Turkije laat Zweedse journalist vrij die ervan verdacht werd Erdogan te hebben beledigd

De Zweedse journalist Joakim Medin, die op 27 maart in Turkije werd gevangengezet, is op weg naar huis, zo heeft de Zweedse premier Ulf Kristersson vrijdagavond laten weten. Medin was in Turkije om verslag te doen van protesten tegen de arrestatie van de burgemeester van Istanboel, Ekrem Imamoglu, waarna hij werd opgepakt.

Hij werd eind april veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van elf maanden voor het beledigen van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Medin was nog in afwachting van een andere zaak, waarin hij werd beschuldigd van terroristische misdrijven. Daarvoor hing hem een maximale gevangenisstraf van negen jaar boven het hoofd.

„Hard werken in relatieve stilte heeft zijn vruchten afgeworpen,” schreef premier Kristersson op X. Hij voegde eraan toe dat Medin over enkele uren in Zweden zou landen. Kristersson bedankte het ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese collega’s voor hun hulp bij het bewerkstelligen van Medins vrijlating.

Medin werd naast het beledigen van Erdogan beschuldigd van deelname aan een demonstratie in Stockholm van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), een organisatie die de Europese Unie en Turkije als terroristisch beschouwen. Bij dat protest werd een pop die president Tayyip Erdogan moest voorstellen voor het stadhuis opgehangen.

De 40-jarige Medin, verslaggever bij het Zweedse dagblad Dagens ETC, ontkent te hebben deelgenomen aan deze betoging. Ten tijde van de demonstratie werkte hij in Duitsland, vertelde hij in de rechtbank.