„Inheems is in”, zegt ‘plantaardig publicist’ Katja Staring (54). „Iedereen die een beetje bewust met tuinieren bezig is roept nu dat je inheemse planten in je tuin moet zetten. Dat is goed: die bieden de beste voeding voor onze inheemse dieren, die vaak met uitsterven zijn bedreigd.” Maar mensen moeten er niet in doorslaan, zegt Staring. „Of nou ja, mensen mogen er heel erg in doorslaan, maar het betekent niet dat ze meteen hun hortensia uit hun tuin moeten bikken” – de hortensia komt oorspronkelijk uit Amerika en Azië en trekt weinig insecten aan. „Ik ben allang blij als mensen überhaupt een groene tuin hebben. Maar heb je tíén hortensia’s, overweeg dan er een paar te vervangen door een inheemse heester, zoals de vlier.”

Foto Eva Krebbers
Een inheemse plant is niets anders dan een plant die al eeuwen in het wild voorkomt, volgens IVN Natuureducatie. ‘Niet-inheems’ betekent dus niet ‘slecht’, zegt Staring, die „er alles aan doet om het groene woord te verspreiden” – ze schrijft boeken als Maak je eigen jungle en Avontuurlijk tuinieren, blogt op haar website DailyGreenspiration, geeft presentaties en deelt groene tips met haar bijna 14.000 volgers op Instagram. „De dahlia, oorspronkelijk uit Mexico, en de Canadese fijnstraal trekken ook veel bijen en hommels aan. Kijk”, ze wijst naar een plant in haar tuin met paarse bloementoortsen, „dat is slangenkruid, een exotische soort. Zit nu een bij op.” Planten mogen van haar ook alleen maar mooi zijn. „Die middelste toorts wordt straks twee meter hoog. Dat is toch tof?” Bovendien: „Inheemse soorten kunnen ook invasief zijn, zoals de brandnetel, het zevenblad of de braam.”
Begin dit jaar betrok Staring een twee-onder-een-kap in Wijbosch, bij Schijndel, met voor-, achter- én zijtuin. Al vallen die in het niet bij de 900 vierkante meter die ze eerst in Tilburg beheerde. Nu ziet ze een bedrijventerrein in Veghel maar als haar proeftuin; de gemeente vroeg of ze dat wil vergroenen.
Staring, opgeleid als journalist, is van origine een plantenmens „maar als je lang genoeg met je neus op een plant zit, zie je er vanzelf beestjes verschijnen. Ik tuinier voor al dat leven.” Aan de rand van haar tuin bouwde ze een rommelig muurtje, waar allerlei diertjes in kunnen kruipen. Een behoorlijk deel van haar achtertuin is vijver, omdat daar bijzonder veel leven op afkomt.
Ze had nog wel vijftig andere inheemse soorten kunnen noemen voor deze top tien, maar ze beperkte zich tot planten voor de tuin. En ze vroeg zich af: „Zou ik gelukkig zijn als ik alleen deze in de tuin had? Ja. Met deze tien kan je een volwaardig tuintje aanleggen. En stiekem weet ik: er komt spontaan toch wel meer aanwaaien.”
Hedera helix10. Hedera

Katja Staring: „Hedera is voor veel mensen de standaard klimop. De bloem lijkt op het Atomium in Brussel, met uitsteeksels met bolletjes. Hij bloeit laat – september, oktober. Dan zijn veel planten al uitgebloeid en komt de hedera nog, als een soort toegift. Hij zit dan bijvoorbeeld vol vlinders die naar het zuiden trekken. Die tanken daar nog even goed bij. Als de hedera is bestoven door al die insecten, krijgt het donkerblauwe bessen. Daar eten de lijsters en de merels weer van in het vroege voorjaar. Hij is wintergroen, ook fijn. Snoei hem niet te heftig, want anders krijg je die bloemen niet.
„Het is overigens een mythe dat hedera bomen wurgt. Ze leven juist in symbiose. Het is wel zo dat als de boom oud is en er zit een enorme hederakluit omheen, dat de hele zooi kan omvallen in een storm. Maar daarvoor hoef je hem niet van onderaf af te zagen.”
Verbascum phlomoides9. Keizerskaars

„De keizerskaars krijgt hele mooie, viltige, harige, knuffelachtige bladeren. Als een konijn zo zacht. Daar komt een hele grote toorts aan, en als die zin heeft ook nog allerlei zij-toortsen. Ik heb een hele grote gehad, die was wel 2,5 meter hoog. Op de gele bloemen komen bijen af, op de zaden vogels. Als hij is uitgebloeid: laat de toorts gewoon staan.
„Doe dat, mensen, laat alles staan. Knip planten pas weer kort als ze weer groen worden, dus in april pas. Veel Nederlanders maken in het najaar de tuin winterklaar, en snoeien alles. Maar in holle stelen of in zaadkorfjes zitten allemaal beestjes, eitjes, rupsjes om te overwinteren, vogels gebruiken struiken als schuilplek.”
Malva moschata8. Muskuskaasjeskruid

„Je hebt klein kaasjeskruid, groot kaasjeskruid, maar ik kies het muskuskaasjeskruid. Dat krijgt babyroze bloemetjes en mooie zaden die je kan uitdelen. De bloemen zijn eetbaar, leuk om over een salade te strooien. Met de bladeren kun je soep binden. Er zitten vrij grote stampers op kaasjeskruid, daar komen veel bijen en hommels op af en die worden dan helemaal ondergestoven. De zaden zitten in een ronde vorm en daarom heet het kaasjeskruid, maar er zit ook een gat in het midden dus je zou het ook donutkruid kunnen noemen. De zaden worden weer gegeten door veldmuizen en vogels, zoals puttertjes en groenlingen. Die eten trouwens ook de rupsjes van de vlinders die op de bloem afkomen. Dat willen we niet weten, maar dat doen ze wel.”
Silene dioica7 . Dagkoekoeksbloem

„Ik word vrolijk van deze plant en de leuke roze bloemetjes. Hij bloeit al in april en kan doorgaan tot in de winter, zeker met de zachte winters van nu. Je hebt wel een mannetje en een vrouwtje nodig om zaden te laten ontstaan. De bij moet eerst naar het mannetje, die is wat ranker, voor stuifmeel, en dan naar het vrouwtje, die is breder met veel bloemen. Elke plant maakt duizenden zaadjes, gestapeld in hele kleine korfjes met krulrandjes. Ze lijken een beetje op de manden die mensen in de middeleeuwen op hun rug droegen. Je kunt de zaden vaak eind mei al oogsten en uitdelen. Soms zit er een rupsje in van de silene-uil, een nachtvlinder die er een eitje in heeft gelegd. Als het rupsje uitkomt eet hij eerst de zaadjes uit dat korfje.”
Digitalis purpurea
6. Vingerhoedskruid

„Dadelijk groeit er een enorme aar aan mijn vingerhoedskruid. Dan gaan die bloemen open, open, open en wordt het een heel feeërieke plant. Hommels vliegen continu in en uit die roze of witte kelkjes. Als je daar een stoel naast zet heb je geen Netflix meer nodig. Als hij is uitgebloeid heb je een grote, bruine aar, die ik mooi vind om te laten staan. Als je die heen en weer schudt, hoor je een geritsel. Dat zijn de zaadjes, die er dan uit springen. Zo verhuist hij door je tuin.
„‘Giftig!’ wordt er vaak geroepen als ik vingerhoedskruid noem, maar er zijn wel meer tuinplanten waar je geen hap van moet nemen, zoals de taxus of het lelietje-van-dalen. Boterbloemen moet je ook niet eten.”
Sambucus nigra5. Vlier

„We gaan de hoogte in: de gewone vlier. Er zijn veel mythische verhalen rond de vlier, van iemand die heks is heb ik geleerd dat-ie je huis beschermt. De vlier is anti-duivels, houdt het kwaad tegen. Misschien omdat hij vliegen weghoudt. Hij komt voor in allerlei mythische godenverhalen van de Kelten, de Germanen, de Grieken.
„Je kan een tak afknippen, in je tuin planten en dan groeit-ie, hij maakt gewoon wortels. Dan moet je wel in de winter doen. De bloemen trekken enorm veel insecten aan, en daarna komen de bessen, die zijn weer goed voor merels. Of je kan er jam van maken, maar pluk dan waar je bij kan, en laat de rest voor de dieren.”
Foeniculum vulgare4. Wilde venkel

„De wilde venkel is misschien niet strikt inheems, want hij komt uit Mediterraans gebied. Hij gaat flink de hoogte en de breedte in, wordt echt zó’n ding. Hij krijgt gigantische veerachtige bladeren en die zitten dan vol bijen in de zomer. Als je gelukt hebt, legt de koninginnepage er haar eitjes op, een hele mooie vlinder, tropisch om te zien, die iedereen graag in zijn tuin wil. De rups is limoengroen met zwarte streepjes en oranje stippels.
„De wilde venkel is familie van de venkel die je in de winkel koopt, maar produceert geen eetbare knol. Je kunt de bladeren wel in je thee doen, de bloemschermen kan je ook drogen voor in de thee. De zaadjes kunnen in gebak.”
Geranium phaeum3. Donkere ooievaarsbek

„Iedereen heeft ooievaarsbek in de tuin, maar veel mensen halen hem weg omdat ze denken dat het onkruid is. Dan denk ik: kíjk nou eens! Kijk er nou eens naar, hoe mooi die is! Hier staat de glanzende ooievaarsbek, kijk die leuke bloemetjes, die prachtige rode steel met die haartjes erop. Hij blijft de hele winter groen, ook superfijn. Er zijn veel soorten ooievaarsbekken, geranium in het Latijn – niet de geranium die wij in bakken voor het raam hangen. Waarom heet hij ooievaarsbek? Kijk, dit zaaddingetje lijkt op een ooievaarsbek. De donkere ooievaarsbek, geranium phaeum, is mijn favoriet, die heeft een donkerpaars bloemetje. Het zijn allemaal trekkers van hommels, bijen en vlinders. Ze zijn makkelijk te vermeerderen. De phaeum wordt een grote pol, die klief je zo in vieren en kan je cadeau geven.”
Lamium album2. Witte dovenetel

„De dovenetel lijkt op een brandnetel, maar prikt niet. Daarom heet hij ook dovenetel. Het is een goede bodembedekker, groeit goed op schaduwrijke plekken. Er komen veel hommels af op de bloemen. De witte hebben zo’n grote kelk. Daar kruipen de akker- en tuinhommels dan zo helemaal in, dat is gewoon leuk om te zien. Je kunt de bloemetjes eten, het jonge blad ook. Hij is soms een beetje invasief, maar ook weer makkelijk weg te halen. Hij heeft geen diepe wortels. De dovenetel waait makkelijk aan. „Mijn advies is om een aanwaaiplek in je tuin of op je balkon te maken, zet een teil of bak neer en gooi daar wat tuinaarde in. Dan wacht je af. Welke planten groeien er? Je hebt daar allemaal apps voor. Welke beestjes komen erop? Daarna kun je de zaden verzamelen, de vaste planten kun je verplaatsen naar je tuin.”
Taraxacum1. Paardenbloem

„Op de een of andere manier zit het in onze cultuur om de paardenbloem uit het gazon te halen. En waarom? Het is onze inheemse zonnebloem! Je wordt er toch vrolijk van? Pluisjes eraf blazen en een wens doen heeft iedereen weleens gedaan. Paardenbloemen houden je gazon groen: ze kunnen wortels krijgen tot wel 2 meter 40, dus als je gras is verdord tijdens een hittegolf heb je nog wel allemaal groene rozetten erin.
„Je kunt er alles van eten. De bladeren zijn gezond, die hebben tijdens de oorlog mensen in leven gehouden. In Frankrijk worden die nog steeds door de sla gedaan. De bloemknopjes hebben een lekkere bite en bittere smaak. Van de bloemen kan je honing maken, door ze te koken met suiker, maar dan heb je er wel veel nodig. Maak een klein potje en laat de rest staan voor de dieren. De paardenbloem trekt al vroeg in het jaar vlinders en hommels aan.
„Maar hij is bedreigd. Er zijn 250 soorten, in één veld kunnen er wel zestig staan, maar hij wordt te fanatiek bestreden zonder goede reden. Koester de paardenbloem.”
