
Het leek zo simpel voor de grootste oppositiepartij: tegenover de chaos van de gesneuvelde regering-Wilders een beetje eensgezindheid etaleren. Niet dus. Terwijl vorige week het strovuur binnen de radicaal-rechtse coalitie bleef opflakkeren, zagen de sociaal-democraten van Rood Vooruit, dat onder auspiciën van kortstondig PvdA-leider Ad Melkert ijvert tegen samengaan van PvdA en GroenLinks, hun kans schoon om weer eens te dreigen met een interne scheuring. Mochten de leden besluiten tot fusie, dan „is er de volgende dag een nieuwe Partij van de Arbeid”, waarschuwde Reshma Roopram, voormalig PvdA-wethouder in Barendrecht, vijf dagen na de val van het kabinet op een bijeenkomst van Rood Vooruit. De vijftig aanwezigen, grotendeels sociaal-democraten met meer verleden dan toekomst in de politiek, reageerden volgens NRC enthousiast.
Na afloop schrok Melkert zich een hoedje. Hij belde deze krant om het dreigement van een notariële toelichting te voorzien. Er ligt geen concreet plan klaar, bezwoer hij. Roopram stuurde haar geestverwanten in allerijl vanuit de auto een voicemail waarin ze benadrukte dat er alleen een nieuwe partij opstaat áls de sociaal-democratische beginselen niet zijn geborgd.
Regiefoutje? Misschien. Maar hooguit qua vorm. Rood Vooruit is al maanden bezig barrières tegen de samenwerking op te werpen. De meeste moties die Melkert c.s. voor het PvdA-congres volgende week zaterdag hebben ingediend, zijn daarop gericht. „Visie in plaats van fusie” heet die strategie.
De breuk in de radicaal-rechtse coalitie heeft daarin geen verandering gebracht. Rood Vooruit blijft zich keren tegen „bundeling van steun op links” en vertrouwt op een „loopplank naar kiezers in het midden en op rechts”. Oud-wethouder Rob Oudkerk zei twee dagen na Wilders’ vertrek bij een van de vele televisieprogramma’s van De Telegraaf: „Ga die fusie even in de ijskast stoppen.” En een dag later stelde ex-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet bij Café Kockelmann, een van de andere outlets van De Telegraaf: „Ik had verwacht, met deze val van het kabinet, dat ze die fusie on hold zouden zetten. […] Ik heb het gevoel dat je je verhuizing plant op de dag dat je uitgerekend bent. Dat is niet handig.”
Rood Vooruit is verkikkerd op letterrijm en beeldspraak, maar de metafoor van Verbeet was raak. Bevangen door enthousiasme over de tussentijdse verkiezingen, toonden de besturen van beide partijen zich vorige week ineens onverhoeds daadkrachtig. Vrijdag kregen de ruim honderdduizend leden van PvdA en GroenLinks (samen worden ze veruit de grootste partij van Nederland) een stembiljet in de bus voor een intern referendum. Vrij naar generaal De Gaulle – de redder van de democratie in Frankrijk die gek was op referenda omdat je die makkelijker kon winnen dan parlementsverkiezingen – mochten de leden nog voor de beslissende ledenvergaderingen van 21 juni maar liefst twee vragen beantwoorden: een over een gezamenlijke kandidatenlijst en programma, en een over de fusie als organisatorisch sluitstuk.
Vanwaar die versnelling? Anders dan ten tijde van De Gaulle, die met zijn rug tegen de muur stond, is dat ene weekje voor de linkse samenwerking helemaal niet cruciaal. Tot nu toe steunt vier vijfde van de leden de weg naar fusie. Rood Vooruit is geen machtsfactor geworden. De initiatiefgroep is afgebrokkeld, de bijeenkomsten worden allengs slechter bezocht en Melkert of Oudkerk zou met een eigen DS’25 de kiesdrempel ternauwernood halen.
Waarom dan toch de congressen reduceren tot een campagne-evenement en de leden niet het volle pond geven? Binnen de PvdA leven er immers wel degelijk twijfels over het tempo (niet over de richting). Denk aan oud-partijvoorzitter Max van den Berg en geestverwanten.
Congressen kopen weliswaar geen straaljagers, zoals PvdA-minister Henk Vredeling een weerspannige ledenvergadering ooit voorhield, maar met hun koppelverkoop hebben de besturen van PvdA en GroenLinks de interne partijdemocratie onnodig belast. Een valse start.
Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.
