‘HET ZOU KUNNEN…”, vangt de suggestieve inleiding van Complot aan, „… dat dit boek door Jan Paul Schutten geschreven is, zoals op het omslag staat. Maar geloof jij dat? Misschien is het wel geschreven door een geheim genootschap, in opdracht van de regering. Bijvoorbeeld om mensen in slaap te sussen en te doen alsof het wél klopt wat je op het nieuws hoort of in de kranten leest.”
Een non-fictieboek over „de spannendste samenzweringstheorieën” beginnen met het zaaien van twijfel is niet alleen grappig maar ook sterk: zo laat Schutten je ervaren hoe makkelijk het eigenlijk is over van alles en nog wat een complottheorie te bedenken. En hoe moeilijk het kan zijn de grens tussen gezond en ongezond wantrouwen te bepalen. Want hoe weet je nou welk verhaal je kunt geloven en of het een echt complot is of niet?
Met deze fijne, bevragende houding ontrafelt en ontkracht Schutten vervolgens een aantal beroemde en beruchte complotverhalen. Zoals die over de aarde die plat is, de in scène gezette maanlanding, de klimaathoax, de elite die uit is op wereldheerschappij… Consequent en helder zet hij in ieder hoofdstuk uiteen wat de betreffende samenzweringstheorie behelst, wie in het complot zitten, welke bewijzen en tegenbewijzen er zijn, wat de rol van de media en wetenschap zijn en hoe de psychologie werkt die schuil gaat achter de aantrekkingskracht van het complot. Daarna volgt een slotoordeel over hoe groot de kans is dat de complottheorie waar is, en of deze gevaarlijk is.
Denkbeeldige gesprekjes
Al die verschillende aspecten van complotdenken belichten, is geen sinecure. Maar Schutten kan dit. Net als in zijn bekroonde non-fictietrilogie over de evolutie, het menselijke lichaam en de oerknal, maakt hij in begrijpelijke taal en met humor complexe materie inzichtelijk zonder zaken te simplificeren. Effectief daarbij zijn de gesprekjes die Schutten met zijn denkbeeldige lezers voert: „Dit zijn wel heel veel verdachte dingen”, merkt er bijvoorbeeld eentje op na Schuttens lijst van dubieuze omstandigheden rondom 9/11. „Ik wil het allemaal uitgezocht hebben.” „ALLES? Meen je dat nou!” „ALLES!” Waarna Schutten puntsgewijs toewerkt naar zijn conclusie dat de kans dat 9/11 een complot was „even groot is als de kans dat jij nadat je deze eindconclusie hebt gelezen nog steeds denkt dat het een complot is”.
Die speelse aanpak geeft lucht aan de hoge informatiedichtheid. Daarnaast schreef Schutten zijn boek in de vorm van rapporten en dossiers om het „een beetje spannender te maken”. Die lardeerde hij met tal van onderhoudende feitjes, kaarten, grafiekjes en historische overzichten. Zo is er een krantenberichtje over de mislukte (stoom)raketlancering van stuntman Mike Hughes die in 2020 wilde bewijzen dat de aarde plat is, en blijkt uit de tijdlijn van „ufo’s door de eeuwen heen” dat er mogelijk al in 1450 v. Chr. onverklaarbare dingen aan de hemel opdoemden. Maar ook de slimme vormgeving en paginagrote, cartoonachtige tekeningen in zwart-wit van de Vlaamse illustrator Koen Aelterman, geven sjeu aan Complot. Krachtig is bijvoorbeeld het onheilspellende beeld van de elite die als een groep gemaskerde marionetspelers boven een krioelende wereld hangt.
Denkfouten
Het is overigens lovenswaardig dat Schutten complotdenkers nergens wegzet als idioten. Sterker: hij laat juist zien dat iedereen denkfouten maakt („zelfs ik dus, kan je nagaan!”) en verbanden ziet die er niet zijn of op toeval berusten, zoals hij uitlegt middels de Ramsey-theorie (in grote systemen duiken altijd patronen op), en ook dat als je eenmaal in de rabbit hole van de sociale media bent gekukeld je er niet zomaar uitklimt. Bovendien: complotten bestaan. Denk maar aan hoe big oil decennialang de wetenschap voor hun fossiele karretjes spande om de klimaatopwarming te ontkennen. En maakt niet elke bewezen samenzwering een verwante mogelijk? Ja, zegt Schutten, maar pas op voor misleiding: check de bron, controleer bewijs, herken drogredenen en vermijd de sociale media.
Complot is een boek dat hoognodig geschreven moest worden.
