In ‘Wasted Land’ vindt Ntando Cele een knappe balans tussen bitterheid en humor, confrontatie en mededogen

Een besmuikt lachen. De Zuid-Afrikaanse regisseur en theatermaker Ntando Cele heeft ons net droogjes geïnformeerd over het gemiddelde loon van de persoon die onze kleding heeft gemaakt: dertig cent per dag. „Dat is niet veel”, zegt ze. Nee, dat is niet veel. „Maar hé, beter dan niets!”

Op het Nederlands Theaterfestival won Cele vorig jaar samen met regisseur Julian Hetzel, de Regieprijs voor SPAfrica, een voorstelling die vernuftig de aandacht vestigde op de problematische aspecten van westerse empathie. Medelijden cultiveren, zo toonde het duo, is ook een manier om scheve machtsverhoudingen in stand te houden. Afgelopen donderdag werd het Spring Performing Arts Festival in Utrecht geopend met Cele’s meest recente voorstelling: Wasted Land.

Net als in SPAfrica legt Cele hier westerse goedertierenheid op het hakblok, met een nadruk ditmaal op de strijd tegen klimaatverandering. In een interview met Laura Ginestar op de website van Spring vertelt Cele dat ze altijd een weerstand heeft gevoeld zich in haar werk te richten op klimaatproblematiek. „Voor mij voelt de klimaatcrisis heel erg als een wit onderwerp”, zegt ze. Het begrip ‘afvalkolonialisme’ heeft haar geholpen, legt ze uit, om haar ongemak bij het thema beter te begrijpen.

Scène uit de voorstelling ‘Wasted Land’ op het Spring-festival in Utrecht.

Foto Claudia Ndebele

Neo-kolonialisme

De manier waarop de westerse mens zich van z’n eigen afvalproducten ontdoet (te weten: ze dumpen in armere landen), is een vorm van neo-kolonialisme. Afval, zegt Cele, representeert een deel van onszelf dat we haten. Daar willen we vanaf. Het is de westerse mens die het overgrote deel van de mondiale afvalproductie op z’n geweten heeft, als resultaat van een groteske consumptiedrang, en het is doorgaans de mens in het Globale Zuiden die ermee wordt opgezadeld. Kunnen we nóg zo trots zijn op onze recyclebare PET-flessen, onze papieren rietjes, onze klimaatmarsen, en de zakken afgedankte T-shirts die we braafjes dumpen in de textielbak op de hoek.

In Wasted Land laat Cele scherp zien hoe absurd de verhouding is tussen de (op zich aandoenlijke) inspanningen van de westerse mens om de strijd aan te gaan tegen het klimaatprobleem (die papieren rietjes) en de decadente levensstijl die er in de eerste plaats de oorzaak van is, en waar bijzonder weinig aan verandert. De ‘fast fashion’ waar we ons elke dag in kleden, eindigt, na in die textielbak te zijn gedumpt, in een tientallen meters hoog, almaar groeiend, onverwerkbaar, uit textiel opgetrokken berglandschap in Ghana.

Cele vindt in Wasted Land een knappe balans tussen bitterheid en humor, confrontatie en mededogen, uitzichtloosheid en, toch ook, iets van hoop. Deels vindt ze die, wrang genoeg, in de klimaatcrisis zelf, die, hoe destructief ook, tenminste niet discrimineert. „We bevinden ons allemaal in dezelfde storm”, zegt ze.

Hoe complex en onoplosbaar het klimaatprobleem ook moge lijken, uiteindelijk is het in drie woorden samen te vatten wat ons eigenlijk te doen staat, oppert Cele tenslotte. In een half-ironisch rapnummer krijgen we het concrete slotakkoord van deze grappige, wrange, zeer muzikale, ontregelende en confronterende voorstelling toegediend. Het is even simpel als doeltreffend: „Buy less shit.”


Lees ook

Ivo Dimchev sluit het Spring-festival af

De Bulgaarse performer Ivo Dimchev. Foto Spring Utrecht