege ochtend de zon als een oranjerode bal zien opkomen achter de zee is wel een geschenk. Des te wonderlijker dat deze voorstelling geen enkele associatie heeft met het nachtelijk tijdstip. Het maakt dat je je toch wat bekocht voelt – voor je weer je bed induikt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720272-d2a052.jpg|https://images.nrc.nl/X1ZAtlupj5IiIhV6jeWmW20bhJI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720272-d2a052.jpg|https://images.nrc.nl/NXUkG82J3zTik5LQ6Xd4fikrp0s=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720272-d2a052.jpg)
Foto Nichon Glerum
Gelukkig bood de vrijdagochtend ook de spetterende première van Doekje voor het bloeden van Het NUT, die de bezoeker bijna de brandende zon op de eerste tropische dag van het jaar deed vergeten. George Tobal, schrijver van het stuk, vertelt vanaf de tribune hoe hij de dakloze Willem ontmoette en van zijn getroebleerde leven een voorstelling maakte, waarna hij de acteurs introduceert. Later spreken de personages op hun beurt de schrijver aan op zijn „armoede-peepshow”.
Die open benadering geeft lucht aan een voorbeeldig geschreven, intens drama over een jongen die op straat wordt gezet, verslaafd raakt en ondanks de inzet van een onvermoeibare maatschappelijk werker niet te redden lijkt: de regelgeving is krankjorem en zijn mentale staat hopeloos. De feiten die passeren, benadrukken de absurditeiten rond woningnood, schuldsanering en de begeleidingskosten van thuislozen.
De vier acteurs (Yasmina Abdelmoumen, Michiel Blankwaardt, Kiki van Deursen en Milan Serkeris) vormen met doorleefde performances een harmonieus geheel. Willems moeder, met haar polonaise aan mannen en Igor, Wilems vriend op straat, worden volwaardige personages. En er is muziek die trefzeker aansluit op de belevingswereld van Willem. Als Willem en Igor drugs nemen en Igor ‘Stairway to heaven’ croont, weet iedere gebruiker in het publiek hoe waar het is dat drugs de illusie van een trap naar de hemel bieden, en hoe gevaarlijk dat is.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720230-6b1af1.jpg|https://images.nrc.nl/bBfclbc4HkCRrriJbd__Yshp7Qg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720230-6b1af1.jpg|https://images.nrc.nl/kZQYAKO54Az7QD7KSqZmqQFVO_M=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720230-6b1af1.jpg)
Foto Geert Snoeijer
Ouderlijk falen
Een thematische verwante voorstelling is Runner van Orkater, gespeeld en geschreven door Patrick Ribeiro. Ook in Runner raakt een jongen door ouderlijk falen op drift, maar dat verzuim heeft gruwelijke consequenties. Ribeiro vertelt hoe plegers van seksueel geweld tot hun misdaad komen.
Met een berg zand als achtergrond en begeleid door de stadse geluiden van muzikant Jornt Bras vertelt Ribeiro over opgroeien in Oudeland, een arme wijk in het Rotterdamse stadsdeel Hoogvliet. Zijn ouders laten hem links liggen, maar hij heeft vriendjes die hem opvangen. Die vriendjes zijn wel twaalfjarige would-be gangstertjes, met macho codes over voor elkaar opkomen en vrouwen kleineren. Dat gaat wringen als hij betoverd raakt door een meisje, dat hem beter naar zichzelf laat kijken.
Met zijn dwingende dictie, zijn creatieve spoken word en heftige raps pakt Ribeiro je volledig in. Moeiteloos geloof je zijn personage, Kenny, een jongen die liefde zoekt maar vastzit in een straatcultuur waar het recht van de sterkste geldt. Typerend zijn de metaforen in zijn ode aan zijn meisje, waarin “met haar zijn” lekkerder is dan iemand op zijn kaak slaan, stelen, inbreken, en dan in je eigen bed slapen na een nacht op het politiebureau. Ribeiro’s gloedvolle vertolking maakt dit ontspoorde joch gevaarlijk sympathiek.
De ambivalente gevoelens bij het personage maakt Runner zo goed. Na de onthutsende ontknoping, een groepsverkrachting, kijkt Kenny als 25-jarige kort terug. Zijn wroeging voel je, maar blijft onuitgesproken. Zijn verklaring is dat verwaarlozing van kinderen daders creëert. Die uitleg laat veel ruimte open voor discussie: over vergeving, opvoeding, straf, mannencultuur. En bovenal over het ontbrekende perspectief van het meisje.
Mars-mannetjes
Nog een voorstelling die je niet wil missen, maar van een heel andere orde, is Geesten van Poezieboys & Joost Oomen, een feest van absurdisme en taal. Bovenop een duintop creëren drie performers (Joep Hendrikx, Jos Nargy, Oomen) en muzikant Nick Feenstra hun eigen eiland, Eierland, waar ze een ludieke zoektocht opvoeren naar de betekenis van inspiratie. Als voorbeeld introduceren ze Jack Spicer, de Amerikaanse dichter die verkondigde dat mannetjes van Mars hem zijn gedichten dicteerde. In zijn navolging plaatsen ze „ideeënvangers” in het zand.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720047-153c46.jpg|https://images.nrc.nl/nDB13kL9OCVM8ySxQiw6br3yZos=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720047-153c46.jpg|https://images.nrc.nl/c2roFmupCFKZHaPlCyoWFV5nwoo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720047-153c46.jpg)
Foto Nichon Glerum
Geesten is een parade van sketches, die alle kanten opvliegen. Er is een wedstrijd voor improviserende dichters, de Eierland Open, slapstick met een strandstoel, publieksbelediging, en als hoogtepunt een maffe professor die een hersenoperatie uitvoert om inspiratie bloot te leggen. En steeds is er poëzie, slim ingekapseld in de gekte. Hendrikx draagt zijn eigen ultiem lullige, realistische gedichten voor („Uit de kraan komt water”), terwijl Oomen bizarre metaforen over elkaar laat buitelen („Alle boekhouders zijn geboren onder het sterrenbeeld Bonnetje”). Nargy zingt een hitgevoelig blues-dance-nummer over Elvis (“I’m Elvis Presley, I’m a satisfier”). Gaat dat zien.
Bitterballen
Oerol is rijk aan muziektheater en een aansprekend voorbeeld is Coda van het Cello Octet en actrice Sophie van Winden. In een rond, houten openluchttheatertje op het strand speelt zij een honderdjarige, met pruik, gekromde rug en verkrampte vuisten. Ze is een klimaatactiviste die zich druk maakt om wat haar achterkleinzoon gaat meemaken. Hij weet wat er mis is. De geur van vers gemaaid gras is tegenwoordig angstzweet, zegt hij, van verzuurde sprieten.
Het octet speelt composities van Japanner Ryuichi Sakamoto, die het verhaal wordt ingesleept als activistische vriend van de honderdjarige. Mooi is het als van Winden zichzelf opschroeft tot een woedende tirade over de vastgelopen energietransitie: van “Bitterballen! De verlichaming van het kwaad!” naar hartekreet “Rage! Rage! Against the dying of the light.” Wat zei haar achterkleinzoon toen hij hoorde dat oma klimaatactiviste was? “Ga zo door.” Op dezelfde laconieke manier is Coda een aansporing aan het publiek.
Lees ook
Lees ook: Zeven maanden met theatergroep RAST op weg naar Oerol. Waar vind je de ideale locatie: op het strand of in de duinen?
Bomen kussen
Op de eerste bloedhete Oerol-dagen was er helaas ook een meerderheid minder goede en tegenvallende voorstellingen. When did you leave? van Via Berlin blijft ondanks sterke dans en muziek een afstandelijke oefening in verteltheater. Het in het donker gespeelde Drifting, Live Sessions, van Touki Delphine, krijgt een tien voor sfeer dankzij een installatie van lichtgevende ruitenwissersreservoirs. Maar het geklepper en geklop dat ze voortbrengen, doorsneden met muziek van Joachim Badenhorst, op saxofoon en klarinet, heeft te weinig spanningsboog voor negentig minuten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720260-4eccd0.jpg|https://images.nrc.nl/qdmvlnXErYcgXcfWJZd6igrTgLo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720260-4eccd0.jpg|https://images.nrc.nl/6eWi8KJ9UXM9fcXBTS4BXNjsiVE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133720260-4eccd0.jpg)
Foto Nichon Glerum
Meest teleurstellend is Belofte maakt schuld, opnieuw van Het NUT, met Greg Nottrot en Martin Rombouts: een ijdele en gemakzuchtige epiloog op Nottrots weergaloze Goed goud geld in 2023. De derde Oerol-voorstelling van Het NUT, De Kapitalisten, een bonte avond over de verdeling van rijkdom is vooral informatief als je nooit over het onderwerp hebt nagedacht of gelezen.
Maar die voorstellingen zijn nog een zegen vergeleken met Treework, van Landmarks, waarin bomen worden geacht „actieve performers en creatieve wezens” zijn. Wat inhoudt dat drie performers door het bos rennen, bomen omarmen en kussen, en primitieve klanken uitstoten. Hoe klinkt een gesprek met een boom? Als „Bwweehhh” en „Uhhhh”, de mond gedrukt tegen de bast. Het is tamelijk mal gedoe, waar niet elke toeschouwer zijn lachen bij kan inhouden. Ook voor Treework moet je vroeg op, want het begint om zeven uur. Dan liever nog eens naar het strand, om de zon te zien opkomen.
