‘Something is happening’ is beslist een van de leukste tentoonstellingen die nu in Nederland te bezoeken zijn

‘Wie is van hout’, vroeg psychiater Jan Foudraine zich af in de titel van zijn invloedrijke boek uit 1971. Wel: bijna alle figuren op Stephan Balkenhols tentoonstelling in de Kunsthal in Rotterdam. Die zijn ontegenzeggelijk van hout, er zijn spaanders waar gehakt is en de meeste figuren hebben een houtkleurige huid. Ze staan er vaak ook wat houterig bij. Foudraines vraag kan hier zonder negatieve bijklank worden gesteld, want niemand lijkt het erg te vinden. Hier is men ‘proud to be van hout’. Something is happening is beslist een van de leukste tentoonstellingen die momenteel in Nederland te bezoeken zijn. Op twee langgerekte verdiepingen wordt een aantrekkelijk overzicht geboden van de beschilderde houten beelden en reliëfs die Stephan Balkenhol in de afgelopen vijftien jaar maakte.

De Duitse beeldhouwer, geboren in 1957, werd opgeleid in de hoogtijdagen van conceptkunst en minimalisme, maar trok zijn eigen spoor. Hij koos voor figuratie en voor ouderwets hakken, in hout omdat marmer hem te langzaam ging, en dan schilderde hij zijn sculpturen ook nog met bijvoorbeeld oogwit, lippenrood en haarkleur. Veel klassieker kun je het niet krijgen: de Grieken en Romeinen polychromeerden hun beelden al.

‘Egelman’ (2024) van Stephan Balkenhol.

Foto Gijsbert van der Wal

Ook Balkenhols onderwerpkeuze heeft iets klassieks. In Rotterdam staan een Perseus en een Prometheus en er ligt een naakte hermafrodiet op de vloer. Er is een reeks sculpturen en reliëfs van de tekens van de dierenriem. In een van die reliëfs staat een steenbok op een rotspunt uit te kijken over een mistig bergdal: een knipoog naar Caspar David Friedrichs beroemde wandelaar boven de nevelzee. Bozetto (2024) is een stenen figuurbeeld zonder armen en hoofd, maar dan in beschilderd hout, en naast twee moderne vrouwenfiguren staat een onbeschilderde basale Oervrouw (2017) die aan de Venus van Willendorf doet denken. De kunstgeschiedenis is speelgoed in Balkenhols handen.

Tegelijk zijn de beelden onmiskenbaar hedendaags. Zijn figuren hebben een nét niet academisch correcte anatomie, de afwerking blijft altijd tamelijk grof en kleding en kapsels zijn van nu, niet van vroeger. De mannen zijn bij Balkenhol eigenlijk altijd dezelfde man. Hij heeft al zo’n dertig jaar dezelfde stoere gelaatstrekken: katachtige ogen, een brede neus en volle lippen. Meestal draagt hij een wit overhemd dat strak in een zwarte pantalon is gestoken. De vrouwen verschilen meer, maar ook altijd knap om te zien en hedendaags netjes gekleed. Wat al die mooie houten mensen in de tentoonstelling extra sexy maakt, is dat hun formele kleding steeds met naakt wordt afgewisseld.

‘Perseus’ (2018) en ‘Hermafrodiet’ (2013).

Foto Gijsbert van der Wal

Onaangedane figuren

Tot zover de cast. Want écht beklijvend wordt Balkenhols werk door wat hij deze figuren te doen geeft, of beter gezegd: laat ondergaan. Niet voor niets heet de tentoonstelling Something is happening. Ze blijven er onaangedaan onder, maar intussen heeft er een man een revolver in zijn hand, staat Perseus te poseren met het hoofd van Medusa, kijkt er iemand tussen de scherpe tanden van een haaienpak door naar buiten en zit er ergens een meneer bij wie je pas in tweede instantie een schorpioenenstaart uit de broek ziet steken. Bij sommige figuren is de metamorfose nog verder gegaan: zij hebben de kop van een bok, een stier of een mannetjeseend. En het mooiste mensdier op de tentoonstelling is de kantoorman in wit overhemd, handen in de zakken, die de kop van een egel heeft gekregen. De mens is hier egel geworden, of de egel een soort mens, zoals bij Toon Tellegen – mag dit fantastische beeld alsjeblieft op het omslag van zijn verzamelde dierenverhalen?

Over Balkenhols werk valt van alles te denken en te lezen, maar je hoeft je niet buitengesloten te voelen als je dat niet doet. Bij alle raadselachtigheid zijn de beelden toch in de eerste plaats visueel en niet conceptueel, niet zwanger van betekenissen en ook niet politiek geëngageerd. Alle mensen hebben dezelfde houten huidskleur en zo’n hermafrodiet is gewoon een gegeven, geen uitspraak over gender.

Aan de andere kant lijkt Balkenhols teruggrijpen op oude tradities nooit cultuurpessimistisch of reactionair. Alles is wat het is, soms raar en soms doodgewoon, en uiteindelijk is maar de vraag hoe groot het verschil is. Balkenhols figuren houden het hoofd koel, zelfs als dat hoofd een dierenkop is geworden. Voor zover ze overweldigen doen ze dat op een rustige, zachtaardige manier. Ze zijn goed voor een glimlach die nog dagen na het expositiebezoek de kop blijft opsteken.

‘Boogschutter’, ‘Schorpioen’ en ‘Stier’ (2021-2025)

Foto Gijsbert van der Wal