
Met Diederik Samsom waait een vlaag optimisme de brasserie in de Amsterdamse Houthavens in. De architect van de Europese Green Deal komt aan het eind van de middag binnen gesneld na een conferentie in het nabijgelegen Theater Amsterdam over de eiwittransitie – hoe uit planten zuivel en vlees te maken. „Dat is pas echt moeilijk”, roept hij uit.
De energietransitie, van fossiel naar duurzaam, ligt volgens hem op koers. „Die is niet meer te stoppen. Ook Donald Trump zal daar niets aan veranderen.” Ja, hij ziet Europese regeringen worstelen met het halen van hun klimaatdoelen, oliemaatschappijen als BP en Shell hun vergroeningsplannen terugschroeven. „Maar we maken snel vooruitgang. In China vlakt de stijging van de CO2-uitstoot af. De Chinezen zijn niet ver af van het punt dat ze meer elektriciteit winnen uit hernieuwbare bronnen, dan uit fossiele. In Europa zie ik geen terugval.”
Europarlementariërs verweten de Europese Commissie deze week juist te dralen bij het vaststellen van een stevig klimaatdoel voor 2040. Ook zou Eurocommissaris Wopke Hoekstra niet streng genoeg optreden tegen landen met tekortschietende klimaatplannen.
Diederik Samsom is een veteraan in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Na een periode als campagneleider bij Greenpeace was hij Kamerlid voor de PvdA en vier jaar partijleider. In Brussel ontwierp hij, als kabinetssecretaris van Eurocommissaris Frans Timmermans, mede de Green Deal – het ambitieuze pakket van groene wetgeving om Europa in 2050 klimaatneutraal te krijgen. Nu is hij een zzp’er die de functie van president-commissaris van de Gasunie combineert met onder meer een podcast met economisch journalist Mathijs Bouman.
Noem Samsom gerust een techoptimist. „De snelheid van de energietransitie stelde jarenlang niets voor”, zegt hij. „Maar sinds ongeveer 2010 zien we exponentiële groei door de doorbraak van twee cruciale technologieën: batterijen en zonne-energie. Windenergie was al enigszins volwassen, maar kreeg een boost door de windparken op zee. Die drie hebben de energietransitie enorm versneld. We zien elk jaar een groei met 20 procent wereldwijd in het gebruik van hernieuwbare energie.”
Veel mensen zijn volgens hem pessimistischer dan nodig is. Zodra nieuwe technologie genoeg is doorontwikkeld, schiet de verduurzaming vooruit. „Het totale energiegebruik neemt nog altijd toe met het equivalent van twee grote energiecentrales per dag. Maar het moment komt dichterbij, dat we de dagelijkse extra wereldwijde energievraag geheel kunnen dekken met duurzame energie die die dag extra is opgewekt. Dat duurt nog een jaar of twee, drie. De dag erna daalt de hoeveelheid verbruikte fossiele brandstoffen. En daarna gaat het hard.”
Een volgende technologische sprong zou volgens hem de ontwikkeling van waterstof als energiedrager kunnen zijn, voor de verduurzaming van de industrie. „We weten nog te weinig over hoe we watermoleculen efficiënt en goedkoop kunnen splitsen, de ontwikkeling van de elektrolysetechnologie staat aan het begin. Maar door de opkomst van AI hoef je niet meer eindeloos in het laboratorium dingen uit te proberen. Je kunt AI laten rekenen aan nieuwe materialen. We zijn er nog niet, maar dat zal een grote versnelling opleveren.”
Aan het eind van zijn eerste monoloog, die hij alleen onderbreekt om een biertje te bestellen, schemert toch enig pessimisme door. „Het is nog wel de vraag of de klimaattransitie op tijd komt. Of zijn we dan allerlei punten in het klimaatsysteem gepasseerd, waardoor de opwarming van de aarde al te ver is doorgeschoten? Het is een race tussen de mensheid en de klimaatverandering.” Volgens Samsom stijgt en daalt het gevoel van urgentie dat nodig is voor het aanpakken van klimaatverandering, net als bij economische cycli. „Een cyclus begint nooit met moedige politici, maar met moedige of bijzondere mensen” – in 2006 bijvoorbeeld met de film An Inconvenient Truth van Al Gore. Die golf ebde weg door de financiële crisis vanaf 2008 . Tien jaar later begon een nieuwe cyclus met de schoolstakingen die Greta Thunberg organiseerde.
De Europese Green Deal was volgens hem nooit tot stand gekomen zonder de tiener- en jongerenbeweging van Thunberg. „Kinderen zijn buitengewoon indringend als ze hun ouders aan de keukentafel ter verantwoording roepen. Zonder die beweging was er nooit tot aan de rechterkant van het politieke spectrum consensus gekomen dat een Green Deal in Europa nodig was. Daar kwamen de dodelijke overstromingen in België en Duitsland nog bij. En een heel Grieks eiland stond in brand. De rechtse Griekse regering was bij het ontwerp van de Green Deal heel terughoudend. Na die bosbranden hoorden de Grieken tot de voorhoede.
„Ik zei destijds tegen Frans [Timmermans]: we hebben drie jaar om het op te zetten, daarna neemt het momentum weer af. We hebben geluk gehad, we kregen vier jaar. We hebben met grote snelheid gehandeld. De politiek is nu een beetje uitgeput, maar vooruitgang is een estafetteloop. Verschillende actoren pakken het stokje over en rennen tot ze uitgeput zijn. Ik hoop dat het bedrijfsleven nu het stokje kan overnemen van de politiek.”
De Europese Commissie kwam onlangs met de Clean Industrial Deal, een strategie om de Europese industrie te houden en te vergroenen. Volgens critici heeft de Commissie te veel geluisterd naar de industrie, omdat ze bepaalde groene regelgeving versimpelt of uitstelt.
„De plannen van de nieuwe Europese Commissie moeten de energie-intensieve industrie, zoals staal en chemie, helpen de omslag te maken. Het is de politieke realiteit dat Europa niet zonder die basisindustrie kan. Zeker niet als Europa een eigen defensie-industrie wil opbouwen. Dan moet die industrie dus niet verdwijnen, maar verduurzamen.
„Maar je moet wel kijken waar in Europa je die wil hebben. Staal uit nieuw ijzer in IJmuiden of kunstmest in Zeeuws-Vlaanderen is wellicht niet logisch meer, nu Nederlandse industrie niet meer op goedkoop aardgas kan draaien. De consensus groeit dat je die industrie moet neerzetten waar die in Europa het schoonst kan opereren. Maar geen enkele lidstaat wil zijn soevereiniteit opgeven. Dat wordt straks een enorme duw- en trekpartij, die een lelijk compromis kan opleveren, maar Europa wel ver kan brengen.”
Heeft de Commissie niet ook te goed geluisterd naar bijvoorbeeld de auto-industrie, die drie jaar langer de tijd heeft gekregen om aan CO2-doelstellingen te voldoen?
„Daar schrok ik wel van. Het schept een gevaarlijk precedent. Want het geeft de industrie het signaal dat je overheidswetgeving kunt bespelen. Het is een bres in de muur van de Green Deal. Als er daar meer van volgen, dan lopen we echt vertraging op.”
Dreigt Europa – als dit zo doorgaat – niet te ver door te schieten in het compenseren van bedrijven voor het ongelijke, mondiale speelveld?
„Bedrijven zullen blijven aandringen op een ‘level playing field’. Dat gaat er ook in als Gods woord in een ouderling. Maar: innovatie en vooruitgang zijn nooit gekomen van bedrijven die daarop wachtten. Elon Musk is niet groot geworden door over ‘een gelijk speelveld’ te beginnen. Hij is de diepte ingesprongen, zonder te weten of er een vangnet hing. In Europa zullen we het ook van nieuwe bedrijven moeten hebben. Niet alleen van de gevestigde orde. The Clean Industrial Deal is een grote stapel aankondigingen, maar nog steeds niet echt een plan om die jonge bedrijven te ondersteunen.”
China is niet ver meer af van het punt dat het meer elektriciteit wint uit hernieuwbare bronnen, dan uit fossiele
In Europa worden nu de eerste stappen gezet, zegt Samsom, met het opzetten van fondsen om uiteindelijk de 800 miljard euro aan investeringen in innovatie vrij te spelen die volgens oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank Mario Draghi nodig zijn om Europa weer concurrerend te maken met de rest van de wereld.
„Het is een begin. Zo gaat het altijd in Europa. Er liggen een paar balletjes op tafel die rond gaan rollen. Daar kijkt iedereen naar, en vervolgens stijgt er een consensus op uit dat proces.”
Baart het u zorgen dat oliebedrijven hun investeringen in hernieuwbare energie terugschroeven?
„Ik ben opgehouden daar boos over te zijn, ik ben alleen nog maar teleurgesteld in hen. Zij maken niet het verschil. Ze hebben in het verleden wel eens miljarden in duurzame energiebronnen gestoken, maar de innovatie is nooit van hen gekomen. Niet met zonnepanelen, windmolens, batterijen, niet met elektrische auto’s.”
In zijn tijd bij Greenpeace in de jaren negentig ontwikkelde Samsom campagnes tegen Shell. „Destijds had ik de filosofie dat de grote oliemaatschappijen moesten opdraaien voor de energietransitie. We kochten in 1996 voor een miljoen gulden aandelen Shell en gingen met driehonderd mensen naar de aandeelhoudersvergadering in een poging alle interruptiemicrofoons te bezetten. Wij wilden dat Shell de grootste zonnepanelenfabriek ter wereld zou gaan bouwen. Toenmalig Shell-topman Jeroen van der Veer vond dat voorstel belachelijk. Die fabriek van vijfhonderd megawatt zou vijf keer de wereldmarkt van toen zijn. Nu is het een kleintje, daarvan staan er tientallen in China. Binnen één generatie is de hoeveelheid geïnstalleerde zonne-energie vervijfduizendvoudigd.”
Gaandeweg verloor Samsom de hoop dat Shell of een andere oliemaatschappij met innovaties het voortouw zou nemen in de energietransitie. „Inmiddels zijn ze geëindigd bij dat wat het meest lijkt op benzine: biobrandstoffen, daar prutsen ze nog wat mee rond. En met waterstof, ja. Maar ook daarmee prutsen ze. Ik werk in de Sinaï aan het grootste, groene waterstofproject ter wereld, als adviseur voor ontwikkelaar GreenTechEgypt. Tot voor kort hadden Shell en vooral BP ook veel projecten in het Midden-Oosten en Afrika. Maar ze haken af en dat werkt vertragend. De investeringen in die regio komen niet meer van oliemaatschappijen, maar van bedrijven zoals ACWAPower uit Saoedi-Arabië, dat groot is geworden met waterontziltingsinstallaties.”
Bij oliebedrijven als Shell haken de aandeelhouders die een duurzame strategie steunen inmiddels teleurgesteld af. De tragiek is, dat er mede daardoor weinig meer van die bedrijven te verwachten valt, stelt hij. „Die aandelen zijn gekocht door aandeelhouders die een strategie willen die helemaal op fossiele bronnen is gericht. Die lopen tot het einde de doodlopende straat mee uit. Dat is heel tragisch.”
Onze blik is te veel op Europa gericht, waarschuwt Samsom. „Europa is goed voor slechts 9 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Europa is het vooral aan zijn stand verplicht om inspanningen te doen en een drijvende kracht te zijn. In Azië en Afrika zal het moeten gebeuren.”
Hoezo?
„In Afrika wonen straks twee miljard mensen, jonge mensen vooral, die voor een veel dynamischer en snelgroeiende economie zullen zorgen. Een stad als Kinshasa heeft 60 miljoen inwoners in 2075, Lagos nog meer. Hoe ga je die duurzaam laten wonen? En als je in de toekomst wil kijken, moet je naar China. Daar staan duizenden kilometers aan windmolens en zonneparken, netcongestie lossen ze op met nieuw aangelegde stuwmeren die fungeren als megabatterij.
„Maar minder CO2 uitstoten zal niet genoeg zijn. We zullen uiteindelijk ook veel CO2 uit de atmosfeer moeten halen. Door het in de grond te stoppen. Dat kan het beste door op grote schaal natuur aan te planten, die de CO2 opneemt. Maar dan wel op gigaschaal. Dan halen we de doelstellingen voor 2050 wel.”
Daar is nieuwe klimaaturgentie voor nodig?
„Die urgentie komt onherroepelijk weer; misschien deze keer niet door mensen als Al Gore of Gretha Thunberg, maar door droogte, bosbranden en overstromingen. Er is geen opportunistischer diersoort dan de mensheid, dus we zullen daarop reageren met nog meer klimaatactie. De volgende golf van beleid zal daardoor hoger zijn en langer duren.”
Industriële revoluties zijn Darwinistisch van aard. Ze eindigen altijd met meer macht en meer geld in de hand van minder mensen
Samsom ziet daarbij wel een complicatie opdoemen. „De samenleving kan slecht omgaan met de snelle opkomst van nieuwe technologie. Dat zagen we in eerdere industriële revoluties. De ongelijkheid wordt ernstig vergroot als een samenleving snel verandert. Industriële revoluties zijn Darwinistisch van aard: ze eindigen met meer macht en meer geld in de hand van minder mensen. Europa heeft dat in de eerste drie industriële revoluties gecorrigeerd door de sociale welvaartsstaat te stichten, gebruik makend van het gegeven dat we door die revoluties ook drie keer zo rijk werden. Het probleem van de energietransitie waarin we nu zitten, de vierde industriële revolutie, is dat-ie groter en ingrijpender is en sneller gaat dan de drie voorgaande. Hij maakt ons echter niet drie keer zo rijk. De benodigde herverdeling om hem te laten slagen wordt dus politiek veel lastiger. Dat zou de transitie kunnen stoppen.”
