Het koeioneren van bondgenoten kan verleidelijk zijn, maar meestal werkt ‘soft power’ veel beter, betoogde de bedenker van de term

Joseph Nye, de Amerikaanse wetenschapper en politiek adviseur die de term ‘soft power’ bedacht, is dinsdag op 88-jarige leeftijd overleden. Dat heeft Harvard University, waar Nye tot 2004 de afdeling internationale betrekkingen leidde, bekend gemaakt.

‘Soft power’ is het idee dat landen ook zonder het uitoefenen van harde militaire of economische macht alleen invloedrijk kunnen zijn, en zelfs aantrekkelijk, dankzij het uitdragen van hun waarden en cultuur. Het idee kwam voort uit de eerder door Nye mede-ontwikkelde ‘neoliberale’ theorie van ‘complexe onderlinge afhankelijkheid’. Daarbij raken landen economisch zo met elkaar vervlochten dat militaire rivaliteit aan gewicht verliest.

Het gaat erom „anderen zover te krijgen dat ze zelf gaan willen wat jij wilt”, schreef Nye in Bound to Lead, The Changing Nature of American Power (1990). „Het is ook precies wat Donald Trump, die als vastgoedmagnaat alleen denkt in termen van dwang en transacties, niet begrijpt”, schreef hij in maart nog in de Financial Times.

Door het ontmantelen van buitenlandse hulpverleningsprogramma’s, het uitkleden van de diplomatieke dienst, het koeioneren van bondgenoten en door zich te spiegelen aan andere ‘hard power’-adepten, schiet Trumps ‘America First’ zich in de voet, was zijn overtuiging.

Nye wisselde de politieke praktijk steeds af met eigen onderzoek, docentschappen en academische bestuursfuncties. Hij diende in een reeks functies onder de Democratische presidenten Jimmy Carter en Bill Clinton. Hij leidde onderhandelingen over nucleaire ontwapening na de val van de Sovjet-Unie.

Het idee dat daar niet of slecht bewaakte kernkoppen rondslingerden (‘loose nukes’), was voor hem een nachtmerrie. Nye was onder meer onderminister van Defensie en voorzitter van de National Intelligence Council. Dat adviesorgaan moet er onder meer voor zorgen dat de inlichtingen diensten ongekleurd en onafhankelijk advies uitbrengen (‘To speak truth to power’) en niet de regering van dienst naar de mond praten. Ook dat laatste lijkt onder Trump nu aan de orde.

Nye bepleitte het aantrekken van de banden met bondgenoot Japan toen die onder president Obama in het ongerede dreigden te raken bij het Amerikaanse vertrek uit een aantal bases.

Intellectueel kapitaal

„Weinig mensen hebben zoveel bijgedragen aan ons intellectueel kapitaal, ons begrip van de wereld en de plaats van Amerika daarin”, zei Antony Blinken, onder oud-president Biden minister van Buitenlandse Zaken. Juist soft power probeert dat intellectuele kapitaal te verzilveren, via diplomatie en andere kanalen, waarin de overheid niet eens een actieve rol hoeft te spelen, zoals een vrije pers en academische vrijheid, betoogde Nye. „Hollywoodfilms die onafhankelijke vrouwen of protesterende minderheden in de schijnwerpers zetten, kunnen aantrekkelijk zijn voor anderen.” Zelfs het toelaten van kritiek op de regering kan gunstig afstralen op een land en op zichzelf „een bron van soft power zijn”.

Wat soft power vermag, bleek volgens hem bijvoorbeeld uit de groeiende Amerikaanse invloed in Latijns-Amerika toen president Franklin D. Roosevelt een „goed nabuurschap” beloofde. En omgekeerd merkte hij op dat Moskou door hard optreden in Oost-Europa ten slotte aan invloed en gezag inboette.

In eigen land had Nye zijn critici. Volgens Robert Kagan was soft power per definitie een zwaktebod, vooral iets voor ‘luie’ landen die toch geen vuist konden of wilden maken. Denk: Europa, waar ze volgens hem niet ‘van Mars maar van Venus’ kwamen. En Samuel Huntington schrijft in The Clash of Civilizations (1996) dat culturele waarden „alleen aantrekkelijk worden als ze geworteld zijn in materieel succes en invloed”. „Soft power bestaat alleen op een basis van hard power.” Maar het model van de Europese Unie, waar onderhandelen de plaats van oorlog heeft ingenomen, illustreert juist Nye’s ‘complexe afhankelijkheid’.

Overigens erkende Nye dat Amerikaanse soft power, op een hoogtepunt na de Tweede Wereldoorlog, een paar keer ernstige deuken opliep, zoals in Vietnam en in Irak. Omdat soft power subtiel werkt en op zichzelf meestal onvoldoende is, is de greep naar hard power zo verleidelijk, zei hij. Maar er is sprake van een cyclus en „op langere termijn overwint soft power meestal”. Hij zei erop te vertrouwen dat de Amerikaanse maatschappij „weerbaar” genoeg is, en de daarin verankerde waarden stevig genoeg zijn, om „optimistisch te kunnen zijn”.


Lees ook

Lees ook: Memoires van Joseph Nye: de man achter de ‘soft power’ van de VS

Joseph Nye, 2018. Foto Imago / Imageselect