Opinie | De dametjes en hun horoscoopjes

Was dat even een vreemde gewaarwording, afgelopen woensdag: vier mannen die het op nationale radio over hun sterrenbeeld hadden. „Ik ben een ram”, zei presentator Carl-Johan de Zwart smalend. „Ik een stier”, vulde zijn gast David Cocheret aan. Slecht nieuws: zulke koppige tekens zijn nooit te overtuigen, dus ook niet van de waarde van de astrologie.

De andere twee mannen in de uitzending: verslaggever Thomas Schuurman en astronoom Rob van Gent. Inderdaad: in een radio-item over astrologie komt geen astroloog aan het woord, maar alleen een sterrenkundige die vertelt dat hij ‘wetenschappelijk’ natuurlijk niet in horoscopen gelooft. Lekker boeiend. Vertel maar eens in welk huis Mercurius bij jou staat, Rob, dan praten we verder.

Astrologie schijnt vooral populair te zijn onder jonge, hoogopgeleide vrouwen. Een vriendin van mij met verstand van zaken vertelde me laatst dat ze er in gesprekken niet meer over begint, omdat de meeste mensen – vooral mannen – er net als bovenstaande exemplaren zo gruwelijk voorspelbaar op reageren. Een vriend van haar raakt geïrriteerd zodra ze iets over zijn sterrenbeeld beweert. „Hij is een maagd. Maagden geloven zelden in astrologie, dus dat klopt wel.”

Het drijft mannen tot gekte: mogen de dames eindelijk in de collegezalen plaatsnemen, niet eens meer achter een gordijntje, kiezen ze er alsnog voor om in zoiets onwetenschappelijks als astrologie te geloven. Waarom toch?

Volgens Rob van Gent biedt astrologie houvast, zoals religie dat vroeger deed. Als de Heer niet bepaalt of je binnenkort een leuk iemand tegenkomt, dan moet Venus het maar doen. Een andere verklaring die regelmatig wordt gegeven is dat astrologie een handig kader is om het te kunnen hebben over het leven, de psychologie en, niet te vergeten, jezelf.

Ik moet nu denken aan de 64 pagina’s tellende horoscoop die mijn ouders kort na mijn geboorte hadden besteld. Inderdaad heel interessante materie, als je het mij vraagt.

En toch, luisterend naar dat cynische commentaar op de radio wist ik ineens zeker dat vrouwen zich tot de astrologie wenden simpelweg om mannen op de kast te jagen. Ik bedoel het soort man dat zich aan de ratio heeft vastgeklampt en een ander ook niet meer gunt. „Horoscopen zijn niet echt”, zegt hij, en leunt tevreden achterover. Hij zou net zo goed kunnen beweren dat God niet echt is, dat zou even suf zijn, maar het is natuurlijk makkelijker om minachtend te doen over iets waar haast alleen vrouwen waarde aan hechten. Niet per se slimmer, als hij nog een tweede date wil.

In het vijfde seizoen van het NTR-programma Dream School krijgen de leerlingen les van een hoogleraar theoretische astrofysica. Het eerste wat hij doet: beweren dat horoscopen „sprookjes uit de oertijd” zijn. De Babyloniërs draaien zich om in hun graf. En zo snel als de interesse van de leerlingen was gewekt, zo snel is die ook weer verdwenen.

„Ik ben een schorpioen”, zegt schoolverlater Nina voor de camera. Haar wimperextensions knipperen wild. „Dus ik dacht dat ik gewoon stoer was, en cool. Ben ik ook wel, maar ja, die vent zegt van niet.” Ze krijgt bijval van medeleerling Kimberly – overigens ook een schorpioen.

Het plezier dat je kan hebben van iets irrationeels wordt niet kleiner als anderen het je proberen af te nemen. Integendeel, je krijgt zin om er met gestrekt been in te gaan. Brult er weer iemand dat horoscopen fabels zijn? Dan zal er ongetwijfeld iets met Mars aan de hand zijn. Hoe dan ook mogen de planeten nooit een excuus zijn voor zulke saaie beweringen. Dat is hoe ik het nu zie, maar ik zit midden in mijn terugkeer van Saturnus, dus vraag het me later nog eens.

Tessa Sparreboom is neerlandicus en oud-redacteur van Propria Cures.