Tv-recensie | Als de aarde is verpulverd, gaat het Songfestival verder op een ruimteschip

Vlak voordat zaterdag het aardse Songfestival losbarstte, was op BBC 1 het Interstellaire Songfestival te zien. Dit vindt pas over 900 jaar plaats, maar de Britse sciencefictionserie Doctor Who deed er alvast verslag van. De aarde is inmiddels verpulverd, de show gaat door op een ruimteschip. Nadat ze Australië had toegelaten op het Europese eenheidsfeest, besloot de leiding de zangwedstrijd ook open te stellen voor buitenaardse volkeren. Zo zien we een groep oranje vogeltjes het lied ‘Daggadoo’ ten beste geven.

Na negen eeuwen is de festivalleiding er nog steeds niet in geslaagd om de politiek buiten de deur te houden. Twee terroristen met hoorntjes kapen het feest om een aanslag te plegen. Hun volk, de Hellions, wordt met de nek aangekeken en gediscrimineerd. Op hun planeet vindt een genocide plaats – een grootmacht heeft het op de helliaanse klaprozen gemunt waar ze surrogaathoning van maakt. Het merk Poppy Honey is de hoofdsponsor van het Interstellaire Songfestival.

Gaza was weer overal, dit weekeinde op televisie. De omstreden kandidaat Israël won bijna het Songfestival, mede door de steun van de Nederlandse stemmers, die de vocale prestaties van het land beloonden met de volle twaalf punten. Om dat te compenseren gingen zondagmiddag in Den Haag honderdduizend mensen in het rood de straat op om te demonstreren tegen de moord op de Palestijnen. Verder waren er de verslagen van een nieuw Israëlisch offensief. Bij dat laatste viel het verschil op tussen RTL Nieuws (RTL 4) en het Achtuurjournaal (NPO 1). RTL beschreef gewoon wat er gebeurde terwijl de NOS nog steeds krampachtig probeert om Israël buiten het verslag te houden. Voorbeeldzin: „Huizen werden geraakt.”

Nederlanse weerloosheid

Even tot hier (NPO 1) liet Israël en Gaza even zitten. Het duo Jeroen Woe en Niels van der Laan behandelde in deze seizoensfinale wel de beroerde presentatie van België op het Songfestival – om hun Vlaamse pianist Miguel te pesten. De meeste aandacht ging uit naar de naderende NAVO-top en de problemen van de regering om het defensiebudget op te pompen. Het duo bezong de Nederlandse weerloosheid in een lied over de opblaasbare nep-tanks die het leger inzet om de Russen te foppen. Op de wijze van het Zweedse songfestivallied zongen ze „Ohohohoho, blaas de boel maar op!”

In Danny op straat (NPO 2) liet razende reporter Danny Ghosen weer eens zien waarom hij is genomineerd voor de Zilveren Nipkowschijf. In een tweeluik over Hongarije behandelt hij de zondebokpolitiek van president Orbán die steeds een nieuwe groep aanvalt om zo de grondrechten verder in te perken. Na de migranten, de Roma en de journalisten zijn nu de gays aan de beurt. Het is niet wenselijk om Hongarije wegens dit wangedrag uit de EU te gooien, zeggen de Hongaren die hij spreekt, want dat drijft het land verder in de armen van Poetin.

Ghosen spreekt onderdrukte parlementariërs, journalisten en gay-activisten. Ook bezoekt hij een demonstratie voor lhbtq-rechten. Dit versnijdt hij met interviews met Nederlanders die in Hongarije wonen. Vooral in het eerste deel waren dat radicaalrechtse boeren die „links” Nederland zijn ontvlucht. Het levert een soort grimmige variant op van Ik vertrek. Met die interviews brengt Ghosen het onderwerp dichter bij huis.

In het eerste deel wees een Hongaarse journalist al op de vriendschap tussen Orbán en „die gekke vent” uit Nederland. „U bedoelt Geert Wilders?” Helpt Ghosen. Ja die. „Hij leert van Orbán hoe hij het journalistieke ecosysteem en uiteindelijk de democratie kan vernietigen.”