Achttien uur wachten op de Eerste Hulp in Portugal – niemand gelooft de verkiezingsbeloftes nog

Op maandagochtend vult een gedempte stilte de wachtruimte van de gynaecologie-afdeling in het IPO-ziekenhuis in de Portugese havenstad Porto. Patiënten van het oncologieziekenhuis trekken een nummer en nemen plaats op grijze stoelen die qua kleur naadloos samenvallen met de muren en de vloer. Op het scherm naast de monitor die patiënten oproept voor een chemobehandeling of bestraling, flitsen beelden van partijleiders en verkiezingsdebatten voorbij. Alweer zijn de Portugezen opgeroepen om te stemmen, de derde keer in drie jaar.

Het IPO is net zo oud als de Portugese democratie, vijftig jaar. Binnen de muren van het grootste kankerinstituut van Portugal wordt pijnlijk zichtbaar waar het deze verkiezingen echt om draait: een zorgsysteem dat kraakt in zijn voegen en een samenleving die genoeg heeft van verkiezingen en loze beloftes.

Oncoloog Joana Bordalo e Sá haalt in de wachtkamer haar patiënt op, een tiener. Ze behandelt patiënten met borstkanker en gynaecologische kankers. „We hebben het ongelofelijk druk en het is pas negen uur”, zucht ze, terwijl ze uitgeput plaatsneemt achter haar bureau. Haar werkweek tikt moeiteloos de zeventig uur aan. Naast de vaste veertig uur op de polikliniek moet ze door het chronische artsentekort voortdurend bijspringen op de spoedafdeling. „Officieel mogen artsen 150 overuren per jaar draaien, maar die grens had ik in februari al overschreden.”

Naast oncoloog is Bordalo e Sá ook directeur van de Federação Nacional dos Médicos, de grootste artsenvakbond binnen de publieke gezondheidszorg. De organisatie strijdt al jaren met de regering voor een hoger salaris en betere werkomstandigheden, maar dat heeft tot nu toe weinig opgeleverd.

Tot 1974 bestond er geen zorgstelsel in Portugal. Tijdens de opbouw na de dictatuur onder António de Oliveira Salazar ontwikkelde het land een redelijk goed zorgsysteem (SNS), waarbij zorg gratis was. Toen brak de economische crisis van 2008 uit. „Ons zorgsysteem stortte compleet in”, vertelt Bordalo e Sá . „De overheid stopte met investeringen in de publieke zorgsector omdat het financieel heel slecht ging en moedigde privatisering aan. Zorgpersoneel moest 20 procent van het salaris inleveren en dat is tot op de dag van vandaag niet rechtgezet.”

100 kilometer reizen

De artsenvakbond wil die 20 procent terug en pleit voor onder meer kortere werkweken, meer vrije dagen en snellere doorstroom van jonge artsen. Maar de onderhandelingen lopen telkens op niets uit. De regering van de centrumrechtse Luis Montenegro (Partido Social Democrata) had een voorstel klaarliggen om de publieke en private zorgsector samen te voegen om zo druk te verlichten. Er zou dan meer geld beschikbaar zijn, meer artsen op een locatie en meer medische apparatuur. Maar zover kwam het niet: de regering viel voordat het voorstel in stemming kon worden gebracht.

Ondertussen stapelen de problemen zich op: ruim een op de vijf (toekomstige) artsen ziet geen toekomst meer in eigen land, 1,6 miljoen Portugezen zitten zonder huisarts, er zijn lange wachtlijsten en verschillende spoedposten en en zorgafdelingen hebben hun deuren moeten sluiten, met name kindergeneeskunde, verloskunde en gynaecologie. „Vooral vrouwen en kinderen in het zuiden van het land ervaren hier de gevolgen van. Wie moet bevallen moet soms honderden kilometers afreizen naar een ziekenhuis waar ze wél geholpen kunnen worden”, legt Bordalo e Sá uit. Dit jaar zijn er tot nu toe zo’n veertig baby’s geboren in een ambulance.

Het overkwam ook de 20-jarige Inês. De kraamafdelingen en spoedpost in de omgeving van Benavente ten oosten van Lissabon, waar ze vandaan komt, waren gesloten vanwege gebrek aan personeel, dus moest ze bijna 100 kilometer afleggen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis in Lissabon. De brandweer die haar vervoerde, heeft op de vluchtstrook van de snelweg baby Catarina ter wereld gebracht.

Het Portugese kankerinstituut IPO in Porto. Eén op de vijf artsen ziet geen professionele toekomst meer in Portugal, blijkt uit onderzoek.

Foto Bruno Colaço

Bordelo e Sá pakt haar telefoon en laat geschokt een rapport zien dat die maandagochtend is gepubliceerd. „Kindersterfte is met 20 procent toegenomen ten opzichte van 2023”, leest ze hoofdschuddend voor. „Het is ziekmakend. Het boeit de politiek niets. Die zijn alleen bezig met geld.”

„Moet je je voorstellen dat er kankerpatiënten zijn die hun behandeling in een private kliniek beginnen”, vervolgt ze. „Ze krijgen chemotherapie, immuuntherapie, allerlei behandelingen die heel duur zijn. De verzekeraar vergoedt dit maar tot een bepaald bedrag, daarna moet de patiënt de behandeling zelf betalen of de behandeling bij mij hervatten. Ik krijg dus vaak patiënten die halverwege een behandeling moeten overstappen, terwijl dit een ziekte is waarbij tijd kostbaar is.”

Overspannen

In totaal telt Portugal 60.000 artsen, van wie de helft in de publieke zorgsector werkt. Door de hoge werkdruk heeft een kwart van de jonge generatie artsen een burn-out, blijkt uit een recent onderzoek. Nog eens de helft zit op het randje van overspanning. De overige 30.000 specialisten werken onder betere omstandigheden in de private sector of hebben het land verlaten.

De hoge werkdruk raakt niet alleen de artsen. Verpleegkundigen kampen met exact dezelfde problemen: lage salarissen, overwerkte collega’s en een gebrek aan personeel om afdelingen draaiende te houden. „Ons zorgsysteem brokkelt langzaam af en er lijkt geen oplossing in zicht.”, zegt Sara Bento van de Orde van Verpleegkundigen.

Volgens Bordalo e Sá en Bento zijn de problemen in het zuiden groter, vooral in en rondom Lissabon. „Huisvesting is haast onbetaalbaar voor de lokale bevolking, dus is er een leegloop aan zorgprofessionals waardoor de druk op het zorgsysteem daar groter is”, zegt Bento.


Lees ook

deze reportage uit 2024 over huisvesting in Lissabon

Márcia en Andreia in hun keuken in het tentenkamp aan het strand van het villastadje Carcavelos, bij Lissabon.

Een kwart van de inwoners in Lissabon heeft geen toegang tot vaste eerstelijnszorg, bleek uit onderzoek van de Portugese gezondheidsautoriteit ERS. Dit leidt niet alleen tot onzekerheid en frustratie bij burgers, die soms al jaren wachten op een huisarts, maar ook tot een toenemende druk op spoedeisende hulpdiensten, die vaak worden benaderd voor niet-acute medische problemen.

Zo is de wachtkamer van de spoedeisende hulp in het ziekenhuis Santa María in Lissabon op vrijdagavond druk. Het ziekenhuis maakt gebruik van een triagesysteem waarbij patiënten een gekleurde polsband krijgen op basis van hun klachten. Rood vereist onmiddellijke behandeling, oranje is zeer urgent en moet binnen tien minuten behandeld worden, geel binnen een uur. Blauw en groen zijn minder urgent, die patiënten moeten binnen vier uur gezien worden door een specialist.

De 63-jarige Matilde Carvalo heeft een blauw bandje om. Ze is gevallen en heeft last van haar arm. Omdat ze verder geen klachten heeft, is ze geen prioriteit. Ze kwam rond half zeven uur binnen, om half elf ’s avonds zit ze nog steeds in de wachtkamer. „We zijn er inmiddels aan gewend om zo lang te wachten. Gelukkig ben ik voorbereid”, grapt ze terwijl ze haar boek omhoog houdt. „Maar telkens wanneer er een ‘rood’ of ‘geel’ persoon binnenkomt, moet ik langer wachten, dus het wordt waarschijnlijk een hele lange avond.”

Sara Bento vertelt dat mensen die geen huisarts hebben soms tot wel achttien uur moeten wachten op de spoedeisende hulp. „En dat had allemaal voorkomen kunnen worden als er voldoende huisartsen zijn die deze niet-levensbedreigende situaties op zich kunnen nemen.”

Zelfde verkiezingsthema’s

De afgelopen drie jaar moesten de Portugezen drie keer naar de stembus en elke keer zijn huisvesting, zorg en educatie de belangrijkste thema’s voor het volk. Partijen voeren daarover dan ook vurig campagne . „Gezondheid is de grootste maatschappelijke prioriteit”, zei de centrumrechtse Luis Montenegro van Aliança Democrática vorig jaar tijdens zijn verkiezingswinst. Hij beloofde een salarisverhoging voor zorgpersoneel van 1,4 procent en extra investeringen om jongeren te motiveren in Portugal te blijven om een einde te maken aan de wachtlijsten. Een jaar later deed hij precies dezelfde belofte.

De sociaaldemocratische leider Pedro Nuno Santos van de Partido Socialista belooft investeringen in de publieke zorg om de toegankelijkheid te verbeteren en het terugdringen van de bureaucratie om zorg efficiënter te maken. Daarnaast hekelt hij de privatisering van de zorg en wil hij die terugdraaien.

„Maar er verandert toch niks”, lacht oncoloog Bordalo e Sá schouderophalend. „Toen de sociaaldemocraten onder Costa aan de macht waren ging het ietsjes beter. We konden toen gesprekken voeren. Maar de Aliança Democrática, een centrumrechtse politieke alliantie tussen de partij van Montenegro (PSD) en volkspartij CDS, wilde het afgelopen jaar niet eens met ons aan tafel zitten om naar onze zorgen te luisteren.”

De politieke beloftes blijven in de wachtkamer. In het Santa María ziekenhuis wachten mensen dan ook niet alleen op een behandeling, maar ook op een verandering die maar niet komt. „De politiek gebruikt de zorg als strijdtoneel, terwijl mensen dagelijks vechten voor hun leven”, zegt Matilde Carvalo. „Portugal is verkiezingsmoe en ik begin ook onderhand moe te worden hier in het ziekenhuis.”