Op een veiling in New York hebben het Frans Hals Museum en het Mauritshuis samen twee schilderijen van Frans Hals aangekocht. Dat hebben de twee musea dinsdag bekendgemaakt.
De werken Vioolspelende jongen en Zingend meisje, die eerst in handen waren van een buitenlandse particulier, zullen als paar worden tentoongesteld in zowel Haarlem als Den Haag. De aankoop werd gedaan met steun van onder meer het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het is niet bekend hoe duur de schilderijen waren; het veilinghuis schatte de waarde van het paar op 6 tot 8 miljoen euro.
De schilderijen zullen vanaf half juli te zien zijn in het Haarlemse Frans Hals Museum en maken onderdeel uit van de tentoonstelling Hals-Rembrandt. Medio oktober zullen de schilderijen, die in of rond 1628 zijn gemaakt, voor het eerst worden getoond in het Haagse Mauritshuis, in een expositie over de ontwikkeling van genreschilderkunst in de vroege 17de de eeuw.
Minister Eppo Bruins (OCW, NSC) noemt het „prachtig dat deze schilderijen weer thuis” en straks weer „voor iedereen te bewonderen” zijn.
Frans Hals staat internationaal bekend om zijn portretten en zijn genrestukken: voorstellingen van gewone mensen in hun dagelijkse bezigheden. De aangekochte portretten van twee muziek makende kinderen zijn volgens de musea bijzonder omdat de jongen en het meisje mogelijk de eigen zoon en dochter van Frans Hals zijn. Het Frans Hals Museum heeft de grootste collectie Hals-schilderijen ter wereld, maar genrestukken ontbraken nog.
Het kabinet-Schoof is geschiedenis. Gisteren, na elf maanden en een dag, liet PVV-leider Geert Wilders het kabinet vallen. Politiek verslaggever Lamyae Aharouay blikt terug op een kabinet met partijen die elkaar nooit vertrouwden, publiekelijk ruzie maakten en amper iets voor elkaar kregen.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Het kabinet-Schoof viel dinsdag. Diezelfde avond vertelde politiek verslaggever Lamyae Aharouay in de NRC podcast Vandaag wat dit betekent voor de Nederlandse politiek. Die aflevering luister je hier. Later deze week komen we bij je terug met een aflevering van Haagse Zaken.
Het kabinet-Schoof is geschiedenis. Gisteren, na elf maanden en een dag, liet PVV-leider Geert Wilders het kabinet vallen. Politiek verslaggever Lamyae Aharouay blikt terug op een kabinet met partijen die elkaar nooit vertrouwden, publiekelijk ruzie maakten en amper iets voor elkaar kregen.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
De drie verdachten van de moord op vier Nederlandse journalisten in El Salvador in 1982 zijn schuldig bevonden. In een verrassend snel verlopen zitting in het Salvadoraanse plaatsje Chalatenango oordeelde de jury unaniem dat oud-kolonel Mario Adalberto Reyes Mena, oud-minister van Defensie José Guillermo Garcia en de voormalige politiechef Francisco Antonio Morán schuldig zijn aan de moord op het viertal, werkzaam voor de toenmalige IKON-omroep. Alle drie werden ze vervolgens veroordeeld tot vijftien jaar celstraf. Daarnaast verliezen ze hun rechten als burgers. Ze kunnen niet in beroep tegen het vonnis.
Naast een veroordeling van de drie verdachten, is ook de Salvadoraanse staat veroordeeld vanwege het vertragen van de rechtsgang. De rechter oordeelde dat de Salvadoraanse staat een openbare verklaring moet afleggen en excuses moet aanbieden aan de nabestaanden van de slachtoffers. Het is de eerste keer dat het in een zaak uit de Salvadoraanse burgeroorlog, die onderzocht is door de VN, tot een veroordeling komt.
Lang was onzeker of de zaak dinsdag wel zou beginnen. De zitting stond oorspronkelijk gepland voor eind april, maar werd een dag voor aanvang uitgesteld op verzoek van de advocaat van de verdachten. Vanwege de onzekerheid besloten de nabestaanden van de slachtoffers deze keer niet af te reizen naar El Salvador. Wel was duidelijk dat als de zitting zou beginnen, de zaak in één keer behandeld zou worden. Dat het vonnis al binnen één dag volgde, was echter een verrassing.
Lees ook
De dood van vier IKON-journalisten houdt El Salvador bijna 45 jaar later nog bezig
‘Slachtoffers stonden centraal’
Oscar Pérez, directeur van mensenrechtenorganisatie Comunicándonos, is vanaf het begin betrokken geweest bij de zoektocht naar gerechtigheid voor de vier Nederlanders. “Vandaag hebben we gerechtigheid gekregen. Vandaag stonden de slachtoffers van het conflict centraal, niet de daders”, zei Pérez kort na afloop van de zaak tegen NRC. “Maar ook voor El Salvador, waar decennialang straffeloosheid heerste voor de mensenrechtenschendingen uit de burgeroorlog, is dit een belangrijke dag”.
Met de uitspraak komt een einde aan een jarenlange strijd voor gerechtigheid voor de journalisten, die in 1982 namens de voormalige omroep IKON afreisden naar El Salvador om verslag te doen van de bloedige burgeroorlog daar. Op 17 maart reden zij in een hinderlaag van het regeringsleger, toen ze in de rurale provincie Chalatenango arriveerden voor een reportage met linkse guerrilla’s. Alle vier kwamen ter plekke om het leven.
Een amnestiewet maakte het jarenlang onmogelijk om de daders van de moorden, die waren geïdentificeerd door een VN-waarheidscommissie in de jaren negentig, te vervolgen. Toen deze wet in 2016 door het Hooggerechtshof werd ingetrokken, deden nabestaanden alsnog aangifte.
Van de vijf hoofdverdachten zijn er inmiddels twee overleden. Oud-minister van Defensie José Guillermo Garcia en de voormalige politiechef Francisco Antonio Morán zitten in huisarrest sinds 2022, terwijl de 85-jarige Reyes Mena nog altijd in El Salvador zit. Tegen hem is een uitleveringsverzoek ingediend.