Alles wordt een ‘performance’ in biografische film over Sarah Bernhardt, zelfs een amputatie

Het komt niet vaak voor dat de amputatie van een been als een vrolijke aangelegenheid in beeld wordt gebracht, maar in biopic Sarah Bernhardt, la divine zien we hoe de dan 70-jarige wereldberoemde actrice en socialite Sarah Bernhardt (1844-1923) haar ingreep even theatraal benadert als alles in haar leven. Ze groet vrolijk ex-geliefden die op bezoek komen, maakt morbide grapjes en sprenkelt wat emotionele chantage over pre- en postoperatieve gesprekken, de operatie voelt als een grote performance.

Bernhardt wordt gezien als de beroemdste Franse toneelactrice ooit, maar ook als een van de eerste echte wereldsterren – de Marilyn Monroe van de Franse Belle Époque. Ze toerde wereldwijd, tot in de VS, en bij haar overlijden kwamen meer dan 600.000 mensen samen in Parijs. De elegante art-nouveau-afbeeldingen die de schilder Alphonse Mucha maakte van Bernhard voor de posters van toneelstukken, zijn nog steeds wereldberoemd en uit duizenden te herkennen.

In Sarah Bernhardt, la divine ligt de nadruk minder op historische nauwkeurigheid, de film toont vooral hoe de charmante Bernhardt zich helemaal niets aantrok van de conventies van haar tijd. Ze was ongetrouwd moeder, had affaires met zowel mannen als vrouwen en was niet vies van extravagantie en pathetiek. We zien haar uitrusten in een doodskist, ze hield wilde dieren thuis, waar het veel weg had van een propvolle brocante.

Het traditioneel opgebouwde scenario laat de zeventigjarige Bernhardt, bedlegerig door de amputatie, terugblikken op haar leven. Van haar getroebleerde jeugd en het antisemitisme waar ze mee werd geconfronteerd krijgen we slechts af en toe een flard mee. Centraal staat vooral de dag waarop kennissen een feest gaven om haar te eren en waarop een belangrijke geliefde hun jarenlange affaire verbreekt. Het levert een lichtvoetige, onderhoudende en diepromantische film op, waarin het ene na het andere culturele icoon opduikt uit de kringen die Bernhardt frequenteerde, van Émile Zola tot Cyrano de Bergerac-auteur Edmond Rostand. Sandrine Kiberlain leeft zich volledig uit bij het spelen van al Bernhardts excentrieke karaktertrekjes en grootheidswaanzin.

Echt acteren zien we ‘La divine’ alleen zeer kort aan het begin van de film. Jammer, want hoewel haar acteerstijl vandaag de dag waarschijnlijk als oubollig zou worden ervaren, vraag je je daardoor geregeld af waar de geestige en vaak aan hysterie grenzende adoratie vandaan kwam die Bernhardt in de film continu ten deel valt.

Door dat laatste voelt de film behalve als een ode aan de eigenzinnige en ooit vooruitstrevende Bernhardt, ook als een grafrede voor een type kunstenaar dat langzaam lijkt te verdwijnen. Want behalve geniaal en charmant, is de actrice in de film ook volstrekt egoïstisch en behoorlijk grensoverschrijdend. We zien haar regelmatig tegen een huishoudelijke hulp schreeuwen of terloops iets naar hem gooien. Een ‘nee’ accepteert ze noch van haar personeel, noch van (ex-)geliefden.

Iedereen vergeeft haar al haar grillen, want ach, ze is geniaal en charmant. De makers brengen het zonder waardeoordeel en met een kwinkslag in beeld, waardoor Sarah Bernhardt, la divine ook op dat vlak soms voelt als een tijdscapsule.