Uit angst voor de dealer en door trek in cocaïne ging Rachida langs de deuren als nepbezorger

De zaak

Op de achterste rij in de rechtszaal in Utrecht zit de klas van Dennis Held. Zijn leerlingen komen van het MBO College West van het ROC van Amsterdam en zijn als publiek aanwezig – vrijwel iedere zitting is openbaar en mag bezocht worden. Vorige week hebben ze tijdens het vak Burgerschap van Held geleerd over de rechtspraak, nu komen ze de praktijk bekijken. Hun telefoons, die in de rechtszaal niet gebruikt mogen worden, hebben ze ingeleverd bij Held, die ze in een plastic bak op zijn schoot bewaart. „Vanaf nu allemaal luisteren”, zegt de docent.

Twee agenten brengen verdachte Rachida W. (49) binnen. Ze heeft een leesbril in haar zwarte krullen, draagt gympen met plateauzolen. Ze zit al 47 dagen vast.

„U wordt verdacht van oplichting”, zegt de rechter. W. zou drie mensen hebben opgelicht door zich voor te doen als bezorger van DHL en van PostNL. Met een pakketje dat zogenaamd voor de buren was, belde ze aan. Bij twee slachtoffers deed ze alsof er nog bezorgkosten betaald moesten worden, ze keek hun pincode af en ging er daarna vandoor met de pinpas. Bij een ander slachtoffer deed W. alsof de pas het niet deed, liep ermee weg om een ‘collega’ om hulp te vragen. W. pinde honderden euro’s met de gestolen passen.

„Klopt dit allemaal?” vraagt de rechter.

Ja, tot mijn spijt heb ik die delicten gepleegd

Rachida W.

„Ja, tot mijn spijt heb ik die delicten gepleegd”, zegt W. Ze wil het graag uitleggen. „Ik had schulden bij mijn dealer. Hij stelde voor om als prostituee geld te regelen. Dat wilde ik niet”, vertelt ze.

Toen kwam de dealer volgens W. met het plan voor de oplichting. „Hij gaf me die jasjes van DHL en PostNL. Uit angst voor hem en door de trek in cocaïne ben ik dat gaan doen. Je denkt er niet bij na wat je een ander aandoet.”

„Wat wilde u met dat geld doen?” vraagt de rechter.

„Mijn schulden aflossen en nieuwe drugs kopen.”

Ze had ‘gepoft’, vertelt ze. De dealer had haar drugs gegeven die ze later zou moeten betalen. „Hij poft je totdat je op een hoog bedrag zit en dan gaat hij je onder druk zetten om snel te betalen.”

De rechter wil weten waarom ze aanbelde bij seniorenwoningen. Haar slachtoffers waren 87, 83 en 61 jaar. De dealer zette haar daar af, vertelt ze.

W. heeft voorafgaand aan de zitting geprobeerd op te schrijven hoe het zover is gekomen, vertelt ze. Waarom ze drugs ging gebruiken en waarom ze nu hier zit. Maar er kwamen zo veel „trauma’s” naar boven dat het niet is gelukt, daarom doet ze haar verhaal nu uit haar hoofd. De tranen biggelen al snel over haar gezicht. Het escaleerde in 2006, vertelt ze.

De rechter heeft het in haar dossier gelezen: „Uw partner vertrok en toen was u een alleenstaande moeder van twee kleine kinderen, van drie en vierenhalf jaar.”

Het werd me te veel: kinderen, het huishouden, naar de Efteling

Rachida W.

W. vertelt dat ze probeerde haar kinderen „liefde en veiligheid” te geven. „Maar op een gegeven moment werd ik depressief. Het werd me te veel: het huishouden, de kinderen wegbrengen, naar de Efteling. Ik kwam steeds te laat op het kinderdagverblijf, kon niet meer uit bed komen.”

De kinderen werden uit huis geplaatst en groeiden op in een pleeggezin. Ergens in die periode – wanneer precies wordt in de rechtbank niet duidelijk – bood een buurman haar cocaïne aan.

Ze raakte in een psychose, sliep in parken en onder bruggen. W. werd veroordeeld voor diverse andere delicten, zoals een winkeldiefstal.

Tijdens haar voorarrest is ze afgekickt, vertelt ze. „Nu heb ik geen trek meer.” Nadat ze haar straf voor dit delict heeft uitgezeten, wil ze werken op straat, bijvoorbeeld met verslaafde vrouwen. „De hele dag achter de computer zoals jij, dat is niks voor mij”, zegt ze met een glimlach tegen haar advocaat.

Het oordeel

De rechter veroordeelt W. tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Ze heeft al 47 dagen in voorarrest gezeten en moet nog dertien dagen, rekent de rechter uit. Dat er aan de straf drie maanden voorwaardelijk zijn verbonden, vindt de rechter belangrijk. Als W. zich niet aan de voorwaarden houdt, moet ze alsnog drie maanden extra naar de gevangenis. Zo mag ze twee jaar lang geen drugs gebruiken. „Als u een terugval heeft, kan een rechter beslissen dat u moet afkicken in een kliniek. En u moet meewerken aan het op orde brengen van uw financiële situatie.”

Ze krijgt ook een taakstraf van zestig uur. „Dan kunt u werken, zoals u zelf ook graag wil.” W. knikt.

„Succes met de opleiding”, zegt W. daarna tegen de studenten, die zich al die tijd stil hebben gehouden. De agenten nemen W. mee, terug naar de gevangenis. „Tot ziens”, zegt ze tegen de rechter. „Of nee, toch niet! Niet tot ziens.” De leerlingen lachen.

„Willen jullie nog iets weten?”, vraagt de rechter hen als Rachida W. weg is. Held moedigt ze aan. „Nu is jullie moment, er zijn geen domme vragen.” Sommigen vinden het spannend, omdat ze nieuw zijn in Nederland, de taal nog niet helemaal beheersen. Waarom hebben jullie allemaal een zwart pak aan, vraagt iemand. De rechter, advocaat, officier en de griffier dragen hun toga om te benadrukken dat ze onpartijdig zijn. „Zo zie je geen verschil tussen ons.”