Vernietigend enquêterapport: kabinet, Kamer en topambtenaren verantwoordelijk voor ‘rampzalige situatie’ Groningen

Parlementaire enquête Groningse gaswinning Na twee jaar onderzoek trekt de parlementaire enquêtecommissie Groningse gaswinning harde conclusies. Overheid en oliebedrijven hebben de veiligheidsbelangen van Groningers structureel genegeerd.

Spanddoek met protest tegen aanpak Groningse aardbevingen, vlakbij boerderij De Diek'n waar vrijdag de parlementaire enquetecommissie Groningse gaswinning haar rapport presenteert.
Spanddoek met protest tegen aanpak Groningse aardbevingen, vlakbij boerderij De Diek’n waar vrijdag de parlementaire enquetecommissie Groningse gaswinning haar rapport presenteert.

Foto Kees van de Veen

Door jarenlang „ongekend systeemfalen” hebben opeenvolgende kabinetten en de olie- en gasbedrijven – NAM, Shell en ExxonMobil – in Groningen „een rampzalige situatie” gecreëerd. De verantwoordelijke partijen hebben de veiligheidsbelangen van gedupeerde Groningers in het gaswinningsgebied jarenlang „stelselmatig” genegeerd. Dat gebeurde soms onbedoeld, maar regelmatig ook bewust en tot op de dag van vandaag. Verantwoordelijke politici en ambtenaren zijn „ernstig tekortgeschoten” in het beschermen van publieke belangen, hebben het leed van bewoners „stelselmatig miskend”, hebben op belangrijke momenten „nalatig”, „laakbaar”, en „bijzonder kwalijk” gehandeld. Het kabinetsbesluit om in 2013 de gaswinning niet onmiddellijk te minderen was een „grove schending van de belangen van Groningers”.

Dit concludeert de parlementaire enquêtecommissie na twee jaar onderzoek en 69 openbare verhoren over de Groningse gaswinning in een vernietigend rapport. De Tweede Kamer is keer op keer „onzorgvuldig, onvolledig of onjuist” geïnfomeerd. Voorzitter van de commissie en Tweede Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks) overhandigde vrijdag in het Groningse Zeerijp het bijna tweeduizend pagina’s tellende rapport ‘Groningers boven gas’ aan de voorzitter van de Tweede Kamer Vera Bergkamp (D66). Alleen genodigden, overwegend Groningse gedupeerden, konden de presentatie van het rapport in boerdeij De Diek’n in Zeerijp bijwonen.

De winning van aardgas uit Groningen was voor de Staat en de oliemaatschappijen zestig jaar lang zo succesvol en winstgevend dat ze volgens de commissie nauwelijks oog hadden voor de langetermijnrisico’s, ondanks herhaaldelijke waarschuwingen van buitenaf. De Staat en de oliebedrijven hebben volgens de commissie „hun plichten verzaakt” en de belangen van Groningers „stelselmatig genegeerd”.

Pas nadat toezichthouder het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) herhaaldelijk waarschuwde voor de aardbevingen in het gebied en de daarmee gepaarde veiligheidsrisico’s, en nadat de Raad van State de minister van Economische Zaken tot drie keer toe verplichtte minder gas te winnen én nadat de maatschappelijke druk uit Groningen toenam, besloot het kabinet „schoorvoetend” tot een stapsgewijze afbouw van de gaswinning.


Lees ook: Ook toen de boerderij al op 63 stutten leunde, draaide het kabinet de gaskraan verder open

Als de problemen met aardbevingen vanaf het begin serieus waren genomen, had veel ellende voorkomen kunnen worden, concludeert de commissie. Na de beving bij Huizinge in 2012, met een kracht van 3.6 de zwaarste tot nu toe, had de gaswinning „aanzienlijk omlaag” gebracht kunnen worden. Maar een advies van de toezichthouder SodM uit begin 2013 om de gaswinning „zo snel mogelijk als realistisch is” te verlagen werd genegeerd. Net als verschillende technische rapporten uit de gaswereld die bevestigden dat de gaswinning teruggebracht kon worden, zonder dat daarmee mensen koude voeten kregen en de ‘leveringszekerheid’ in het geding kwam. In 2013 bereikte de gaswinning zelfs een recordhoogte.

De commissie bestempelt de huidige situatie als „rampzalig”, waarbij lang niet iedereen zich realiseert dat Nederland weinig andere situaties kent met zo’n groot aantal gedupeerden.

Welke conclusies trekt de enquêtecommissie over de hoofdrolspelers?

De topambtenaren

De gaswinning in Groningen ging gepaard met een „innige” samenwerking tussen de private olie- en gasbedrijven (NAM en haar aandeelhouders Shell en ExxonMobil), staatsbedrijf EBN en het ministerie van Economische Zaken, blijkt uit het rapport. Topambtenaren van het ministerie zaten als regeringsvertegenwoordigers in het zogenoemde Gasgebouw, waar besluiten werden genomen over de gaswinning. In dat gasgebouw heerste een „naar binnen gerichte cultuur” van een „old boys network” met gezamenlijke diners, waar vooral rekening gehouden werd met de belangen van ‘het gasgebouw’ en niet met de veiligheid van Groningers. Bovendien was de NAM voortdurend op de hoogte van „de gedachtevorming” binnen het ministerie en schreef het gasbedrijf tot 2017 mee aan beantwoording van Kamervragen.


Lees ook de tijdlijn: De gaswinning in Groningen door de jaren heen

Doordat de topambtenaren in het overleg aanschoven als regeringsvertegenwoordigers’ konden zij cruciale besluiten nemen en hebben topambtenaren belangrijke documenten, zoals over de technische mogelijkheden om de gaswinning te verlagen na de beving bij Huizinge, achtergehouden voor de minister. De commissie concludeert dat „ambtenaren doelbewust de verschillende lijnen niet bij elkaar” brachten en daarmee hebben zij ,,verzaakt hun publieke taak goed uit te voeren”.

De ministers

Ondanks het feit dat minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) na de beving bij Huizinge in 2012 niet alle cruciale informatie te zien kreeg van zijn ambtenaren, geeft het de commissie „te denken” dat de minister zijn ambtenaren niet scherp heeft bevraagd. Immers: de roep om minder gas te winnen was hoorbaar vanuit Groningen en in de Tweede Kamer. De ministerraad legde dat naast zich neer. Dat is „een grove schending van de belangen van Groningers”.

Ook de aanpak van zijn opvolger, minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD), die in tegenstelling tot Kamp in 2018 wél besloot om de gaskraan in de toekomst dicht te draaien, pakt „slecht” uit. Hij besloot de versterkingsoperatie – waarbij tienduizenden huizen zo worden verbouwd dat mensen veilig hun huis kunnen verlaten bij een zware aardbeving – te pauzeren ondanks signalen uit de regio dat niet te doen. Dat leidde uiteindelijk tot grote vertragingen.

Een opvallende conclusie die de commissie trekt is niet dat Wiebes zelf had bedacht om de gaskraan dicht te draaien, maar dat dit gebeurde nádat de oliebedrijven daar een opening voor gaven. En dat is dankzij de druk die de belangengroep Groninger Bodem Beweging uitoefende door naar de strafrechter te stappen. In 2017 besloot het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijke onderzoek moest starten naar de NAM. Dat leidde tot een schok bij Shell en ExxonMobil. Voor deze bedrijven was dit een omslagpunt. Daarna wilden ze dat de overheid de juridische verantwoordelijkheid voor de gaswinning overneemt.

De minister-president

De commissie concludeert dat minister-president Mark Rutte (VVD) „de ernst en de urgentie van de problematiek lange tijd zwaar onderschat”, en niet heeft ingegrepen. De premier wekte met werkbezoeken en herhaaldelijke excuses verwachtingen bij Groningers maar heeft voor hen geen „wezenlijk” verschil gemaakt. Sinds de beving bij Huizinge in 2012 staat Rutte onafgebroken aan het roer van het kabinet.

Hoewel alle belangrijke besluitvorming over de gaswinning in Groningen sinds 2013 in de ministerraad plaatsvindt, en daarmee de verantwoordelijkheid kabinetsbreed gedragen wordt, heeft Rutte pas in 2017 in de gaten hoe groot het probleem in Groningen is. Dat is 5,5 jaar ná de beving bij Huizinge, de zwaarste tot nu toe. Volgens de commissie heeft Rutte wel „verwachtingen” gewekt met zijn werkbezoeken, excuses en kabinetsbrede verantwoordelijkheid maar heeft hij „geen wezenlijke verandering teweeggebracht ten gunste van Groningers”.

De oliebedrijven

Gaswinningsbedrijf de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), een joint venture van Shell en ExxonMobil, heeft zich uitsluitend laten leiden door financiële belangen, concludeert de commissie. Na de beving bij Huizinge ,,verzetten” NAM en haar beide aandeelhouders zich voortdurend tegen de lagere gasproductie uit het Groningenveld terwijl de toezichthouder daar op aandrong. Shell spreekt van een „moeras zonder ankers” als bekend zou worden dat een lager gaswinningsniveau veiliger zou zijn, blijkt uit een memo van een ‘storyline diner’ tussen het ministerie van Economische Zaken en de oliebedrijven in 2015.

Ook nu nog steeds zijn de financiële belangen van de oliebedrijven belangrijker dan die van de Groningers, aldus de commissie. De commissie vindt het „stuitend” dat de oliebedrijven een claim hebben neergelegd bij de Staat voor het niet-gewonnen gas, nadat in 2018 besloten is dat de gaswinning in Groningen binnen enkele jaren wordt afgebouwd. De commissie vindt dat de Staat én de oliebedrijven een „ereschuld” hebben aan Groningen en daarom „meer zouden moeten betalen dan waar ze tot nu toe van uitgaan”.

De wetenschap

De aardbevingsproblematiek in Groningen is gedurende tientallen jaren structureel onderschat, concludeert de commissie. Lange tijd hebben naast de oliebedrijven NAM, Shell en ExxonMobil, ook onafhankelijke kennisinstituten en experts ontkend dat de gaswinning in Groningen leidt tot aardbevingen. En toen die erkenning er wel was, werd de maximale kracht van de aardbevingen, de invloed van de Groningse kleigrond en de omvang van de schade als gevolg van aardbevingen stelselmatig te laag ingeschat.

Daarbij spreekt de commissie zich vooral kritisch uit over het KNMI, dat jarenlang als enige onafhankelijke partij kennis had over aardbevingen. Het KNMI schat in een studie uit 2004 dat de maximale kracht van een aardbeving in Groningen 3.9 is, maar uit diezelfde studie blijkt dat de kans op een zwaardere beving aanzienlijk is. Toch domineert vanaf dat moment het getal van 3.9. De commissie vindt het „laakbaar” dat jarenlang het getal van 3.9 gebruikt werd, terwijl duidelijk was dat zwaardere bevingen mogelijk waren en vindt het ,,moeilijk te begrijpen” dat het KNMI niet aan de bel trok.


Bekijk ook hoe een Groningse gasbeving ontstaat