De Europese Commissie wil dat alle olie- en gascontracten met Rusland in 2027 volledig zijn beëindigd. Dat staat in de ‘REPowerEU-routekaart’, een strategie waarmee Europa minder afhankelijk moet worden van Rusland, die EU-energiecommissaris Dan Jørgensen dinsdag presenteerde.
Hoe moeilijk is het om volledig los te komen van Rusland voor de energievoorziening? En wat is het prijskaartje hiervan voor Europa?
Al sinds 2022, nadat Poetin de gaskraan naar Europa grotendeels dichtdraaide en de energieprijzen omhoogschoten, doet Europa verwoede pogingen om nooit meer zo afhankelijk te zijn van één of enkele landen voor de energievoorziening. Europa laat nu meer vloeibaar gemaakt gas (lng) verschepen vanuit bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Qatar. Ook mogen de meeste lidstaten hun kolen en olie niet meer uit Rusland halen. Voor Hongarije en Slowakije gold een uitzondering, zij importeren nog wel veel Russische olie.
Hoewel Europa voor zijn energievoorziening door al die maatregelen inmiddels minder afhankelijk is van Rusland, komt er nog steeds Russisch gas en olie binnen. De import van Russische lng zat vorig jaar zelfs in de lift. Het aandeel Russisch gas in de gasimport van de hele EU is nu zo’n 19 procent, tegenover 45 procent vóór de grootschalige Russische invasie in Oekraïne, volgens een persbericht bij de routekaart. „De olie-import is gedaald van 27 procent begin 2022 tot 3 procent nu.”
Maar in 2027 moeten alle contracten dus zijn beëindigd, als het aan de Europese Commissie ligt. „De oorlog in Oekraïne heeft de risico’s van chantage, economische dwang en prijsschokken bruut blootgelegd”, zegt voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen in het persbericht. „Het wordt tijd dat Europa zijn energiebanden met een onbetrouwbare leverancier volledig verbreekt.”
Spannend voor Oost-Europa
Spannend is de nieuwe routekaart voor Oost-Europa, zeggen gasexpert René Peters van onderzoeksinstituut TNO en lector energietransitie aan de Hanzehogeschool in Groningen Martien Visser. Peters: „Landen als Hongarije zijn nog het meest afhankelijk van Russisch gas, dat per pijpleiding naar hen toestroomt. Zij liggen – in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland – niet aan zee en kunnen geen schepen met lng ontvangen.” Niet zo verrassend dus dat Hongarije en Slowakije niet blij zijn met de Europese plannen. Of zij het voorstel kunnen wegstemmen, valt nog te bezien. „Lng kan straks wel vanuit andere lidstaten die aan zee liggen, zoals Griekenland, naar Oost-Europa stromen via pijpleidingen”, aldus Peters.
Het verbreken van de Russische contracten voor olie- en gas zal nu een stuk makkelijker zijn dan voor de Russische inval in Oekraïne
Al met al is Europa klaar om los te komen van Rusland zonder dat de energieprijzen veel zullen stijgen, zeggen Peters en Visser. Peters: „Het verbreken van de Russische contracten voor olie- en gas zal nu een stuk makkelijker zijn dan voor de Russische inval in Oekraïne; inmiddels kunnen we genoeg lng uit andere landen halen.”
Gas zal wel iets duurder worden zodra Europa nog meer gaat leunen op lng, zeggen de geraadpleegde experts. Om gas vloeibaar te maken moet het worden afgekoeld tot zo’n 162 graden onder nul, en tijdens het verschepen gaat er ook nog wat verloren door verdamping. Aan de andere kant zal het aanbod lng op de markt stijgen. Dit zal met ongeveer 200 miljard kubieke meter zijn toegenomen, vijf keer meer dan de huidige EU-import van Russisch gas, schrijft de Europese Commissie. Toen Europa besloot minder gas uit Rusland te halen, zagen andere landen hun kans en investeerden ze volop in de lng-capaciteit. Het toenemende aanbod op de markt zal de lng-prijs drukken.
Hernieuwbare energie
Ook hebben lidstaten als doel om steeds meer gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen, zoals wind en zon, waarmee de afhankelijkheid van (Russisch) gas verder zal afnemen. Lidstaten moeten voor het eind van dit jaar met nationale plannen komen om Russisch gas, olie en kernenergie uit te faseren.
De nieuwe plannen hebben ook consequenties voor kernenergie. De Europese Commissie wil voor nieuwe onderdelen en brandstof voor kernenergie evenmin nog afhankelijk zijn van Rusland. Visser: „Kerncentrales in Oost-Europa zijn ooit gebouwd met Russische technologie.” Ook al kunnen die landen hun splijtstoffen uit andere landen halen, voorlopig blijven ze afhankelijk van Rusland voor reserve-onderdelen.
Belangrijke kanttekening bij de nieuwe routekaart is dat Europa door het nieuwe beleid afhankelijker zal worden van de Verenigde Staten. Die staan erom te springen om meer lng naar Europa te verschepen. Peters: „Vroeger zou dat geen probleem zijn geweest, toen was Amerika onze bondgenoot. Maar nu, onder de regering-Trump, zet Amerika relaties in voor zijn eigen gewin en onderhandelingstactiek.”
Iedereen rouwt op zijn of haar eigen manier. Hoe weet je wat jij nodig hebt in deze periode? En hoe kun je een rouwende vriend, partner, familielid of collega steunen? NRC gidst je door het rouwverwerkingsproces heen.
Wat houdt rouwen in?
In de breedste zin van het woord betekent rouwen het verwerken van het verlies van een dierbare. Vaak door de dood, maar je kunt ook rouwen om een verloren vriend of een partner na een scheiding. Wat houdt rouwen in? En hoe zien de fases van rouw eruit? NRC geeft antwoord op vier veelgestelde vragen over rouw.
Illustratie Maud de Vries
1 Wat gebeurt er met iemand die rouwt?
Hoe voelt iemand die rouwt zich? In zijn boek De vijf talen van troost probeert Huub Buijssen uit te leggen wat er gebeurt met iemand die rouwt. „In het boek probeer ik aan de hand van een gevoel dat bijna iedereen wel kent, verliefdheid, duidelijk te maken hoe extreem de gevoelens zijn die komen kijken bij rouw”, vertelde de auteur in 2022 aan NRC. Want liefde en rouw zijn twee kanten van dezelfde medaille, stelde Buijssen. „Rouw is de prijs die we betalen voor liefde, wordt ook wel gezegd.”
Wie wil begrijpen wat rouwen met iemand doet, kan zich dus het best het intense gevoel van een verliefdheid voorstellen. Dat gevoel gaat dan alleen de andere kant op. „Bij een verliefdheid wordt alles warmer, bij rouw komt alles onder een grijze deken te liggen.”
2 Wat is het doel van rouw?
Rouwen gaat er niet om dat je je van de overleden persoon losmaakt. Maar wat is het doel van rouwen dan wel? In zijn boek Grief stelt Michael Cholbi dat rouwen uiteindelijk draait om het verwerven van zelfkennis. De dood dwingt je om de relatie met een dierbare te herzien. Door deze verandering in jouw leven verander je zelf als persoon ook; je moet jezelf als het ware opnieuw uitvinden.
Je kan rouw dus zien als een ontwikkelingsproces. Maar Cholbi heeft ook oog voor de pijn, benadrukte boekenredacteur Maarten Doorman in zijn recensie over Cholbi’s boek. De auteur stelt enkel: het leed is in ieder geval niet zinloos.
Odette de Theije kan dat beamen. In 2014 verloor ze plotseling haar man Roelof. NRC sprak haar vier jaar later, in 2018. „Ik ben niet alleen maar dingen kwijtgeraakt. De periode voordat ik Roelof kende, was ik Odette 1.0. Mét Roelof werd ik Odette 2.0. En inmiddels ben ik Odette 3.0”, vertelde ze in het interview. „Ik ben nu een completer mens, heler dan ik vroeger was.”
3 Hoelang duurt rouwen?
Als kinder- en jeugdpsychiater leerde Odette de Theije dat rouw een afgebakende periode beslaat van „een jaar of twee”. Toen De Theije echter zelf met rouw te maken kreeg na het plotselinge overlijden van haar man, besefte ze: er is helemaal geen termijn voor rouw.
Wel verandert het verdriet langzaam van vorm, stelde ze in het eerder genoemd interview met NRC. „In de volksmond wordt gezegd dat ‘eerst de seizoenen eroverheen moeten’. Mijn ervaring is dat het na het eerste jaar juist erger wordt. Dan gaat de rest van de wereld allang weer verder, terwijl voor jou het besef dat het echt definitief voorbij is alleen maar dieper wordt.”
Rouw heeft dus geen einde. Maar, zo stelde De Theije, „naarmate de tijd verstrijkt wordt het rustiger in mijn hoofd. Lichter. De dagelijkse dingen zijn er weer”.
Lees ook
Hanne Hagenaars sprak met kunstenaars over de kunst van verlies: „Ik scoor abnormaal op de rouwmeter”
4 Welke fases ga je door als je rouwt?
Voor rouw bestaat geen stappenplan, schreef columnist Gemma Venhuizen. „Soms grijpt gemis je jaren na dato naar de keel.” Toch kan je de periode na het overlijden van een dierbare volgens ervaringsdeskundige en oprichter van de Grief Academy Annemiek Dogan opdelen in fases. In gesprek met NRC zette ze de vier fases van rouw uiteen, oorspronkelijk geïntroduceerd door de Amerikaanse rouwdeskundige William Worden in 1992, en later erkend en overgenomen door de bekende Vlaamse rouwexpert Manu Keirse. „Als je aan het rouwen bent, heb je vier taken”, aldus Dogan.
Het verlies onder ogen zien
Rouw gaat vaak gepaard met ontkenning. De eerste fase van rouw staat volgens Dogan in het teken van het verlies onder ogen zien. In deze fase is praten – en, als naaste: luisteren en steunen – belangrijk. „Help iemand met praktische dingen: stofzuigen, de hond uitlaten. Breng de kinderen naar school en zet een pan soep neer” tipte ze in gesprek met NRC.
De pijn van het verlies ervaren
In de tweede fase staat verdriet centraal. Wanneer het besef is ingedaald, volgt de pijn. „Als je man net is overleden en je ziet de buren met het hele gezin de auto inpakken om op vakantie te gaan, mag je boos, verdrietig en jaloers zijn”, aldus Dogan. Stop deze emoties niet weg, maar voel ze en erken dat ze er zijn, zo luidde haar advies.
Je aanpassen aan de nieuwe realiteit
Fase drie staat in het teken van de nieuwe realiteit, en je daaraan aanpassen. In gesprek met NRC benadrukte Dogan dat er in deze fase ook bijzondere dingen kunnen gebeuren. Zo gaf ze als voorbeeld: „Als ik het verlies van mijn dochter niet had ervaren, had ik dit bedrijf niet opgezet.” Haar dochter heeft haar veel gebracht, alleen op een andere manier dan ze van tevoren had gedacht.
Herinneren en weer leren genieten
In fase vier ga je weer leren genieten, bevestigde Dogan. Of ze daarmee loslaten bedoelde? Nee, absoluut niet. In deze fase is het volgens de rouwdeskundige belangrijk om herinneringen te blijven delen en bepaalde rituelen rondom de overleden persoon in stand te blijven houden. „Organiseer iets, zoals eens per maand een etentje in het teken van papa.”
Lees ook
In haar essays over rouw onderzoekt Chimamanda Ngozi Adichie de fysieke kant van verdriet
Tips als je zelf rouwt
Rouwen, hoe doe je dat? Hoe weet je wat je nodig hebt? Hoe vraag je om hulp? En hoe kom je tot je verdriet als je moeite hebt met het uiten van emoties? Deze tips kunnen je helpen om verlies op een goede manier te verwerken.
Illustratie Maud de Vries
1 Blijf praten om erachter te komen wat je nodig hebt
Waar iemand die rouwt behoefte aan heeft, verschilt per persoon, maar ook per moment. Soms weet je het zelf even niet. De enige manier om daarachter te komen, is om te blijven praten, stelde Huub Buijssen, psychogerontoloog en auteur van het boek De vijf talen van troost, in dit artikel.
Soms wil je het erover hebben, en soms wil je juist stil zijn. Soms wil je heel hard huilen, en soms ‘gewoon’ gezellig zijn. Maar er zijn ook veel mensen die afleiding willen, die willen dóén. Dat kan allemaal, niks is goed of fout; iemand in rouw kan verschillende talen spreken.
2 Plan je verdriet
Verdriet komt nooit uit. Doen alsof het er niet is, kost veel energie. Bovendien is het dan een kwestie van tijd tot het je overvalt, stelt rouwtherapeut Ilja Degenaar, die kinderen, jongeren en volwassenen helpt om na een verlies het leven weer op te pakken en zin te geven. „Daarom zeg ik altijd: plan je verdriet. Plan een moment op de dag dat je met het verdriet bezig kan zijn. Verdriet vraagt aandacht, en dat mag het ook krijgen.”
„Ga bijvoorbeeld een stuk wandelen, alleen of met iemand anders. Dat maakt het bovendien makkelijker om erover te praten. Je kan ook naar muziek luisteren, of er een fotoboek bij pakken. Het gaat erom dat je tijd en ruimte maakt om met herinneringen bezig te zijn.” Spreek ook weer een eindtijd met jezelf af. „Het kan een uur zijn, maar ook een kwartier. Ervaar wat voor jou werkt.”
3 Vraag in je omgeving om hulp, of geef bezoek een taak
Na een verlies komen mensen ook met hun verdriet jouw huis in. Dat kan veel zijn, stelt rouwtherapeut Ilja Degenaar. „Visite kost energie. Spreek dat uit, of geef bezoek bijvoorbeeld een taak.” Zo sla je twee vliegen in één klap, want in een periode van rouw kan het huishouden een last zijn. „Je kan bijvoorbeeld zeggen: ‘Als je hierheen komt, zou het fijn zijn als je wat boodschappen mee kan nemen’. Of: ‘Ik vind het leuk als je komt, zou je dan misschien samen willen koken?’” Je kan hiervoor bijvoorbeeld een netwerk aanmaken op de app Huppla, tipt de rouwtherapeut. Daarin kunnen mensen aangeven welke hulp ze jou kunnen bieden.
„Laat daarnaast mensen je af en toe mee op pad nemen”, vult Degenaar aan. „Jezelf activeren om ergens naartoe te gaan, kan soms nog te veel zijn. Wees een beetje egoïstisch in deze periode, en laat anderen het voor jou regelen. Als je kleine activiteiten blijft ondernemen, komen de geluksmomentjes vanzelf weer. Het is een kwestie van doorleven tot je voelt dat je weer leeft.”
Lees ook
Liesbeth Rasker: „Een kind dat zijn moeder verliest… Dat gemis is onoplosbaar”
4 Aarzel niet om naar de huisarts te stappen als je verdrinkt in je verdriet
Bij de één duurt de eerste periode van rouw – waarin besef en verdriet centraal staan – langer dan bij de ander, stelt rouwtherapeut Ilja Degenaar. In sommige gevallen kan dat leiden tot depressieve gevoelens. „Wanneer je maar niet kan bevatten dat iemand er niet meer is, kan het lijken alsof je verdrinkt in je verdriet”, aldus Degenaar. Aarzel in dat geval niet om naar de huisarts te stappen.
Rouw kan aanvoelen als een depressie, maar het is niet hetzelfde, legt Degenaar uit. „Depressie is een ziekte, rouw is eerder een logische, gezonde reactie van het lichaam. Als je depressieve gevoelens ervaart tijdens een periode van rouw, komt dat omdat je lijf zegt: deze gevoelens zijn te veel, ik schakel even uit.” Een huisarts kan in dat geval helpen. „Je leven is veranderd, dus het is heel logisch dat je daarbij een beetje coaching nodig hebt. De huisarts kan een luisterend oor bieden, wat vaak al oplucht, of je doorsturen naar een (rouw)therapeut of je in contact brengen met lotgenoten.”
Denk niet dat je alleen naar de huisarts kan stappen met een ‘echte’ depressie, benadrukt Degenaar tot slot. „Als je zulke gevoelens ervaart, vraagt dat om actie, en dat lukt simpelweg niet altijd alleen.”
5 ‘Actief’ rouwen op rouwkamp of tijdens een rouwcursus
Wie ‘actief’ aan de slag wil gaan met zijn of haar rouwgevoelens, kan zich tegenwoordig voor genoeg kampen en cursussen inschrijven. Zo kun je als lid van de Grief Academy gratis webinars bekijken en betaalde cursussen volgen, die inzichten over rouw kunnen geven. Annemiek Dogan, die de Grief Academy oprichtte toen ze haar ongeboren dochter verloor, wil een community creëren, een plek waar mensen kunnen leren omgaan met rouw en elkaar kunnen vinden. De community achter haar platform, waar je toegang toe krijgt als je een cursus doet, heeft inmiddels ruim 6.500 leden.
Ook opgericht door een moeder die haar kind verloor, Mirjam Louwen, is de stichting Nooit Voorbij. Louwen zette de stichting op om gezinnen met een overleden kind te ondersteunen. De stichting organiseert vier kampen per jaar – waaronder schrijfkampen, waar deelnemers over hun verdriet kunnen schrijven – om zowel volwassenen als kinderen te helpen bij het verwerken van een verlies.
6 Richt je tot kunst (zoals games) om tot je verdriet te komen
Hoe kom je tot je verdriet als je moeite hebt met het uiten van emoties? Kunst kan in dat geval uitkomst bieden, stelt de Zweedse game-onderzoeker Sabine Harrer in haar boek Games and Bereavement (2018). Kunst nodigt niet alleen uit om na te denken over het verlies van de ander, maar ook om bewust te voelen wat er voor jou niet meer is en wat dat losmaakt.
Volgens Harrer zijn games hiervoor zeer geschikt, vanwege de ‘interreactiviteit’. Waar de interactie in bijvoorbeeld boeken slechts van één kant komt – jij bladert, jij voelt – kunnen games op jou reageren. Ze passen zich aan jou aan, niet alleen in actie, maar ook in muziek en beeld.
Len Maessen merkte in de praktijk dat games kunnen helpen bij het ervaren en verwerken van emoties. Wekenlang kon haar broer niet bij zijn verdriet komen toen hun moeder overleed, tot hij de game Spiritfarer (2020) speelde. „Opeens kwam álles los”, vertelde hij. „Ik denk dat het verdriet voor mij opeens behapbaar werd.”
Lees ook
Lees-, kijk- en luistertips: boeken, films, podcasts en muziek om kracht uit te putten in periode van rouw
Tips als je partner of een vriend rouwt
Wat zeg je tegen een naaste die een dierbare heeft verloren (en wat juist niet)? En wat kun je doen om hem of haar te steunen? Huub Buijssen, psychogerontoloog en auteur van het boek De vijf talen van troost, gaf in 2022 in een interview met NRC bruikbare tips.
Illustratie Maud de Vries
1 Erken dat er geen troost mogelijk is
Iemand steun bieden begint met (proberen te) begrijpen wat iemand die rouwt, doormaakt. Wie begrijpt wat er met een persoon in rouw gebeurt, weet dat er op dat moment geen troost mogelijk is. „Een van de meest gemaakte fouten als je iemand wilt troosten, is denken dat de pijn verzacht kan worden”, legde Buijssen uit „Maar dat is geen troost, dat is bagatelliseren van het verdriet. Troost is erkennen dat er geen troost mogelijk is.”
2 Vraag wat de ander nodig heeft
Waar rouwende personen in deze gids de tip krijgen om te blijven praten om erachter te komen wat hij of zij nodig heeft, krijgen naasten de tip om te blijven vrágen naar wat de ander nodig heeft. Vul niet in wat je zelf zou willen als je in rouw bent, benadrukte Buijssen. „Het gaat erom dat je de ander moet vragen wat hij of zij wil. Dan pas kan je de talen van troost spreken.”
3 Het waardevolste wat je een persoon in rouw kan geven, is tijd
Probeer een persoon in rouw niet te troosten, en vul niet in wat diegene nodig heeft. Maar wat kun je wél actief doen om een naaste in rouw te steunen? Volgens psychogerontoloog Huub Buijssen is er slechts één gunst die kan helpen: tijd. De tijd die je er voor iemand kan en wil zijn.
Tijd is het meest waardevolle wat je iemand die rouwt kan geven, stelde Buijssen. „In het geval van rouw betekent dat: iemand zijn of haar verhaal laten vertellen, iemand helpen in het huishouden, zorgen dat er boodschappen in huis zijn, voor iemand koken.” Door onze spaarzame tijd te geven, erkennen we dat er iets aan de hand is. „En erkenning is waar mensen behoefte aan hebben.”
4 Niet doen: dooddoeners
Wat zeg je tegen een persoon die rouwt? Dat kan lastig zijn. Vraag wat een persoon nodig heeft, of hoe het nú met hem of haar gaat, adviseerde psychogerontoloog Huub Buijssen, met de kanttekening dat het woordje ‘nú’ in die zin heel belangrijk is.
Als je maar niet het verdriet van de ander bagatelliseert, benadrukte Buijssen. Denk aan uitspraken als: ‘Ze heeft wel een mooie leeftijd bereikt’, ‘Hij heeft in elk geval geen pijn geleden’, ‘Tijd heelt alle wonden’, ‘Het heeft zo moeten zijn’. Zulke uitspraken worden ook wel dooddoeners genoemd; het zijn manieren om over de dood heen te praten, in plaats van er óver.
Lees ook
Hoe verwerken kinderen het verlies van een dierbare? Dit kun je als ouder doen om te helpen
Rouwen op de werkvloer
Een slechte concentratie, verdrietige gevoelens en/of behoefte aan een luisterend oor: ook op de werkvloer gaat rouw door. Hoe kun je een rouwende collega steunen? En hoe pak je rouw op de werkvloer als leidinggevende aan? NRC geeft tips.
Illustratie Maud de Vries
1 Bied ruimte voor verdriet
Als collega kun je ruimte bieden voor verdriet, door te luisteren en je te realiseren wat verlies met iemand doet, schreef Ben Tiggelaar in deze column over rouwen op de werkvloer. Zo zijn mensen die rouwen vaak vermoeid en minder geconcentreerd. Dit kan lang aanhouden. Wees je daarvan bewust – ook na een paar dagen compassie, wanneer deadlines en urgente taken weer de overhand dreigen te nemen.
2 Luister goed naar zijn of haar behoeftes
Omgaan met rouw komt neer op communicatie, stelde rouwcoach Chantal Frederiks in dit artikel uit 2021. De kunst is volgens haar om als leidinggevende zo weinig mogelijk aannames te doen – bijvoorbeeld: na drie maanden is het wel over – en zo empathisch mogelijk te luisteren naar waar de behoeftes liggen.
3 Neem als leidinggevende een actieve steunende rol aan
Kijk vervolgens hoe je een rouwende collega tegemoet kan komen in deze behoeftes, stelde Ben Tiggelaar in zijn column. Denk heel praktisch aan vrije dagen, en hoe deze persoon het fijnst kan terugkeren naar het werk. Bied bijvoorbeeld aan dat iemand de eerste werkdag wordt opgehaald door collega’s. Maar laat ook weten dat je beschikbaar bent voor de rouwende persoon, om te luisteren of te helpen.
4 Volg als leidinggevende een training over rouw op de werkvloer
Rouwonderzoekers pleiten ervoor dat leidinggevenden een training volgen op dit gebied, zo sloot Ben Tiggelaar zijn column over rouwen op de werkvloer af. Leidinggevenden kunnen onder meer een gratis handleiding over rouwen op de werkvloer aanvragen bij vakbond CNV. In deze handleiding, samengesteld met de Vlaamse rouwspecialist Manu Keirse, vind je uitleg en praktische tips.
Nederland is een Mahlerland. Als een orkest in Nederland een symfonie van componist Gustav Mahler (1860 – 1911) op het programma zet, dan is dat bijna garantie voor een volle zaal – en dus programmeren orkesten Mahler maar wat graag. Terecht, Mahlers symfonieën zijn prachtig! Deze gids is voor wie de Mahler-klok wel hoort klingelen (is dat een verwijzing naar het vijfde deel van Mahlers Derde symfonie? Misschien.), maar nog niet (helemaal) weet waar de klepel hangt.
Waar komt de traditie vandaan?
Onze nationale liefde voor de Oostenrijkse componist hebben we te danken aan Willem Mengelberg, de chef van het Concertgebouworkest tussen 1895 en 1945. Hij was groot fan van Mahler en haalde hem regelmatig naar Nederland om te gast-dirigeren.
Op veel plekken begint het publiek in die tijd enorm van Mahler te houden, maar hier in Nederland hield de ‘cultus’ (zoals sommige critici het noemden) wel heel erg stand. In 1920 viert Mengelberg zijn vijfentwintigjarig jubileum met een groot Mahlerfeest: het Concertgebouworkest voert alle symfonieën van Mahler uit. De Mahlertraditie is geboren.
En nu?
In 1920 moet het Mahlerfeest nog als een hedendaags in memoriam hebben gevoeld, maar in 1995 is de liefde voor Mahler in steen gebeiteld: 75 jaar na het eerste Mahlerfeest wordt er een tweede Mahlerfestival georganiseerd, dan samen met de Wiener en Berliner Philharmoniker. Veel sneller, in 2020, stond de derde editie op het programma; een festijn waar nogal verlekkerd naar uitgekeken werd omdat de beste orkest van de wereld die Mahler ooit dirigeerde zouden komen spelen: naast de orkesten uit Amsterdam, Wenen en Berlijn ook de New York Philharmonic.
‘Zouden komen’, want: corona. Nu, vijf jaar later, gaat het Mahlerfeest alsnog door. Wel deels met iets minder bekende orkesten, maar dat mag de pret niet drukken. Dus of je nou voor bijna 2000 euro een eersterangs passe-partout in het Concertgebouw hebt, of de gratis livestreams in het Vondelpark Mahlerpaviljoen of op NPO2 Extra meepikt – óf op welk ander moment dan ook een symfonie van Mahler wil luisteren: deze Mahlergids met feitjes, achtergrond en luistertips kan je op elk moment verderhelpen. En als klap op de vuurpijl verschijnt na elke symfonie een recensie van de uitvoering in het Mahlerfestival, steeds de dag na de uitvoering.
Lees ook
Geen klassiek genre zó monumentaal en prestigieus als de symfonie
Eerste symfonie: de ‘titaan’
Af in: 1896 (eerste versie 1888)
Koffieautomaatfeitje: De Eerste was niet Mahlers eerste. Eerder componeerde hij al minstens twee ongenummerde symfonieën. Maar als je een van de allergrootste symfonische componisten uit de muziekgeschiedenis bent, dan kun je van je eersteling maar beter een episch, innovatief en alomvattend statement maken. Dat had Mahler goed in de gaten toen hij ‘nummer 1’ boven deze noten schreef.
Achtergrond: De Eerste was aanvankelijk een symfonisch gedicht in vijf delen, met lyrische titels en een uitgebreid ‘programma’ dat verhelderde wat de muziek allemaal wilde zeggen. Na de première in Boedapest in 1889 voegde Mahler nog de titel Der Titan toe voor uitvoeringen in 1893 en 1894. Maar daarna veranderde hij van inzicht: zijn muziek moest op zichzelf staan. Exit titels én het tweede deel, ‘Blumine’ (dat nog vaak zelfstandig wordt uitgevoerd).
Binnen de resulterende vierdelige symfonievorm maakte Mahler opvallende keuzes die kenmerkend zouden blijken voor zijn stijl. Het scherzo is bijvoorbeeld een ‘Ländler’, een volksdans in driekwartsmaat: het contrast tussen die boertige dansvorm en Mahlers orkestratievernuft is typerend.
Uitgelichte momenten:
In de uitgesponnen langzame introductie is de hoofdrol voor de houtblazers, die bij Mahler prominente solo-instrumenten worden.
Het derde deel is een treurmars gebaseerd op ‘Vader Jacob’, maar dan in mineur – Mahler gebruikte graag bekende melodieën. De contrabas, die in symfonisch repertoire zelden een solorol heeft, introduceert het thema.
Koffieautomaatfeitje: Mahler krijgt een writer’s block nadat hij het openingsdeel ‘Totenfeier’ op piano voorspeelt aan de bekende dirigent Hans von Bülow. Die doet de handen over zijn oren en roept uit: „Als dit muziek is, snap ik er geen snars meer van.” Hoe nu verder? twijfelt Mahler. Pas zes jaar later, op de begrafenis van Von Bülow, openbaart zich aan Mahler het slotdeel van zijn symfonie.
Achtergrond: In zijn Eerste symfonie schept Mahler een wereld en een held. Die held sterft, maar weet van de diepten van de hel naar de hoogten van de hemel te klimmen. In zijn Tweede symfonie – bijgenaamd Opstanding – ‘jongleert’ de componist met de gedachte van de verrijzenis. Hij begint met een onheilspellende en lange begrafenismars. In het zwierige tweede deel haalt Mahler vertederende herinneringen op aan de gestorvene.
In het derde en vierde deel doet hij een greep in het boek Des Knaben Wunderhorn met Duitse volksliederen. Het derde deel bevat een typisch staaltje Mahler-ironie en gaat over Sint Antonius, die de kerk leeg vindt en daarom maar voor de vissen gaat prediken. Het vierde deel is het dromerige lied ‘Uhrlicht’, een gelovige die het aardse leven voor het paradijs wil verruilen. „Ik ben van God en ik wil naar God.”
Zoals in de Eerste symfonie leveren hel en hemel hier opnieuw in het slotdeel hun eeuwige strijd. Van vernietigende crescendo’s naar diepe stiltes.
Uitgelichte momenten:
Vanuit de diepten roepen de contrabassen en cello’s al in de eerste noten van de symfonie een enorme spanning op. Je voelt meteen: we staan aan het begin van een reis door grootste landschappen met diepe ravijnen.
„De mens is in nood, de mens lijdt pijn. Ach, kon ik maar in de hemel zijn.” De zoektocht naar verlossing in het lied ‘Uhrlicht’. Mahler op zijn tederst.
De magische eerste fluistering van het koor „Aufersteh’n, ja aufersteh’n” (opstaan) – voel je voordat je het woord hoort. In het hart van de tekst en van Mahlers denken staat die ene zin: „Sterven moet ik om te leven.”
Derde symfonie: de langste
Af in: 1896
Koffieautomaatfeitje: De Derde symfonie duurt ongeveer 1 uur en drie kwartier. Het is Mahlers langste, en een van de langere symfonieën überhaupt. Alleen het eerste deel duurt al ruim een (heerlijk) halfuur.
Achtergrond: Met de Derde symfonie wilde Mahler een wereld bouwen: van levenloze natuur via planten, dieren en mensen naar God of het eeuwige. Daarin wilde hij alles stoppen wat hij tot dan toe over het leven geleerd had. Oorspronkelijk bedacht hij titels bij de verschillende delen, zoals: ‘I. Pan ontwaakt, de zomer stormt binnen.’ ‘III. Wat de dieren in het woud me vertellen’. Maar die titels schrapte hij bij de eerste uitgave: de muziek moest voor zichzelf spreken.
In zijn tijd was de Derde zo gigantisch, dat het niet meteen in één keer kon worden uitgevoerd. Toch had Mahler er eigenlijk nog een deel aan toe willen voegen. Dat werd het laatste deel van de Vierde symfonie, die daarmee voltooid was vóór de Derde überhaupt voor het eerst helemaal geklonken had; dat was pas in 1902, gedirigeerd door Mahler zelf. Zelfs de Vijfde was toen al bijna af.
Uitgelichte momenten:
Vierde symfonie: de hemelse
Af in: 1900
Koffieautomaatfeitje: Mahler zelf dirigeerde in 1904 de Nederlandse première van de Vierde symfonie bij het Concertgebouworkest. Na de pauze voerden ze de hele symfonie nog een keer uit: een ideetje van orkestchef Willem Mengelberg.
Achtergrond: Een gemiddelde Mahler-symfonie klinkt alsof de componist hoogstpersoonlijk het universum wilde herschikken. Maar met zijn ‘slechts’ één uur durende Vierde symfonie laat hij simpelweg het pad naar de hemel horen. Hij werd geïnspireerd door een lied dat hij eerder had gecomponeerd: ‘Das himmlische Leben’. Dat bezingt de hemel vanuit de kinderblik: een vreugdevol bestaan met gedans en gehuppel en natuurlijk de mooiste muziek. In de hele symfonie duiken er liedflarden op, totdat het laatste deel in zijn geheel wordt gezongen door een solosopraan.
Het orkest speelt met een sterk uitgedunde kopersectie en zonder tuba’s en trombones. Alleen dat al tilt de muziek weg van het aardse. De sfeer is volks en op sommige momenten regelrecht sprookjesachtig. Er klinken belletjes en speelse melodieën, en er zijn nagenoeg geen allesomvattende klankexplosies. Na de kolossale Tweede en Derde symfonieën had het Mahler-publiek in Duitsland en Oostenrijk daar juist wel de oren op voorgesorteerd. De meesten konden de in kinderlijke onschuld badende vierde dan ook maar matig waarderen. In Nederland vond men de symfonie juist sympathiek en charmant.
Uitgelichte momenten:
Mahler kon als de beste een ‘er-is-hier-iets-niet-pluis-gevoel’ tevoorschijn toveren. In het tweede deel doet hij dat met een één toon hoger gestemde soloviool die als Magere Hein boven het orkest danst.
De slotmaten van Mahlers symfonieën zijn meestal één groot knal- en tetterfestijn. Niet bij de Vierde symfonie: op het zachte wiegen van de harp stuurt Mahler je huiswaarts.
Vijfde symfonie: de optimistische
Af in: 1902
Koffieautomaatfeitje: Het vierde deel, het ‘Adagietto’, is zo’n prachtig romantisch stuk, dat het op zichzelf beroemd is geworden, met name door de film Death in Venice (1971). Velen, vooropgegaan door Mengelberg destijds, horen er een muzikale liefdesbrief in voor de vrouw met wie hij net was getrouwd: Alma Schindler.
Achtergrond: Mahler zelf vond deze symfonie, waaraan na vier symfonieën met zang geen zangers te pas komen, niet zo romantisch. „Het is simpelweg een uiting van ongelofelijke energie van een persoon in de bloei van zijn leven.” Mahler zelf kampte in die periode juist met gezondheidsproblemen; hij overleefde in 1901 maar net een bloeding. De Vijfde werd overal (behalve in Wenen) nogal slecht ontvangen, op het ‘Adagietto’ na. In Nederland ging de symfonie in première in 1905, door de Berliner Philharmoniker in een slecht gevuld Kurhaus in Scheveningen. Mahler reviseerde het zeven keer, tot hij in de laatste maanden van zijn leven, in 1911, een definitieve versie had.
Uitgelichte momenten:
Het allereerste trompetten die de treurmars – zo noemt Mahler het eerste deel – inleiden zijn even herkenbaar als imposant.
Maar het treuren is snel voorbij. Mahlers Vijfde is vooral een erg optimistische symfonie. Het derde deel begint blij, huppelig, als iemand die in z’n nopjes is over een aanstaande date. Daarna volgt de emotionele rollercoaster van zo’n moment: angst, een vlaagje paniek, eenzame vertwijfeling, dan weer verschillende troostende stemmen in het prachtige pizzicatomoment, om er aan het einde met frisse overmoed zin in te hebben.
En dan komt de liefde zelf, het ‘Adagietto’. Daar moet een mens verder geen woorden vuil aan maken. Dat kun je alleen maar horend begrijpen. Sowieso mag je in de Vijfde horen wat je wil; Mahler heeft er geen ‘betekenis’ aan gegeven. Het is muziek om muziek.
Zesde symfonie: de ‘tragische’
Af in: 1904
Koffieautomaatfeitje: De symfonie met de hamer: in het laatste deel gebruikt Mahler een enorme houten hamer als instrument. Er is discussie over of die hamer twee of drie keer moet slaan – Mahler haalde de derde slag er om bijgelovige redenen uit. Er is ook discussie over de volgorde van het tweede en derde deel, omdat Mahler die een paar keer omgooide.
Achtergrond: Het gaat Mahler ogenschijnlijk voor de wind: succes in Wenen, net getrouwd, spelend met zijn eerste kind in zijn zomerhuis en een tweede kind op komst. Het is dus nogal een plotselinge omslag dat Mahler na de optimistische Vijfde zijn meest ‘Tragische’ symfonie componeert: de Zesde. Het is zijn enige symfonie die in mineur eindigt. Waarom is niet helemaal duidelijk, maar gegist wordt dat angst om alles kwijt te raken en onvermogen zich echt met Alma te verbinden ermee te maken hebben. In ieder geval is Mahler zelf tijdens de repetities en de première enorm aangedaan door zijn muziek.
Dat was de pers ook, maar niet in positieve zin. Het publiek klapt laaiend enthousiast zelfs tussen de delen door, wat de pers dan weer afdeed als ‘veroorzaakt door een ontstane, kritiekloze Mahler-cultus’. Jaren later wordt de eerste uitvoering in Nederland ook door het publiek matig ontvangen. Één recensent schrijft dat de zaal moet lachen bij de hamerslag, en ‘een grappenmaker’ met kop en schotel rammelt als er alpenklokjes klinken: „Het viel gemakkelijk te voorspellen, dat deze symphonie zonder succes zou voorbijgaan.” Nu is het een van Mahlers meest gespeelde symfonieën.
Uitgelichte momenten:
Sowieso hoor je in Mahlers muziek uit welk vaatje bijvoorbeeld filmcomponist John Williams heeft getapt, maar het eerste deel van Mahler Zes is al helemaal Star Wars Extra Grand Deluxe.
De hamer hamert in het laatste deel, twee of drie keer. Slagwerkers strooien soms wat talkpoeder op het blok, voor het dramatische opstuifeffect:
https://youtu.be/OZBDdKrGgOc
Zevende symfonie: de ongrijpbare
Af in: 1906
Koffieautomaatfeitje: Mahler vergeleek het eerste ‘Nachtmusik’-deel uit zijn Zevende symfonie met de sfeer van Rembrandts Nachtwacht. Hij zag het schilderij tijdens een bezoek aan het Rijksmuseum in oktober 1903.
Achtergrond: De Zevende is een symfonie van paradoxen. Intiem zonder persoonlijk te worden. Door Mahler zelf bestempeld als zijn beste werk, maar verreweg de minst populaire van al zijn symfonieën. De muzikale sfeer is er eentje van schaduw en schemering – boven twee van de vijf delen prijkt het kopje ‘Nachtmusik’ – en toch doet het werk licht en opgewekt aan. De ‘Finale’ is zelfs zó uitzinnig en over de top dat je je afvraagt of Mahler ze nog wel op een rijtje heeft. Is dit sarcastische overdrijving? Of een doorgedraaide componist in een lachstuip?
De Zevende symfonie roept meer vragen op dan het beantwoordt, maar dat is ook meteen wat het zo’n ongrijpbaar geweldig stuk maakt. Waar Mahlers symfonieën meestal doordrenkt zijn van diep persoonlijke gevoelens, lijkt de Zevende eerder een zoekplaatje van symboliek, literatuur en beeldende kunst. Het werk is trouwens ook opvallend modern. Mahler bereidt de weg voor radicale vernieuwers als Arnold Schönberg, die tijdens de première in 1908 in het publiek zit en op slag enthousiast is.
Uitgelichte momenten:
Het openingsmotief van Mahlers Zevende symfonie viel hem in terwijl hij zich liet overroeien op de Wörthersee – je hoort meteen het ritme van de roeispanen die door het water worden getrokken.
In het zwoele ‘Andante amoroso’, de tweede ‘Nachtmusik’, stopt Mahler een paar ongewone instrumenten in het orkest. Let vooral op de solo’s van de gitaar en de mandoline.
Achtste symfonie: ‘Symfonie der Duizend’
Af in: 1907
Koffieautomaatfeitje: De bijnaam van deze symfonie – al kan je je afvragen of het fenomeen ‘symfonie’ niet uit zijn voegen barst in dit stuk – is de ‘Symfonie der Duizend’, vanwege de megalomane bezetting met acht solisten en meerdere koren. Mahler zelf vond deze bijnaam erg stom.
Achtergrond: Mahler schreef de Achtste na een visioen in één kolk van inspiratie tijdens zijn zomervakantie in 1906. ‘Je moet je voorstellen dat het heelal begint te trillen en tot klinken komt,’ beschreef Mahler het zelf in een brief.
In allebei de delen vormt zang de kern. Het eerste deel is gebaseerd op een middeleeuwse pinksterhymne waarbij de zangers de heilige geest smeken zich over de wereld uit te storten. Het tweede deel vertolkt het slot van Goethes Faust, en hoewel niemand de precieze betekenis van dit alles ooit helder heeft gekregen, is het duidelijk dat het hele stuk gaat om het streven naar het hogere, met de Liefde als stuwende kracht, waarbij het ‘eeuwig vrouwelijke’ ons omhoog trekt, naar de verlossing.
Mahler zelf was enorm tevreden met het resultaat, en ook de première in 1910 was een gigantisch succes.
Uitgelichte momenten:
Aan het begin van de symfonie geeft Mahler geheel nieuwe invulling aan de uitdrukking ‘vol op het orgel gaan’. Na de eerste klanken van het orgel zetten de koorzangers in met een overrompelende uitroep: ‘Veni, creator spiritus’. (Kom, schepper geest)
Na de extatische laatste maten van het eerste deel hangt menig luisteraar verslagen in de touwen. De mysterieuze fluistering van het begin van het tweede deel, geeft een zinderende spanning.
Het tweede deel zit vol met pareltjes (Engelenkoren! Mater Gloriosa!) maar weinig kan tippen aan het slot, het ‘chorus mysticus’. Al het vergankelijke is maar schijn – bovenaards en kippenvel-garant.
Negende symfonie: zijn afscheid
Af in: 1909
Koffieautomaatfeitje: De Negende werd Mahlers laatste voltooide symfonie, een soort afscheid van het leven.
Achtergrond: Alsof je almaar verder wegzweeft, de kosmos in, de aarde nog maar een vaalblauw stipje in de verte. ‘Wegstervend’, ‘met diepgevoelde emotie’, schrijft Mahler in de partituur van zijn Negende symfonie. Sla je die bij de laatste pagina’s open, dan zie je steeds meer notenbalken wegvallen. Het ene na het andere instrument verdampt, tot alleen nog violen, altviolen en cello’s stilletjes overblijven. Anderhalf uur muziek eindigt zonder climax, als een stipje.
Hoewel hij nog een Tiende symfonie hoopt te voltooien, voorvoelt Mahler misschien al dat de Negende de laatste wordt die hij afkrijgt. Het stuk wordt vaak beschouwd als zijn muzikale afscheid van het leven, van de liefde en de lust, van de aarde. Op naar de hemel.
De symfonie is min of meer symmetrisch opgebouwd. Twee snellere middendelen van pakweg een kwartiertje elk, geflankeerd door twee zware hoekdelen die beide grofweg een halfuur in beslag nemen.
De Negende is geen symfonie die je op de achtergrond aanzet. Hier moet je echt anderhalf uur goed voor gaan zitten. Maar als je geconcentreerd luistert en je openstelt voor die ‘diepgevoelde emotie, dan kan een uitvoering van de Negende symfonie zomaar een spirituele ervaring worden.
Uitgelichte momenten:
Das Lied von der Erde: de dood te slim af
Af in: 1909
Koffieautomaatfeitje: Mahler kent zijn klassieken. Beethoven, Schubert, Bruckner, Dvorak: de grote voorgangers kwamen niet verder dan negen symfonieën. Hij besluit deze vloek te slim af te zijn door zijn negende niet een symfonie, maar Das Lied von der Erde te noemen. En verdomd, het werkt, hij blijft in leven. Dus voltooit Mahler daarna de ‘echte’ Negende. Maar de dood laat zich niet foppen: een jaar later sterft de componist. Een Tiende symfonie krijgt hij niet af.
Achtergrond: In alle symfonieën filosofeert Mahler muzikaal over de dood en wat die betekent. Is sterven het einde of een nieuw begin? En moeten we de dood vrezen of omarmen als een oude vriend? Mahler neigt naar dat laatste. In Das Lied von der Erde speelt hij deze vragen nogmaals tegen elkaar uit.
Mahler vindt inspiratie in zes gedichten uit de Chinese oudheid. Ze verhalen en filosoferen over de vergankelijkheid van schoonheid en het menselijk leven tegenover de cyclus van vernieuwing in de natuur.
Hij laat de tenor beginnen in boze dronkenschap met ‘Het drinklied over de bekommernis op aarde’: „Donker is het leven, is de dood.” De alt belichaamt daarentegen berusting, vooral in het magistrale – half uur durende – slotlied ‘Het afscheid’. „Stil is mijn hart en wacht kalm op zijn uur.” Nog eenmaal laaft ze zich aan de schoonheid van de natuur, waarin alles sterft om opnieuw geboren te worden: „Eeuwig! Eeuwig! Eeuwig!”
Uitgelichte momenten:
De handtekening van Mahler.Foto DeAgostini/Getty Images
‘Dit heet de vieze ruimte”, zegt Prins Doornekamp (53), oprichter van NOWOS. „De hele vloer ligt vol.”
Het lijkt of het zwart gesneeuwd heeft in deze hal in Amersfoort. Een tiental jonge mannen buigt zich over accu’s van deelscooters. Met schrapertjes duwen ze siliconenplastic uit batterijen. Zwart gruis valt op hun werkblad, op hun schoot, op de vloer. De batterijen zijn volgespoten met de siliconen. „Hier zie je dat accu’s niet ontworpen zijn om gerepareerd te worden”, zegt Doornekamp.
NOWOS in Amersfoort roeit tegen de stroom in. Terwijl de circulaire economie elders niet van de grond komt, en sinds begin vorig jaar elf plasticrecyclers failliet gingen, groeit NOWOS juist. Het repareert sinds 2020 op grote schaal accu’s van elektrische bromfietsen, fietsen en zitmaaiers. Vorig jaar ging het om 90.000 batterijen. Klanten zijn onder andere Swapfiets, deelfiets- en scootermerken en grote fietsenmakersketens. NOWOS opende een vestiging bij het Franse Lyon, en begint er binnenkort een in Polen.
Voorheen werd de batterij van een elektrische fiets meestal vervangen, of de fietsenmaker kluste er zelf wat aan om ’m weer aan de praat te krijgen. Reparatie van batterijen scheelt in het gebruik van kunststoffen en metalen. Zoals lithium, nikkel en kobalt, dat vooral in Congo wordt gedolven, vaak onder slechte werkomstandigheden.
Goedkope oplossing
De batterijen waar NOWOS zich mee bezighoudt, worden geproduceerd in China. Over reparatie is vaak niet goed nagedacht, zoals te zien is in deze „vieze ruimte”. Meestal hoeven van de scooteraccu’s enkel de communicatiepoorten vervangen te worden. Een eenvoudig klusje, ware het niet dat die poorten verscholen liggen achter een dikke laag siliconenschuim. Dat is om de batterij te beschermen tegen vocht, zegt Doornekamp. „Een goedkope oplossing, ze hadden ook eenvoudig een betere behuizing kunnen smaken.”
Doornekamp kruipt moeiteloos in het hoofd van de accuproducent. Hij was er namelijk zelf een. Na zijn afstuderen werkte hij aan chips bij Philips. Zijn interesse in batterijen werd gewekt toen hij niet tevreden was over de batterij in zijn motorfiets. In zijn tuinschuur knutselde hij zelf een betere in elkaar; lichter en sneller te laden.
De communicatiepoorten van accu’s liggen vaak verscholen achter een dikke laag siliconenschuim. Dat verandert tijdens het repareren in zwart gruis.
Doornekamp richtte in 2007 Super B op, producent van lithium-ijzerfosfaatbatterijen voor onder meer vaartuigen en motorsport. Hier kreeg hij vragen van klanten over de levensduur van zijn batterijen. Wat moesten ze er daarna mee? „Wij hadden eigenlijk geen oplossing. Daar lag ook niet onze focus. Die lag bij het produceren van nieuwe accu’s.”
In 2017 verkocht Doornekamp zijn bedrijf. Om zich te bezinnen op zijn toekomst, ging hij zes weken met zijn boot weg. Op de terugweg vanuit Frankrijk voer hij langs recyclingbedrijven tussen IJmuiden en Amsterdam. Hier ligt de toekomst, dacht hij.
Hij zocht contact met Jan Bartels, voormalig directeur van Stibat, een stichting die inzameling en recycling van batterijen wil bevorderen (later opgegaan in stichting Open). Terwijl ze de mogelijkheden van een batterijrecyclingbedrijf onderzochten, kregen ze een andere vraag: konden ze ook repareren? Doornekamp nam vijf accu’s mee naar hun kantoor, destijds een kamertje met twee bureaus. „Ik ben er een week aan gaan zitten. Repareren, alles goed documenteren. Het bleek eigenlijk best mee te vallen.”
Als een batterij kapot is, zegt Doornekamp, functioneert de kern, de cellen, meestal nog prima. Het probleem zit ergens eromheen: de laadpoort is kapot, draden gebroken, de behuizing gescheurd. „We kunnen ongeveer 90 procent van de batterijen repareren. En van de rest kunnen we onderdelen hergebruiken.”
Als nieuw
In een grote opslaghal rijden heftrucks af en aan. Batterijen komen er in grote dozen binnen, vaak afkomstig van fietsenmakersketens. In andere hallen buigen werknemers – allen man – zich over de batterijen, elk in een eigen werkstation met schroevendraaiers, nijptangen, warmeluchtpistolen en tape.
Met een elektrische schroevendraaier maakt Lennart Nieuwland (29) schroefjes los van een deelfietsbatterij. „De poort is beschadigd. Ik moet de hele batterij openmaken om de uitgang te vervangen.”
Nieuwland werkte voorheen in de installatie van zonnepanelen, zegt hij, maar „dat gaat in Nederland niet meer zo goed”. Hij zocht een andere technische baan in Amersfoort, en kwam bij NOWOS terecht. Met een batterij is hij gemiddeld twintig minuten bezig, zegt hij.
Als hij klaar is, wrijft hij met een doekje over de behuizing. „Is die beschadigd?”, vraagt hij zich af. „Nee, alleen wat vies.” De batterij moet er zo goed als nieuw uitzien. „Soms vervangen we de behuizing na de reparatie, zodat de batterij er beter uitziet.”
Repareren blijft maatwerk. En mensenwerk; een reparatiebedrijf zal nooit hetzelfde ogen als de glimmende productiefaciliteiten waarin robots bijna al het werk doen. Toch werkt NOWOS wel aan automatisering. Zo leest zelfontwikkelde apparatuur automatisch de kwaliteit uit van de gerepareerde batterijen. Tientallen hangen er in stellingkasten. Rode draden verbinden ze met de uitleesapparaten, in groene cijfers knipperen de meetgegevens. „In het begin vroeg de klant: en, hoe was het met de batterij?”, zegt Doornekamp. „Nu willen ze alles weten, zoals hoelang de batterij waarschijnlijk nog mee zal gaan. Ze krijgen per batterij een meetrapport.”
De markt voor lithiumbatterijen is veel groter dan alleen die voor fietsen en andere kleine voertuigen. Producenten stoppen lithiumbatterijen overal in. Denk aan: zingende wenskaarten, vapes, lichtgevende stepjes of kleutersneakers. Maar op het terrein van dit kleine grut zal NOWOS zich niet begeven. Doornekamp: „Eigenlijk is de fietsaccu de ondergrens om reparatie nog economisch haalbaar te maken. Zelfs bij de accu van een boormachine met een verkoopprijs van de accu rond de 40 euro kan een reparatie niet uit.”
Brandgevaar
Niet alleen de businesscase moest goed zijn, ook de brandveiligheid. Nieuwland werkt nog maar kort bij NOWOS, maar maakte al eens mee dat een batterij begon te vonken in zijn handen.
Met lithiumbatterijen, zegt Doornekamp, is het niet de vraag óf je brand krijgt, maar wanneer. „Je krijgt er gewoon af en toe een.” Bij NOWOS ontvlamt gemiddeld eens per maand een accu.
Brandgevaar hoort bij lithiumbatterijen, zeker als ze defect zijn. Ze kunnen zomaar ontvlammen, tijdens opladen of reparatie. In Nederland vliegt gemiddeld twee keer per week een lithiumaccu in brand. Een brand in een lithiumbatterijfabriek in Zuid-Korea kostte vorig jaar zeker 22 mensen het leven.
Achter Nieuwland staat een waterbak, met een hark om de batterij erin te kunnen schuiven, gasmasker en handschoenen. Batterijen die binnenkomen, worden voordat ze zijn beoordeeld op de parkeerplaats bewaard in quarantainecontainers, met ingebouwde sensors en een sprinklerinstallatie.
„Een aantal accureparatiebedrijven is al meerdere keren afgebrand”, zegt Doornekamp. Dat is volgens hem een van de redenen dat producenten en fietsenmakers in het verleden huiverig waren om batterijen te laten repareren.
Bij NOWOS steken reparateurs veel tijd in uitgebreid administreren wat ze doen. Of in het vinden van precies hetzelfde type-onderdeel voor de batterij als het origineel – al zouden andere onderdelen ook volstaan. „Je kan ieder product wel repareren”, zegt Doornekamp, „maar de truc is dat de batterijen blijven voldoen aan de typegoedkeuring.” Dat betekent dat een product volgens de overheid voldoet aan de regels. Sommige grote fietsaccumerken willen desondanks niet meewerken aan reparatie, ook niet door NOWOS. In 2027 verandert dat mogelijk, als consumenten in Europa het recht krijgen hun fabrikant om reparatie te vragen.
Doornekamp hoopt dat de houding tegenover reparatie eerder verbetert. „Bij auto’s lukt het ook”, zegt hij. „BMW en Mercedes hebben een manier gevonden om auto’s te laten repareren volgens hun eigen kwaliteitsnormen, bijvoorbeeld bij hun eigen merkdealers. En ook daar geldt dat het professioneel moet: dit soort reparaties kan je gewoon niet doen in een schuurtje.”