‘Ik heb wel een lamme hand”, zegt Menno Huijs dinsdagmiddag. „Zoveel schrijven ben ik niet meer gewend.” Hij heeft net een uur zitten blokken in de Hal van Honderd, een met marmeren tegels beklede ruimte in het stadhuis van Eindhoven. Tafels uit elkaar, niet spieken, alleen pen en papier op tafel… „Ik kreeg echt een déjà-vu naar mijn eindexamen, een dikke 25 jaar geleden.”
Huijs is een van de duizenden deelnemers aan het Nationaal Klimaatexamen, dat tussen 15 en 30 mei plaatsvindt op 120 locaties in heel Nederland. Bij de gemeente Eindhoven deden dinsdag zo’n dertig medewerkers mee. Onder wie Huijs, die zich als programmadirecteur klimaat & energie onder andere bezighoudt met CO2-reductie in de stad: „Ons doel is om in 2030 55 procent minder uit te stoten dan in 1990. We proberen ook meer bewustwording te creëren, daar past dit examen mooi bij.”
Vijfendertig vragen, weinig multiple choice – tijd om álle vragen te beantwoorden was er niet, zegt zijn collega Saskia van Hulten. „Veel rekenwerk met terajoules en percentages. En dat allemaal zonder rekenmachine.” Huijs bekent schoorvoetend dat hij z’n smartphone een paar keer heeft gebruikt. „Alléén als rekenmachine hoor, niet om te spieken.”
Dat er geen cijfers zijn uitgedeeld vindt hij jammer. „Ik had een competitief element best leuk gevonden. Desondanks heb ik m’n stinkende best gedaan..”
Omdat het examen tot 30 mei kan worden gemaakt, blijven de vragen nu nog geheim. Of vooruit, één bonusvraag (goed voor maar liefst 40 punten) kunnen de deelnemers wel delen. „De opdracht was om een brief aan jezelf of je kinderen te schrijven, voor over 10 jaar, waarin je ook deelt wat je zélf allemaal hebt gedaan voor het klimaat”, vertelt Roelof Admiraal, sectorsecretaris economie & cultuur bij de gemeente. „Ik ben recent overgestapt naar een milieuvriendelijkere bank, dat is een begin. En ik gebruik de herbruikbare waterfles die ik kreeg toen ik hier in dienst kwam.” Van Hulten schreef een brief waarin ze haar kinderen een gezonde toekomst toewenst. „Maar eigenlijk richtte ik hem aan álle kinderen van de stad. Met klimaatverandering vrees ik dat sociale verschillen nog schrijnender worden. Dan wonen sommige kinderen straks in een goed geïsoleerd huis, terwijl het bij klasgenootjes thuis ’s zomers te heet wordt om huiswerk te maken.”
Aan de TU Eindhoven konden geïnteresseerden – hoogleraren, studenten, medewerkers, mensen van buitenaf – het examen een week eerder al doen, op 19 mei. Nee, ze hebben niet stiekem de vragen verklapt aan de gemeente, zegt duurzaamheidscoördinator Erwin Kerkhof in het Atlas-gebouw („In 2019, tijdens de opening, bleek dit het meest duurzame universiteitsgebouw ter wereld!”). Op de begane grond is een speciale Green Room, met onder andere een stoel van gerecycled plastic, mycelium en ‘zeewierhout’. „Vorige week, tijdens onze jaarlijkse Green Week, hebben we hier een kledingruil georganiseerd. Ook gaf een ecoloog rondleidingen over de campus, en konden mensen meedoen met het klimaatexamen.” Zelf deed hij als organisator niet mee. „Ik had de antwoorden stiekem al ingezien toen ik de examens printte.” Op duurzaam papier, uiteraard.
Op beide locaties kon na afloop worden nagepraat. Van Hulten denkt dat ze „misschien een 7” zou hebben gehaald. Huijs geeft zich een 6. „Met de hakken over de sloot.”
Anke Langelaan, persvoorlichter sustainability & health aan de TU Eindhoven, vreest dat ze zou zijn gezakt. „En dan zitten klimaat en duurzaamheid nog wel in mijn portefeuille. Maar bij de rekenvragen brak het koude zweet me uit.”
Toch is ook zij positief over het examen. „Ik heb nu geleerd waar mijn blinde vlekken zitten, op klimaatgebied. En dat is me nog meer waard dan een voldoende.”
Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland verslag.
Het wil maar niet serieus worden in de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. En hoe langer deze situatie duurt, des te problematischer het wordt. Nederland wordt geregeerd door vier partijen die het gewicht van hun rol niet aan lijken te kunnen. Ze wantrouwen en vrezen elkaar, komen niet met hoognodig beleid, en laten ook de kiezers in de steek die ze met grote beloftes gelokt hadden. Hoe lang gaat dit nog door, de angst en ellende in het rijk van Schoof?
De persconferentie van PVV-leider Geert Wilders was een zoveelste bewijs van deze houding. Afgelopen maandag presenteerde hij, opvallend genoeg in perscentrum Nieuwspoort, mét de verzamelde parlementaire pers, een tienpuntenplan met maatregelen om de immigratie tegen te gaan. Deze punten waren een regelrechte motie van wantrouwen tegen zijn eigen minister die hierover gaat, Marjolein Faber (Asiel en Migratie). Serieus kon het plan niet genomen worden, de meeste voorgestelde maatregelen waren in een eerder stadium ook al door de andere coalitiepartijen verworpen. Het leek eerder bedoeld om de volgende verkiezingen te winnen. De PVV staat er slecht voor in de peilingen, het vermoeden in de partij is dat coalitiegenoot VVD het kabinet zo snel mogelijk wil laten vallen, en de aandacht voor migratie, hún onderwerp, is in het politieke debat behoorlijk ingezakt. Duidelijk was meteen dat Wilders’ dreigement om het kabinet binnen een paar weken op te blazen helemaal geen écht dreigement was. Het ging hem erom de PVV-kiezer duidelijk te maken dat hij er nog wás. Profilering staat in deze coalitie nu eenmaal altijd voorop. Als Wilders echt had gewild dat het kabinet iets zou bereiken op migratie, dan had hij Faber allang opdracht gegeven meerderheden te zoeken in de Eerste Kamer voor haar asiel- en migratiewetten. Faber doet het politieke handwerk niet, pakt zelden de telefoon. Wilders lijkt het best te vinden. Het laat zien hoe moeizaam de transitie van populisme naar regeringsmacht gaat.
Minstens zo treurig is dat de andere drie coalitiepartijen hun rol niet veel serieuzer lijken te nemen. Ze namen nauwelijks afstand van Wilders’ vergaande en soms antirechtsstatelijke voorstellen. Wilders eiste – nogmaals: met het dreigement het kabinet op te blazen – dat de grenzen worden gesloten voor asielzoekers. Hij wil daarvoor het leger inzetten. Alleenstaanden met een verblijfsvergunning moeten volgens Wilders asielzoekerscentra na veertien weken verlaten, ook als er nog geen onderdak is. Wilders’ tienpuntenplan verdiende een stevig weerwoord uit de coalitie, en dat kwam er niet. Dick Schoof is al helemaal afwezig. In zijn wekelijkse persconferentie maakte hij niet duidelijk wat volgens hém, toch de premier van Nederland, de juridische of menselijke grenzen zijn. Hij stelde zich op als een neutrale observator langs de zijlijn. Na bijna een jaar regeren mag Schoof toch wel eens beseffen dat het kabinet regeert, niet Wilders.
De apathie, het wegduiken bij moeilijke vragen, het roepen: deze coalitie maakt geen serieuze indruk. Dat geldt niet alleen voor Wilders. Op het gebied van landbouw en stikstof had het kabinet ook allang met beleid moeten komen. Het dossier is nota bene in handen van een partij, BBB, die beloofde alles op te lossen. NSC, de partij die naar eigen zeggen bestaat om de rechtsstaat en goed bestuur te waarborgen, gedoogt de dagelijkse aanvallen op democratie en rechtsstaat van een coalitiegenoot. En de VVD kan de andere drie partijen verwijten „onvolwassen politiek” te bedrijven, ook deze partij staat permanent in een campagnestand en lijkt niet te willen investeren in een effectief kabinet. Dit alles lijdt tot stilstand op grote dossiers, en een politiek van afschuiven. De begroting op Prinsjesdag en de voorjaarsnota lieten hetzelfde patroon zien, telkens stelt het kabinet echt beleid, moeilijke keuzes, uit.
De kiezer is hier de grote verliezer van. Die ziet een kabinet dat met grote woorden begon, dat zou afrekenen met een in zichzelf gekeerde politieke cultuur. Maar de vier coalitiepartijen maken die belofte niet waar. Ze verzanden in profileringsdrang, geroddel en bestuurlijke stilstand. Dat is niet alleen Wilders aan te rekenen, hoewel hij het op dagelijks niveau het bontst maakt. Hij valt op X zijn coalitiegenoten routinematig aan, zet de premier voor schut en beheerst het gesprek. Maar de andere partijen geven hem die ruimte. Nemen ze afstand van Wilders’ retoriek en laten ze hem en het kabinet desnoods vallen? Of laten ze zien dat ze, ondanks de lastige samenwerking met de PVV, toch met hem iets voor elkaar kunnen krijgen? Ze laten zich nu gijzelen, wekken de indruk er allang niet meer in te geloven. Dat is onverantwoord. Wilders’ antirechtsstatelijke ideeën verdienen weerwoord. En de kiezer heeft recht op een kabinet dat regeert.
Het Franse kind, of in elk geval het stereotype, gooit niet met eten. Het zit stil in de trein en luncht elke zondag met oma. Het krijgt vanaf zijn derde huiswerk en ziet zijn oppas vaker dan zijn ouders. Het wordt waar nodig streng bestraft door ouders, leraren en zelfs onbekende volwassenen.
En het Franse kind, niet alleen het stereotype, loopt een serieuze kans slachtoffer te worden van geweld en seksueel misbruik.
Uit peilingen blijkt dat 24 procent van de Fransen zegt geweld te hebben meegemaakt in zijn jeugd, een op de tien zegt slachtoffer te zijn van incest. Een-op-een vergelijkbare cijfers over Nederland zijn er niet, maar volgens de meest recente Nationale prevalentiestudie mishandeling van de Universiteit Leiden uit 2017 blijkt dat in Nederland zo’n 3 procent van de kinderen slachtoffer is van kindermishandeling, waar seksueel misbruik onder valt.
Afgelopen tijd kreeg een aantal gebeurtenissen rond seksueel en fysiek geweld tegen kinderen veel publiciteit in Frankrijk. Zoals het schandaal rond de katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram. Tweehonderd oud-leerlingen hebben aangifte gedaan van fysiek geweld en seksueel misbruik op de school, gedurende een periode van decennia gepleegd door medeleerlingen, leraren en priesters. Het schoolbestuur en mogelijk zelfs de autoriteiten zouden hebben weggekeken.
Een tweede veelbesproken zaak is die van chirurg Joël Le Scouarnec die in 25 jaar 299 van zijn patiënten misbruikte, van wie veruit de meesten minderjarig – hij werd deze week veroordeeld tot twintig jaar cel. Ook langer geleden verschenen er geregeld verhalen over geweld tegen kinderen in de Franse pers, waarbij soms bekende Fransen waren betrokken. Zo zou politicoloog Olivier Duhamel, voormalig lid van het Europees Parlement, zich in de jaren tachtig hebben vergrepen aan onder anderen zijn stiefzoon. Schrijfster Vanessa Springora en actrice Judith Godrèche beschuldigen prominente figuren uit de literaire en filmwereld van seksueel misbruik – rechtszaken hierover lopen nog.
De Frans-Braziliaanse kinderpsychiater Laelia Benoit (37) doet aan het Child Study Centre van de Amerikaanse universiteit Yale onderzoek naar de invloed van maatschappelijke structuren op de psychische gezondheid van kinderen. In een videogesprek vanuit New Haven stelt zij dat de zaken iets zeggen over de positie van het kind in de Franse maatschappij. „We willen dat kinderen onzichtbaar zijn.”
Lees ook
Lees ook: Actrice Judith Godrèche: ‘De Franse cinema is geen veilige werkplek’
Wat is Notre-Dame de Bétherram voor school?
„Het is een privéschool met een collège (voor leerlingen van elf tot veertien jaar) en een lycée (vijftien tot achttien jaar). Het collège is een internaat en hier vond het meeste geweld plaats. De school is lokaal heel bekend; ouders waren trots als hun kinderen naar Bétharram gingen. Vooral het internaat gold als een plek waar kinderen heropgevoed werden – bijvoorbeeld als ze leerproblemen hadden, kattekwaad uithaalden of thuis de regels niet volgden. Het werd gewaardeerd dat leerkrachten absolute autoriteit hadden, waaraan leerlingen volledig werden onderworpen.”
Wat zegt het dat zo’n school een goede reputatie genoot?
„Je ziet hieraan dat de Franse cultuur infantiste is. Dat wil zeggen dat er veel rigide opvattingen bestaan over kinderen. Zo moeten Franse kinderen sage (wijs) zijn, in de zin dat ze stillig moeten zijn, niet moeten praten als er niet tegen hen wordt gesproken, dat ze niet te veel horen te bewegen, dat ze zich onderdanig moeten opstellen naar volwassenen. Ze hebben niet het recht om ‘waarom’ te vragen, er is weinig dialoog tussen ouders en kinderen.
„Dit beeld bevestigen ouders aan elkaar. Het is in Frankrijk een groot compliment als iemand zegt ‘oh la la, wat is uw kind wijs!’. Eigenlijk bedoelen we daarmee: wat is uw kind onzichtbaar. In Frankrijk is het ook meer geaccepteerd om kinderen te straffen, ook in het openbaar en ook als het niet je eigen kinderen zijn. En methoden waarvan we weten dat ze schadelijk zijn voor kinderen, zoals het kind in zijn kamer opsluiten als het een woede-aanval heeft, of boos worden als het in zijn broek plast, zijn nog breed geaccepteerd.”
Is deze manier van opvoeden typerend voor de gegoede burgerij?
„In de Franse bourgeoisie wordt het van oudsher als iets positiefs gezien als er afstand is tussen ouders en hun kinderen. In de negentiende eeuw waren het niet de ouders die hun kinderen opvoedden: dat deed de oppas. Zo had de moeder tijd om salon te houden [waarbij intellectuelen, kunstenaars en politici samenkwamen om te filosoferen, red.] en de werkende vader te helpen bij zijn zaken.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram. Tweehonderd oud-leerlingen deden aangifte van fysiek geweld en seksueel misbruik op de school tussen 1957 en 2004.
Foto Jean-Marc Barrere/Hans Lucas/AFP
” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid” readability=”1″><img alt data-description="De katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram. Tweehonderd oud-leerlingen deden aangifte van fysiek geweld en seksueel misbruik op de school tussen 1957 en 2004.
Foto Jean-Marc Barrere/Hans Lucas/AFP
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30154327/data133013426-215e1a.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-6.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-4.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-5.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-6.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-7.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/a0yzz6GJN-ajPg5EAchp9X-M_J4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30154327/data133013426-215e1a.jpg 1920w”>De katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram. Tweehonderd oud-leerlingen deden aangifte van fysiek geweld en seksueel misbruik op de school tussen 1957 en 2004.
Foto Jean-Marc Barrere/Hans Lucas/AFP
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Demonstratie in februari 2025, nadat drie personen werden aangeklaagd voor het misbruik op de katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram.
Foto Philippe Lopez/AFP
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Demonstratie in februari 2025, nadat drie personen werden aangeklaagd voor het misbruik op de katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram.
Foto Philippe Lopez/AFP
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30154329/data133013438-191a7b.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/kinderpsychiater-laelia-benoit-sommige-fransen-geloven-nog-steeds-in-opvoedkundig-geweld-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/V8FbOngLB0rYd65Vw2UiCbR9vPY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/30154329/data133013438-191a7b.jpg 1920w”>Demonstratie in februari 2025, nadat drie personen werden aangeklaagd voor het misbruik op de katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram.
Foto Philippe Lopez/AFP
Foto Jean-Marc Barrere/Hans Lucas/AFP, Foto Philippe Lopez/AFP
„Deze geschiedenis beïnvloedt nog steeds hoe de huidige bourgeoisie naar kinderen kijkt – dit zie je overigens ook in het Verenigd Koninkrijk. En deze zienswijze is doorgesijpeld naar andere sociaal-economische groepen. Ook in de arbeidersklasse wordt het niet per se als iets positiefs gezien om veel tijd met je kinderen door te brengen, zeker niet als dat ten koste gaat van je gewerkte uren. Niet voor niets hebben veel ouders een au-pair en is de kinderopvang tot laat open.”
Hoe is het Franse onderwijs, vergeleken bij dat van andere Noord-Europese landen en de Verenigde Staten?
„Kinderen gaan langere dagen naar school. Dit zie je terug in de Franse werkcultuur: aanwezigheid wordt gewaardeerd, anders dan bijvoorbeeld in de VS waar efficiëntie belangrijker wordt gevonden. Dat maakt dat Amerikanen kortere werkdagen hebben, maar zeer gedreven zijn en dat het bijvoorbeeld normaal is om achter je computer te lunchen. In Frankrijk zijn de werkdagen vaak langer, maar is er ook tijd voor een uitgebreide lunch.
„Een ander verschil is dat er op Franse scholen meer wantrouwen is jegens kinderen. Als een leerling gedrag vertoont dat niet wordt begrepen, zullen Franse docenten er sneller vanuit gaan dat het kind liegt of manipuleert. Dit wantrouwen bestaat ook andersom: een Frans kind zal minder snel een knuffel geven aan zijn docent – die hij trouwens met u aanspreekt – dan een kind in de VS.
„Op school ligt de nadruk sterk op resultaten: vanaf hun derde krijgen leerlingen huiswerk mee en wordt perfectie verwacht. Bij rapportbesprekingen wordt vooral gekeken naar wat er niet goed gaat. Toen ik jong was, had ik zelfs een docent die cijfers onder nul gaf – zo ontmoedigend! Het hoogst haalbare is vaak dat er ‘niets aan te merken’ is op een kind. In andere culturen worden kinderen meer aangemoedigd om dingen te proberen, ook al is het niet perfect, en worden meer complimenten gegeven.
Vanaf hun derde krijgen Franse leerlingen huiswerk mee en wordt perfectie verwacht. Ik had zelfs een docent die cijfers onder nul gaf
„Ook dit zie je terug op de werkvloer: intelligent zijn staat voor veel Fransen gelijk aan kritisch zijn, dus zijn we altijd op zoek naar imperfecties. Dat maakt ons goede wiskundigen. Maar het maakt ook dat er minder ruimte is voor creativiteit, verwondering en zelfvertrouwen. ”
Hoe is de manier waarop volwassenen in Frankrijk naar kinderen kijken historisch bepaald?
„De korte versie is dat het voortkomt uit het katholieke christendom, waarin het kind de vrucht is van seksualiteit – iets zondigs. Hieruit is het idee ontstaan dat het kind potentieel een kleine demon is en je bij de opvoeding moet zorgen dat je het kwaad uit het kind verwijdert. Deze overtuigingen bestonden tot aan de Tweede Wereldoorlog ook in andere Europese landen. In Duitsland stonden traditionele kinderliedjes vol met dreigementen (zoals dat het kind zou worden vermalen tot worstjes als het iets fout deed). Na de oorlog kwam, onder meer dankzij het onderzoek van psychoanalist Alice Miller, het besef dat deze wrede opvoeding invloed had gehad op de opkomst van het nazisme, waarna veranderingen zijn ingezet.
Kinderpsychiater Laelia Benoit in de medische biblioitheek van Yale University.Foto David Billet
„Frankrijk loopt hierin achter. Duitsland, maar ook Zwitserland en de Scandinavische landen hebben na de Tweede Wereldoorlog gezegd: wij willen een weerbare democratie, met sterke sociale cohesie tussen verschillende generaties. Dat betekent dat er ruimte moet zijn voor dialoog en dat er geen plek is voor vernedering van kinderen – laat staan fysiek geweld. Terwijl sommige Fransen nog steeds geloven dat geweld opvoedende waarde kan hebben.”
Premier François Bayrou gebruikte de term ‘pedagogische tik’ eerder deze maand nog, toen hem werd gevraagd naar een klap die hij in 2002 uitdeelde aan een kind dat hem probeerde te bestelen.
„Precies! Hij had het zelfs over ‘het gebaar van een gezinshoofd’. Voor sommige Fransen was dat choquerend, maar voor velen ook niet – waarin het patriarchale van onze maatschappij tot uitdrukking komt. In patriarchale maatschappijen is meer ruimte voor fysiek geweld.”
Lees ook
Lees ook: De Franse Anne-Liz Deba werd jarenlang gepest. ‘Ik had nog nooit van dat woord gehoord’
Is er een direct verband tussen wat u een ‘infantiliserende cultuur’ noemt en de zaken rond geweld, seksueel misbruik en incest die afgelopen jaren speelden?
„Ja. In een culture infantiste is de volwassene altijd superieur aan het kind. Het idee leeft dat iedereen met zijn kinderen kan doen wat hij wil. Een beetje zoals in patriarchale maatschappijen sommigen vinden dat mannen met hun vrouw mogen doen wat ze willen. Feministen betogen dat er geen ‘onschuldig’ seksisme bestaat: het maken van seksistische opmerkingen over hoe een vrouw zich kleedt zet de deur open naar aanrakingen, verkrachting, zelfs naar femicide. Ook bij kinderen bestaat zo’n glijdende schaal.”
Klopt het dat seks met minderjarigen in sommige Franse films, boeken en liedjes zelfs wordt geromantiseerd?
„Zeker. Er bestaat een tolerantie voor pedofiele handelingen. Tijdens [de studentenrevolutie van, red.] mei 1968 spraken vooraanstaande intellectuelen zich onder het mom van seksuele bevrijding uit voor pedofilie. Chansonzanger Serge Gainsbourg zong incestueuze liedjes [in ‘Lemon Incest’ zingt Gainsbourg samen met zijn dochter Charlotte dat „de liefde die we nooit samen zullen bedrijven, de mooiste is, de meest gewelddadige”, red.] Er zijn meerdere films waarin volwassen mannen relaties hebben met tienermeisjes. Dat wordt in Frankrijk verdedigd als kunst, maar elders ter wereld kijkt iedereen naar Frankrijk alsof ze daar gek zijn.”
Toch lijken Franse families soms hechter dan Nederlandse. Ik ken zelf meer volwassen Fransen die nog met hun ouders op vakantie gaan dan Nederlandse, of die op zondag met de hele familie lunchen.
„Het hangt ervan af wat je verstaat onder ‘hecht’. Tijd samen doorbrengen betekent niet per definitie dat je een hechte relatie met elkaar hebt. In hiërarchische, Franse families zijn dit soort momenten vaak ook een verplichting. De rol van het kind aan tafel is bovendien vaak dat het stil moet zijn.”
In boeken als het Amerikaanse ‘Franse kinderen gooien niet met eten’ wordt de Franse manier van opvoeden geprezen.
„Heus niet alles hoeft de prullenbak in. In de VS waardeert men bijvoorbeeld erg dat Fransen minder ‘helikopter-ouders’ zijn: ze laten hun kinderen makkelijker los. Het wordt ook gewaardeerd dat Franse kinderen minder kieskeurig zijn met eten – ze eten bijna als volwassenen. Maar dat komt vooral door hoe maaltijden zijn verdeeld over de dag: kinderen krijgen, los van één vast moment in de namiddag, geen tussendoortjes en hebben daardoor simpelweg meer honger als ze aan tafel gaan.”
Het wordt ook gewaardeerd dat Franse kinderen over het algemeen stil zijn in het openbaar vervoer.
„Of dit ook fijn is voor het kind, hangt ervan af wat de reden is dat het zo stil is. Wordt het kind anders hard gestraft, of is het zo kalm omdat zijn ouders tijd maken, ze het met zachte stem toespreken, ze leuke activiteiten in het vooruitzicht hebben gesteld? Ik denk dat als kinderen zouden kunnen kiezen tussen een volwassenenstoel in een Franse TGV of de speciale Zwitserse kinderwagon waar speelgoed klaarligt, het antwoord wel duidelijk is.”
Is de jongste generatie Franse ouders op zoek naar een nieuw opvoedmodel?
„Ja. Er ontstaat iets van een maatschappelijk bewustzijn: er zijn ouders die verder kijken, die onderzoek doen naar hoe er in andere landen wordt opgevoed. Maar het is fragiel. Ook omdat deze ouders niet altijd kunnen rekenen op begrip van de oudere generaties.”
Of werken in de horeca „het mooiste is dat er bestaat”, vroegen ze zich bij het radioprogramma Spraakmakers afgelopen week af. Aanleiding voor het item was een onderzoeksrapport waarin te lezen valt dat er het eerste kwartaal van dit jaar maar liefst 30.400 horecavacatures openstonden – een aantal dat het antwoord op de vraag al een beetje verklapt. Horecawerk is prachtig, als je houdt van een uurloon waarvan je net niet het goedkoopste broodje op de kaart kan bestellen.
Toch vond ik het salaris niet het ergste aspect van mijn eigen blauwe maandag in de bediening. Ook de vette wijnglazen waren dat niet, of gasten die driekwart van het eten lieten staan. Het ergst was de floormanager, Kees-Jan.
Op dag één had Kees-Jan besloten dat ik introvert was, misschien zelfs te introvert voor het vak. Dat zei hij niet met zoveel woorden, maar je voelt het aan alles als iemand je in gedachten een stempel heeft gegeven. Van dat stempel kom je nooit meer af, maar dat wist ik toen nog niet.
„Ik wil,” zei hij tegen me, „dat jij aan elke tafel een grapje maakt”.
Zelf deed hij dat ook. Hij vond altijd wel een manier. Het leidde tot vervreemding of zelfs irritatie bij gasten, maar dat zag hij niet, of wilde hij niet zien. Ook hamerde hij erop dat ik het moest durven zeggen als een gast iets tussen zijn tanden had. „Jij zou het ook fijn vinden als iemand het tegen jou zou zeggen.” Soms zakte hij een stukje door de knieën om gebitten te controleren.
Volgens Kees-Jan meldde ik me niet vaak genoeg aan de tafels, volgens mij precies vaak genoeg. „Ga maar eens bij 12 vragen of het allemaal smaakt”, zei hij dan tegen me, en bleef kijken om er zeker van te zijn dat ik het ook echt deed.
„Smaakt het”, vroeg ik.
„We hebben nog geen hap kunnen nemen.”
Kees-Jan leed onder enorme stemmingswisselingen en wij, het personeel, dus onder die van hem. Het ene moment waren we allemaal bloedtoppers, het volgende kreeg je op je kop als je het lepeltje op de verkeerde manier op het schoteltje legde. „Alle horecamanagers zijn bipolair”, verzekerde een collega met meer ervaring me eens na sluitingstijd. Een andere collega voegde eraan toe dat Kees-Jan ooit van een trapje was gevallen. Ze tikte tegen haar slaap. „Op zijn hoofd.” Alsof dat alles verklaarde.
„Alle horecamanagers zijn bipolair”, verzekerde een collega me
Op een dag werd Kees-Jan kwaad op me omdat ik bij het opnemen van een bestelling in de handheld een notitie had toegevoegd: roerei i.p.v. gebakken ei. „Dat is een totáál andere techniek.” Het was druk, er was absoluut geen tijd voor aanpassingen van de kaart. Even later vroeg ik om citroenmayonaise in plaats van gewone mayonaise. Die mayonaises stonden al klaar in kuipjes en hoefden alleen maar op de rand van het bord te worden gezet. Het leek me niet zo’n probleem. Daar kwam Kees-Jan alweer aangebeend. „Wát had ik nou gezegd?”
Ik besloot dat ik er genoeg van had op de dag dat er een grote groep Amerikaanse vrouwen van middelbare leeftijd was langsgeweest. Ze hadden gigantisch veel besteld en wilden apart betalen met de creditcard. Ik verzamelde alle passen en riep ze een voor een bij me, na elke geslaagde betaling steeg er een vreugdekreet op uit de groep. In mijn ooghoek zag ik Kees-Jan kijken. Wat zou hij trots op me zijn. Toen ik langs hem liep, zei hij alleen: „Dat had wel wat sneller gemogen.”
Dezelfde week zaten we achter in het kantoortje. Kees-Jan vond het doodzonde dat ik wilde stoppen. Ineens kwamen er complimenten op tafel. Te laat: ik was vastbesloten het aantal horecavacatures met één te laten oplopen.
Bij vertrek gaven we elkaar een hand. Ik zag hem wel kijken, maar er zat niets tussen m’n tanden.
Tessa Sparreboom is neerlandicus en oud-redacteur van Propria Cures.