Mountainbikes staan stuur aan stuur met elektrische fietsen. Op het parkeerterrein klinkt uit een trailer gehinnik. De paden, routes en tracks van de Loonse en Drunense Duinen, restant van een prehistorische zandverstuiving, vormen met de appelpunten en kroketten van De Rustende Jager sinds jaar en dag een onweerstaanbare combinatie.
Het is een gewone maandagmiddag, maar de zon schijnt en ook op zulke dagen is het rond de pleisterplaats dan altijd druk. Hoe druk? Deze maandag waren het 1.334 bezoekers, met een piek om 11.00 uur ’s ochtends. In de hele maand mei tot en met die maandag waren het er precies 29.271. Oké, misschien iets meer, maar die hadden dan geen mobieltje bij zich, of geen app open staan die locatiegegevens deelt.
De organisatie achter VisitBrabant, vrijetijdsmerk van de provincie, lanceerde in april Wandelstarter. Die site toont op een kaart 218 startpunten van bewegwijzerde wandelroutes met een lengte van maximaal 10 kilometer en parkeergelegenheid. „Selecteer een opstappunt en ga onbezorgd op pad!”
Alleen doen veel mensen dat helemaal niet, zegt projectleider Fabio Tat (39) op het terras van De Rustende Jager. Hij klapt zijn laptop open, klikt op een kaart, waarna vanuit alle hoeken dikke en dunnere pijlen neerdalen op de Loonse en Drunense Duinen. „Wij weten waar jouw smartphone slaapt”, zegt hij. Uit de omliggende gemeenten Tilburg, Oisterwijk en Loon op Zand komen de dikste pijlen, maar Rotterdam zit ook in de toptien.
„Op zondagochtend bedenken ze bij het ontbijt dat ze een wandelingetje willen maken, bereiden zich niet voor en rijden dan naar iets wat ze al kennen”, zegt Tat. „Dichter bij Tilburg heb je bijvoorbeeld het nieuw ontwikkelde Landschap Pauwels. Daar kun je ook prachtig wandelen, maar veel mensen weten het nog niet. De Drunense Duinen mogen wel wat minder druk en naar Pauwels wil je juist meer mensen sturen. De kunst wordt om hun vaste patronen te doorbreken.”
Hoe? Vooralsnog door gewenste, bezoekluwe opstappunten „aan te bevelen”. Maar het kan ook door te drukke punten „op rood te zetten of helemaal niet meer te tonen”. Dan verandert nudging, een subtiel duwtje in de gewenste richting, in crowd control, althans voor wie de moeite neemt om op Wandelstarter te kijken. Volgens Tat is dat nog niet aan de orde, ook omdat het project nog in de pilotfase zit.
Verkeersstromen managen via geanonimiseerde locatiegevens is niets nieuws. Routeplanners en navigatiesystemen maken er al lang gebruik van. In coronatijd hebben overheden er veel ervaring mee opgedaan bij het vormgeven van de anderhalvemetersamenleving (en het beheersen van rellen).
Argaleo in ’s Hertogenbosch, verwerker van de locatiedata achter Wandelstarter, is in die tijd groot geworden. Nu levert het bedrijf ook wat het noemt Digital Twins aan steden. Zo’n ‘digitale tweeling’ visualiseert in real-time bezoekersstromen en knelpunten. In Maastricht loopt zo’n dubbelganger mee „om de binnenstad nog aantrekkelijker te maken voor investeerders in commercieel vastgoed”.
Van ‘smart cities’ naar ‘smart nature’ is een kleine stap. Ook andere Europese landen experimenteren ermee. Wie alleen een frisse neus komt halen, moet zich realiseren dat hij ook dan een bundeltje data is. Maar niet overal. Zo geloofde schrijver en wandelaar John Jansen van Galen lang dat je in Nederland niet kunt verdwalen. Tot die keer in het hart van de Loonse en Drunense Duinen, waar „golvende zandwoestenijen, begrensd door dennenbossen waarachter nieuwe zandvlakten gapen, allemaal op elkaar lijken.” En hij geen bereik had.
Hans Steketee doet elke maandag ergens vanuit Nederland verslag.
Worden schrijvers overbodig? Ja. Artificial Intelligence (AI) is nog in ontwikkeling, maar nu al zijn er voldoende tools, zeker als je ze in combinatie gebruikt, die een boek kunnen schrijven zonder dat je zelf creatief hoeft te zijn. Het vergt wat studie en oefening, maar het kan, en succes is zo goed als verzekerd, want er is een specifieke voorkeur ontstaan voor een soort middensegment. Daarmee bedoel ik niet zozeer ‘middelmatig’, maar ‘gemiddeld’. En dat treft, want daar moet AI het van hebben. Het creëert nieuwe tekst op basis van vergaarde informatie en gebruikt daar, zo zou je het kunnen zeggen, het gemiddelde van. Je boek is van prima kwaliteit, vol humor als je dat wilt, zonder uitgesproken gemenigheid – want AI is erop getraind om voorkomend te zijn – maar het zal niet van uitzonderlijke klasse zijn. Dat hoeft ook niet, want boeken die buiten het gemiddelde vallen, verkopen minder goed.
Kan iedereen nu boeken schrijven? Nou, dat gaat misschien twee of drie jaar goed, maar waarom zou een uitgeverij in zee gaan met een amateur van buiten, als er ook gebruik kan worden gemaakt van een redacteur die al in dienst is en dat veel beter kan?
Hoe werkt dat? Romans over moeders doen het goed in de verkoop. En dus vraagt de uitgever aan de redacteur om een roman te creëren over een vrouw met kinderwens die overhoop ligt met haar moeder. De redacteur voert de gewenste gegevens in en zet het schrijfprogramma aan het werk. Na elk stukje controleert de redacteur wat AI geschreven heeft, verbetert dat – iets wat redacteuren sowieso al gewend zijn te doen – en laat het programma of een ander programma verder schrijven. Na een paar dagen is het boek klaar en meteen ook geredigeerd. De uitgever laat AI een rechtenvrij omslag maken, compleet met belettering, en klaar is Kees. Nauwelijks kosten en geen royalty’s verschuldigd, want de redacteur is in vaste dienst.
‘Dat willen wij niet!’ hoor ik u roepen. ‘Kunnen we daar iets tegen doen?’
Nee, dat kan niet. Met zijn allen zorgen we er steeds vaker voor dat auteurs met een eigen stem en met bijzondere concepten, buiten de boot vallen. We vinden ze té bijzonder en niet geschikt voor een specifieke doelgroep of juist voor een breder publiek, of ze schrijven over een thema dat we ongewenst vinden. En zo zorgen we ervoor dat de bestsellerlijst over vijf jaar voor driekwart vol staat met boeken die door AI geschreven zijn. Omdat we nu eenmaal niet houden van buitenbeentjes.
Ted van LieshoutAmsterdam
HogesnelheidstreinenHet is geen overbodige luxe, een goed werkend ov-systeem in Europa
In zijn opiniestuk bestempelt Carlo van de Weijer een Europees hogesnelheidsnetwerk als economisch en ecologisch onverantwoord (15/7). Hij zet het collectieve ov-project weg als een dure droom en schuift de oplossing richting slimme technologieën, individuele flexibiliteit en luchtvaartinnovaties.
Maar duurzame mobiliteit draait niet alleen om innovatie: het draait om inclusie, systeemdenken en publieke regie. Het internationale spoor is geen overbodige luxe, maar een essentiële schakel in een rechtvaardig en toekomstbestendig vervoerssysteem.
Zeker: hogesnelheidslijnen zijn kostbaar en complex. Maar dat maakt het des te belangrijker om spoor niet als op zichzelf staand project te beoordelen, maar als onderdeel van een multimodaal systeem: fiets, trein, lokaal ov en deelmobiliteit. Internationale treinverbindingen versterken dat geheel, maken reizen over langere afstanden realistischer zonder vliegtuig, en verminderen de druk op de auto die ons openbaar domein al domineert.
Caren SchipperusWijchen
Lees ook
De opinie van Carlo van de Weijer: Een Europees hogesnelheidsnetwerk is niet zo’n goed plan
‘Dutch Treat’Zo steunt Europa Trump
Wat gebeurt hier nou? Rutte en Zelensky zijn hartstikke blij met Trumps toezegging om meer wapens naar Oekraïne te sturen. Maar de Europese landen gaan ervoor betalen.
Een traktatie waarvoor je zelf mag betalen heet in Amerika een ‘Dutch treat’. Wij noemen dat een sigaar uit eigen doos. Het zijn er in dit geval zelfs twee: Trump mag zich wentelen in zijn rol als weldoener, en Amerikaanse wapenfabrikanten mogen zich heugen in forse bestellingen.
Jan WarndorffUtrecht
Lees ook
Europa mag Amerikaanse wapens kopen voor Oekraïne, maar meer details heeft Trump zelf ook niet
Religieuze scholenDe gezamenlijkheid van de samenleving lijkt aangetast te worden
Aylin Bilic schrijft over de komst van islamitische middelbare scholen in haar column (Nog meer kinderen die niet gemengd gymmen, 16/7). Ik kreeg er een beklemmend gevoel bij, met name omdat ik de segregatie herken.
Als we deze ontwikkeling (eigen basisscholen, eigen middelbare scholen, ‘eigen’ wijken met eigen regels) oogluikend blijven toestaan, is dit funest voor de gezamenlijkheid van de samenleving en een verschrikking of ronduit beangstigend voor sterke vrouwen zoals Lale Gül of mensen met een seksualiteit of gender die niet tot de meerderheid behoort. Hier mag juist gericht en kritisch beleid op komen.
Natascha MinneboUtrecht
Religieuze scholenLui en tendentieus punt
In haar column heeft Aylin Bilic een lui en tendentieus dieptepunt bereikt. Met voornamelijk hearsay uit De Telegraaf en kwalijke insinuaties over de toekomst. Voeg nog een paar sneren naar GroenLinks en D66 toe, en je hebt een stuk waar de PVV zijn vingers bij aflikt.
Ik houd ook niet van religieuze scholen, maar noem dan ook refo-scholen als je over radicale gelijkheid van man en vrouw en lhbtqi-rechten begint.
C. ThissenEde
RoboticaHoe leeft het varken verder?
NRC schrijft over een onderzoek waarin robots oefenen op het verwijderen van galblazen bij varkens, niet omdat die varkens daarmee problemen hebben maar omdat artsen willen leren hoe robots een dergelijke operatie kunnen uitvoeren op mensen (11/7).
Ik vroeg me af, en las in het artikel niet terug, hoe het nu gaat met die varkens, zonder galblaas. Kunnen die net als mensen desnoods ook zónder? Maar ik moet goed lezen: de galblazen waren al verwijderd.
Leeft bij mij nog steeds de vraag hoe dat ging, met het varken. En welke afwegingen daaraan ten grondslag liggen. Heeft de redactie hier niet een dimensie laten liggen?
Anjo RoordaUlicoten
Elektrische fietsWij hebben bio-bikes
Het stuk van Marc Oskam (Het is tijd voor wat e-bikeschaamte, 11/7) herinnerde me aan de begroeting door een Duitse hotelhoudster onlangs. Mijn vriend en ik kwamen bezweet en voldaan bij haar aan na een dag fietsen langs de Rijn. Ze vroeg of we op een e-bike waren gekomen, zoals die dingen ook in Duitsland heten. Toen wij (70 en 67) dat met tevredenheid ontkenden, complimenteerde ze ons: „Ah, sie haben bio-bikes!” Inderdaad, zonder vervuilende accu’s, met uitsluitend de energie van een bruine boterham en een stuk appeltaart.
Een bloemenaltaar op de stoep met wat kaarsen en knuffels – Hello Kitty, een roze konijn met een kind in haar armen. Tussen de bloemen een bord: „Stop femicide.” In de nieuwsrubrieken was er wederom ruim aandacht voor de moord op Joeweela, dinsdag in Gouda. Onder de ogen van haar kinderen werd ze op straat doodgeschoten door haar ex-man.
Femicide, het woord is in opkomst de laatste jaren. De roep om vrouwenmoord aan te pakken wordt steeds luider. De Rijswijkse burgemeester Huri Sahin sprak in Nieuwsuur (NPO 2) van een groot probleem dat de samenleving ontwricht. Is dat zo? Er worden betrekkelijk weinig vrouwen gedood in Nederland. Gemiddeld 45 vrouwen per jaar, van wie 24 door hun partner of ex. Het moordcijfer is in dertig jaar sterk gedaald. De impact van een moord is natuurlijk groot maar met zo’n gering aantal kun je toch niet van een maatschappelijk probleem spreken.
Nieuwsuur liet zien dat we over iets anders praten als we het over femicide hebben: vrouwenonderdrukking in den brede. Gewelddadige mannen bijvoorbeeld, die hun vrouw als bezit beschouwen, als statussymbool, zo legde criminoloog Marieke Liem uit. Mannen die de vernedering van een scheiding niet verdragen, uit angst voor controleverlies of statusverlies. Liem noemde het „intieme terreur”. Naar schatting 200.000 vrouwen zitten in zo’n relatie. Een moord is slechts het aansprekende, extreme voorbeeld daarvan. Volgens Liem zou het een terugslag van de emancipatie kunnen zijn: vrouwen komen beter voor zichzelf op, mannen pikken dat niet.
Slangen en schroeven
Nog even naar B&B Vol Liefde (RTL 4) voor wat behapbaar drama. De realityserie draait op tragische ironie: de kijker ziet de ramp aankomen waar het personage nog geen weet van heeft. Zo denkt zijden sok Frank dat hij het hart van Ingrid kan veroveren, terwijl wij allang weten dat die genoeg van hem heeft.
Net als in Boer Zoekt Vrouw hebben de B&B-eigenaren een druk bestaan en verwachten ze dat de liefdeskandidaten daar meteen in meedraaien. Maar die zien hun deelname meer als een romantische vakantie. Zo zoekt Ingrid een voortvarende man die het werk ziet liggen en aan de slag gaat. Maar kandidaat Frank is meer het aan de keukentafel pratende type; sterk in complimenten en in gevoelige gesprekken.
Frank moet van Ingrid een plankje onder een vogelnest in de schuur verplaatsen, wat een hilarische scène oplevert. Bij het uitdraaien van de tweede schroef faalt hij al, waarna Ingrid zelf de ladder op moet. Frank maakt vooral te veel fuzz van het eenvoudige klusje. Tegen Ingrid kun je inbrengen dat ze hem niet de hele tijd op de vingers moet kijken. Maar ja, anders had je geen hilarische scène.
Misschien wordt het wel wat met de Surinaamse slangenman Dick en de blonde Karin, die dapper meegaat op snake patrol. Zij heeft als voordeel dat ze niet bang is voor slangen, behalve als ze in haar bed komen: „Ik hou wel van een gespierde man, maar niet van een gespierde slang.”
Maar wie kan het wat schelen of het wat wordt tussen de die twee? B&B Vol Liefde moet het hebben van de wat oudere, door het leven gehaalde kandidaten. De avonturen van de mooie, jonge kandidaten zijn over het algemeen tergend saai. Goed, het speelt zich af in de jungle met slangen, maar verder is deze romance, om de poëtische commentator Jeroen Kijk in de Vegte aan te halen: „Als een kabbelende golf die wegebt in de branding.”
Victor Klein (58) wordt regelmatig door vreemden op straat aangesproken. Zeker elke maand, schat de 1,40 meter lange voorzitter van de Belangenvereniging van Kleine Mensen (BVKM). „Hé, kleintje”, roepen mensen. Maar ook: „lilliputter”, „smurf” of „dwerg”. De ene term is wat onschuldiger dan de andere, zegt hij, maar het zijn allemaal kwetsende termen.
Klein, die senior beleidsadviseur Wonen is bij de gemeente Haarlemmermeer, werd twee maanden geleden benoemd tot voorzitter van de BVKM. Normaal een functie op de achtergrond, maar deze week voert hij veel overleg, omdat een actuele kwestie tot veel discussie leidt onder de 350 leden van de 51 jaar oude vereniging, waarvan de meesten niet langer dan 1.50 meter zijn.
Aanleiding: het nieuws dat de Spaanse stervoetballer Lamine Yamal tijdens een besloten feest voor zijn achttiende verjaardag mensen met dwerggroei inhuurde voor een optreden. Volgens een twee jaar oude Spaanse wet zijn shows of recreatieve activiteiten verboden waarbij mensen met een beperking worden gebruikt ‘om spot of hoon uit te lokken, die in strijd is met het respect voor de menselijke waardigheid’.
Bezoekers van het feest, onder wie een aantal beroemdheden, zouden hun telefoon niet hebben mogen gebruiken tijdens de feestelijkheden, maar iemand maakte een filmpje van de aankomst van een groepje kleine mensen, die in colonne over een terrein in Olivella lopen, een stadje 50 kilometer buiten Barcelona. Daily mail zette het filmpje van de ‘party dwarves,’ zoals de Britse krant het noemt, op X.
Niet zozeer de eventuele wetsovertreding leidt tot ophef – het Spaanse OM doet daar nu onderzoek naar – maar het feit dat Yamal kennelijk niet aanvoelde dat het „onacceptabel is om in de 21ste eeuw mensen met dwerggroei te gebruiken voor vermaak op privéfeesten”, zoals Carolina Puente, voorzitter van de Spaanse belangenorganisatie Asociación ADEE zei, „zeker als daar publieke figuren als Yamal bij betrokken zijn”. Puente sprak van een „vernederende en discriminerende daad” en beloofde „actie via juridische en sociale kanalen”.
Mensen tikken op mijn hoofd: hé kleintje, ga terug naar je circus
Die reactie werd op de Catalaanse radiozender RAC1 weer veroordeeld door iemand met dwerggroei die zei dat hij op het feest van Yamal was. Hij snapte alle ophef niet. „We doen deze job omdat we dit willen. Wij kiezen hier zélf voor, niemand dwingt ons ertoe. Als we van onze klant ook maar één signaal van gebrek aan respect ervaren, stopt de show meteen. Maar tot nu toe maakten we dat nog nooit mee.” De man zei dat ADEE zijn werk bemoeilijkt.
Yamal heeft nog niet gereageerd op alle ophef. Wel zei hij woensdag bij een bijeenkomst ter ere van zijn contractverlenging, dat hij „ongevoelig” is voor lof en kritiek die niet van zijn familie of vrienden komt. „Ik werk voor Barcelona, ik speel voor Barcelona, maar als ik niet op het trainingsveld sta, geniet ik van het leven”, zei hij.
Wat dacht u toen u hoorde van de gebeurtenissen op het feest?
„Ik dacht: jammer dat dit nog steeds gebeurt. Op zich is er niets mis mee als kleine mensen entertainen. Zelfs niet, denk ik, als bijvoorbeeld een kleine cabaretier grappen maakt over zijn lengte. Maar als je daarvoor wordt ingehuurd, voelt het anders. Dat kan stereotypering in de hand werken.”
Heeft de ophef ook een positieve kant?
„Ja, want hoewel er steeds meer aandacht is voor stigmatisering van mensen met een handicap, worden kleine mensen vaak over het hoofd gezien – no pun intended. Het is een beetje dubbel, want veel kleine mensen zitten er niet op te wachten dat de schijnwerper op hen gericht wordt, maar ze ervaren wel degelijk vormen van stigmatisering.”
U noemde schelden als voorbeeld, maar gaat het ook verder dan dat?
„Mensen proberen me stiekem te filmen, of vragen of ze met me op de foto mogen. Ze tikken op mijn hoofd: ‘hé, kleintje, ga terug naar je circus’. Eén keer vroeg iemand: ‘Mag ik je wegslingeren?’, verwijzend naar een oude attractie waarbij mensen met dwerggroei door de lucht werden geworpen. Ik heb een zoon en dochter met dezelfde groeistoornis. Als we met z’n drieën over straat lopen blijven mensen staan om ons goed te bekijken. ‘Wat zijn jullie mooie mensen’, zei iemand onlangs. Wat moet ik daarmee? Ik begrijp dat alles wat van het gemiddelde afwijkt de aandacht trekt, maar fijn is het niet.”
Victor Klein: „Op zich is er niets mis mee als kleine mensen entertainen.” Foto Bram Petraeus
Wat zegt u in zo’n geval?
„Dat hangt van mijn stemming af. In een goede bui reageer ik met een kwinkslag: maak gewoon een foto van je vriendin, joh. Maar soms sta ik met een mond vol tanden. Zo trad ik een keer met een paar collega’s op tijdens een bedrijfsfeest van mijn oude werkgever. Mensen van gemiddelde lengte, met wie ik showdance deed. Dat optreden was hen bijgebleven, maar niet zoals ik had gehoopt. Een half jaar later werd ik gebeld. ‘We geven een carnavalsfeest met een act: vader Abraham en de smurfen. Wil je meedoen?’”
Au.
„Ja, dat was pijnlijk. Ik was te verbouwereerd om ad rem te kunnen reageren. Ik heb vriendelijk bedankt.”
Hoe denken leden van uw vereniging over wat er op het feest van Yamal is gebeurd?
„Heel verschillend, wat begrijpelijk is. Sommige leden vinden dat je als klein mens werkzaam mag zijn in de entertainmentindustrie. ‘Ik verdien er mijn brood mee’, zeggen ze. ‘Wie ben jij om te bepalen hoe ik mijn leven leid?’ Ik zeg dan dat ik dat helemaal niet wíl bepalen, maar dat het om bewustwording gaat: hun handelen heeft impact op de behandeling van andere kleine mensen.
„Het heeft met zelfrespect te maken. Als kleine mensen gecast worden op basis van hun professionaliteit, is dat iets om trots op te zijn. Maar als ze gecast worden vanwege hun lengte – en zoiets voel je donders goed aan – dan vind ik dat problematisch. In die zin vind ik acteur Peter Dinklage, bekend van onder meer Game of Thrones, een goed voorbeeld. Hij weigerde op een gegeven moment om rollen te spelen waarin hij werd gecast vanwege zijn lengte. ‘Ik ben een goede acteur die inhoudelijke rollen kan spelen’, zei hij. Daarmee dwong hij veel respect af.”
‘Sommige leden vinden dat je als klein mens werkzaam mag zijn in de entertainmentindustrie’
De kleine man die op het Spaanse radiostation geïnterviewd werd, zei: „We zijn geen kermisapen en zullen nooit onze grenzen overschrijden”.
„Dit is een hele lastige. Ik wil mensen niet het brood uit de mond stoten, maar vind het wel belangrijk dat kleine mensen die in de entertainmentindustrie werken, en hun opdrachtgevers, er bewust van zijn dat dit verhaal twee kanten heeft. Als je een dikke huid hebt, en het daarom normaal vindt dat er om je gelachen wordt vanwege je lengte, dan zal je het nooit als een last ervaren. Maar dat wil nog niet zeggen dat het normaal is, en dat andere kleine mensen daar geen last van hebben, omdat het tot stigmatisering leidt.”
Krijgen kleine mensen minder kansen dan lange mensen, of mensen met een gemiddelde lengte?
„Ja. Soms om praktische redenen: je kan niet het wagenpark aanpassen omdat een klein mens graag buschauffeur wil worden. Maar soms ook vanwege vooroordelen. Klein van lichaam is klein van geest, wordt nog steeds gedacht. Ik kreeg ooit na een tweede sollicitatiegesprek te horen: ‘Sorry, maar we zoeken iemand met de brains van Wim Duisenberg [oud-president van De Nederlandsche Bank] en de looks van Sophia Loren.’ En dan ging het ook nog om een bureaufunctie!”
Yamal heeft 36,6 miljoen volgers op Instagram, vooral jongeren kijken tegen hem op. Ligt copycat-gedrag op de loer?
„Zeker. Als Yamal iets normaal vindt, dan vinden zijn fans dat ook. Bekende mensen zijn rolmodellen, ook in de goede zin. Denk aan Roel van Velzen. Ik ken hem niet, maar weet wel dat de aandacht voor zijn lengte verflauwde naarmate duidelijk werd dat hij een goeie muzikant is. Daarom is het belangrijk te laten zien dat je als klein mens meer bent dan je groeistoornis.”
Bent u voorstander van een Nederlands verbod op het inzetten van kleine mensen voor entertainmentdoeleinden?
„Het kan mensen helpen om op te komen voor hun waardigheid, wat niet zo makkelijk is, al vraag ik me af wanneer en hoe je overtredingen dan gaat bestraffen. Maar goed, alleen al het gesprek erover kan tot meer bewustwording leiden.”