De gezondheidszorg van veel Afrikaanse landen staat op instorten door de stopzetting van Amerikaanse hulp. Dat zal niet alleen gevolgen hebben voor de patiënten die afhankelijk zijn van die zorg, het zal ook leiden tot politieke instabiliteit. „Mensen zullen overal op het continent de straat op gaan”. Dat zegt Githinji Gitahi, hoofd van de medische organisatie Amref. Amref, met zijn hoofdkantoor in Kenia, is de grootste in Afrika gevestigde internationale gezondheids- en ontwikkelingsorganisatie. Het biedt trainingen en gezondheidsdiensten aan meer dan twintig miljoen mensen in ten minste 35 Afrikaanse landen.
De verhouding tussen arme en rijke landen is omgeslagen. Vooral door het opdoeken van de Amerikaanse hulporganisatie USAID, maar ook doordat andere westerse landen hun ontwikkelingsbudget fors terugschroeven. Githinji Gitahi: „Trump vernietigt de op regels gebaseerde orde en beweegt zich naar een op macht gebaseerde orde. We krijgen dus een multipolaire wereld waarin iedereen zijn eigen belangen nastreeft. Dat betekent een einde aan het tijdperk van verantwoordelijkheid en de ontwikkelingshulp zoals we het kenden.”
Waarom heeft het stoppen van Amerikaanse hulp ook politieke gevolgen?
„In Kenia zijn nu nog voor enkele maanden medicijnen voor hiv in voorraad. Maar als die op zijn, gaan er mensen sterven. Dan komen er demonstraties en de crisis zal het politieke systeem ondermijnen. Want de regeringen hebben het geld niet op het gat te vullen.
„Het gehele gezondheidssysteem loopt gevaar, doordat er een bouwsteen, de financiering voor hiv, is weggevallen. In sommige deelstaten van Kenia heerst er nu al chaos. Omdat de financiering voor hiv is weggevallen staan nu alle patiënten in dezelfde rij om behandeld te worden, met minder gezondheidswerkers, want vele duizenden werden er al naar huis gestuurd.”
Een hulpverlener in een ziekenhuis in Kisumu. In Kenia zijn hiv-medicijnen naar verwachting binnen enkele maanden op.
Foto Michel Lunanga/Getty Images
Kenia heeft de situatie niet onder controle?
„Nee. En niet alleen Kenia: Zambia, Malawi en Rwanda worstelen met het hetzelfde probleem. Kenia zit diep in de schulden en beschikt niet over extra geld voor gezondheidszorg. Een van de eerste reflexen na Trumps besluit de hulp te korten, was om onderhandelingen aan te gaan met andere donoren. Maar het ontstane tekort bedraagt 370 dollar miljoen per jaar, zo’n groot gat valt niet gemakkelijk op te vullen. We moeten nieuwe prioriteiten stellen, en efficiënter en effectiever te werk gaan.”
Lees ook
Bevriezing USAID ontketent chaos in mondiale zorg, voedselhulp, media en mensenrechtenclubs
Kunnen Afrikaanse regeringen het zorgstelsel met minder ontwikkelingsgeld nog draaiende houden?
„Kenia heeft nooit genoeg geld gehad voor gezondheidszorg en dat zal niet veranderen. Dat is een feit. Kenia geeft 90 dollar per hoofd van de bevolking uit aan gezondheid, in Nederland is dat 4.000 dollar per jaar. De Keniaanse overheid draagt ongeveer de helft bij en 20 procent komt van ontwikkelingshulp. Je kunt dus geen holistisch zorgstelsel bieden, Afrika kan zich de gezondheidszorg zoals jullie die kennen nooit veroorloven. Onmogelijk.
„Dus dit betekent dat we meer geld moeten steken in het garanderen dat iedereen toegang heeft tot schoon water, sanitaire voorzieningen en voeding. Omdat de meeste van de ziekten die ons zorgstelsel belasten daarmee te maken hebben.”
Githinji Gitahi, hoofd van de medische organisatie Amref.
Foto Amref
En moderne ziektes komen op?
„Bij de belangrijkste doodsoorzaken in Afrika, specifiek in Kenia, staan infecties van de luchtwegen bovenaan. Het is longontsteking en diarree, veroorzaakt door cholera en tuberculose, zogenaamde armoedeziekten waarop ontwikkelingshulp zich richt. Maar de ziekten die het zorgstelsel echt zullen doen instorten, worden niet door donoren gefinancierd. Chronische ziekten zoals hoge bloeddruk zijn in opkomst. Er is geen ontwikkelingshulp voor kanker, hoge bloeddruk en diabetes. Helemaal niets.
„Moderne niet-overdraagbare ziekten worden veroorzaakt door verstedelijking en veranderende levensstijlen. Omdat mensen van het platteland wegtrekken naar de stad waar in de sloppenwijken het meest betaalbare voedsel patat is, gesuikerde frisdrank of brood. In Kenia zijn vier op de tien sterfgevallen inmiddels door kanker, diabetes of hoge bloeddruk.
„Dus als Afrika het biomedische model van Europa volgt, waar kanker, hart- en vaatziekten bovenaan staan, betekent dit dat we op een ramp afkoersen. Omdat we de behandeling van die ziektes niet kunnen veroorloven. Daarom is de beste investering die een overheid kan doen: werken aan schoon water, goed voedsel en vaccinatie, en gezinsplanning. Maar om de een of andere reden investeren we niet in die toekomst. De crisis die door de stopzetting van Amerikaanse hulp is ontstaan heeft dus ook een lichtpuntje. Het kan onze regeringen wakker schudden.”
De groene ambities van Brussel slaan aan. Er is een „indrukwekkende sprint” getrokken om de achterstand in te lopen als het gaat om de klimaatdoelen van 2030, zo stelde de Europese Commissie deze week na het beoordelen van de nationale klimaatplannen. Het doel voor 2030, 55 procent minder CO2-uitstoot dan in 1990, komt met een prognose van 54 procent voor het eerst „in zicht”.
Eurocommissaris Wopke Hoekstra, verantwoordelijk voor klimaat, ‘net zero’ en schone groei, woensdag in Brussel: „De wereld bevindt zich in een geopolitieke winter. Maar ondanks alles wat er gaande is, hebben we het gevoel dat we goed nieuws hebben.” Vooral de energietransitie staat goed op de kaart: de EU koerst af op een aandeel van 42,5 procent hernieuwbare energie in 2030. Ter vergelijking: in 2023 was het aandeel groene energie slechts 24 procent van de Europese energieconsumptie.
Maar, voegt Hoekstra toe: „De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de papieren ambitie nog moet worden geëvenaard door ambitie in de echte wereld.” Veel plannen missen specifieke doelstellingen voor een transitie naar schone technologie.
De oproep tot méér ambitie van de Commissie aan de lidstaten eind 2023 is dan wel gehoord, maar hoe realistisch zijn de plannen?
„De klimaat- en energiedoelstellingen van de EU voor 2030 zijn duidelijk haalbaar, maar zonder doeltreffend nationaal beleid en geloofwaardige financiering – die beide grotendeels ontbreken in de bijgewerkte plannen – zal de uitvoering tekortschieten”, zegt Giulia Nardi, klimaatbeleidsdeskundige bij CAN Europe (Climate Action Network). Nardi wijst op de procesmatige ondermijning van de groene plannen: „Door de dialoog met klimaatorganisaties en burgers op een zijspoor te zetten en geen duidelijke verantwoordingsmechanismen op te zetten, verzwakken regeringen het fundament van hun klimaatverplichtingen.”
Het ene na het andere initiatief
Het laatste decennium is er veel gedaan aan Europees klimaatbeleid. De EU nam in 2021 de Europese Klimaatwet aan, waarin de doelen voor 2030 zijn opgenomen (onder het ‘Fit for 55’-pakket) als aanloop naar beoogde klimaatneutraliteit in 2050. Met name de Commissie-Von der Leyen I had groen denken hoog in het vaandel staan, met de ‘Green Deal’ (inmiddels vervangen door de Clean Industrial Deal).
Het ene na het andere initiatief kwam van de Brusselse tekentafel. Zoals de LULUCF-regeling voor landgebruik en bebossing. De Effort Sharing Regulation, waarin voor elke lidstaat de norm voor de vermindering van broeikasgassen werd vastgesteld. De richtlijnen hernieuwbare energie, efficiënter energiegebruik en de CO2-uitstootnormen voor auto’s en bestelwagens.
„Bijna een holistisch klimaatbeleidskader”, stelt Antoine Oger, directeur van de denktank Institute for European Environmental Policy (IEEP) in Brussel. „De groene ambities van de EU weerstonden de coronajaren en de oorlogsjaren in Oekraïne. Dat is geen kleine prestatie”, benadrukt hij.
De hoeveelheid CO2-uitstoot per euro is de afgelopen twintig jaar gehalveerd in de Europese economie, berekende Oger. Dat is veelal te danken aan betere isolatie, efficiënter energiegebruik en groener transport. Maar, vervolgt hij: „Het laaghangende fruit is inmiddels geplukt. De hoeveelheid vooruitgang en de snelheid van de vooruitgang zal de komende jaren afnemen. Het zal steeds moeilijker worden om te vergroenen.”
Oger wijst op sectoren waar veel meer moet worden gedaan om vooruitgang te boeken „dan alleen het uitschakelen van kolencentrales” – zoals bij de zogenoemde koolstofverwijdering in landgebruik en bosbouw. Hiervoor geldt een ‘no debit’-norm, waarbij de CO2-emissies van landgebruik en bosbouw worden weggestreept tegen een vergelijkbare opname van CO2 uit de lucht door bestaande en aangeplante bomen en planten. Slechts negen EU-landen denken op dit gebied hun doelen te behalen. Europabreed is er een fors tekort: er is sprake van een ‘ambitiekloof’ van 100 tot 140 procent, kijkend naar de doelstelling voor 2030, zo oordeelde de Commissie.
„Problematisch, we bewegen de verkeerde kant op”, zegt Oger. Simpelweg meer bomen aanplanten is daarop niet het antwoord. „Als je een miljoen hectare aan oerbos verliest, los je dat niet op met een miljoen hectare nieuw aangeplante bomen. Het duurt jaren voordat dat effect oplevert. Het gaat daarnaast om het hele ecosysteem van bossen met een gevarieerde biodiversiteit, gezond genoeg om koolstof te absorberen.” Dáár zit de complexiteit. Het verlies aan Europees bos is „beperkt”. De ontbossing is vooral kwalitatief van aard: „Europese bossen verliezen hun vermogen om koolstof te absorberen. Dit heeft te maken met natuurlijke verstoringen en hogere oogstpercentages.”
‘Niet zelfgenoegzaam worden’
De beoordeling van de tienjarige National Energy and Climate Plans van de lidstaten (2021-2030) – en het „globaal op koers liggen” – is een belangrijke opmaat naar de wettelijke energie- en klimaatdoelstellingen voor 2040. Vorig jaar gaf de Commissie aan te streven naar een netto uitstootvermindering van 90 procent (ten opzichte van 1990). Dat streven is nog altijd niet hard gemaakt, de politieke onderhandelingen hierover liggen gevoelig.
De Commissie waarschuwde de EU – in één adem met de positieve resultaten – „niet zelfgenoegzaam” te worden. „De kosten van nietsdoen stijgen”, zei Teresa Ribera, uitvoerend vicevoorzitter en Eurocommissaris voor een schone, rechtvaardige en concurrerende transitie. „Elke klimaatramp waar we niet op voorbereid zijn komt harder aan. Hogere economische kosten, meer sociale schade.”
En de politieke wind in Brussel is gedraaid. Naast de „ambitieverschillen” tussen sectoren en lidstaten, is er sprake van een algeheel rechtser, vijandelijker ‘klimaat’ voor klimaatbeleid – met name in het Europees Parlement en de Europese Raad. Oger: „Juist nu extra inspanningen nodig zijn om de sectoren aan te pakken die het meest problematisch zijn, is er de minste politieke wil om dit te doen.”
Vloekend zet Czeslaw Zarzycki (78) zijn grasmaaier stil. Het gras in de tuin is te lang. Een laagje zweet blikkert op zijn voorhoofd door de felle ochtendzon in het Poolse dorp Siekierczyn, vlak bij de grens met Duitsland en Tsjechië. Een gesprekje over politiek komt hem goed uit tijdens zijn gevecht met het gras.
„Ik stem niet op dieven en valse mensen”, zegt de gespierde spoorwegbouwer. „En ik stem al helemaal niet op die Nawrocki.” Dat is de presidentskandidaat van de nationaal-conservatieve PiS-partij, zondag kan in de tweede verkiezingsronde op hem worden gestemd. „Hij heeft een bejaarde uit zijn appartement gezet, de klootzak.”
Nawrocki kwam twee weken geleden in opspraak omdat hij in ruil voor mantelzorg goedkoop een appartement had gekocht – uit berichtgeving in de media bleek hij nooit hulp te hebben verleend aan de man die nu in een instelling woont. „Ik stem op Trzaskowski, ik ben fan van hem”, zegt Zarzycki over de liberale kandidaat van de partij van Donald Tusk (KO). „Ik vind hem een redelijk persoon, die fatsoenlijk spreekt en geen dief is zoals zijn tegenstander, die.. die…” – scheldwoorden volgen.
Even verderop in het dorp staat Zenon Szostak (75) midden op de weg stil terwijl een klein regenbuitje overdrijft. Hoewel zijn huis nog geen honderd meter fietsen is, moet hij even rusten. „De knieën”, zegt Szostak, hij werkte jaren in de landbouw. „Hoewel ik eigenlijk links ben, stem ik op Nawrocki. Trzaskowski – dat is een leugenaar, een valse man. Hij belooft gouden bergen en dat is gewoon onzin.” En het verhaal over het appartement van Nawrocki? „Ach, leugens, bij elke verkiezingen komen ze met lasterlijke verhalen over kandidaten.”
Czeslaw Zarzycki.Zenon Szostak.Foto’s Anna Liminowicz
Siekierczyn is hét voorbeeld van de jarenlange polarisatie in Polen. Tijdens de eerste ronde van de presidentsverkiezingen, twee weken geleden, stemden 699 mensen op de voorheen onbekende historicus en amateurbokser, Karol Nawrocki (42), gesteund door PiS, en 700 mensen op de pro-Europese burgemeester van Warschau Rafal Trzaskowski (53), de kandidaat van de centrum-liberale partij KO. Volgens de peilingen wordt de tweede ronde landelijk ongekend spannend en kan, net als in Siekierczyn, elke stem het verschil maken.
De presidentsverkiezingen zijn van groot belang voor de politieke toekomst van Polen. In 2023 kwam de prodemocratische coalitie onder leiding van premier Donald Tusk aan de macht met de belofte om Polen te hervormen, nadat onder PiS, die vanaf 2015 tot 2023 aan de macht was, publieke media, rechtspraak en staatsinstellingen werden gepolitiseerd. Maar tot nu toe lukte het nauwelijks om Polen te hervormen, vanwege het vetorecht van president Andrzej Duda, een PiS-loyalist.
Wordt Trzaskowski de volgende president, dan kan Tusk eindelijk zijn beloftes waarmaken. Wint Nawrocki, dan zal deze PiS-loyalist, net als de huidige president, waarschijnlijk alle wetgeving van de coalitie blokkeren. Dat zal leiden tot een politieke crisis en waarschijnlijk nieuwe verkiezingen – waarvan vooral de radicaal-rechtse partij Konfederacja de vruchten kan plukken.
Campagnebeelden van Nawrocki en Trzaskowski duiken op in voortuinen, op hekjes en informatieborden.Foto’s Anna Liminowicz
Gezinsdag
In het lintdorp Siekierczyn speelt het politieke debat zich voornamelijk af in de hoofden van de mensen. Afbeeldingen van Nawrocki en Trzaskowski hangen aan hekjes van voortuinen. Op informatieborden zijn verkiezingsaffiches geplakt. Langs de weg staan billboards met de afbeelding van foetussen en het gezicht van Trzaskowski met de tekst ‘Trzaskowski = abortusslachting in Polen’ – onderdeel van een jarenlange campagne van ultra-katholieke organisaties die tegen abortus zijn. Maar openlijk praten over de politiek, dat doen de inwoners liever niet. En al helemaal niet als er dorpsgenoten in de buurt zijn.
In de speeltuin van de kleuterschool zijn zo’n honderd ouders en opa’s en oma aanwezig bij de viering van de Gezinsdag – na Vader-, Moeder-, Oma- en Opadag de vijfde jaarlijkse viering waarbij kinderen dansjes doen voor familieleden. Het gesprek met de bewoners is gemoedelijk – tot het over politiek gaat. Dan kijken ze weg.
Van oudsher werken de meeste mensen in Siekierczyn op het platteland of in de steenkoolmijn zo’n veertig kilometer verderop. Maar sinds de toetreding van Polen tot de Europese Unie in 2004, vertrokken steeds meer mensen naar Duitsland en andere buurlanden voor werk. Zo’n 20 procent van de bewoners in de regio werkt in Duitsland. De Europese Unie heeft het dorp zichtbaar veranderd: de nieuwe asfaltweg, de straatverlichting en het dak van de kerk konden allemaal worden gebouwd dankzij geld uit Brussel.
De nieuwe asfaltweg in Siekierczyn.Foto Anna Liminowicz
Praten over politiek, daar komt gedoe van, zegt automonteur Ryszard (67), die niet met zijn achternaam in de krant wil. „Dan gaan anderen met de vinger naar je wijzen.” Al is het duidelijk op wie hij stemt: voor zijn garage hangt een poster van Nawrocki. „Zijn campagnemedewerkers kwamen op een dag langs en vroegen of ze de poster hier mochten neerhangen”, vertelt Ryszard terwijl hij een kiepwagen schoonspuit. „Mij best”, zegt hij.
Waarom Nawrocki? „Tusk wilde de pensioenleeftijd verhogen naar 67”, zegt hij, doelend op een impopulair wetsvoorstel van ruim tien jaar geleden van de toenmalige regering-Tusk, die daarna de verkiezingen verloor. „Dan was ik mezelf nu nog aan het afjakkeren”, zegt Ryszard, die weliswaar nog in de garage te vinden is, maar ook al twee jaar pensioen krijgt. Ook binnenshuis mijden velen het gesprek over politiek. Tussen familie- en gezinsleden ontstaat er vaak ruzie over, zo vertellen verschillende bewoners. „Twee tantes in mijn familie spreken elkaar daardoor al jaren niet meer”, zegt een gepensioneerde vrouw met een Nawrocki-poster op haar tuinhek, ze wil niet met haar naam in de krant. „Dus ik zeg niks meer.”
In de speeltuin van de kleuterschool in Siekierczyn wordt Gezinsdag gevierd. In het midden danst burgemeester Andrzej Torbicz.Foto’s Anna Liminowicz
Zo stil als het op straat is, zo luidt klinkt de politiek op de Poolse televisies. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat zenden alle nieuwszenders politieke programma’s uit – niet alleen in verkiezingstijd. En daarin gaat het hard tegen hard. Tegenstanders maken elkaar uit voor dieven, communisten en bedriegers – de taal die je ook hoort op straat in Siekierczyn. Onder de PiS-regeringen (2015-2023) werd die taal harder en vijandiger. PiS maakte van de publieke zender TVP een haatdragend propagandakanaal en dat leidde tot nog extremere polarisatie.
De boegbeelden van die polarisatie zijn Donald Tusk en Jaroslaw Kaczynski. Beiden richtten in 2001 hun partij op, respectievelijk KO (eerder PO) en PiS, en sinds 2005 is steeds een van die twee partijen aan de macht. Millennials weten niet beter of Polen heeft een tweepartijenstelsel. Zij stemden tijdens de eerste ronde dan ook massaal op alternatieve kandidaten zoals de radicaal-rechtse Slawomir Mentzen en de linkse Adrian Zandberg. Beiden riepen op tot een einde aan het ‘duopolie’ PoPiS.
Riolering
Het is meer mensen opgevallen dat in Siekierczyn één stem het verschil maakte in de uitslag van de eerste ronde. Gehaast stapt onderminister Michal Jaros (Ontwikkeling en Technologie) op zijn Adidasjes uit zijn BMW, neemt een filmpje op bij het plaatsnaambord en rukt de poster van de radicaal-rechtse kandidaat Mentzen van het informatiebord. „Elke stem telt”, zegt hij terwijl hij een nieuwe poster ophangt, van Trzaskowski.
„Deze verkiezingen zijn van levensbelang voor Polen”, zegt Jaros. „Het is een keuze tussen isolationisme en geopolitieke samenwerking. Een president die de politieke belangen van één partij vertegenwoordigt of de belangen van álle Polen. Een keuze tussen de waarden van het Oosten of het Westen.”
Trots staat burgemeester Grzegorz Wieczorek van het nabijgelegen stadje Luban naar de onderminister te luisteren. Hij schrijft het succes van Trzaskowski in de eerste ronde in deze plattelandsregio toe aan het werk dat hij met zijn collega’s heeft gedaan. „Problemen oplossen”, zegt hij. „De riolering, de afvalinzameling.” Aanbellen met partijfolders overtuigt volgens hem de kiezer niet. „Problemen aanpakken wel”, zegt de burgemeester, die vorig jaar nog voor de klas stond als docent.
Onderminister Michal Jaros (Ontwikkeling en Technologie) rukt de poster van de radicaal-rechtse kandidaat Mentzen van het informatiebord. „Elke stem telt”, zegt hij terwijl hij een nieuwe poster ophangt, van Trzaskowski.Foto Anna Liminowicz
Maar in Siekierczyn heeft die dadendrang Trzaskowski weinig opgeleverd. Vijf jaar geleden, toen hij ook meedeed aan de presidentsverkiezingen, kreeg hij precies evenveel stemmen in de eerste ronde: zevenhonderd. Het verschil met vijf jaar geleden is dat PiS vierhonderd stemmen is kwijtgeraakt aan vooral ultrarechtse kandidaten. Naar verwachting zullen velen van hen in de tweede ronde op Nawrocki stemmen.
Net als vijf jaar geleden, toen president Duda ruim 400.000 stemmen meer kreeg dan Trzaskowski, is het de vraag wie de meeste mensen weet te mobiliseren. Tusk won de parlementsverkiezingen in 2023 dankzij de ongekend hoge opkomst van 74 procent – vooral jongeren en vrouwen zorgden voor een einde van het PiS-tijdperk. Deze campagne richt Trzaskowski zich vooral op de rechtse kiezer, maar loopt daarmee het risico dat veel kiezers aan de linkerzijde thuisblijven. Zij zijn al teleurgesteld in de regering-Tusk, die partnerregistratie voor lhbti’ers, klimaatmaatregelen en versoepeling van de abortusregels beloofde, maar dit niet waarmaakte.
Agnieszka Sawicka met haar zoontje aan de rand van het dorp.Foto Anna Liminowicz
Studievriendin
„Die ene stem verschil, dat ben ik”, lacht Agnieszka Sawicka (35), die met haar zoontje aan de rand van het dorp loopt. Ze was vergeten zich te registreren voor de eerste ronde.
Haar familie is verdeeld, vertelt ze. In principe stemt iedereen op PiS, behalve de zus van haar oma, die op KO stemt. „Met haar is geen contact meer.” Hoewel iedereen op dezelfde partij stemt, is er thuis toch altijd ruzie over politiek. En buitenshuis ook. Zo kreeg ze het aan de stok met een goede studievriendin. „Zij werd boos omdat ik niet op Trzaskowski stemde”, zegt Sawicka. „Van praten over politiek komt oorlog.”
Mensen hebben de simpele gedachte dat iemand alleen een vriend is als die hetzelfde denkt
Thuis twijfelde ze of ze tegen haar ouders zou zeggen dat ze eigenlijk de radicaal-rechtse Mentzen steunt en niet Nawrocki van PiS. Het leidde tot chagrijn bij haar vader. „Waarom kunnen we er niet normaal over praten?”, vraagt Sawicka zich af. „Iedereen heeft verschillende opvattingen en het recht die te uiten, toch? Maar er is zoveel haat. Op het internet, op televisie. Mensen winden zich op, hebben de simpele gedachte dat iemand alleen een vriend is als die hetzelfde denkt en keren zich tegen elkaar.”
Die onderlinge haat vindt Sawicka vermoeiend. „We hebben een land nodig waar niet één partij aan de macht is, maar waar compromissen worden gesloten”, zegt ze. „Een compromis is voor niemand een overwinning, noch een verlies.” Maar een einde aan het ‘duopolie’ , dat ziet ze na deze presidentsverkiezingen nog niet gebeuren.
Toch gaat ze stemmen. Op Nawrocki, al vindt ze hem minder authentiek dan Trzaskowski en denkt ze dat hij een speelbal wordt van PiS. „Maar ik ben erg gelovig”, zegt Sawicka. „En ik kies uiteindelijk voor het minste kwaad.” Ze is met geen van de beide kandidaten blij. Net als veel Polen, aan linker- en rechterzijde.
Lees ook
In de akkers van Wolynië ligt de verklaring voor Poetins obsessie met ‘nazi’s’ in Oekraïne
Het is ruim twaalf jaar geleden sinds Roberto Quiroa samen met zijn moeder María Valdez werd meegenomen door gewapende mannen in de Mexicaanse grensstad Reynosa. Wie de mannen waren, waarom ze het op hen gemunt hadden, niemand wist het. Maria werd na veertig dagen vrijgelaten, van Roberto is nog altijd geen spoor. Hij werd daarmee een van de ruim 100.000 Mexicanen die als vermist staan geregistreerd en naar wie alleen nabestaanden nog lijken te zoeken.
Voor Delia Quiroa was de verdwijning van haar broer het moment dat ze zich besloot te verdiepen in het Mexicaanse strafrecht. „Advocaten, de autoriteiten, we werden amper geholpen bij het zoeken naar Roberto. Ik besloot zelf rechten te gaan studeren om te begrijpen welke juridische instrumenten ik had”, zegt Quiroa.
Quiroa groeide in haar rol en in de loop der jaren stond ze tal van wanhopige moeders, vaders, broers en zussen bij wier familieleden waren ontvoerd. Keer op keer liep ze naar eigen zeggen bij rechtbanken en openbaar aanklagers tegen muren op. „Gebrek aan kennis van het juridisch systeem. Bureaucratie. Corruptie. Veel zaken die strandden. Daarom wil ik proberen direct mensen te helpen, zodat anderen niet hoeven mee te maken wat ik heb meegemaakt”, zegt Quiroa.
Corruptie en nepotisme
Op 1 juni staat Quiroa op het stembiljet als Mexicanen nieuwe rechters kunnen kiezen. Van rechters bij de lagere districtsrechtbanken tot opperrechters in het Hooggerechtshof: voor het eerst worden rechters in Mexico direct gekozen. Er zijn duizenden kandidaten. De verkiezing is een unicum: er is geen land in de wereld waar alle rechters in alle rechtbanken direct worden gekozen door het volk.
Het laten kiezen van rechters is een van de radicale hervormingen waar oud-president Andrés Manuel López Obrador (2018-2024) mee kwam in de laatste weken van zijn ambtstermijn. AMLO, zoals hij genoemd wordt, vond de afstand tussen de rechterlijke macht en de gewone Mexicanen te groot. Hij betoogde dat corruptie en nepotisme zouden verdwijnen als rechters door ‘het volk’ gekozen zouden worden en daaraan verantwoording moesten afleggen, en dat rechters zich democratischer zouden opstellen.
Delia Quiroa is de eerste om toe te geven dat het rechtssysteem in Mexico er slecht aan toe is. Naast corruptie bij met name lagere rechtbanken is er een enorm gebrek aan mankracht en geld om openbaar aanklagers onderzoek te kunnen laten doen, waardoor maar zo’n 15 procent van de aangiften in Mexico tot een veroordeling leidt. Een groot deel van de zaken wordt nooit onderzocht.
Ik hoop dat ik autoriteiten kan dwingen bijvoorbeeld zoekacties naar vermiste personen toe te staan
„De wet zelf is niet het probleem in Mexico. Als die nageleefd zou worden, zouden we niet in zo’n slechte situatie zitten”, zegt Quiroa. Ze wil kantonrechter worden in Sinaloa, een gewelddadige staat in het westen van Mexico. „De kantonrechter is de eerste die zich met burgers bezighoudt als er sprake is van ernstige mensenrechtenschendingen. Zo’n districtsrechter heeft verschillende instrumenten om de autoriteiten te dwingen hun werk te doen. Het probleem is dat de huidige rechters die instrumenten niet gebruiken. Ik hoop dat ik autoriteiten kan dwingen om bijvoorbeeld mensen op te pakken of zoekacties naar vermiste personen toe te staan.”
Drugsbaron El Chapo
Een hervorming van het rechtssysteem in Mexico is broodnodig, zeggen alle partijen in Mexico. Maar directe verkiezingen van rechters op alle niveaus is gevaarlijk voor de democratie, betoogden ngo’s, buitenlandse regeringen en experts al ruim voordat de grondwetswijziging werd aangenomen. In een land waar burgemeesterskandidaten worden vermoord of omgekocht en zelfs gouverneurs op de loonlijst van drugskartels blijken te staan, ligt het voor de hand dat de maffia ook zal proberen gekozen rechters en magistraten te ‘kopen’. De infiltratie van de georganiseerde misdaad in het juridische systeem zou de straffeloosheid in Mexico zo verergeren.
Rechters maken voortaan geen carrière meer op basis van hun cv, maar op basis van de stem van het volk. De drempel om mee te doen aan de verkiezingen van 1 juni was niet hoog: een rechtendiploma, vijf jaar juridische werkervaring en een aantal aanbevelingsbrieven van naasten volstonden om kandidaat-rechter te worden. De advocaat van drugsbaron El Chapo, de advocaat van het beruchte Zetas-kartel, een openbaar aanklager die in verband wordt gebracht met de moord op twee journalisten: allemaal doen ze mee aan de verkiezingen.
Moorden, ontvoeringen: niets wordt onderzocht of bestraft. Daar ligt het grote probleem van Mexico
In eerste instantie gaven 24.000 mensen zich op voor de verkiezingen. Drie commissies, waarvan twee werden gedomineerd door regeringspartij Morena, screenden deze duizenden mensen in een tijdsbestek van zes weken. Vervolgens werd via een loterij besloten wie mocht meedoen aan de verkiezingen, om te voorkomen dat de stembiljetten te groot zouden worden. Volgens grondwetexpert Javier Martin Reyes, die een zeer kritisch boek schreef over de juridische hervorming, koerst Mexico af op een historische ramp.
„Het grote probleem in Mexico rond de rechtspraak is een gebrek aan goede rechters, maar daarvoor moet je investeren in betere opleidingen. Maar wie wil nog rechten studeren als je verkozen moet worden om rechter te worden?”, zegt Reyes. „Als je het rechtssysteem wil verbeteren, moet je beginnen met de onderdelen van het systeem die het slechtst werken. De politie. Het openbaar ministerie. Moorden, ontvoeringen: niets wordt onderzocht of bestraft. Daar ligt het grote probleem van Mexico.”
Volgens Reyes is niet alleen de focus van de hervorming verkeerd. Regeringspartij Morena zou er volgens hem vooral de eigen macht mee willen vergroten. „Officieel mag je geen lid zijn van een politieke partij als je rechter wilt worden. Maar wie zegt ons dat de kandidaten die nu meedoen geen banden hebben met Morena, de partij die een grote inspraak had in wie überhaupt mee mocht doen? De democratie staat met deze verkiezing op het spel.”
‘Schoonheidsfoutjes’
Het inkopen van advertenties op sociale media, radio of televisie was verboden bij deze verkiezingen, evenals het gebruik van publiek geld. Steun van politieke partijen mocht ook niet. Op een paar posters na herinnert weinig in Mexico mensen eraan dat er historische verkiezingen voor de deur staan.
Het resultaat is dat maar weinig Mexicanen bezig zijn met de aanstaande verkiezingen, als ze al weten dat deze op 1 juni gehouden worden. Een groot deel is niet op de hoogte van wie de kandidaten in hun district en staat zijn, en weten ook niet wat het verschil is tussen een openbaar aanklager en een rechter, zo blijkt uit meerdere peilingen van Mexicaanse media. Vanuit de regering worden de verkiezingen volop gepromoot, waardoor de kans groot is dat in ieder geval de loyale basis van partij Morena gaat stemmen. Het zou de macht van de partij alleen maar vergroten.
Eduardo Andrade is een veteraan in de Mexicaanse politiek en is al sinds de jaren zestig aangesloten bij de PRI, decennialang de machtigste partij van Mexico. Hij verwelkomt de hervorming juist. „Met zo’n grote hervorming kun je niet verwachten dat het allemaal zonder schoonheidsfoutjes gaat. Maar nu hebben Mexicanen de kans meer te leren over het rechtssysteem. En krijgen ze direct invloed op wie hun rechter wordt”, zegt Andrade.
Dat de georganiseerde misdaad, een politieke partij of een andere belangengroep op die manier juist meer invloed op het systeem kan krijgen, lacht Andrade weg. „Dat is nu juist het geval! Corrupte rechters, rechters die niet in het belang van het volk denken. Dat wordt nu veranderd. En wie daarna alsnog zijn eigen weg gaat, kan een paar jaar later worden weggestemd.”