Kort na de verkiezingsuitslag in Duitsland nodigde Friedrich Merz de Israëlische premier Benjamin Netanyahu uit, ondanks het arrestatiebevel tegen Netanyahu dat leden van het Internationaal Strafhof verplicht hem uit te leveren. Daar vinden we wel een weg omheen, zei de partijleider van verkiezingswinnaar CDU – Netanyahu is welkom hier.
Wat betekent dat voor het Israël-beleid van de nieuwe Duitse regering, die deze week aantreedt? NRC sprak met CDU-Bondsdaglid en buitenlandwoordvoerder Jürgen Hardt. Het gesprek vond plaats voordat het Israëlische kabinet maandag 5 mei instemde met uitbreiding van het militaire offensief in Gaza.
Is Duitsland van plan de betrekkingen met Israël te versterken tijdens de komende regeerperiode?
„Ja, om twee redenen. Ten eerste is het in Duitsland Staatsräson [staatsbelang] om het bestaansrecht van Israël te verdedigen. Dat is onze historische verantwoordelijkheid. Ten tweede hebben we met Israël een democratische, vrije markt-georiënteerde pilaar in het Midden-Oosten waar we een goede handelsrelatie mee kunnen onderhouden.
„En dus sturen we zonder restricties al het militair materieel dat Israël nodig heeft voor haar verdediging en zetten we in op meer economische samenwerking om gezamenlijk meer te profiteren van die vrije markt.
CDU-politicus Jürgen Hardt: „Ik heb geen informatie ontvangen dat Israël het internationaal recht schendt of disproportioneel reageert.”
„Dat brengt ons overigens direct bij de kern van het conflict in het Midden-Oosten. Inwoners van omringende landen, en vooral van de Palestijnse gebieden, zien hoe jonge Israëliërs vrij kunnen reizen, werken, studeren, leven. Israël is het welvarendste land in de regio. Dat leidt tot irrationele afgunst bij jonge Palestijnen, die denken: ik wil ook kunnen leven als een jonge Israëliër. Maar corrupte regeringen en terreur in de regio weerhouden hen daarvan.”
Denkt u niet dat die ‘afgunst’ ook voortkomt uit de systematische onderdrukking en mensenrechtenschendingen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever?
„Er zijn ook rationele redenen voor Palestijnen om te denken dat Israël niet aan hun kant staat. Soms is Israël verantwoordelijk. Maar de terreur vanuit de regio, vooral Gaza, is de voornaamste reden voor het humeur van Israël jegens de Palestijnen. Dat is het voornaamste wat in de weg staat van een vredesproces.”
Hoe ziet u Israëls verwoestende oorlog in Gaza, het nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever en de annexatieplannen in het kader van zo’n vredesproces?
„De Duitse regering is kritisch op het nederzettingenbeleid van de Israëlische regering. Dat gaat tegen de Oslo-akkoorden in die wij wel onderschrijven.”
Maar u steunt die regering wel. Zonder restricties, zegt u zojuist.
„We steunen de legitieme, democratisch gekozen regering. In alle democratieën wereldwijd accepteren we de wil van het volk.”
Is die kritiek dan zonder gevolgen?
„Israël handelt niet in een vacuüm. Dit gaat om het vraagstuk van proportionaliteit, en dat is relatief. Als Hamas raketten naar Israël blijft sturen, moet Israël blijven terugvechten. Want het staat als land alleen in de regio.”
Ruim vijftigduizend doden, onder wie ruim vijftienduizend kinderen. Hoe beoordeelt u proportionaliteit?
„Dat is een vraag voor de Israëlische autoriteiten. Maar als er een wapenstilstand is, er geen raketten meer op Israël worden afgevuurd en de gijzelaars worden vrijgelaten, en Israël toch weer gaat vechten, moeten we ons afvragen: is dit nog proportioneel?”
„Dat is uw positie, niet mijn positie. De vraag of wat Israël doet goed of fout is, zou wat mij betreft geen juridische vraag moeten zijn, maar een strategische. En die moet nog beantwoord worden.”
In de tussentijd stuurt Duitsland onbeperkt wapens naar Israël.
„Zolang wij geen serieuze indicatie hebben dat Israël die wapens gebruikt op een manier die het internationaal recht schendt, blijven we leveren.”
Zijn uitspraken van internationaal erkende organisaties geen serieuze indicaties daarvan, bijvoorbeeld dat Israël de Palestijnen moet beschermen tegen het ‘plausibele’ risico op genocide?
„Ik geloof niet in de theorie van een genocide.”
Het risico daarop is vastgesteld door het Internationaal Gerechtshof. Een orgaan dat westerse democratieën doorgaans respecteren en naleven.
„Er is een sterk sentiment van anti-Israël-propaganda. Wij gaan geen besluiten nemen op basis van internationale geruchten. De vraag is: heeft Israël het recht onze wapens te gebruiken tegen terroristen die de staat willen vernietigen? En het antwoord is: ja. Maar ik kan jullie ervan verzekeren dat de Duitse regering Israël altijd zal vragen het internationaal recht niet te schenden.”
Wat zou voor u een serieuze indicatie zijn dat Israël de wapens gebruikt voor oorlogsmisdaden en schendingen van het internationaal recht of proportionaliteit te buiten gaat?
„Die indicatie zou zijn als de democratisch verkozen regering van Israël zou zeggen dat het onze wapens disproportioneel gebruikt.”
Het enige mogelijke bewijs is dus dat Israël zelf zegt de wapens te misbruiken?
„Ik heb geen informatie ontvangen dat Israël het internationaal recht schendt of disproportioneel reageert. En dus heeft Israël wat mij betreft tot op de dag van vandaag recht op alle wapens die het nodig heeft.”
Kort na de verkiezingsuitslag in Duitsland nodigde Friedrich Merz de Israëlische premier Benjamin Netanyahu uit, ondanks het arrestatiebevel tegen Netanyahu dat leden van het Internationaal Strafhof verplicht hem uit te leveren. Daar vinden we wel een weg omheen, zei de partijleider van verkiezingswinnaar CDU – Netanyahu is welkom hier.
Wat betekent dat voor het Israël-beleid van de nieuwe Duitse regering, die deze week aantreedt? NRC sprak met CDU-Bondsdaglid en buitenlandwoordvoerder Jürgen Hardt. Het gesprek vond plaats voordat het Israëlische kabinet maandag 5 mei instemde met uitbreiding van het militaire offensief in Gaza.
Is Duitsland van plan de betrekkingen met Israël te versterken tijdens de komende regeerperiode?
„Ja, om twee redenen. Ten eerste is het in Duitsland Staatsräson [staatsbelang] om het bestaansrecht van Israël te verdedigen. Dat is onze historische verantwoordelijkheid. Ten tweede hebben we met Israël een democratische, vrije markt-georiënteerde pilaar in het Midden-Oosten waar we een goede handelsrelatie mee kunnen onderhouden.
„En dus sturen we zonder restricties al het militair materieel dat Israël nodig heeft voor haar verdediging en zetten we in op meer economische samenwerking om gezamenlijk meer te profiteren van die vrije markt.
CDU-politicus Jürgen Hardt: „Ik heb geen informatie ontvangen dat Israël het internationaal recht schendt of disproportioneel reageert.”
„Dat brengt ons overigens direct bij de kern van het conflict in het Midden-Oosten. Inwoners van omringende landen, en vooral van de Palestijnse gebieden, zien hoe jonge Israëliërs vrij kunnen reizen, werken, studeren, leven. Israël is het welvarendste land in de regio. Dat leidt tot irrationele afgunst bij jonge Palestijnen, die denken: ik wil ook kunnen leven als een jonge Israëliër. Maar corrupte regeringen en terreur in de regio weerhouden hen daarvan.”
Denkt u niet dat die ‘afgunst’ ook voortkomt uit de systematische onderdrukking en mensenrechtenschendingen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever?
„Er zijn ook rationele redenen voor Palestijnen om te denken dat Israël niet aan hun kant staat. Soms is Israël verantwoordelijk. Maar de terreur vanuit de regio, vooral Gaza, is de voornaamste reden voor het humeur van Israël jegens de Palestijnen. Dat is het voornaamste wat in de weg staat van een vredesproces.”
Hoe ziet u Israëls verwoestende oorlog in Gaza, het nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever en de annexatieplannen in het kader van zo’n vredesproces?
„De Duitse regering is kritisch op het nederzettingenbeleid van de Israëlische regering. Dat gaat tegen de Oslo-akkoorden in die wij wel onderschrijven.”
Maar u steunt die regering wel. Zonder restricties, zegt u zojuist.
„We steunen de legitieme, democratisch gekozen regering. In alle democratieën wereldwijd accepteren we de wil van het volk.”
Is die kritiek dan zonder gevolgen?
„Israël handelt niet in een vacuüm. Dit gaat om het vraagstuk van proportionaliteit, en dat is relatief. Als Hamas raketten naar Israël blijft sturen, moet Israël blijven terugvechten. Want het staat als land alleen in de regio.”
Ruim vijftigduizend doden, onder wie ruim vijftienduizend kinderen. Hoe beoordeelt u proportionaliteit?
„Dat is een vraag voor de Israëlische autoriteiten. Maar als er een wapenstilstand is, er geen raketten meer op Israël worden afgevuurd en de gijzelaars worden vrijgelaten, en Israël toch weer gaat vechten, moeten we ons afvragen: is dit nog proportioneel?”
„Dat is uw positie, niet mijn positie. De vraag of wat Israël doet goed of fout is, zou wat mij betreft geen juridische vraag moeten zijn, maar een strategische. En die moet nog beantwoord worden.”
In de tussentijd stuurt Duitsland onbeperkt wapens naar Israël.
„Zolang wij geen serieuze indicatie hebben dat Israël die wapens gebruikt op een manier die het internationaal recht schendt, blijven we leveren.”
Zijn uitspraken van internationaal erkende organisaties geen serieuze indicaties daarvan, bijvoorbeeld dat Israël de Palestijnen moet beschermen tegen het ‘plausibele’ risico op genocide?
„Ik geloof niet in de theorie van een genocide.”
Het risico daarop is vastgesteld door het Internationaal Gerechtshof. Een orgaan dat westerse democratieën doorgaans respecteren en naleven.
„Er is een sterk sentiment van anti-Israël-propaganda. Wij gaan geen besluiten nemen op basis van internationale geruchten. De vraag is: heeft Israël het recht onze wapens te gebruiken tegen terroristen die de staat willen vernietigen? En het antwoord is: ja. Maar ik kan jullie ervan verzekeren dat de Duitse regering Israël altijd zal vragen het internationaal recht niet te schenden.”
Wat zou voor u een serieuze indicatie zijn dat Israël de wapens gebruikt voor oorlogsmisdaden en schendingen van het internationaal recht of proportionaliteit te buiten gaat?
„Die indicatie zou zijn als de democratisch verkozen regering van Israël zou zeggen dat het onze wapens disproportioneel gebruikt.”
Het enige mogelijke bewijs is dus dat Israël zelf zegt de wapens te misbruiken?
„Ik heb geen informatie ontvangen dat Israël het internationaal recht schendt of disproportioneel reageert. En dus heeft Israël wat mij betreft tot op de dag van vandaag recht op alle wapens die het nodig heeft.”
Het zijn huiveringwekkende verhalen, die de afgelopen maanden uit de VS komen. Zonder enige vorm van proces worden mensen door de Amerikaanse overheid opgepakt, ontvoerd in feite, en weggestopt in een overzeese martelgevangenis. Het is niet de bedoeling dat ze daar nog uitkomen. De Cecot-gevangenis in El Salvador heeft niemand ooit verlaten, aldus de justitieminister van het land. „Behalve in een doodskist.” En als de deportatie een foutje is, jammer dan. De Amerikaanse overheid heeft geen bevoegdheid om iets aan de situatie in El Salvador te doen, claimt de Trump-regering.
Schokkend, ja. Maar voor sommigen ook: een déjà vu.
Wat er nu gebeurt „zou niemand moeten verbazen”, zegt J. Wells Dixon, advocaat bij het Amerikaanse Center for Constitutional Rights (CCR). De zoektocht naar een plek om gevangenen buiten het bereik van het rechtssysteem te houden is niet nieuw. „Dat gebeurt al twintig jaar in de Verenigde Staten.” Samen met zijn collega’s heeft hij de afgelopen twee decennia zaken aangespannen wegens schendingen van het recht in de war on terror. „En we zijn nu nauw betrokken bij immigratiezaken uit het Trump-tijdperk.”
Na de aanvankelijke verbazing over hoe snel de situatie onder Trump geëscaleerd is, komt in Amerikaanse media steeds meer aandacht voor de overeenkomsten met eerdere periodes. Lijkt dit op de kampen voor Amerikanen van Japanse afkomst in WOII, bijvoorbeeld, of het massa-deportatiebeleid van president Hoover begin jaren dertig, waarbij bijna twee miljoen Mexicanen en Amerikanen van Mexicaanse afkomst zonder eerlijk proces werden uitgezet? Is wat Trump doet nieuw? Of staat hij juist in een typisch Amerikaanse traditie?
Vijand in ons midden
Van oudsher, zegt Beatrice de Graaf, terrorisme-expert en hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkingen, heeft het land een obsessie met vijanddenken. En vooral met ‘the enemy within’. „Op gezette tijden, als de nood zogenaamd hoog is, richt het beleid zich keihard tegen Amerikanen die dan niet meer als Amerikaans worden gezien. Ook al hebben ze een visum, green card, of zelfs staatsburgerschap: dat telt niet meer. Dan worden ze buiten de orde verklaard en de president wordt een soort oppersheriff, die iedereen van zijn erf mag knallen.”
Ze somt op: na de Burgeroorlog projecteerden Amerikanen hun problemen op Ieren, Italianen en katholieken. In de 20e eeuw maakte McCarthy tijdens de Red Scare jacht op communisten. J. Edgar Hoover, sinds de jaren twintig directeur van de FBI, had het gemunt op de Black Panthers en Students for a Democratic Society. „Wat sommigen nu ‘woke’ zouden noemen.” En onder Nixon gingen wat betreft CIA en FBI-operaties tegen ‘subversieve elementen’ uit de eigen bevolking „allgates of hell open”, zegt De Graaf.
Op gezette tijden wordt de Amerikaanse president een soort oppersheriff, die iedereen van zijn erf mag knallen
De recentste oprisping van de Amerikaanse paranoia zag je tijdens de regering-Bush. Na de aanval op de Twin Towers werd de Patriot Act ingevoerd, die de president weer bevoegdheden gaf die na Nixon juist waren ingeperkt. De Graaf: „Er zijn daarna echt heksenjachten geweest op Amerikanen met islamitische of Arabische achtergrond.”
Wells Dixon heeft de gevolgen van de war on terror van dichtbij meegemaakt. Hij vertegenwoordigt al jarenlang gedetineerden van Guantánamo Bay en andere black sites – geheime buitenlandse CIA-gevangenissen waar mensen die verdacht werden van Al-Qaida-lidmaatschap werden gemarteld. En hij ziet opvallende overeenkomsten tussen de strategie van Bush toen en Trump nu.
Zo probeert ook Trump de presidentiële macht te vergroten door voortdurend te praten over „nationale veiligheid, buitenlandse zaken en oorlogsbevoegdheden”. Trump spreekt over immigratie in termen van een invasie, „met vergelijkbare oorlogsterminologie”.
Zelfde doel
In Bush’ zoektocht naar onbeteugelde presidentiële macht speelde de militaire gevangenis op Cuba, Guantánamo Bay, een sleutelrol, vertelt Wells. „Toen Guantánamo in 2002 werd geopend, moest dat een plek zijn die volledig buiten de wet viel. De regering-Bush noemde dat het juridische equivalent van outer space.”
En dat is precies wat Trump nu in Cecot zoekt. Al gaat het hier om migranten en ‘bendeleden’ in plaats van terroristen, het doel van Bush en Trump is volgens Wells Dixon hetzelfde: mensen buiten het bereik van de rechtbanken brengen. „Naar een plek waar ze nooit de mogelijkheid hebben om de aanklachten tegen hen aan te vechten, waar ze geen toegang hebben tot een advocaat.”
Lees ook
142 decreten, 1 wet en 9.600 miljard dollar verdampt: dit waren de eerste 100 dagen van Trump
Het is in dat licht ook volkomen logisch dat Trump in februari de eerste groepen gedeporteerde immigranten aanvankelijk naar Guantánamo Bay bracht. Hij sprak de ambitie uit er uiteindelijk 30.000 mensen gevangen te zetten. Zijn ‘grenstsaar’ Tom Homan gebruikte voor de gedeporteerden migranten dezelfde woorden als voormalig vice-president Dick Cheney gebruikte voor de gevangenen in Guantánamo: deze mensen zijn the worst of the worst.
Er zat echter één fatale zwakte in het Guantánamo-plan van Trump. Ironischerwijs bleek Guantánamo minder rechteloos dan Trump dacht, en Bush ook al eerder had ondervonden.
Niet rechteloos genoeg
De zoektocht van de regering-Bush naar juridisch niemandsland is namelijk mislukt, dankzij de rechtszaken die werden aangespannen door Wells Dixon en zijn collega’s bij het CCR.
Een belangrijke eerste overwinning kwam in 2004, toen de advocaten van het CCR voor het eerst toegang kregen tot de gevangenis. Wells Dixon was geschokt, weet hij nog. „Het is de deprimerendste plek die ik ooit heb gezien. Een afschuwelijke plek. Het effect op de levens van de mensen die er zitten is verwoestend, ook als ze na tussenkomst van een hof worden vrijgelaten.”
De grootste juridische overwinning kwam in 2008. Het Hooggerechtshof bepaalde definitief dat de gevangen in Guantánamo zich konden beroepen op het Habeas Corpus-principe: ze konden hun zaak aanhangig maken bij de rechter. Guantánamo viel niet buiten het bereik van de Amerikaanse jurisdictie.
Gedetineerden in de Cecot-gevangenis in El Salvador, tijdens een rondleiding voor media eind april.
Foto Secretaria de Prensa de la Presidencia via REUTERS
Dus Trump moest iets anders: de migranten waren in Guantánamo niet rechteloos genoeg. Toen hij zich dat realiseerde, veranderde Trump van koers, denkt Wells Dixon. Hij haalde mensen terug uit Guantánamo, en vlak daarna beriep hij zich op de Alien Enemies Act, „een wet uit de 18de eeuw die de president oorlogsmacht geeft”. Zo kan hij „mensen zonder al te veel procedures uit de Verenigde Staten verwijderen”.
En dan naar een plek waar – anders dan bij Guantánamo – de Amerikaanse overheid niet het heersende gezag is. Dat is de aantrekkingskracht van El Salvador. En daarom kon minister Pam Bondi claimen dat ze niets kon doen om de ten onrechte gedeporteerde Kilmar Abrego Garcia terug te halen. Die is volgens de regering nu écht op een plek buiten het bereik van het Amerikaanse rechtssysteem.
Wells Dixon: „Nu hebben ze het erover dat ze hetzelfde willen doen met Amerikaanse burgers.” Een ontwikkeling die hij ziet als „de natuurlijke evolutie van de wereldwijde war on terror”.
Lees ook
De Amerikaanse democratie sterft niet in de voorspelde duisternis, maar op klaarlichte dag
Ook Beatrice de Graaf ziet een rechtstreekse lijn naar de Bush-jaren. Ze merkt op dat de juristen die voor Bush de Patriot Act opstelden, nu zelfs terugkeren naar Washington om Trumps beleid te rechtvaardigen, zoals Viet Dinh en Jennifer Newstead.
Dat die juristen onder Biden en Obama niet welkom waren in de overheid, betekent overigens niet dat de wens om onwelgevalligen in rechteloze detentie te houden het Witte Huis ooit heeft verlaten. Wells Dixon: „Ook de afgelopen jaren, onder Obama en Biden, hebben de Verenigde Staten buitenlandse regeringen of groepen ingezet om mensen namens hen te arresteren. Je ziet dat in Syrië, waar de Syrische Democratische Strijdkrachten vermoedelijke leden van ISIS voor de VS gevangen houden. Wederom met het doel om mensen weg te houden bij Amerikaanse rechtbanken. Proxy-detentie is nooit verdwenen.”
Angst aanjagen
Toch zet Trump wel degelijk nieuwe stappen, vindt de advocaat. De regering-Bush opereerde aanvankelijk in het diepste geheim. Trump allesbehalve. „De regering-Trump gebruikt de beelden en symboliek van Guantánamo juist actief om immigranten angst aan te jagen. Ze posten erover op sociale media.”
Ook de relatie met rechters is volgens Wells Dixon fundamenteel anders. De regering-Bush probeerde weliswaar de rechtbank ervan te overtuigen dat ze geen bevoegdheid hadden in Guantánamo, maar toen de rechters hun macht eenmaal uitoefenden, verzette Bush zich daar niet tegen. Trump wel. „Die zegt: het maakt niet uit wat de rechters zeggen, we gaan het niet doen.”
Ik denk dat het negeren van rechterlijke uitspraken de ondergang van de Trump-regering zal betekenen
Het wrange is: voor het individu maakt het niet altijd uit of er lippendienst wordt bewezen aan de hoven. Want ook toen er wel gerechtelijke toetsing kwam in Guantánamo was het voordeel voor de gevangenen daarvan beperkt, vertelt Wells Dixon. Zelfs de regering-Obama – die per decreet vastlegde dat Guantánamo Bay binnen een jaar gesloten zou worden – heeft niet voor elke gevangene gerechtigheid gebracht. Sterker nog: er zitten nog steeds vijftien mensen vast uit de periode van de war on terror.
Ook een cliënt van Wells Dixon, een Somaliër waar de Amerikaanse rechter jaren geleden al over oordeelde dat hij geen bedreiging vormt en vrijgelaten moet worden, zit er tot zijn frustratie nog steeds. De VS willen hem niet naar Somalië terugsturen en hebben onvoldoende diplomatieke inspanningen geleverd om hem in een derde land te vestigen. „Ik koester daarover net zoveel wrok tegen de regering-Biden als tegen de regering-Trump. Niemand heeft iets gedaan om hem te helpen.”
Publieke opinie
Maar Wells Dixon put hoop uit de escalatie van de laatste weken. Dat Trump gerechtelijke uitspraken naast zich neerlegt, noemt hij „een enorme strategische fout”. „Ik denk dat het de ondergang van de Trump-regering zal betekenen.”
Met de regering-Bush ging het net zo. Toen de wereld weet kreeg van de misstanden in de black sites, in Abu Graib, en in Guantánamo, zorgde dat voor een verschuiving in de publieke opinie. Nu blijkt uit de peilingen dat 54 procent van de Amerikanen vindt dat Trump zijn bevoegdheden overschrijdt, en zegt 76 procent dat een president geen uitspraken van het Hooggerechtshof mag negeren.
Trump overspeelt zijn hand, denkt Wells Dixon. „En misschien, heel misschien, zal er daardoor eindelijk enige verantwoording komen voor deze jarenlange poging van opeenvolgende Amerikaanse presidenten om mensen buiten de rechtsstaat te plaatsen, waar ze de vrije hand hebben om deze mensen te terroriseren, te martelen of eindeloos gevangen te houden.
Als Gaza een openluchtgevangenis is, is de lucht dan nog een ultieme optie om de hongerende bevolking te bereiken? Kunnen voedseldroppings – hoewel notoir onveilig en inefficiënt – een laatste redmiddel zijn?
Het is een belachelijke oplossing, zeggen noodhulpdeskundigen. Er staan immers vijfduizend vrachtwagens met hulpgoederen in de regio te wachten tot ze de grens over mogen die de Israëlische premier Benjamin Netanyahu begin maart hermetisch heeft laten afsluiten. Eén woord van hem en de duizenden kinderen die de meest ernstige stadia van ondervoeding ingaan, kunnen worden gered.
Er zijn activisten die via de Middellandse Zee proberen Gaza te bereiken. Deze vrijdag meldde de internationale ngo Freedom Flotilla Coalition dat hun schip in internationale wateren ter hoogte van Malta met drones is aangevallen, waardoor er brand aan boord ontstond. Een reddingsactie door Malta heeft de opvarenden in veiligheid gebracht. De organisatie vermoedt dat Israël de aanval heeft uitgevoerd.
Netanyahu is al twee maanden onverzettelijk. Hamas steelt hulpgoederen, zei de premier op 2 maart, en daarom besloot hij dat er niets meer Gaza in mag. Hij zegt hiermee ook de druk op Hamas te willen verhogen om de resterende Israëlische gijzelaars vrij te laten. Waarom dit het uithongeren van twee miljoen burgers zou rechtvaardigen, zei hij er niet bij.
De afgelopen week lag die vraag voor bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, op verzoek van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De uitspraak kan echter nog maanden op zich laten wachten. Bovendien negeert Israël eerdere opdrachten van het hof.
Laatste voorraden
De Haagse realiteit staat ver af van die in Gaza, waar de nood onderhand extreem is. VN-organisaties hebben een week geleden hun laatste voorraden aan de gaarkeukens gegeven en verwachten dat die binnen enkele dagen op zijn. Hun bakkerijen sloten al eind maart. Als er geen verandering komt zullen grote aantallen mensen sterven van de honger.
Lees ook
Het eten is op – en aan de grens van Gaza staan drieduizend vrachtwagens met noodhulp tevergeefs te wachten
Voedseldroppings, airdrops in jargon, zijn de omslachtigste manier van noodhulpverlening: in een vliegtuig past veel minder lading dan in een vrachtwagen. Vliegen is daarnaast veel duurder dan transport over de weg. De lading moet aan parachutes worden afgeworpen en op een veilige plaats landen.
Dat laatste is moeilijk, zeker in een dichtbevolkt gebied als Gaza. Hulpverleners moeten klaarstaan om het voedsel op een ordelijke manier uit te delen aan mensen die door hun wanhoop pakken wat ze pakken kunnen. Ze moeten bovendien voorkomen dat de pakketten in handen van strijdende partijen komen. Kortom, airdrops zijn vaak veel te beperkt, zeer complex en kosten een veelvoud van hulp over de weg.
Toch zijn er een jaar geleden tientallen airdrops boven Gaza uitgevoerd, door een coalitie van staten, waaronder Nederland. Hulp over land was op dat moment niet helemaal verboden, maar ook toen mocht er veel te weinig naar binnen. Buurland Jordanië coördineerde de airdrops en had daarvoor een Multinational Airdrop Planning Cell ingericht, waar ook de Nederlandse krijgsmacht een officier had gestationeerd.
36.000 kant-en-klaarmaaltijden
Nederland voerde zijn eerste twee airdrops uit in februari vorig jaar, schreef het toenmalige kabinet-Rutte IV aan de Tweede Kamer, en daarna nog enkele in maart en april. Andere landen in de coalitie waren onder meer Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, de Verenigde Staten, Singapore en een aantal West-Europese staten. Om een indruk te geven van de omvang: in één vlucht van de Amerikaanse luchtmacht zaten 36.000 kant-en-klaarmaaltijden. Dat is niet niks, maar gezien de nood een druppel op een gloeiende plaat.
In sommige gevallen – onbekend is bij welke – kostten de airdrops mensenlevens. Op 8 maart vielen er volgens de autoriteiten in Gaza zeker vijf doden doordat een parachute niet open ging en het pakket bovenop hen viel. Later die maand kwamen zes mensen om toen ze onder de voet werden gelopen in gedrang om gedropte pakketten.
Om ongelukken te voorkomen, werden de pakketten soms opzettelijk in de Middellandse Zee geworpen, waarna ze met het getij en de wind mee naar de kust dreven. Eind maart 2024 liep dit toch verkeerd af, toen Gazanen de zee in doken om ze te pakken te krijgen. Zeker twaalf mensen verdronken, onder wie iemand die verstrikt raakte in een parachute.
Sinds februari van dit jaar zijn er geen Nederlandse officieren meer actief bij de planningscel in Jordanië, zegt het ministerie van Defensie desgevraagd. En sinds de hervatting van het Israëlische offensief in Gaza op 18 maart is de cel helemaal niet meer actief. De Jordaanse autoriteiten krijgen geen toestemming meer van Israël om het luchtruim te betreden en hulpvluchten uit te voeren, aldus Defensie.
Daarmee is het einde verhaal, zegt ook het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vorig jaar was die toestemming er wel, nu mag er ook via de lucht geen hulp naar Gaza. Tóch het luchtruim betreden zou leiden tot een diplomatiek incident. Daarnaast wijst Buitenlandse Zaken op de verslechterde situatie op de grond. Door de aanhoudende gevechten en het gebrek aan bescherming van hulpverleners is de veilige ontvangst en verspreiding van de hulp „vrijwel onmogelijk”.
Heel grote hoogte
Hardop denkend komt luitenant-generaal buiten dienst Mart de Kruif, voormalig commandant der landstrijdkrachten, op één theoretische manier om in deze omstandigheden toch voedsel Gaza binnen te krijgen. „Je zou kunnen onderzoeken of een HAHO-drop mogelijk is.” HAHO is de afkorting van high altitude, high opening. „Je werpt de pakketten van heel grote hoogte af buiten het Israëlische luchtruim, dus boven de Middellandse Zee, en berekent hun glijvlucht op zo’n manier dat ze op de wind alsnog in Gaza belanden. Er zijn technische systemen waarmee je dit precies kunt sturen. In Afghanistan hebben we zo special forces diep in vijandelijk gebied bevoorraad.”
De kans dat dit werkt is uiterst klein, zegt De Kruif. „Je betreedt zelf het luchtruim niet, maar die hulp natuurlijk wel. Je moet er daarom op rekenen dat Israël de pakketten uit de lucht zal schieten.” Zou Israël werkelijk het raketschild Iron Dome in werking stellen voor zwevende kant-en-klaarmaaltijden? „Nee, daar gaan ze geen dure raketten aan verspillen. Maar ze kunnen er wel gevechtsvliegtuigen op af sturen.” Deze methode zou airdrops dus nóg omslachtiger maken en het resultaat nog poverder dan het al is.
Staten met invloed, zoals de VS en de EU-lidstaten, kunnen Israël dwingen om de hulp door te laten
Het Global Centre for the Responsibility to Protect, een denktank in New York, wijst airdrops resoluut af, maar niet alleen om redenen van uitvoerbaarheid. De responsibility to protect is een internationale norm, in 2005 aangenomen door de VN, die voorschrijft dat staten zich verantwoordelijk voelen om in te grijpen als een bevolking niet door zijn eigen leiders wordt beschermd tegen genocide of andere ernstige misdrijven. Het centrum vindt dat de VS en de Europese Unie hierin nu ernstig tekortschieten.
Het schrijft per e-mail: „Israëls moedwillige blokkade van levensreddende hulp komt neer op aanhoudende, opzettelijke uithongering van een burgerbevolking. Dat is een oorlogsmisdaad waarvoor het Internationaal Strafhof arrestatiebevelen heeft uitgevaardigd. Staten kunnen airdrops niet gebruiken om de aandacht af te leiden van hun verplichting om alle politieke, diplomatieke en economische middelen in te zetten ter bescherming van de Palestijnse bevolking.”
„Staten met invloed, zoals de VS en de EU-lidstaten, kunnen Israël dwingen om de hulp door te laten. Ze moeten uitvoering geven aan de arrestatiebevelen van het Strafhof, verbieden dat Israëlische functionarissen door hun luchtruim vliegen, sancties instellen en de export van wapens naar Israël volledig staken. Het is door het ontbreken van deze maatregelen dat Israël zich gesterkt voelt om de huidige belegering van Gaza voort te zetten.”