Midden jaren zestig overwoog het Nederlandse kabinet de Nationale Herdenking op 4 mei af te schaffen. Was het nog nodig te herdenken? De elementen van de herdenking – de twee minuten stilte, de taptoe, en de stille tochten – waren in 1946 bedacht door verzetsman Jan Drop. Hij zag het als zijn opdracht dat de gevallenen niet zouden worden vergeten, en slechts ‘een uurtje’ kregen op 5 mei.
Maar de belangstelling nam af, ooggetuigen van toen wilden de oorlog liever vergeten en deden er het zwijgen toe. De interesse neemt sinds de jaren tachtig weer toe, met elk decennium zijn eigen discussie over wie en wat er mag worden herdacht. Het officiële memorandum – de tekst die bij het monument op de Dam wordt voorgelezen – veranderde ook een aantal keer.
Nu luidt dat: “Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.”

ANP / Nederlands Fotomuseum
Een tijdelijk monument

Direct na de bevrijding werd het plantsoen aan de oostzijde van de Dam in Amsterdam door velen gezien als de ideale locatie voor een Nationaal Monument ter herdenking van de oorlogsslachtoffers. In juni 1945 werd een stellage opgericht met vlaggen van de geallieerden en de tekst ‘Wij hebben jaren verloren. Wij hebben een eeuw te winnen’.
Op de voorgrond een beeld van de Phoenix, zinnebeeld van het herrijzend Amsterdam. Deze stellage stond voor een tijdelijk, bakstenen mausoleum. Met de officiële inwijding begonnen de bevrijdingsfeesten van 26 tot 28 juni 1945.


In 1956 werd het huidige Nationaal Monument op de Dam onthuld. Ook hierin werden in nissen de urnen met aarde van fusillade- en erebegraafplaatsen uit de provincies en van 22 erevelden uit het voormalig Nederlands-Indië geplaatst.


Foto Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/ANP

Op de Waalsdorpervlakte tussen Den Haag en Wassenaar werden in de Tweede Wereldoorlog meer dan 250 mensen geëxecuteerd, vooral verzetsstrijders die in het nabijgelegen Oranjehotel zaten – zoals de gevangenis op Scheveningen door hen werd genoemd. De herdenking ontstond in 1946 spontaan, nu is het een van de officiële herdenkingsplaatsen.


Het memorandum, de officiële tekst over wie er wordt herdacht, veranderde een aantal keer. Op verzoek van veteranen worden sinds 1961 alle Nederlandse oorlogsslachtoffers herdacht die zijn omgekomenen – waar ook ter wereld – sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Bij de Dodenherdenking van 1970 willen enkele leden van de Jongeren Aksiegroepen Homoseksualiteit zonder toestemming een krans leggen, ter nagedachtenis van in de oorlog vervolgde en omgekomen homoseksuelen. Tussen de 5.000 en 15.000 – vooral Duitse – homo’s kwamen in een concentratiekamp terecht. De actievoerders worden hardhandig weggedragen. In 1987 zou op de Westermarkt in Amsterdam het Homomonument worden onthuld.





Met een luide schreeuw verstoorde een 40-jarige man in 2010 de Nationale Dodenherdenking op de Dam. In de paniek die daarop volgde – veel mensen hadden nog Koninginnedag een jaar eerder in hun hoofd, toen een auto inreed op de stoet – liepen 63 mensen verwondingen op. De ‘Damschreeuwer’ werd uiteindelijk veroordeeld tot zestien maanden cel, waarvan acht voorwaardelijk voor verstoring van de openbare orde en het veroorzaken van lichamelijk letsel.


2020: Coronacrisis, een lege Dam door de lockdown. Het had, 75 jaar na de bevrijding, een grootse herdenking moeten worden. Het was de meest sobere ooit, omdat de lockdownregels mensenmassa’s verboden.

Koning Willem-Alexander, sprak in een zeer persoonlijke toespraak over wegkijken, over collectieve schuld én over de verantwoordelijkheid ook in het heden „niet ‘normaal’ [te] maken wat niet normaal is”. „Sobibor begon in het Vondelpark”, waarschuwde hij.
Alleen koning Willem-Alexander, koningin Máxima, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Gerdi Verbeet, premier Rutte, burgemeester van Amsterdam Femke Halsema, en de adjudant-generaal van de koning, Ludger Brummelaar, waren op de Dam aanwezig.



In 2024 treft de Amsterdamse burgemeester Halsema extra veiligheidsmaatregelen, vanwege de kans op onaangekondigd pro-Palestijns protest. Rondom de Dam geldt altijd een noodverordening. Dat jaar worden er minder mensen toegelaten en zij worden gefouilleerd om te voorkomen dat ze vlaggen of protestborden meenemen. In maart klonk tijdens de opening van het Nationaal Holocaustmuseum luid protest tegen de aanwezigheid van de Israëlische president Isaac Herzog. Naderhand kreeg Halsema het verwijt dat demonstranten onvoldoende op afstand waren geplaatst.


