Het stond in het Hoofdlijnenakkoord dat de coalitie vorig jaar april sloot. Het begrip ‘veilig land’ zou worden „verruimd tot veilige delen van landen op basis van ambtsberichten; ambtsberichten worden in beginsel niet openbaar gemaakt”.
Een kleine zinsnede met potentieel grote gevolgen. Ambtsberichten, sinds jaar en dag opgesteld door het ministerie van Buitenlandse Zaken, vormen de basis waarop asielzoekers worden toegelaten of uitgezet. Het zijn objectieve, deskundige verslagen over de veiligheid en mensenrechten in een land, gemaakt op basis van informatie van ambassades, hulpverleners, media en andere bronnen ter plekke.
De minister van Asiel en Migratie baseert haar landenbeleid op die berichten, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gebruikt ze om een besluit te nemen. De Tweede Kamer heeft de ambtsberichten nodig om het beleid van de minister te controleren – al heeft de huidige bewindspersoon vorig jaar herfst al gezegd dat ambtsberichten „niet heilig zijn” en dat ze ook op „andere bronnen” vertrouwt. Welke, dat wilde zij niet zeggen, meldden media toen.
Het stond ook in het Hoofdlijnenakkoord dat de coalitie een overheid voor zich ziet die voor rechtszekerheid en goed bestuur staat. Daarmee is het feit dat ambtsberichten sinds enige tijd niet meer openbaar zijn, in tegenspraak. Mensen moeten weten – hebben het recht te weten – waar de overheid haar besluiten op baseert.
Dat de berichten niet meer „actief gepubliceerd” worden, werd pas duidelijk toen na vragen van NRC eerder deze week de volksvertegenwoordiging per Kamerbrief werd geïnformeerd. Ongemerkt waren ambtsberichten over Jemen (in 2024 nog sprake van „hoge mate van willekeurig geweld”) en Eritrea (2024: „zeer zorgelijke politieke- en mensenrechtensituatie”) al verschenen.
Het rapport over Syrië zou eind deze maand worden gepubliceerd. Na de val van dictator Bashar al-Assad was het onduidelijk hoe veilig het land zou worden, de asielprocedures van Syriërs werden in december gepauzeerd. Daarmee verkeren ruim 28.000 van hen al een half jaar in onzekerheid: niet toegelaten tot de procedure, noch afgewezen. Het ambtsbericht werd dus in spanning afgewacht.
Maar, zegt de minister van Buitenlandse Zaken, er is „geen wettelijke verplichting” die te openbaren. Daarbij gaat hij voorbij aan artikel 68 van de Grondwet, waarin staat dat ministers verplicht zijn inlichtingen te verstrekken aan het parlement. Enige uitzondering is als dat in strijd is met het belang van de staat.
De redenering van het kabinet is dat asieladvocaten en mensensmokkelaars misbruik maken van de ambtsberichten. Asielzoekers zouden hun vluchtverhaal afstemmen op het ambtsbericht. Laat de ministers, zowel die van Buitenlandse Zaken als van Asiel en Migratie, dat dan aantonen. Of is misschien het tegendeel het geval? Dat het verhaal over onveiligheid en schending van mensenrechten overeenkomt ómdat het in bepaalde landen nu eenmaal onveilig is, en er mensenrechten geschonden worden.
Iedereen die om bescherming vraagt en die niet krijgt, heeft het recht te weten waarom. Door de berichten niet te delen, kan iemand zich niet verweren. Heeft een advocaat geen informatie om zijn cliënt te verdedigen. Het recht op een eerlijk proces houdt in dat ál het bewijs dat de rechter wordt overhandigd voor beide partijen toegankelijk moet zijn.
Openbaarheid is in dezen geen extraatje, geen gunst. Het is de voorwaarde in een rechtsstaat.
Lees ook
Lees ook: Kabinet houdt rapport geheim dat terugkeer van tienduizenden Syriërs kan betekenen
Bij de begroeting tijdens hun eerste ontmoeting, begin december 2024, legt Arne Slot kort zijn linkerhand op de rug van Pep Guardiola. Eerder die middag is de spelersbus van Liverpool FC met gezang en vuurwerk onthaald bij Anfield voor het duel met rivaal Manchester City. Voor Slot is het meer dan alleen een belangrijke wedstrijd. Met City-trainer Guardiola treft hij de coach die hij al ruim tien jaar minutieus bestudeert. Zijn speelwijze en tactische varianten kan hij dromen.
Vanaf de tribune op Anfield is die middag niet alleen de gelijkenis in hun speelstijlen te zien, maar ook dat ze bijna identiek langs de lijn staan. Handen losjes in de zakken, de jassen open en iets naar achter geslagen. Het onderling respect is na afloop zichtbaar in de handdruk en het zachte tikje van Slot op de rug van Guardiola. Liverpool wint in een superieur optreden, de symbolische waarde is evident: de leerling verslaat de meester die hij zo bewondert.
„We kwamen elkaar na die wedstrijd tegen in de gang toen hij uit de persconferentie liep”, zegt Slot terugblikkend in een interview op het trainingscomplex van Liverpool FC met Nederlandse media. „In dat gesprekje kon ik wel merken dat hij voelt dat ik altijd positief over hem ben geweest.”
Begin dit jaar wint Liverpool opnieuw, nu in Manchester, mede door een aangepaste defensieve tactiek van Slot. Dat hij Guardiola, met zijn geraffineerde positiespel de meest invloedrijke coach in het moderne voetbal, twee keer versloeg noemt hij bijzonder. „Wanneer je me dit vijf jaar geleden had verteld, had ik gezegd: nou, lijkt me niet heel reëel. Maar als je wat langer in deze job zit, ga je dingen ook al snel minder bijzonder vinden. Het groeit allemaal geleidelijk door.”
Succes went dus – al zegt hij dat niet.
Slot (46) zit ontspannen aan een houten picknicktafel op een terras van het trainingscomplex in Kirkby. Uitgerust en zongebruind, na een paar dagen Ibiza. Verderop brommen twee grasmaaiers over de trainingsvelden, gelegen in het noordoosten van Liverpool. Hij drinkt een bosbessen-shake. Het is vroeg, straks wachten nog interviews met de BBC en The Athletic – een gezaghebbende sportsite van The New York Times.
Hij is er „best wel een beetje trots op” dat hij de Premier League heeft gewonnen. Bij de kampioenswedstrijd tegen Tottenham Hotspur, eind april, zag Slot hoe „diep” het zat dat Liverpool-fans in 1990 voor het laatst de titel massaal vierden – in 2020 kon dit niet vanwege corona. „Als je ze dan uit elke vezel ‘We’re gonna win the league’ hoort zingen en in hun ogen kijkt, dacht ik wel even: poeh, wat als het vandaag nou niet lukt?”
Wanneer je me dit vijf jaar geleden had verteld, had ik gezegd: nou, lijkt me niet heel reëel.
Als coach en profspeler zonder buitenlandse ervaring is Slot een relatieve nieuweling in de elite van het internationale voetbal. „Voor mij is het al bijzonder dat ik hier ben, met mijn carrière, laat staan dat ik dan ook nog goed presteer.” Ogenschijnlijk makkelijk vond hij zijn weg in Liverpool. In hoe hij opereert, is weinig verschil te zien met zijn tijd bij AZ en Feyenoord: veel ruimte voor uitleg, duidelijkheid, soms wat (droge) humor. En veel zelfvertrouwen – iets waar hij zelden gebrek aan heeft.
De aanvankelijke scepsis rond zijn aanstelling bij Liverpool een jaar geleden als (vrij onbekende) opvolger van de populaire Jürgen Klopp, draaide al gauw. Na de titel hangt op veel plekken in de havenstad zijn beeltenis – vlaggen met Slots hoofd wapperen uit woningen in de wijk Anfield bij het gelijknamige stadion. Komende maandag, na het laatste competitieduel tegen Crystal Palace op zondag, is de huldiging met parade in open bus door de stad.
Meer vrije tijd
Na negen jaar Klopp sleutelde hij op details aan de speelwijze (meer op basis van positiespel), tactische besprekingen (vaker en langer) en de vrijheid die spelers krijgen (meer vrije tijd). Waar de selectie onder Klopp de nacht voor thuiswedstrijden in een hotel in de binnenstad doorbracht, slapen spelers nu thuis. Omdat overnachten in je eigen bed volgens Slot de beste rust biedt. Een besluit dat goed viel bij spelers, van wie velen een gezin hebben.
Achterliggende gedachte is dat Slot wil voorkomen dat er „sleur” in de groep ontstaat. Want, belangrijker dan tactiek is spelers „fanatiek” maken en houden – hij noemt het woord zeven keer in een uur. „Het is niet zo moeilijk om een paar goede wedstrijden te spelen. Maar om ze om de drie dagen fanatiek te hebben, dát is de sleutel. Ik denk elke dag na over hoe ik mijn groep kan raken, individuen kan raken. Dat ze niet al denken dat we er zijn. Dat is het moeilijkste.”
Nieuw is dat niet voor hem, wel dat hij het doet met spelers van wereldklasse. Zijn tactische besprekingen bij Liverpool zijn „een kopie” van zijn periode als beginnende trainer bij de onder-14 van PEC Zwolle ruim tien jaar geleden. Het belangrijkste verschil in hoe hij nu een team leidt, zit in de omgang met spelers. „Je benadert elk mens anders”, zegt hij.
Ontlading na het behalen van het kampioenschap: voor het eerst sinds 1990 kan de titel in Liverpool maandag weer massaal gevierd worden. Een emotionele Arne Slot kijkt toe na de winst op Tottenham Hotspur op 27 april, waarmee het kampioenschap werd veiliggesteld.
Foto’s Adam Vaughan / EPA
De sterspelers verschillen in karakter. Aanvaller Mo Salah heeft „een andere persoonlijkheid” dan aanvoerder Virgil van Dijk. „Virgil is veel vocaler, meer aanwezig. Waar Mo meer zijn eigen ding doet, op een rustigere manier.”
Een inkijkje hoe Slot dat aanpakt bij Salah gaf de Egyptische aanvaller zelf bij Sky Sports. Slot confronteerde hem in de voorbereiding met beelden van een warming-up voor een training waarin Salah weinig deed. De coach wees naar de spelers die achter Salah liepen en het in navolging van hem ook rustig aan deden. „Dat is jouw invloed op het team”, zei Slot tegen Salah. Ook verwachtte hij meer van hem bij het meeverdedigen.
Salah moest wennen aan de directheid van Slot, zei hij. Maar inmiddels kan hij die duidelijke en veeleisende benadering waarderen – net als Van Dijk verlengde hij recent zijn contract. De kunst in dit soort individuele gesprekken, zegt Slot, is om ook positieve punten te benadrukken. Hij vindt Salah „exceptioneel” in de één-tegen-één situaties voor de goal, de zone waar ze hem zo vaak mogelijk proberen te lanceren. Met 33 goals en 23 assists in alle competities maakt Salah zijn beste seizoen door.
Sierlijke spelverdeler
Hij vindt het een beetje ongemakkelijk wanneer het over zijn eigen voetbalcarrière gaat, als coach van een groep formidabele spelers. Slot – een wat trage maar sierlijke spelverdeler bij Zwolle, NAC en Sparta – zou zichzelf nu waarschijnlijk nooit opstellen vanwege zijn gebrekkige loopvermogen. Waar hij vroeger dacht dat spelinzicht het belangrijkste was, zegt hij nu: „Voetbal is echt een loopsport geworden. Je moet dus tegenwoordig én heel goed kunnen lopen én ook nog eens veel inzicht hebben.”
Ryan Gravenberch, de speler die dit seizoen de grootste ontwikkeling doormaakte onder Slot, heeft het beide. Gravenberch was eerder reserve onder Klopp en bij het Nederlands elftal, tot hij vorige zomer ineens het vertrouwen kreeg van Slot. Hij is van nature een aanvallende middenvelder maar Slot probeerde hem als controleur, mede door een gebrek aan alternatieven op die positie.
Slot zocht iemand met veel loopvermogen naast Alexis Mac Allister. De Argentijn is een „geweldige speler” maar soms „verdedigend kwetsbaar”. Met Gravenberch als tweede controleur ernaast kon het misschien werken, dacht Slot. „Ryan is een geweldige loper, kan grotere afstanden overbruggen.” Dat in combinatie met zijn dribbels, zuivere passing en wegdraaiacties maakt het vernieuwde motorblok van Liverpool veelzijdig.
Belangrijker dan tactiek is spelers „fanatiek” maken en houden – Slot noemt het woord zeven keer in een uur
Het belangrijkste dat hij leerde in zijn eerste jaar Liverpool is hoe „zwaar” het is dat er geen winterstop bestaat in Engeland – de Premier League is hierin een uitzondering op andere competities in Europa. Slot speelde vrijwel iedere wedstrijd met een vaste formatie. Dat heeft enerzijds voordelen – „ik denk dat we kampioen zijn geworden doordat ik weinig geroteerd heb”.
Maar hij zegt ook dat hij op dit vlak volgend seizoen „misschien een aanpassing moet maken”. In maart kende Liverpool de minste fase: het werd in de achtste finale van de Champions League uitgeschakeld door Paris Saint-Germain en verloor de League Cup-finale van Newcastle United. Slot zag dat zijn ploeg niet zichzelf was.
„Misschien was dat een uitvloeisel van fysieke en mentale vermoeidheid en zou die fase om iets meer rotatie kunnen vragen”, zegt Slot. „Ik heb bijna roofbouw gepleegd op Salah door hem zo vaak op te stellen omdat ik elke wedstrijd zo belangrijk vond.” Als hij hem wat vaker rust had gegeven, was hij wellicht beter voor de dag gekomen. Salah kon nu tegen Paris Saint-Germain het verschil niet maken.
Geen tijd voor golf
Over dit soort vraagstukken peinst Slot veel – ook in de avonduren als hij alleen is. Hij verblijft in Cheshire, dichtbij het vliegveld van Manchester. Zijn gezin woont in Zwolle, zijn twee kinderen doen dit jaar eindexamen. Zijn vrouw komt gemiddeld een keer in de twee weken over. Dat hij hen zo weinig ziet, vindt Slot soms lastig, al komt zijn dochter binnenkort drie maanden bij hem wonen voor een taalcursus Engels in Manchester.
„Bij Feyenoord had ik een mooier sociaal leven”, zegt Slot. Toen ging hij zo’n vijf dagen in de week naar zijn huis in Zwolle. De dagen dat hij in zijn appartement aan de Boompjes in Rotterdam bleef, zijn vergelijkbaar met zijn leven in Engeland nu. „Naar het trainingscomplex, aan het eind van de dag een opwarmmaaltijd meenemen, thuiskomen bij een lege koelkast, waar hooguit een colaatje in staat. En dan de volgende dag weer.”
Hij nam een set golfclubs mee naar Engeland, voor wat afleiding naast het voetbal. Maar die staat nog ongebruikt thuis. „Op een vrije dag denk ik dan: hoe armoedig is het dat ik in mijn eentje daar sta op die baan. En het duurt vier, vijf uur. We hebben zoveel wedstrijden. En als ik ergens dichtbij ben [de landstitel] denk ik: het gaat me nu niet gebeuren dat het niet lukt omdat ik er te weinig tijd in heb gestopt.” Dus is Slot oneindig bezig met voetbal.
Al ging hij, nu het seizoen bijna voorbij is, dinsdag naar een concert van Bruce Springsteen in Manchester. Als bedankje voor zijn stafleden en zijn broertje Jakko en goede vriend Gerald van den Belt, die hem met van alles helpen en hem vaak opzoeken. Een nieuwe ervaring is dat er door zijn bekendheid beveiligers mee moesten. Zoals er laatst ook een paparazzi-fotograaf voor hem stond toen hij met een sandwich en druiven de supermarkt uitliep. En op Ibiza werd hij in een hippe strandtent uitgenodigd in de DJ-booth, waar er voor hem werd gezongen – het filmpje ging viraal.
Verandert al die aandacht hem? „Dat gevaar is er niet”, zegt Slot. Hij verdiende als speler „niet exceptioneel”, pas de laatste jaren als trainer kreeg hij vette salarissen. Hij kan goed het onderscheid maken, wil hij maar zeggen. „Ik zit zo in elkaar dat ik altijd denk: volgende week moet ik het ook weer bewijzen.”
Arne Slot in de thuiswedstrijd tegen Tottenham Hotspur, wat uiteindelijk de kampioenswedstrijd van Liverpool zou worden. Foto Phil Noble/Reuters
Deze week zagen we hoe Donald Trump zijn handen aftrekt van Oekraïne en aanstuurt op een normalisering van de relatie met Rusland. Voor Europa kunnen de gevolgen daarvan verreikend zijn – verder dan de toekomst van Oekraïne of zelfs de bredere Europese veiligheid. Zolang Poetin aan de macht is, heeft Europa een Ruslandprobleem.
Letterlijk elke dag is het Kremlin bezig Europa te verzwakken en bedreigen, via propaganda op industriële schaal, politieke inmenging, cyberaanvallen en sabotage-acties. De hele trukendoos wordt ingezet, vaak doortastend, met gevoel voor improvisatie en, helaas ook met succes.
Aan onze kant is er een neiging om de kracht van Rusland te overschatten en de vijandigheid van Poetin te onderschatten. Dat leidt vaak tot een afwachtende houding en defaitisme. Bij de NAVO en de EU hoor je vooral dat we moeten werken aan onze afschrikking en weerbaarheid. Dat is zeker noodzakelijk, maar is het ook genoeg?
Kunnen we niet zelf meer doen om tegenmacht te ontwikkelen, en actief de capaciteit te verminderen van het Kremlin om onze veiligheid en vrijheid te schaden? Ja, dat kan, stelt ons EU Instituut voor Veiligheidsstudies in een nieuw rapport.
Alles begint bij een juiste analyse van Ruslands werkelijke sterktes en zwaktes. Ondanks een groot numeriek overwicht komt de doorbraak in Oekraïne er maar niet. De economische neergang laat zich niet wegpoetsen met lapmiddelen of propaganda. En wat de internationale banden van Rusland betreft, is het beeld genuanceerd. Ja, Poetin heeft meer steun dan ons lief is, maar nog steeds staat slechts een minderheid van de VN-leden aan de kant van Rusland. In Syrië, en zelfs in de Sahel, verliest Poetin steun.
‘Schaduwoorlog’
Tegelijk zien we hoe effectief Moskou is in de ‘schaduwoorlog’, vaak met eenvoudige en goedkope middelen. Precies daarom moet Europa niet alleen maar reageren en ‘beter verdedigen’, maar zelf het initiatief in handen nemen. Europa moet het spel van macht en tegenmacht leren spelen.
Hoe keer je Ruslands negatieve invloed? Door de kosten te verhogen, Kremlin-propaganda te ontmaskeren en de Russische geopolitieke positie te verslechteren. Een drieledige aanpak ligt voor de hand.
Een logische eerste stap is het harder aanpakken van de Russische ‘schaduwvloot’, schimmige olietankers die sancties ontwijken. Deze schepen kunnen worden geweerd uit Europese wateren op basis van milieuwetgeving of omdat ze onverzekerd zijn. Draai de bewijslast om: laat de eigenaar maar aantonen dat alles legaal is.
Ook de relatie met China biedt mogelijkheden. De enorme export vanuit China van strategische goederen (hoogwaardige chips, lasers, sensoren) stelt Rusland in staat om zijn agressie tegen Oekraïne voort te zetten. In plaats van de Chinezen te vragen in te grijpen – wat weinig kansrijk is – kan Europa ervoor kiezen om de eigen export van die goederen naar China te bevriezen op het niveau van februari 2022. China krijgt dan nog steeds wat nodig is voor eigen gebruik, maar kan niet meer fungeren als doorgeefluik van zulke cruciale technologie aan Moskou.
Ten tweede is er de ideeënstrijd. Het Kremlin slaagt er goed in om met desinformatie, trollenfabrieken en anonieme accounts het publieke debat in Europa te manipuleren. De Europese reactie is vaak traag, versnipperd en een beetje te braaf.
Poetin investeert niet met ontwikkelingshulp, maar met huurlingen, wapens en deals rond mijnbouw en diamanten
Dat kan anders. Tien jaar terug is EUvsDisinfo opgericht. Dat team doet goed werk door systematisch en snel de Russische propaganda en leugens te ontmaskeren. Alleen telt het slechts een handjevol mensen. Er is op dit gebied daarnaast een enorme slag te slaan door fors te investeren in onafhankelijke, lokale media in de Balkan of Afrika, zeker nu de VS dit niet meer doen. Ook is er een meer gedifferentieerde aanpak nodig: spreek de bevolking aan in haar eigen taal. In Zweden hebben ze in 2022 een Psychologisch Verdedigingsagentschap opgericht, om de democratie te beschermen tegen buitenlandse inmenging; een les voor de rest van Europa.
Ten derde moet Europa de Russische invloed in strategische regio’s actiever terugdringen. Poetin investeert daar al jaren – niet met ontwikkelingshulp, maar met huurlingen, wapens en deals rond mijnbouw en diamanten. Europa kan en móet daar iets tegenover stellen, en zich in deze belangrijke gebieden van zijn meest aantrekkelijke kant laten zien.
In de Balkan is het zaak om hervormingsgezinde en pro-EU-krachten te steunen en sancties op te leggen aan landen die dwars liggen. Als het niet lukt om alle 27 EU-landen mee te krijgen, dan moet het maar met een coalition of the willing.
Duidelijk contrast
In Afrika moet Europa zich vooral profileren als betrouwbare partner, een die vasthoudt aan vrijhandel en investeringen in infrastructuur, werkgelegenheid en onderwijs. Laat het contrast duidelijk zijn met wat Rusland (en de VS) te bieden hebben. Ook goed: duidelijke steun voor Afrikaanse wensen om de Afrikaanse invloed te vergroten in multilaterale instellingen, van de VN tot de G20. Op dat gebied heeft Moskou eveneens weinig te bieden. Dit alles geldt ook voor het Midden-Oosten, Centraal-Azië en Latijns-Amerika.
Het goede nieuws: het ondermijnen van de macht van het Kremlin is wel degelijk mogelijk. Europa hoeft niemand om toestemming te vragen. We kunnen zelf stoppen met het kopen van Russisch gas . We kunnen veel actiever zijn in het ontmaskeren van leugens. We kunnen zelf besluiten om meer aanwezig te zijn op die plekken in de wereld waar Rusland zijn invloed heeft uitgebreid.
Misschien zit het grootste probleem niet in Moskou maar in onszelf: in hoe we onze eigen macht en mogelijkheden zien. De EU heeft van alles, maar geen overschot aan strategisch besef of politieke lef. Wie macht wil beteugelen, moet zelf macht durven inzetten – Europa kan en moet dat nu doen.
Lees ook
Oekraïne en Europa kunnen niet rekenen op Trump, maar moeten hem wel te vriend houden
Het gaat deze week nogal veel over vlogfamilies. Staatssecretaris Jurgen Nobel (VVD) kondigde strengere wetgeving aan, de redenatie is simpel: er wordt geld mee verdiend, dus dit zijn geen hobbyprojecten, dit is werk. En we hebben met z’n allen bedacht dat kinderen niet te veel moeten werken.
Nobel was te gast bij Eva, waar schande werd gesproken van de praktijken. Voortdurend werden beelden herhaald met geblurde kinderen, waardoor je het gevoel kreeg naar een misdrijf te kijken. Psychiater Esther van Fenema hoefde geen patiënt te zien om een diagnose te stellen: dit is kindermisbruik. En die ouders weten dondersgoed wat ze doen, voegde advocaat Veerle Hammerstein eraan toe.
Het is gek hoe zoiets loopt: jarenlang kraaide er geen haan naar de familievlogs terwijl er duizenden overduidelijk gesponsorde video’s op YouTube stonden waarin het wemelt van de kinderen. Opeens is het een maatschappelijk probleem dat zo snel en zo stevig mogelijk moet worden aangepakt.
Het enige wat daarvoor nodig is, is iemand die de juiste vragen stelt. Tim Hofman lichtte in zijn programma Boos geen enkele tegel, hij keek gewoon met experts naar openbare video’s, concludeerde dat het niet in de haak was en vroeg aan de staatssecretaris wat hij daaraan ging doen. Agenderen, noemen we dat dan met een niet al te duur woord.
Bij mij ontbreekt het blijkbaar aan journalistieke scherpte, want agenderen is nooit in me opgekomen, terwijl ik uren aan beeldmateriaal grondig heb geanalyseerd. Meer specifiek: vlogfamilie De Bakkertjes. Ze hebben nu 413 duizend volgers, maar ik ben er sinds het prille begin bij. Ik zag hoe hun jongste dochter werd geboren, hoe de oudste zoon kampioen werd met voetbal, ik zag de haarlijn van de vader steeds verder terugtrekken en dankzij een door Globalhair gesponsorde haartransplantatie weer een forse stap vooruit zetten, ik zag dat de oudste zoon een eigen gamekanaal startte en dat de moeder de camera het liefst ontwijkt.
Maar ik zag vooral heel veel challenges: hoe lang kunnen de kinderen op een kleed blijven zitten? Hoeveel frikandellen kunnen ze eten? Wat gebeurt er als je 24 uur lang je zusje pest? Of als je een kind van vier alle boodschappen laat doen voor de hele week?
Voor mij is het allemaal bijvangst, want het gezin interesseert me nauwelijks. Het gaat mij om het huis waarin ze wonen. Meestal ga ik met mijn cursor over de tijdbalk waardoor een thumbnail verschijnt en dan schuif ik langzaam op naar rechts, op zoek naar beelden van de woonkamer, de trap, de badkamer of de tuin. Ik wil weten wat voor vloer er ligt, hoe de slaapkamers zijn verdeeld en waar pappa zijn gigantische zwarte Dodge RAM 2000 parkeert.
De reden van mijn fascinatie is dat ik opgegroeid ben in het huis van De Bakkertjes. Ik woonde er tussen mijn zesde en mijn negentiende samen met mijn ouders en mijn twee broers, mijn zus was al het huis uit. Mijn vader kocht het houtkacheltje dat er nog steeds staat, de bekleding die mijn moeder koos voor de trap is nog hetzelfde, maar de keuken is nieuw en onze tuin met allerlei bloemen en een vijver vol kikkers is nu een kunstgrasmat met een ingegraven trampoline. Ik kijk de video’s uit melancholie, ik zal me nooit meer ergens zo onbezorgd voelen als daar.
Als ik naar de kinderen kijk die er nu wonen, ben ik blij dat er toen nog geen sociale media bestonden. Het lijkt me stressvol, al helemaal als er de hele tijd content geproduceerd moet worden. Maar de kinderen zijn ook niet geholpen als we hun ouders neerzetten als criminelen. Het is een relatief nieuw online fenomeen en wetgeving loopt dan altijd een beetje achter.
Dat is een probleem, maar we lijken het vermogen kwijt om zo’n probleem in de juiste proporties te beschrijven. „Waarom zou je dit je kinderen aandoen?”, vroeg Nobel zich af. Van Fenema „werd er misselijk van”.
Er was deze week genoeg in het nieuws waar je wel dat soort kwalificaties aan kunt hangen, dit is gewoon iets waar een paar juristen met verstand van internet en arbeidsrecht even goed naar moeten kijken.