
Tegelijk met de zelfgestookte rakiya komt de geopolitiek op tafel. Ivo gebaart naar de twee vlaggen, wapperend naast de enorme linde. De Bulgaarse boven, die van de EU eronder. Met trots heeft hij ze gehesen, begrijp hem niet verkeerd. Leve de grensoverschrijdende vriendschappen – hij heft het glas. Nazdrave! Dat wij Nederlanders ons altijd welkom mogen voelen in Tsarino. „Maar laat de euro wegblijven.”
Ik ben in Bulgarije om mijn goede vriend Terry op te zoeken. Tien jaar geleden sloot hij zich aan bij een internationaal kunstenaarscollectief dat enkele huizen in een verlaten bergdorp opkocht en opknapte, dicht bij de Griekse grens. Inmiddels luncht hij wekelijks mee in de ‘Tanic’, de imposante stenen buitenkeuken annex Titanic-replica die Ivo en zijn vrouw Luci eigenhandig bouwden. Vandaag op het menu: kip met patje krak en manatarka. Cantharellen en eekhoorntjesbrood.
Zoals de Titanic dankzij Leonardo DiCaprio en Kate Winslet een tweede leven kreeg, zo staat ook de Tanic symbool voor nieuwe kansen. Ooit, in de jaren zeventig, liep Ivo van hier naar school, kilometers verderop in de vallei. Dezelfde linde groeide al naast dezelfde huizen, maar de lei-stenen daken waren nog niet ingestort en aan alle waslijnen wapperde was. De naam Tsarino bestond nog niet; het dorp heette Hasyurt.
Dat ook Ivo officieel nog niet bestond, hoor ik pas als de rakiyafles bijna leeg is. De jongen die naar school wandelde heette Sukri en kwam uit een Bulgaarse familie met islamitische roots. Maar in het communistische Bulgarije onder Todor Zjivkov was geen plaats voor dergelijke eigenheid. Als onderdeel van een grootschalige ‘bulgariseringscampagne’ moesten islamitische inwoners van Turkse of Bulgaarse komaf hun identiteit opgeven: geen eigen geloof, geen eigen voornaam. Die moest worden veranderd naar een naam die wél was toegestaan. Sukri werd Ivo, Luci (pas geboren toen de regel al was ingevoerd) kreeg de Bulgaarse naam Ljudmilla. Zélf veranderde Bulgarije volgens de overlevering als enige Europese land nooit van naam sinds het in 681 werd opgericht als keizerrijk.
In een moeite door kreeg het herdoopte Tsarino eind jaren zeventig een facelift: er kwam elektriciteit, er kwam een weg. En er kwamen dennen, voor de houtkap. Voor weides met schapen en geiten was nauwelijks plaats meer. De elektriciteitspalen sneuvelden sneller dan de bomen; de vijftig gezinnen verhuisden naar het dal, naar Chorbadzhiysko.
Dankzij de Tanic en de kunstenaars bloeit Tsarino weer op, maar veranderingen hebben ze hier de afgelopen halve eeuw genoeg gezien. Daar hoeft niet ook nog een nieuwe munteenheid bij. „Dat is alleen een reden om alles duurder te maken.”
Ruim vijf uur rijden naar het noordwesten, in hoofdstad Sofia, lijken winkeliers al een voorschot te nemen op de komst van de euro. De invoering staat gepland voor 1 januari 2026, maar nu al betaal je voor een pond kersen 15 lev – of 7,50 euro. In de stad vinden protesten plaats, gesteund door uiterst rechts. Een stem tegen de euro is voor hen een stem tegen Europa.
Toch overheerst in Sofia vooralsnog het pro-Europese sentiment. Overal wapperen EU-vlaggen en op de muur van het natuurhistorisch museum bevindt zich zelfs een klein stukje Nederland: een gedicht van Jan Hanlo, in 2009 onthuld in opdracht van de Nederlandse ambassade. Geen fonetische Hanlo – ‘tjielp tjielp’ of ‘oote oote oote boe’ – maar een gedicht over wit koraal en rozen. Een initiatief om Europa zichtbaar te maken, aldus de toenmalig ambassadeur in een artikel in Trouw. „We laten zo zien welke waarden we delen. Waarden waar ook Bulgarije aan moet voldoen.” Welke waarden dat zijn blijft in het midden. Hanlo rept in het gedicht weliswaar over „schuchter, verlangend en vrijgevig”, maar die woorden voelen ongemakkelijk aan in het licht van zijn voorliefde voor te jonge jongens.
In Oud-Bulgaars stond ‘lev’ voor ‘leeuw’, vertelt een stadsgids op het plein voor de Alexander Nevski-kathedraal. „Een symbool voor kracht en moed. Dat willen de Bulgaren niet zomaar opgeven.” ’s Avonds proost ik met de Tanic in gedachten op een munt die z’n waarde behoudt en een land dat z’n inwoners in hun waarde laat. Nazdrave!
Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland (en soms daarbuiten) verslag.
