Internationaal gerechtshof verwerpt genocidezaak Soedan tegen Emiraten: ‘Geen bevoegdheid’

Het Internationaal Gerechtshof heeft de door Soedan aangespannen genocidezaak tegen de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) verworpen. Het hof stelt dat het „niet bevoegd” is om te oordelen in deze zaak. Dat heeft het Internationaal Gerechtshof in Den Haag maandag bekendgemaakt.

De aanklacht draaide om een zware beschuldiging aan het adres van de Verenigde Arabische Emiraten. Volgens de Soedanese autoriteiten is het land medeplichtig aan genocide tegen de Masalit-bevolking in de regio Darfur. De VAE verlenen steun aan de Rapid Support Forces (RSF), de paramilitaire militie die al twee jaar een bloedige oorlog uitvecht met het regeringsleger. Soedan wilde daarom dat het hof „noodmaatregelen” zou nemen tegen VAE.

Onder andere Human Rights Watch en de Verenigde Staten stellen dat de acties van de RSF tegen de Masalit-bevolking neerkomen op genocide.

Geen jurisdictie

Volgens Soedan hebben de VAE met hun steun aan de RSF het Genocideverdrag uit 1948 verbroken. De VAE erkennen dit verdrag, maar hebben bij ondertekening wel een voorbehoud geregeld waardoor het Gerechtshof minder snel jurisdictie – rechterlijke bevoegdheid – over het land heeft.

Hoewel het hof aangeeft zich „grote zorgen” te maken over het leed in Soedan, kunnen de rechters vanwege dat voorbehoud nu niet meegaan in Soedans verzoek om maatregelen te nemen, zo is te lezen in het oordeel. „Het gewelddadige conflict heeft een verwoestende uitwerking”, schrijft het hof, maar de rechtsmacht van het hof wordt „noodzakelijkerwijs beperkt”.

De rechtszaak volgde op een reeks alarmerende rapporten, diplomatieke waarschuwingen en journalistieke onthullingen over de militaire, economische en politieke betrokkenheid van de VAE bij de schijnbaar uitzichtloze oorlog in Soedan. Uit onderzoek van The New York Times blijkt dat de VAE heimelijk de RSF bewapenen, verzorgen en versterken, onder het mom van humanitaire hulp.

De Verenigde Arabische Emiraten ontkennen deze steun en noemden de aanklacht van Soedan eerder „niets meer dan een cynische publiciteitsstunt”. „Deze zaak had nooit voor het hof moeten komen”, zei een vertegenwoordiger van de VAE na afloop van de uitspraak tegen aanwezige verslaggevers, schrijft persbureau AP. „Het oordeel van het hof onderstreept dat.”


Lees ook

De Emiraten als schaduwmacht: goudhonger in Dubai voedt de oorlog in Soedan

Amiera AlHefeiti (links), vertegenwoordiger van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) bij de VN, op 10 april tijdens een verhoor bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, waar de zaak dient van Soedan. Foto Remko de Waal / ANP