N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Enquêtevoorzitter Tom van der Lee De gaswinning had al in 2013, na de beving bij Huizinge, gehalveerd kunnen worden. Dat concludeert de enquêtecommissie Groningse gaswinning. De minister van Economische Zaken greep niet in en ook de Tweede Kamer schoot tekort, zegt enquêtevoorzitter Tom van der Lee.
Een jongen die in de winter in een tent woonde omdat zijn huis onveilig was. Een meisje dat van de stress geen nacht kon doorslapen. Achttienplussers die thuis blijven wonen omdat ze hun ouders niet in de steek willen laten. Veel ontmoetingen in Groningen staan Tweede Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks) nog pijnlijk voor ogen. Vooral de gesprekken met jongeren uit het aardbevingsgebied hakten erin. „Daar schrik je echt van.” Hij zag machteloosheid, wantrouwen en verlies aan toekomstperspectief. „Niet bij één iemand, maar bij een hele generatie.”
In maart 2019 nam de Tweede Kamer zijn motie aan voor een parlementaire enquête naar de gaswinning in Groningen. Tom van der Lee (1964, Silvolde) was toen woordvoerder Groningse gaswinning voor zijn partij GroenLinks. Deze vrijdag presenteert hij als voorzitter van de enquêtecommissie het rapport Groningers boven gas.
Had u in deze commissie moeten plaatsnemen, nog wel als voorzitter? Voelt u zich niet medeverantwoordelijk voor de problemen in Groningen?
„Daar heb ik goed over nagedacht. Ik was geraakt door het dossier, ik had Groningse dorpen bezocht en daar de emotie gezien. Het probleem fascineerde me ook intellectueel, ik ben geïnteresseerd in complexe problemen zoals de publiek-private samenwerking bij de gaswinning, met Shell en ExxonMobil. En ik vond dat ik het kon, omdat ik redelijk objectief kan blijven, over partijpolitieke grenzen heen kan samenwerken.”
U schrijft in het rapport dat de problemen in Groningen zijn veroorzaakt door ‘systeemfalen’. Wat bedoelt u daarmee?
„De belangen van Groningen zijn doelbewust en structureel genegeerd. De financiële en juridische risico’s voor de oliemaatschappijen en de Staat werden veel groter bevonden dan die voor bewoners. Niet alleen hun veiligheid, ook hun welzijn, gezondheid en leefwereld stonden op de tweede plaats. De Staat en de private partijen hebben hun zorgplicht ernstig verzaakt. De Staat heeft verzuimd om uit voorzorg minder gas te winnen na de beving bij Huizinge in 2012, de zwaarste beving tot nu toe. Toen lag er een advies van het Staatstoezicht op de Mijnen, de toezichthouder, om de productie ‘zo veel en zo realistisch als mogelijk te beperken’. Dat was het moment geweest om in te grijpen.”
Hoe had het kabinet kunnen ingrijpen?
„Uit de verhoren bleek dat al een paar maanden na de beving in Huizinge de mogelijkheid bestond om de gasproductie uit Groningen bijna te halveren. Je kon het vervangen door buitenlands gas, aangelengd met stikstof, zodat het dezelfde kwaliteit krijgt als Gronings gas. Dat was voor ons een ontdekking. Maar de hele verkoopstrategie bleef ook in de jaren na Huizinge erop gericht om maximaal Groningen-gas te winnen en maximaal winst te maken. Het wrange is: degenen die van het aanlengen met stikstof wisten in het Gasgebouw [Alle bij de gaswinning betrokken organisaties, red.] hebben de politici hier niet op gewezen. Als die informatie wordt weggeduwd, dan krijg je geen zuivere besluitvorming.”
U bedoelt: EZ-topambtenaar Mark Dierickx had toenmalig minister Kamp op de hoogte moeten stellen?
„Ja, niet alleen hij. Ook zijn collega’s. Het ministerie had de verantwoordelijke bewindspersoon veel beter moeten informeren. Uit de verhoren bleek dat dit niet is gebeurd, of op een heel gekleurde manier. Er was een grote mate van autonomie bij de ambtenaren. Te groot.”
De minister vertelde de Kamer destijds dat er niet minder Gronings gas gewonnen kon worden vanwege de leveringszekerheid. U noemt dat in het rapport een rookgordijn.
„Wij vinden het niet te begrijpen. Kamp greep niet in, en ook nu nog houdt hij vol dat de kennis over dat pseudo-Groningengas niet had uitgemaakt voor zijn besluit. Dat vind ik echt een heel merkwaardig standpunt.”
De minister schoot tekort. Heeft de Kamer in die tijd haar rol wel goed vervuld?
„Nee. De Kamer heeft één setje schriftelijke vragen gesteld over Huizinge en heeft bij hoorzittingen niet de juiste vragen gesteld. Het is een ramp in slow motion. Op geen enkel moment heeft de Kamer verschil kunnen aanbrengen in het niveau van de gaswinning. Op het moment dat schade steeds groter wordt en de maatschappelijke onrust toeneemt, zie je dat de Kamer actiever wordt.”
Lees ook: 30.000 euro. ‘Het is de tactiek van verdeel en heers’, denken ze in de Vinkenstraat
Hoe zit het met rol van premier Rutte? Hij was toen en is nu eindverantwoordelijk.
„Hij zei een aantal dingen die ons verrasten. Bijvoorbeeld dat hij pas ver na Huizinge urgentie begon te voelen. Maar hij heeft op geen enkel moment ingegrepen. Niet bij de vakminister, ook niet in de ministerraad. Terwijl het probleem ernstig genoeg was. Hij interpreteert zijn premiersrol als primus inter pares van de ministerraad. Na vijf jaar raakte hij actiever betrokken: hij bracht bezoeken, deed beloften, maakte excuses, heeft verwachtingen gewekt. Het leidde niet tot een wezenlijke verandering waar gedupeerden iets aan hebben gehad.”
Vindt u dat hij hiervoor de politieke verantwoordelijkheid moet nemen?
„Ik geef daar geen oordeel over, dat vind ik aan de Kamer, in het debat met het kabinet.”
U zegt: Nederland moet een morele ereschuld inlossen aan Groningen. Hoe?
„De gaswinning is cruciaal geweest voor onze naoorlogse welvaart, onze verzorgingsstaat. Daar moet wat tegenover staan. Wij kunnen niet met terugwerkende kracht leed ongedaan maken. Maar we hopen dat ons rapport jongeren helpt in het aardbevingsgebied weer toekomst te zien. Herstel van vertrouwen, dat kun je niet met een enquête bereiken. Herkenning en erkenning wel. Daarom waren de openbare verhoren zo belangrijk, we wilden het verhaal van Groningen laten zien.
„Wat ik de mensen in Groningen gun, is dat zij sneller duidelijkheid krijgen. De schadeafhandeling moet menselijker, niet alleen gebaseerd zijn op juridische aansprakelijkheid. En bij de versterkingsoperatie zeggen we: kies nu eindelijk voor één benadering. Ook willen we dat de bewoner zelf mag kiezen welke norm wordt gehanteerd bij het versterken van zijn huis.”
Dat gaat flink extra geld kosten, want versterking volgens een oude norm is duurder.
„Nou, dan kost het maar meer geld. De oliemaatschappijen moeten ook een deel van die ereschuld inlossen. Niet alles kan naar de Staat worden geduwd. Zij willen een afkoopregeling voor schade en versterking, maar daar kan wat ons betreft geen sprake van zijn. Het is onmogelijk om nu te berekenen hoeveel compensatie er in de toekomst nog nodig is. Het financiële geschil tussen de Staat en de oliemaatschappijen is nog altijd dominant. Het is stuitend dat de oliemaatschappijen een claim op tafel leggen voor niet-gewonnen gas, nu de gaskraan dichtgaat.”