NON-FICTIEBOEK Lords of Finance: The Bankers Who Broke The World (2009)
Dat centrale bankiers macht hebben, werd deze weken weer duidelijk toen Donald Trump dreigde Fed-baas Jerome Powell weg te sturen. De markten reageerden heftig. Dat centrale bankiers ook niet altijd de wijsheid in pacht hebben, blijkt uit het zeer levendig geschreven Lords of Finance van voormalig bankier en hedgefondsadviseur Liaquat Ahamed. Hij portretteert de vier centrale bankiers die exact een eeuw geleden, in het interbellum, alles op alles zetten om de mondiale economie na de Eerste Wereldoorlog niet te laten ontsporen. Montagu Norman van de Bank of England, Émile Moreau van de Banque de France, Benjamin Strong van de Federal Reserve Bank in New York en de legendarische Hjalmar Schacht van de Duitse Bundesbank spraken dezelfde monetaire taal, maar slaagden er niet in de Grote Depressie af te wenden en per saldo ook de Tweede Wereldoorlog. Schitterend geschreven met een glansrol voor de toen nog jonge econoom John Maynard Keynes, die al vroeg inzag dat de Duitse herstelbetalingen elke poging om de economie te redden saboteerden.
Blufte Geert Wilders toen hij maandag tegen het tuig van de richel zei dat zijn geduld op was? Dat zijn grens bereikt was? Of meende hij het maar half en was het vooral een doorzichtige poging om zijn ontevreden achterban gerust te stellen?
Als nietig speeltuigje van die richel wil ik hier graag een nieuwe interpretatie van Wilders’ manoeuvre aanbieden. Die komt hierop neer: Wilders weet zelf ook niet of hij wel of niet blufte. Hij verkeert in ernstige staat van verwarring. Vorige week las hij in De Telegraaf een kritisch bericht over een aanzwellende immigratiestroom naar Nederland: sinds april 2024 zijn er volgens het CBS 130.000 migranten bijgekomen. En dat nog wel, voegde De Telegraaf er bitter aan toe, „sinds start ‘strengste asielbeleid ooit”.
Sindsdien vraagt Wilders zich wanhopig af wat hem te doen staat. In de regeringscoalitie blijven of juist niet? In de peilingen is hij al tot onder GroenLinks/ PvdA beland en nu schrijft ook ‘zijn’ krant spottend over hem. In zijn politieke borst beginnen zich twee zielen opstandig te roeren.
De ene zegt: „Kap ermee, zo snel mogelijk. Hier valt niets meer te bereiken. Een partij als NSC zal altijd blijven zaniken.” De andere stelt daar tegenover: „Wat bereik je met stoppen? Je zult weer een politieke paria worden. Niemand, zelfs de VVD niet, zal ooit nog met jou een regering willen vormen. Je bent voorgoed je gezag kwijt, ook in het buitenland. Je zult dat missen! Hoe fijn vond je het niet om in het buitenland de grote jongen van de Nederlandse politiek uit te hangen? Eindelijk kon je je meten met Orbán, Meloni en Le Pen!”
Wilders kan zijn tweestrijd vooralsnog niet beslechten. Hij doet datgene wat hij zijn politieke vijand, Pieter Omtzigt, verweet: hij blijft aarzelen. Daarom dreigt hij fors, maar schrikt hij als iemand het dreigen noemt. Daarom valt hij het beleid van zijn eigen minister, Faber, aan zonder haar de schuld te geven. Hij zit in een spagaat en kan niet meer omhoog komen. Wat niemand had verwacht, voltrekt zich nu: Wilders is bezig de nieuwe Pieter Omtzigt te worden. De ene dag wil hij „eruit stappen”, de volgende dag bedenkt hij zich.
Toen een vasthoudende verslaggeefster van RTL4 hem op de persconferentie met zijn tweeslachtige gedrag ten opzichte van Faber confronteerde, reageerde hij betrapt en kapte hij haar volgende vragen af: „Als u mij niet laat uitpraten, antwoord ik niet.” Faber is zijn achilleshiel. Hij beseft dat het zijn zwakste minister is en dat ze zich steeds weer in de nesten zal werken, maar hij kan haar niet meer laten vallen zonder eigen gezichtsverlies.
Wat zal hij uiteindelijk doen? Ook al twijfelt hij hevig en weet hij het zelf nog niet, durf ik toch een voorspelling te wagen. Alles hangt af van nieuwe peilingen. Peilingen zijn de lust en last van zijn politieke leven. Een diepere val van de PVV zal hij Frans Timmermans niet gunnen. Hij weet dat de asielkwestie nog altijd belangrijk is voor de gemiddelde Nederlandse kiezer, zó belangrijk dat hij er ook nieuwe verkiezingen mee kan winnen. Liever de ongekroonde kampioen van de oppositie dan een stuurloze bijwagen in de regering – zo zal Geert Wilders in de Nederlandse politiek eindigen.
Nu ik een gehoorapparaat heb, komen sommige geluiden met orkaankracht binnen. Dagelijkse dingen als ritselend papier en rammelende koffiekopjes zijn oorverdovend. Het toppunt tot nu toe is het malen van de bonen voor een kopje espresso, een absolute pijniging voor de oren. Gisteren kwam een vriend langs. „Koffie”, vroeg ik? „Graag.” Hij wierp een blik in de keuken, op de koffiebonenmaler: „Oh, wat mooi, een Silenzio!” Verbijsterd keek ik op de achterkant van de maler waar de naam van de helse machine stond: ‘Silenzio’.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De parlementaire enquêtecommissie die het coronabeleid van het kabinet gaat onderzoeken, telt één lid minder. FVD-Kamerlid Gideon van Meijeren, die twee weken geleden door de Kamer als commissielid was benoemd, stapt uit het onderzoeksteam. De commissie kende een moeizame aanloop met veel vertraging, maar Van Meijerens vertrek betekent volgens commissievoorzitter Daan de Kort (VVD) niks voor het verdere verloop van het onderzoek.
Van Meijeren krijgt naar eigen zeggen „niet de ruimte om kritische vragen te stellen” aan hoofdrolspelers als toenmalig premier Mark Rutte, wetenschapper Jaap van Dissel en minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge, zo zei hij dinsdag in een video op X. Ook zou Van Meijeren niet de relevante documenten mogen inzien en is er in zijn ogen sprake van een doofpot.
Voorzitter De Kort zegt in een reactie aan persbureau ANP dat Van Meijerens beweringen „bezijden de waarheid” zijn. De Kort zegt „onaangenaam verrast te zijn door zijn keuze”. Dat het FVD-Kamerlid geen toegang krijgt tot de documentatie, weerspreekt De Kort. Hij zegt verder dat de Tweede Kamer unaniem heeft ingestemd met het onderzoeksvoorstel van de commissie.
‘Totalitaire coronastaat’
FVD’er Van Meijeren baarde tijdens de coronapandemie opzien door complottheorieën en onbewezen claims over vaccins te verspreiden. Daarnaast riep hij burgers op tot het negeren van de wettelijke coronaregels. Volgens het Kamerlid streefde de „tirannieke regering” een „totalitaire coronastaat” na met haar coronabeleid. „Verzet daartegen is een plicht”, aldus Van Meijeren.
Door het vertrek van Van Meijeren telt de commissie naast voorzitter De Kort nog maar vier leden: Peter Smitskam (PVV), Anita Pijpelink (GroenLinks-PvdA), Sander van Waveren (NSC) en de dinsdag toegetreden BBB-parlementariër Mariska Rikkers. Zij vervangt fractiegenoot Claudia van Zanten. Het is de bedoeling dat de commissie in 2026 begint met de openbare getuigenverhoren; het vertrek van Van Meijeren verandert daar volgens voorzitter De Kort niks aan.
Lees ook
Oprichters ‘tribunaal’ tegen coronabeleid verdacht van verduisteren donaties van bezorgde burgers
Rommelige aanloop
Wel is het vertrek van Van Meijeren een nieuw incident in de toch al rommelige aanloop naar de getuigenverhoren van de commissie. In de zomer van 2022 begonnen de voorbereidingen, maar al snel vertrok toenmalig voorzitter Khadija Arib (PvdA) vanwege beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag in haar vorige positie als Kamervoorzitter.
Niet lang daarna was er interne frictie over toenmalige commissieleden Wybren van Haga en FVD’er Pepijn van Houwelingen. Uiteindelijk presenteerde de commissie in april 2024 het officiële onderzoeksplan, dat zich met name richt op de vraag of het kabinet goed heeft gehandeld tijdens de coronapandemie. Het wordt naar verwachting één van de langste enquêtes uit de parlementaire geschiedenis (drie jaar) en gaat 7,5 miljoen euro kosten.
Alleen PVV, VVD, GroenLinks-PvdA, NSC en BBB hebben een vertegenwoordiger in de commissie. Andere partijen stellen niet genoeg menskracht te hebben.
Lees ook
Drie jaar. Parlementaire enquête naar coronabeleid wordt een van de langste ooit