Opinie | Achter het aanstekelijke wijnverhaal volgde de advertentie, werd zo de grens tussen journalistiek en commercie overschreden?

‘Wedden om een kist bordeaux dat ik de tien uitglijers vandaag nog haal?” schreef de lezer (46 jaar abonnee) dinsdag aan het begin van de middag. Ik durfde het niet aan. De man had voor elven al vijf fouten aangewezen. Geen ingewikkelde kwesties, maar grotendeels verschrijvingen die bij rustig nalezen gewoon gevonden moeten worden; of dat nu gebeurt door de auteur zelf of door een eindredacteur.

Vaak meldde deze lezer zijn fouten via de knop ‘Mail de redactie’ onder artikelen, maar hij had niet het idee dat dit structurele aandacht voor de kwestie opleverde. Dan maar naar de ombudsman, al kan die ook niet veel meer doen dan aandacht vragen voor wat op de redactie de ‘foutenlast’ heet. Er is een behoorlijke groep lezers die NRC dagelijks missers meldt; een aantal meent dat de hoeveelheid fouten toeneemt. Dat laatste heb ik niet onderzocht – en ik kom ook in oudere kranten de gekste dingen tegen – maar het past een redactie om deemoedig het hoofd te buigen in het aangezicht van een serie slordigheden. Hoe triviaal een ontbrekend voltooid deelwoord in een zin ook lijkt, zulke slippertjes suggereren haastwerk en dat straalt af op de inhoud van de verhalen. (Hier past ook de aantekening dat ook de ombudsman niet zonder zonde is.)

De lezer haalde de tien fouten zonder veel moeite. Dat hij „een kist bordeaux” voorstelde als inzet voor de weddenschap was trouwens geen toeval. Behalve de tien fouten had hij een elfde aanmerking. Die betrof het verhaal Wijn drinken doe je met open vizier in het katern Leven van dinsdag (13/5). Redacteur Melle Meijer vertelde daarin aanstekelijk over zijn ontwikkeling van wijn-onverschillige tot wijnliefhebber (die geen wijnsnob wil zijn). Aanleiding was de door Meijer geschreven online NRC Masterclass Wijn drinken voor beginners. Daar werd een paar pagina’s verder in de editie groot voor geadverteerd. Dat gaat wel erg ver, vond de lezer. Had hij hier nu gewoon zitten lezen hoe NRC reclame maakte voor een eigen wijncursus? „Na op de aanmeldknop gedrukt te hebben mag je eerst digitaal Plus-abonnee worden. Dat zal niet zonder bijbetaling zijn.”

Masterclass wijn

Eerst over de masterclasses, die in feite kortlopende nieuwsbrieven zijn. Ze zitten in het pakket waarmee NRC – in het licht van het dalende belang van ‘papier’ – het zogenoemde Plus-abonnement aantrekkelijker wil maken. Naast journalistieke producten als exclusieve nieuwsbrieven, bevat dat bijvoorbeeld ook gratis e-books. Overigens zijn alle lezers die een vorm van papier in hun abonnement hebben, Plus-abonnee; zo’n 85 procent van het totale abonneebestand. Er zijn nu vijf masterclasses, onder meer over zaken als het Amerikaanse kiesstelsel en het schrijven van goede verhalen.

Die over wijn benoemt ook de schadelijkheid van alcoholgebruik, blijkt uit de aankondiging die de deelnemers krijgen: „De mythe dat een glaasje rood per dag goed zou zijn voor de bloeddruk is alweer een tijd geleden gesneuveld. Daar gaat het slotdeel over, waar je ook kennis gaat maken met een paar goede alcoholvrije alternatieven.”

Maar eerst was er het verhaal in de krant, samenvallend met een reeks advertenties voor de masterclasses. Volgens Meijer was een van de doelen van het artikel om in de editie de aandacht op de cursus te vestigen. Redacteur Anna Vossers, verantwoordelijk voor het Leven-katern, is als eindredacteur betrokken bij de masterclasses en vroeg hem het artikel te schrijven. „Ik vind dat goede journalistieke producties waar veel werk in zit aandacht verdienen. Het leek me de moeite waard om die ook in het katern een plaats te geven.” Wat haar betreft gaat het om een journalistieke afweging, waarbij meespeelt dat het aanbod voor Leven-verhalen niet altijd overweldigend is. Al eerder, op 22 april, verscheen het artikel Ik ging in relatietherapie met mijn telefoon van de auteur van de masterclass Stoppen met scrollen, ook toen vergezeld van een advertentie.

Adjunct-hoofdredacteur Lucas Brouwers benadrukt dat NRC-journalistiek langs verschillende wegen tot de abonnee komt en dat het belangrijk is om lezers op het hele aanbod te wijzen. „Vandaar dat we adverteren als we een nieuwe podcast uitbrengen of een e-book aanbieden.” Aandacht vragen voor de masterclass was volgens hem niet de bestaansreden voor het artikel. „Dit is géén advertorial, maar een zelfstandig journalistiek verhaal.”

Inderdaad zijn er verschillende vormen van kruisbestuiving binnen NRC: in podcasts gaat het vaak over artikelen op de site, de (Plus-)nieuwsbrief Machtige Tijden van Tom-Jan Meeus verschijnt op maandag in bewerkte vorm in de krant – en online met aanmeldlinkje. Bovendien zijn de masterclasses beschikbaar voor het overgrote deel van de abonnees. De artikelen gingen ook niet over het maken van de masterclass, wel werd er in een kader bij het verhaal op gewezen.

Toch begrijp ik de kritiek van de lezer wel. Want wat hij zag, telt ook. Dat was een prominent verhaal dat aandacht vroeg voor iets waar tezelfdertijd royaal voor werd geadverteerd; dat zet je al snel op het spoor dat advertentie en artikel zich weliswaar aan weerszijden van de ‘Chinese Muur’ tussen journalistiek en commercie (in dit geval de abonneewerving) bevinden, maar dat ze uit dezelfde koker komen. Daarbij helpt het niet dat de illustraties bij het artikel van dezelfde makelij zijn als die bij de masterclass. Ook is het online kader bij het verhaal dat doorlinkt naar de masterclasses groot en prominent. Hoe logisch het verlangen ook is om abonnees te wijzen op het brede aanbod van NRC, de schijn dat redactionele ruimte een verlengstuk is van zakelijke belangen, zou ik liever vermijden.

Arjen Fortuin

Reacties: [email protected]