Sir David Attenboroughs ‘Ocean’ is een getuigenis van puur optimisme

Een man met grijs oplichtend haar in een marineblauw jack staat aan de kust. Het strand is leeg, de uitgestrekte zee voor hem ligt er stil bij. Dat is schijn, betoogt de man in blauw. Hij zegt: „Onder die watervlakte bevindt zich een ongekende rijkdom. Alle leven is ontstaan in de zee, haar kracht is gevreesd, ze spreekt tot onze verbeelding, ze verbergt een mysterie. De zee is magie.”

Zoals hij spreekt over de deep blue ocean kan het maar één iemand zijn: de Britse natuurfilmer Sir David Attenborough. Ter gelegenheid van zijn 99ste verjaardag op 8 mei komt Ocean with David Attenborough uit, zijn witness statement, een indrukwekkende getuigenis over de lotgevallen en de toekomst van het leven in de wereldzeeën en alle bedreigingen: overbevissing, klimaatverandering, biotoopvernietiging.

De documentaire neemt ons mee onder de wateroppervlakte, want wie eenmaal onder de wateroppervlakte is gedoken, kijkt nooit meer naar de aarde zoals tevoren. Attenborough noemt de oceaan „de laatste wildernis die we nu pas ontdekken”. En hij nodigt ons uit: „Let us take a dive under the waves.” Het onderwaterleven is beslissend voor het bovenwaterleven. Oceanen zijn cruciaal voor het afvangen van CO2 en het voorkomen van opwarming van de aarde. Het is in Ocean with David Attenborough niet de eerste keer dat Attenborough de verborgen dynamiek van de oceanen prijst én zijn bezorgdheid uit. Eerder deed hij dat in A Life on Our Planet (2020). Nu ligt de focus helemaal op het blauwe onderzeese leven, op golvende wonderwerelden met spectaculaire vissoorten, krabben, koralen en koraalvissen, walvissen. Afwisselend spreekt Attenborough over high sea en open ocean, respectievelijk de volle zee en de wijde oceaan. Dit is geen duister gebied of verlaten woestenij, maar een wereld bewoond door geheimzinnige schepselen.

Cruciale watermassa’s

Als je met Attenborough en zijn team van duikers en filmers, onder wie Toby Nowlon en Keith Sholey, eenmaal in de zeediepten bent geweest, begrijp je hoe cruciaal de watermassa’s zijn voor ons leven. In bedwelmende beelden laat de documentaire zien hoe alle leven in de oceanen met elkaar verweven is, van micro-organismen als plankton en algen tot de allergrootste dieren, de blauwe vinvis bijvoorbeeld, die tot dertig meter lang kan worden. Dat dit reusachtige wezen leeft van het allerkleinste voedsel, is een van die mysteries. De ecologische samenhang bepaalt de gezondheid van de oceanen, en dus van ons ‘thuis’, zoals Attenborough benadrukt. Hij ziet de neerslag van stikstof en de klimaatverandering als de grote bedreigingen van nu. Gezonde wereldzeeën zorgen voor minder stikstof en reduceren het broeikaseffect.

De film is krachtig op tegenstellingen gemonteerd. Nadat we getuige zijn geweest van de spectaculaire schoonheid van oceanen neemt de documentaire ons mee naar de schaduwzijde, die van overbevissing. Schokkende beelden tonen hoe trawlers de bodem met ijzeren balken en stalen netten ruïneren om Sint-Jakobsschelpen te bemachtigen, en daarbij een alles vernietigend spoor trekken. Daarna is het alsof er een „nucleaire winter” heerst. Veel bijvangst wordt weggegooid, of gebruikt voor onder meer kattenvoer. De vissersschepen zijn fabrieken die op industriële schaal opereren en het leven in de zeeën voor meer dan 30 procent hebben vernietigd. Dan zijn er nog de ‘muren’ van vislijnen met lokaas en reusachtige haken waaraan haaien en dolfijnen een langzame dood vinden.

Cruciaal moment

Attenboroughs statement komt op een cruciaal moment: in juni vindt in Nice een VN-conferentie plaats over de oceanen, waarin naar verwachting besloten wordt dat een derde beschermd gaat worden, plus dat er een einde komt aan destructieve visserij. Ocean with David Attenborough vormt hiertoe een belangwekkende voorzet. Want mét bescherming gloort er hoop op ‘oceaanherstel’. Zeeën bezitten een grote veerkracht, is de strekking van deze documentaire. Bescherm je een derde, dan is die veerkracht vele malen groter. Attenboroughs Ocean is een getuigenis van puur optimisme.