‘Stom’ is een hartverscheurend pleidooi voor het tonen van kwetsbaarheid

Recensie

Theater

Theater In het ontroerende jeugddrama ‘Stom’ volgen we een meisje dat er al een paar maanden het zwijgen toe doet. De personages in de voorstelling van regisseur Casper Vandeputte laten een waanzinnige acteursintelligentie zien.

De voorstelling ‘Stom’ van Casper Vandeputte en HNTjong.
De voorstelling ‘Stom’ van Casper Vandeputte en HNTjong.

Foto Marijke de Gruyter, Styling Nicolien de Jong

In een spaarzaam ingerichte kamer zitten Ziggy (Sophie Höppener) en haar psycholoog (Kirsten Mulder) onwennig tegenover elkaar. De twaalfjarige Ziggy heeft al maanden geen woord meer gesproken, en dit is al de vijfde ‘praatdokter’ waar ze naartoe is gestuurd. Maar er spookt nog een derde figuur rond: een jonge man met gitaar (Kaspar Schellingerhout) die Ziggy inprent dat niemand van haar houdt en ze er in feite helemaal alleen voor staat. Dus waarom zou je dan aan deze exercitie in nephulp meewerken?

Met Stom snijdt regisseur en schrijver Casper Vandeputte een gevoelig thema aan. In een recent rapport spraken onderzoekers van een ‘ongekende daling’ in de mentale gezondheid van schoolgaande kinderen, en met name meisjes, in het voortgezet onderwijs: 43 procent van hen kampt met forse emotionele problemen.


Lees ook: Een wonderschone exploratie naar de vele verschijningsvormen van liefde

Problemen en stress

Het sterke aan Stom is dat de voorstelling meteen inzichtelijk maakt hoe iemand die met negatieve emoties worstelt een muur om zichzelf kan optrekken. Acteur-muzikant Schellingerhout fungeert als de belichaming van de manier waarop Ziggy met problemen en stress omgaat: hij beschermt haar luid tegen emotionele pijn, maar daarmee ook tegen iedereen die tot haar door probeert te dringen. Prachtig wisselt hij bravoure en kwetsbaarheid met elkaar af – als onderdeel van Ziggy is hij zelf ook nog maar een kind.

Höppener is al even sterk als het hoofdpersonage. In de beginfase van de voorstelling geeft ze puur door haar fysieke acteerwerk gestalte aan Ziggy, die langzaam ontdooit tegenover haar therapeut. Als ze begint te praten, doet ze dat via andere personages: ze speelt een ruzie na door haar beste vriendin te spelen, of speelt haar vader als hij haar ten einde raad probeert te bereiken. Zo geeft ze – indirect – langzaam inzicht in wat er in haar omgaat. Zowel Höppener als Mulder, die langzaam in het rollenspel gaat meedoen, laten een waanzinnige acteursintelligentie zien: ze spelen steeds dat ze een rol spelen, en dat levert inzicht op in alle personages tegelijkertijd.

Het enige minpunt in de tekst van Vandeputte is dat hij een duidelijke bron voor Ziggy’s verdriet introduceert, en zo mentale problematiek presenteert als iets waar altijd een heldere oorzaak voor is aan te wijzen. Dat slaat de complexiteit van het thema enigszins plat. Gelukkig legt hij de nadruk niet te zeer op de ‘oplossing’ en des te meer op het algemene probleem van het verzwijgen van pijn. Zo wordt Stom een hartverscheurend pleidooi voor het tonen van kwetsbaarheid, dat volwassen kijkers stevig inprent dat ze op dat vlak eerst zelf het goede voorbeeld moeten geven.

https://www.youtube.com/watch?v=LRtqJVYyfU4