Opinie | Wat je niet in huis haalt, hoef je ook niet te recyclen

Bij de milieustraat zie ik een reiskoffer in de container liggen. Vrijwel nieuw. Precies wat ik nodig heb voor mijn stedentrip. Ik vis de koffer eruit, maar nog voor ik die goed vast heb, staat er een medewerker naast me. „Diefstal,” roept ze. „Gemeente-eigendom. Leg ’m terug of ik doe aangifte.” Ik schrik: sinds wanneer is iets redden van de verbrandingsoven een criminele daad?

Reduce, Reuse, Recycle is een bekende slogan voor duurzaam afvalbeheer – en dat in deze volgorde. Toch ligt de nadruk in beleid vooral op de laatste stap: recyclen, terwijl daar de minste milieuwinst valt te behalen. Reduce gaat over minder kopen en slimmer kiezen: neem je eigen koffiebeker mee in plaats van telkens een wegwerpbeker. Reuse betekent hergebruiken: een glazen pot wordt koektrommel, een blik wordt bloempot. Recycle is het eindstation: afval verwerken tot nieuwe grondstof. Maar dát proces is energie-intensief, duur en zelden echt circulair. Wat ooit een verpakking was, eindigt als asfalt of bermpaaltje. En dáár hebben we er wel genoeg van.

Hergebruik zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar in de praktijk is het een doolhof. Kringlopen zijn vaak dicht in het weekend – hét moment waarop mensen hun zolder opruimen. Milieustraten hanteren een streng ‘niet-meenemen’-beleid. En het afvalbeleid aan huis verandert zo vaak dat niemand meer weet wat in welke bak hoort.

Daarom mijn pleidooi: laten we hergebruik logisch maken. Breng spullen naar de plek waar ze écht van waarde zijn. Sportspullen horen bij de sportclub. Boeken bij de bieb. Zaden bij de moestuin. Tweedehands kleding gewoon in de winkelstraat. En zet een kringloop pal naast de milieustraat – één rit, dubbel resultaat. Niet ingewikkeld. Wel effectief. Zo maken we van hergebruik de norm, in plaats van de uitzondering.

Koop wat je gebruikt

In Rotterdam rijden goudkleurige vuilniswagens rond met de tekst „Goud Transport”; een helder signaal: dit is geen afval, dit is waarde. Steeds meer bedrijven snappen dat hier de toekomst ligt. Bij MUD Jeans lease je een spijkerbroek. Met de app Too Good To Go red je maaltijden van de kliko. Bij Fairphone vervang je onderdelen van je telefoon zodat je geen nieuwe hoeft te kopen. Je hoeft nooit meer naar schroeven te zoeken als je bij Hornbach de schroeven koopt per stuk die je ook daadwerkelijk gaat gebruiken.

Terwijl beleidsmakers nog zoeken naar structuur, laten burgers al zien hoe reduce, reuse, recycle in de praktijk werkt. Zoals bij Swap Sint, waar ouders speelgoed ruilen vóór de feestdagen. Of City Seeds, waar buurtbewoners zaden delen via de bieb of stadstuin. En bij The Swapshop, waar tweedehands kleding wordt gepresenteerd alsof het zo van de catwalk komt. Ook online bloeit de circulaire economie: op Peerby leen je spullen van je buren, op Vinted krijgt kleding een tweede leven.

Deze initiatieven zijn niet alleen goed voor het milieu en je portemonnee, ze versterken ook de buurt. Door spullen te delen ontstaan gesprekken, ontmoetingen en onderlinge hulp. Circulariteit is meer dan een systeemverandering – het is ook een sociale beweging.

Deze week organiseert Zero Waste Nederland de Week Zonder Afval. Door het hele land organiseren vrijwilligers wandeltours waar je ontdekt dat je boodschappen kunt doen zonder afval – gewoon met je eigen tas, pot of pan. Duurzaam leven begint niet bij afval scheiden, maar bij anders kiezen. Wat je niet in huis haalt, hoef je ook niet te recyclen.