De organisatie World Press Photo heeft vrijdag besloten om de auteursnaam bij de bekende persfoto ‘The Terror of War’ uit 1972 voortaan weg te laten. Recent ontstond ophef omdat niet de vermeende auteur Nick Ut de foto destijds zou hebben gemaakt, maar de onbekendere Vietnamese persfotograaf Nguyen Thanh Nghe.
Over wie de auteur is van ‘Het napalmmeisje’, is al langer discussie. Op haar website schrijft de directeur van World Press Photo, Joumana El Zein Khoury, dat de „mate van twijfel te groot is om de bestaande toeschrijving te handhaven”. Tegelijkertijd stelt El Zein Khoury dat het bewijs niet sluitend naar een andere auteur wijst. Daarom zegt ze ervoor te kiezen om het auteurschap niet opnieuw toe te wijzen.
De foto wordt voortaan vergezeld van een bijschrift waarin wordt uitgelegd dat er twijfel bestaat over de auteur maar dat de historische waarde van de foto intact blijft. „Belangrijk is dat de foto zelf onbetwist blijft en dat de prijs voor de foto blijft staan. Alleen het auteurschap wordt beoordeeld.” Ook staat erbij dat de identiteit van de auteur mogelijk nooit achterhaald wordt.
The Stringer
De controverse ontstond na het uitkomen van de documentaire The Stringer, in januari. In die documentaire wordt beweerd dat ‘The Terror of War’ van de 9-jarige Kim Phuc in Trang Bang, Zuid-Vietnam, niet is gemaakt door Nick Ut, maar door Nguyen Thanh Nghe. De documentaire stelt dat beide fotografen aanwezig waren tijdens de aanval maar dat de onbekende freelancer Nguyen Thanh Nghe het iconische beeld, frontaal van voren heeft gemaakt.
Nick Ut was destijds in dienst van persbureau AP en won later voor het maken van ‘Het napalmmeisje’ de World Press Photo-prijs en een Pulitzer. In de documentaire wordt gesteld dat in 1972 op het AP-kantoor in Saigon, waar de foto’s werden ontwikkeld en afgedrukt, het beeld van Nguyen Thanh Nghe als sterkste werd beoordeeld, maar vervolgens opzettelijk is toegeschreven Ut. Persbureau AP ontkent dat na een intern onderzoek.
World Press Photo-directeur El Zein Khoury onderschrijft in haar besluit dat het „essentieel” is om vragen rondom authenticiteit en auteurschap in de fotojournalistiek ook vijftig jaar na dato serieus te nemen. In dit tijdperk dat volgens El Zein Khoury „wordt bepaald door verkeerde informatie, polarisatie, mediamanipulatie en het uithollen van het vertrouwen van het publiek” staat het beeld zelf niet ter discussie. Het auteurschap wel.
Lees ook
Wie nam de wereldberoemde foto van het Vietnamese ‘napalmmeisje’?
Negen Oekraïense burgers zijn in de nacht van vrijdag op zaterdag omgekomen door een Russische drone-aanval op een bus in de noordoostelijke regio Soemy. Dat heeft Ihor Tkatsjenko, hoofd van het militaire bestuur van de regio, gemeld via Telegram. Ook raakten vijf personen gewond.
De bus werd geraakt toen deze onderweg was naar de regionale hoofdstad Soemy, dicht bij de grens met Rusland. De nationale politie van Oekraïne omschreef de aanval als een „cynische oorlogsmisdaad” zonder „enige acht te slaan op internationale wetten of menselijkheid”. Rusland heeft geen directe reactie gegeven, maar heeft wel verklaard een „militair verzamelpunt” in Soemy te hebben geraakt.
De gemelde aanval vond plaats slechts enkele uren na de eerste directe vredesgesprekken tussen Rusland en Oekraïne sinds 2022. Die gesprekken leverden geen doorbraak op. Wel werd een overeenstemming bereikt over een gevangenenruil.
Liveblog oorlog in oekraïne
Rusland doodt met drone-aanval zeker negen Oekraïense burgers, vlak na vredesgesprekken
Volgende week zaterdag, op 24 mei, houdt de SGP haar partijcongres. Meestal verlopen die rustig bij de gezagsgetrouwe partij, maar nu ligt er een motie aardig wat stof doet opwaaien. Het gaat om een aanpassing van de grondbeginselen van de partij, waarbij het vrouwen toegestaan zou worden om politiek actief te zijn.
Over deze motie en over de oudste partij in het Nederlandse parlement gaat het in deze Haagse Zaken. Je hoort van Pim van den Dool en Petra de Koning over het vrouwenstandpunt van de partij en hoe zelfs binnen de oerconservatieve SGP verandering plaatsvindt.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
‘Voor nachtvorst bent u niet beschermd tot St. Servaas zich over u ontfermt’, luidt een oude volkswijsheid. Servatius behoort tot de ijsheiligen van wie deze week de naamdag wordt gevierd. Zij markeren in de volksweerkunde de laatste dagen met een redelijke kans op nachtvorst. Maar de ijsheiligen zijn niet meer heilig, schrijft het KNMI op zijn website. De laatste vorstdag in het voorjaar ligt een dag of tien eerder dan ‘vroeger’. Een uitschieter (die nu eenmaal voorkomen als het om het weer gaat) was er in 2020. Dat was het laatste jaar dat er na ijsheiligen nog nachtvorst is gemeten. De keer daarvoor was in 1973, meer dan een halve eeuw geleden.
In de klimaatscenario’s van het KNMI, gebaseerd op de snelheid waarmee broeikasgassen worden teruggedrongen, valt aan het eind van deze eeuw de laatste vorstdag in het gunstigste geval begin april. In een ongunstig scenario wordt dat februari. Tegen die tijd kent Nederland geen echte winters meer en zal het aantal vorstdagen gedaald zijn van meer dan vijftig naar ongeveer tien per jaar.
Hoe erg is dat? De meesten van ons zullen na een grijze winter vooral genieten van stralend lenteweer. Logisch. Met temperaturen ruim boven de 20 graden zitten de terrassen vol en staan gezichten vrolijk. Juist in het voorjaar, als maart zijn staart soms roert en april nog doet wat-ie wil, zit niemand te wachten op een winterse bui.
Toch is het belangrijk om te beseffen dat wat we nu ‘lekker weer’ noemen een symptoom is van de manier waarop mensen het klimaat ontwrichten. De vijf warmste lentes sinds het begin van de metingen in 1706 vielen in de afgelopen twee decennia. „De lente warmt hard op”, aldus de website Weeronline. Tot 1991 lag de gemiddelde lentetemperatuur op 8,1 tot 8,7 graden. Inmiddels is dat bijna 10 graden. En over een paar decennia kan dat zo’n 13 graden zijn.
De gevolgen zijn groot. Allereerst voor de natuur. Veel planten en dieren hebben moeite om zich aan te passen aan een vroeger begin van het voorjaar. Bomen lopen eerder uit, insecten komen sneller tevoorschijn. Maar ze doen dat helaas niet allemaal in hetzelfde tempo. Het broedsucces van koolmezen hangt af van de optimale beschikbaarheid van rupsen. Komt een van beide te vroeg of te laat, dan stort het ecologische bouwwerk in elkaar.
Ook voor mensen heeft de verschuiving van de seizoenen ernstige gevolgen. Hoewel niet elk voorjaar zo droog is als nu (2024 was zelfs uitgesproken nat) laat de huidige situatie goed zien wat zo’n extreem neerslagtekort zo vroeg in het jaar betekent. Het droogteseizoen is nog maar net begonnen, en nu al stellen waterschappen beregeningsverboden in voor de landbouw. Het water in de Rijn staat ongeveer twee meter lager dan gewoonlijk in deze tijd van het jaar, waardoor de scheepvaart in de problemen kan komen. Europese elektriciteitscentrales kampten de afgelopen jaren tijdens hete periodes met een gebrek aan koelwater. „De eerste effecten van droogte zijn al zichtbaar”, schreef Rijkswaterstaat anderhalve maand geleden. „Zoals de bosbranden een paar weken geleden in Zeeuws-Vlaanderen en op de Sallandse Heuvelrug.”
Op basis van de klimaatscenario’s verwacht Rijkswaterstaat dat het neerslagtekort tot 2050 met maar liefst 35 procent kan toenemen. Nederland moet daarop nog veel meer dan nu anticiperen. Daarvoor zijn maatregelen nodig die, schrijft Rijkswaterstaat eufemistisch, „niet altijd op breed draagvlak kunnen rekenen”.
De Algemene Rekenkamer waarschuwde deze week in het rapport Drinkwater onder druk dat het kabinet onvoldoende werk maakt van waterbesparing. „Zorgelijk”, oordeelt de Rekenkamer. Want terwijl de vraag naar drinkwater stijgt (in de komende vijf jaar met maar liefst honderd miljoen kubieke meter, verwacht kennisinstituut RIVM), daalt het aanbod. Binnenkort kunnen waterleidingbedrijven in een warme, droge zomer niet langer aan de vraag voldoen.
Maar besparing vereist bewustzijn. Het is belangrijk dat weermannen en -vrouwen meer context bieden bij de term ‘lekker weer’. Media (ja, ook NRC) zouden niet langer automatisch foto’s van pootjebadende kinderen moeten plaatsen bij berichten over het zoveelste hitterecord. En voor het onderwijs wordt het steeds belangrijker om kinderen bewust te maken van de veranderingen.
Voor het herkennen van klimaat- en milieuproblemen worden mensen gehinderd door het shifting baselines syndrome – een aanpassing van het verwachtingspatroon, waardoor we iets waardevols verliezen. Kinderen weten niet meer dat de voorruit na een zomerse autorit vroeger vol zat met dode insecten – die zijn verdwenen. De tijd dat er bijna iedere winter wel een keer een sneeuwpop kon worden gemaakt ligt ver achter ons. Geniet vooral van een drankje in de lentezon, maar ga het niet als normaal beschouwen.