Eerst zouden ze met de motor gaan, van de Schnellbootbunker in IJmuiden, via Duitse kazematten in de duinen tot Hoek van Holland en terug via een bunker op het voormalige militaire vliegveld Valkenburg bij Katwijk. Maar het regent al de hele dag en daarom maken Daniël Vermeulen (24) en Nick Zwolsman (25) hun tocht met de auto.
Zeg Bunkerdag en je zegt Atlantikwall. Zaterdag openden, voor het tiende jaar op rij, ruim honderd bunkers uit de Tweede Wereldoorlog van de Waddeneilanden tot de Zeeuwse kust hun dikke, roestige deuren.
Boven die IJmuidense bunker voor patrouilleboten van de Kriegsmarine slingerde tot voor kort de sloopkogel, maar binnenkort wordt het vermoedelijk een rijksmonument. „Het was wel de mooiste die we vandaag hebben gezien”, zegt Daniël. „Het is heel grof, maar tegelijkertijd brutalistische architectuur, dat geeft een kick. Je vraagt je af wat de mensen daar allemaal hebben meegemaakt.”
En nu staan ze tussen foto’s, maquettes, boeken en militaire parafernalia in een bescheiden gebouwtje naast wat tien jaar geleden nog de kop van een startbaan was. De voormalige telecomcentrale van vliegveld Valkenburg is óók een bunker(tje) – het betonnen dak is zestig centimeter dik en het is gasdicht – maar een stuk moderner. Het dateert uit een recentere oorlog die gelukkig nooit heet is geworden.
Dit is het museum van de stichting die de geschiedenis levend wil houden van het vliegveld dat sinds 1940 bestond en waar tot 2006 patrouillevliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) hun thuisbasis hadden. Tegenwoordig is Valkenburg vooral bekend van Soldaat van Oranje, de Musical, die er al vijftien jaar bijna dagelijks een volle hangar trekt.
Spontane reünie
„Ik heb als vliegtuigspotter jarenlang aan de andere kant van het hek gestaan”, zegt voorzitter Marco Borst (59), die het museum runt met zo’n twintig vrijwilligers, onder wie ex-MLD’ers. Tussen oudere bezoekers ontstaat vaak „een spontane reünie”, zegt hij. Anders dan de bunkers zijn ze elke zaterdag open. „We liften een beetje mee op de landelijke publiciteit rond Bunkerdag”, zegt Borst
Ik zou als burger niet weten wat ik moet doen als het oorlog wordt
Naast ouderen komen er volgens hem veel jonge mensen, en niet alleen mannen. Een van hen is vandaag Simone Rijksen (33), basisschooldocent uit Leiden, die hier in waterdichte kleding heen is gewandeld. „Ik realiseerde me niet dat er zo’n verhaal om de hoek ligt”, zegt ze. Dat verhaal, toont het museum, is bijvoorbeeld de mislukte poging van Duitse parachutisten om het vliegveld in mei 1940, te bezetten. Maar het is vooral die Koude Oorlog, waarin Valkenburg een cruciaal steunpunt was. Naar verluidt lagen hier ook nucleaire dieptebommen voor gebruik tegen Russische kernonderzeeboten op de Atlantische Oceaan.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132763263-65ea95.jpg|https://images.nrc.nl/75oe9WHYdeCXhr04y6lDs_HaBCw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132763263-65ea95.jpg|https://images.nrc.nl/4wzAuedQvp4OHER2rpzy7k56Gdo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132763263-65ea95.jpg)
Foto Bart Maat
Voor veel bezoekers voelt dat tijdperk dezer dagen iets minder ver weg, met een echte oorlog aan de Europese oostgrens en oplopende spanning in het Westen.
„Ik probeer me voor te stellen wat het betekent als dit soort gebouwen weer in gebruik wordt genomen”, zegt Rijksen. „Ik zou als burger niet weten wat ik moet doen als het oorlog wordt. Ik voel me hier vooral erg kwetsbaar.”
Dubbele gevoelens nu gevaar terug is
Vliegveld Valkenburg bezorgt oud-MLD’ers dubbele gevoelens. Ze vinden het nog steeds „verschrikkelijk” dat VVD-minister Henk Kamp in 2003 besloot de dertien Lockheed P-3 Orion-vliegtuigen de deur uit te doen, omdat „het [Russische] onderzeebootgevaar [was] afgenomen”.
Dat gevaar is nu terug. En ook met de hybride operaties tegen kabels en pijpleidingen in Noord- en Oostzee hadden ze een nuttige rol kunnen vervullen, zegt Hans van Hese (78), die vanaf 1966 als marconist en specialist elektronische oorlogvoering meer dan tienduizend vlieguren heeft gemaakt op vrijwel alle MLD-vliegtuigen, met de Orion als laatste. „Al die know-how is weg. Daar kunnen we nooit meer op terugvallen.”
Maar het is ook een bron van goede herinneringen, aan vriendschappen, operaties waarover nog steeds beter niet gesproken kan worden, en heikele momenten die nu vooral een goed verhaal zijn. Zoals de keer dat hij tijdens een nachtelijke patrouille een hartaanval kreeg, later ontwaakte in een Amerikaans militair ziekenhuis in Italië. „De eerste woorden die ik hoorde waren van een beeldschone vrouwelijke cardioloog: ‘The Lord doesn’t want you yet, Hans’.”
Op zijn zestiende werd hij marconist aan boord van het vliegdekschip Karel Doorman. Dat is hij eigenlijk altijd gebleven. Als zendamateur, roepnaam PC4E, praat hij in Morsecode met gelijkgestemden in de wereld. Omringd door zijn oude logboeken en een grijze vliegersjekker met een zilveren vleugeltje op de revers, slingert hij in de bunker van Valkenburg punten en strepen de ether in.
Maar hij beseft dat hij een roze bril op heeft, zegt hij. „Die Orions waren toen het nieuwste van het nieuwste, en nu zijn ze net zo ouderwets als deze morsesleutel.”
Het asfalt van de startbanen, de verkeersleiding, de lichten, de radarantennes zijn verdwenen. Misschien komt hier ooit de lang-aangekondigde nieuwe stadswijk, zoals op vliegveld Ypenburg bij Den Haag. Maar soms keren de militairen even terug.
Dat gebeurde in 2014 tijdens de nucleaire top in Den Haag. Toen verrees hier een militair ziekenhuis en werden er Apache-gevechtshelikopters gestationeerd en luchtdoelraketten. Tijdens de NAVO-top van 24 en 25 juni gebeurt dat opnieuw. Soldaat van Oranje, de Musical, moet dan tijdelijk sluiten. En ook het bunkermuseumpje gaat dicht.
„Het voelt hier nu inderdaad wel een beetje als de Koude Oorlog”, zegt Madelon van Velzen (44). En dan: „De kinderen zeiden net: pappa kan hier nog wel drie uur rondlopen, maar wij hebben het nu wel gezien.”
