Column | Enig privéleven is geen luxe

Toen een paar jaar geleden in het Limburgse Schinnen een noodopvang kwam voor vluchtelingen, sloegen buurtbewoners alarm. Ze hadden groepjes onbekende jongemannen al filmend door het dorp zien lopen. Die waren zich natuurlijk aan het oriënteren op inbraak! Leon Giezenaar ging praten met de mannen. Inbreken? Welnee. Ze wilden graag hun familie thuis de plek laten zien waar ze terecht waren gekomen.

Een paar maanden later keek niemand in het dorp meer op van een vluchteling in de supermarkt. Na een jaar werd de noodopvang weer opgedoekt.

Leon Giezenaar werkt al dertig jaar voor en met vluchtelingen. Een kalme man, in spijkerbroek en T-shirt. Nu is hij locatiemanager van het asielzoekerscentrum in Maastricht (650 plekken). Daarvoor was hij jarenlang de baas in de Limburgse azc-Sweikhuizen, een voormalig retraitehuis in de bossen, voor maximaal 248 mensen. De crisisnoodopvang in drie paviljoens in Schinnen (450 plekken) deed hij vier jaar geleden tussendoor.

Giezenaar kent na 30 jaar wel de voordelen van een permanente plek. Een deur die dicht kan, zelf boodschappen doen, eigen prakkie koken, goeie wifi. Tijdbesteding als sporten, leren en werken. Ervaren personeel dat begeleidt maar niet betuttelt.

Loop maar even met hem mee door zijn gebouw in Maastricht, een groot voormalig kantoorpand met zes verdiepingen dat vijf jaar geleden werd verbouwd tot azc. Hij is er trots op. Er zijn geen slaapzalen maar ‘wooneenheden’. Hij zwaait een deur open: een vierpersoons, twee tweepersoonskamers en keukentje en badkamer. Klein. Maar ruimte voor enig privéleven.

Er zijn wasmachines, lokalen voor Nederlandse les, een balieruimte, een speelplek voor jonge kinderen, spreek- en behandelkamers voor medische dienst en kantoren voor het personeel. Allemaal zaken waar in noodopvang weinig plek voor is. Boven in het gebouw is een grote recreatieruimte die gebruikt kan worden voor vrouwen- en kinderactiviteiten, biljarten, tafelvoetbal. En er is een podium voor muziekvoorstellingen, filmavonden of een carnavalszitting.

Luxe? Dat is behoorlijk overdreven. Mensen zitten al snel drie jaar of langer in de opvang. Dan is acht man in een appartement nog best krapjes. Voor sceptici: een plek in een permanent azc kost ongeveer dertigduizend euro per jaar –– in een evenemententent, hotel of cruiseschip minimaal het dubbele.

Een plek als dit is prettiger voor onze bewoners, maar óók voor onze omwonenden, zegt Giezenaar. De buurt hoeft zich niet druk te maken over de komst van asielzoekers, want ze zijn er al. Vrijwilligers geven taalles en organiseren activiteiten voor kinderen. Studenten van de universiteit Maastricht organiseren workshops. De Aldi schrikt niet van onze mensen maar heeft er een aantal in dienst.

In Maastricht wordt Giezenaar niet gebeld als er ergens in de stad een groepje rondhangt. In Schinnen wel. Een groep stond vreemd tegen een muur aan gedrukt. Buurtbewoners vonden dat toch onprettig. Wat bleek: precies op dat punt was er een open wifi-punt. Dat was in de noodopvang nog niet geregeld.

Sheila Kamerman ([email protected]) doet wekelijks ergens vanuit Nederland verslag.