Drugs horen bij festivals als de nacht bij de dag. Waarom eigenlijk?

Als Dr. Banana ‘Still Flexin’ van Jamie Coins in zijn housemix draait, lijkt een gelukzalig gevoel zich meester te maken van de Ring, een ingenieus en artistiek podium op Horst Festival in het Vlaamse stadje Vilvoorde. Op een pleintje bezaaid met betonblokken, tussen hoge muren vol graffiti, staat een metalen constructie in de vorm van een cirkel. De palen zijn felgeel geschilderd. Er binnen, in de stralende zon, staan honderden mensen te dansen. Ik sta op een verhoging bij de geluidsman, en kijk uit over een zee aan (half) ontblote lijven.

Als Dr. Banana een remix van hiphopklassieker ‘Put Your Handz Up’ van The Whooliganz opzet, begint het te stomen. Dit is het gouden uurtje. De dikke bas dondert niet, maar doet het publiek zacht, synchroon hossen. Ja, dit is het ware festivalgevoel. Dat gevoel dat je helemaal op kan gaan in het nu. Deel van dat festivalgevoel is ook: reikhalzend uitkijken naar een niveautje hoger, lekkerder, intenser. Naar dat moment net ná het gouden uurtje, waarop de plastic zakjes verschijnen, de envelopjes worden opengevouwen en de sleutelbosjes beginnen te rinkelen. Het startschot voor een vlammende nacht, gegeven door een pilletje, een likje, een snuifje.

Drugs horen bij festivals als de nacht bij de dag. De oplettende kijker ziet het gebruik aan de kauwgomkauwers, de ijsjeslurkers, de lippenlikkers, de zonnebrillen, de handen die net wat te grijpgraag op schouders worden gelegd, de friemelende, rusteloze vingers en aan de dansers. De extatische bewegingen. Het zweet, de strakke kaken, de ietwat verbaasde blikken. Vandaag lijkt zowat iedereen zich eraan over te geven. Maar waarom gebruiken we zo graag drugs op festivals? En wat doet het met de festivalbeleving?

In België is drugsbezit en -gebruik verboden. In Nederland officieel ook, maar wordt een gebruikershoeveelheid gedoogd. Toch zegt in België ongeveer de helft van de mensen die uitgaan illegale drugs te gebruiken. Op dancefestivals ligt dat percentage nog wat hoger. In Nederland had in 2023 bijna driekwart van alle club- en festivalbezoekers (16-35 jaar) drugs gebruikt, zo blijkt uit het Grote Uitgaansonderzoek dat het Trimbosinstituut om de vier jaar uitvoert (voor het laatst in 2023). Meer dan de helft van deze uitgaanders gebruikte ecstasy en MDMA. Ook zeer populair: cannabis, cocaïne, ketamine en 3-MMC (een moderne, zogeheten ‘designer drug’, waar je euforisch van wordt en lang op kan doorgaan).

Er is een trend in het gebruik van zogeheten stimulerende middelen – spul waar je van gaat ‘aan’ staan. Meest duidelijk is dat bij 3MMC: in 2020 gebruikte nog maar 8,9% van de uitgaanders 3-MMC, in 2023 was dat 33,7%. Ook gebruiken uitgaanders meer cocaïne dan in 2022, terwijl ketamine, waardoor je in een droomachtige roes raakt, op hetzelfde, relatief hoge niveau blijft.

Drugsgebruikers zijn zich sinds de coronacrisis roekelozer gaan gedragen, aldus preventiedeskundige Martha de Jonge van het Trimbos: ze gebruiken meer drugs door elkaar, en ook meer na elkaar. Dat doen ze volgens De Jonge zonder goed op de hoogte te zijn van de werking en de risico’s van de drugs zelf, of de effecten van het mixen. En dus zijn er ook meer gezondheidsincidenten dan een paar jaar geleden. Uitgaanders zelf zien juist veel positieve effecten. Volgens het Trimbos gebruikt bijna de helft van hen drugs op festivals en in nachtclubs om vriendschappen te versterken en om spanningen uit het dagelijks leven te verminderen. Ook een fijne, positievere omgang met anderen is een veelgenoemde reden om drugs te gebruiken.

Snuifje ketamine

J. (30), die niet met zijn naam in de krant wil, ook niet met zijn voornaam, neemt naast mij een snuifje ketamine. „Ik blijf maar 1 nachtje, dus ga niet al te gek doen.” Hij heeft van alles bij zich: een halve gram ketamine, een halve gram cocaïne, een halve gram speed en een halve gram MDMA. „Of ik het allemaal ga gebruiken? Nee dat is wel heel veel. Ik wist gewoon niet waar ik zin in had, dus heb alles meegenomen.”

Tussen de bezwete lijven in, staan drie meiden om een piepklein zakje heen. Een van hen, met rood haar, duwt haar pink erin, de roze kristallen plakken eraan vast. Ze stopt haar vinger diep in haar mond en neemt direct erachteraan een grote slok bier. Speciaalbier wel te verstaan. Uit een groot, bol glas. Duvel, we zijn immers in België. Haar vriendinnen doen hetzelfde. Nog eentje? Nee, ben voor nu wel even goed, hoor ik de roodharige zeggen. „Zin in een wijntje.” Alcohol is natuurlijk ook een drug, dat door maar liefst 98,2% van de uitgaanders gebruikt wordt.

Een beetje weggestopt in een straatje met aan weerszijden bakstenen huisjes met studio’s en werkplaatsen, aan de rand van het terrein, staat een kraampje, een ‘infostand’.

„Hebben jullie misschien zo’n kaartje voor me?”, vraagt een bezwete jongen in een wit hemd aan de mensen van het kraampje. Het is van non-profitorganisatie Safe ’n Sound, dat onder coördinatie van Vlaams expertisecentrum voor alcohol en andere drugs (VAD), op festivals en evenementen voorlichting geeft over drugs en focust op het beperken van risico’s en schade bij middelengebruik. Ook richt de organisatie zich op het bespreekbaar maken van bredere welzijnsthema’s in het uitgaansleven.

Tussen de bezwete lijven in, staan drie meiden om een piepklein zakje heen. Een van hen, met rood haar, duwt haar pink erin, de roze kristallen plakken eraan vast.

Tom Vandenhove, veldwerker bij Safe ’n Sound, vertelt dat gebruikers van bijvoorbeeld cocaïne nog te vaak hun lijnen bij elkaar vegen met hun eigen bankpas, en opsnuiven met een opgerold bankbiljet. Dat is niet heel schoon, en dus, om de schade te beperken, biedt Safe ’n Sound een proper pasje (een kapkaart), schone snuifpapiertjes en flesjes fysiologisch water waarmee de neus na het snuiven gespoeld kan worden. Verder liggen er op tafel een bibliotheek aan folders en flyers met informatie over ongeveer alle drugs denkbaar. Er is ook zonnebrand, condooms en oordoppen, en er ligt een infographic waarop in kleurcode de mate van gevaar van het combineren van drugs is aangegeven.

Volgens Vandenhove zijn de spullen vooral als gesprekstarters bedoeld. „We moedigen drugsgebruik niet aan, integendeel, we willen bewustzijn kweken om experimenteergedrag tegen te gaan. Juist om de schade te beperken. Voor veel mensen horen drugs nu eenmaal bij het uitgaansleven, ook al is het bij wet verboden en lijdt het tot maatschappelijke verontwaardiging. Op een festival als Horst worden al veel maatregelen genomen om mensen zo min mogelijk te laten gebruiken. Maar mensen die toch gaan gebruiken, moeten we wegwijs maken, zodat het niet misgaat.”

Dionysos

Dat men graag de grenzen opzoekt, zag de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche al in 1872. In zijn boek De Geboorte van de Tragedie, stelt hij dat er twee manieren van bewustzijn zijn: die van de God Apollo (van de zon en de logica), en die van Dionysus (van de passie, de dans en wijn). Het apollinische bewustzijn staat voor het gebruik van de rede, het logisch denken en individualiteit. Het dionysische vertegenwoordigt de passie, extase, de chaos, de roes, en het opgaan van het individu in het collectief.

Nietzsche zag muziek als de puurste vorm van kunst. Muziek spreekt immers direct tot het gevoel, zonder tussenkomst van beelden of letters of symboliek. We worden meegevoerd op muziek, op haar ritme en cadans, haar improvisatie en structuur, op haar chaos én haar orde. Muziek kan als geen andere kunstvorm ons tijdelijk doen ontsnappen aan de strak gestructureerde logica van de apollinische moderne tijd, vol efficiëntiedwang en prestatiedruk. Door de muziek kunnen we misschien zelfs opgaan in de menigte, in het collectief

Op het muziekfestival is de kans op de samensmelting van het apollinische en het dionysische groot: de muziek is er ritmisch en wordt collectief beleefd, er is weinig ego, veel lichamelijkheid, harmonie, verbinding en intuïtie. Drugs helpen bij die samensmelting, niet als doel op zich, maar als katalysator: doordat ze gevoelens van schaamte, ego en individualiteit dempen, en euforie en empathie juist stimuleren, helpen drugs de barrière tussen Apollo en Dionysus doorbreken. Een weekend stoom afblazen is dus niet zomaar even iets lolligs, maar van wezenlijk (mentaal en maatschappelijk) belang.

Drugs helpen bij die samensmelting, niet als doel op zich, maar als katalysator: doordat ze gevoelens van schaamte, ego en individualiteit dempen, en euforie en empathie juist stimuleren, helpen drugs de barrière tussen Apollo en Dionysus doorbreken

Tom Vandenhove, die naast veldwerker bij Safe ’n Sound ook preventiewerker is bij het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg in Antwerpen, ziet op dat vlak een opvallende trend: „Mensen komen tegenwoordig voor een totaalervaring naar het festival. De verwachting die bezoekers hebben van een festival is de afgelopen jaren enorm veranderd. Vroeger kwamen mensen voornamelijk naar een festival voor dj’s en de muziek, nu komen mensen voor een persoonlijke noot. Voor open gesprekken, goed eten, samen zijn, fijne muziek, gemeenschap. Mensen willen op een festival op adem komen. Wij merken bij Safe ’n Sound dat mensen nu veel meer bij onze stand langskomen om te praten over hun mentale gezondheid. We voeren gesprekken over het werk of de privésituatie, over de liefde, over eenzaamheid, en wijzen mensen dan ook vaak door naar professionele hulpverlening.”

170 speakers

Sinds dit jaar is er op Horst een nieuwe stage, die van afstand lijkt op een groot Mediterraans busstation: een ommuurd plein, met in het midden een dak op palen. Dat dak blijkt vol te zitten met 170 speakers. „Een dak van geluid” en „De meest democratische dansvloer”, zo noemt Mattias Dalens, organisator van Horst, het in een interview met de Vlaamse omroep VRT. „Overal waar je staat is de kwaliteit van het geluid hetzelfde.” Want dat het uiteindelijk gaat om die totaalervaring, dat heeft Horst als geen ander festival in de gaten met ruimtes voor kunst, ‘hang outs’, performance art, theater, architectonische stagedesigns en prachtige visuals geprojecteerd op de grote koeltorens aan de rand van het terrein.

Helaas voor de roesgangers zijn er ook agenten in burger die dit weekend op het terrein rondlopen. Nietzsche zou het afkeuren, maar de 55 agenten hebben, zo blijkt achteraf, voor ruim 30.000 euro aan boetes uitgedeeld aan 123 festivalgangers. Tussen de 45 en 150 euro, die zonder schikking (zonder strafblad dus) in één keer afgetikt moesten worden. Goed, 123 mensen op een festival waar bijna 40.000 mensen afkomen, is niet zo heel veel, maar toch – je schrikt je dood als je net in een roes bent beland, en er ineens een agent voor je neus staat. Maar goed, balans, daar gaat het allemaal om, toch?

Illustratie Chris Bosch