De eerste vrouwelijke luchtfotograaf van Nederland

Mondriaans latere werk is Nederland vanuit de lucht. Zijn obsessie met orde en evenwicht, de „harmonie van gescheiden vakken”, zoals een Britse schrijver het eens noemde, raakt het wezen ervan.

Jacqueline Midavaine (1941), de eerste vrouwelijke luchtfotograaf van Nederland, zag het ook vaak door de zoeker van haar camera, krappe bochtjes draaiend in een vliegtuigje boven de eilanden en zeearmen van de Zeeuwse delta. Ruilverkaveling, industrialisering, wegenbouw en boven alles de Deltawerken ordenden Zeeland opnieuw. Een land van paard en wagen, van veerboten, van oude kreken en meidoornhagen, werd na de Watersnoodramp van 1953 strakgetrokken langs een liniaal.


Foto’s Jacqueline Midavaine

Maar ook daarvoor al was Mondriaan er. Zie de lang verlaten oesterputten in het oostelijkste deel van de Oosterschelde, waarvan de rechthoekige contouren alleen bij het laagste laag water nog zichtbaar worden. En alleen vanuit de lucht. „Dan liet ik de piloot daar speciaal langs vliegen”, zegt Midavaine. „Ik heb toen veel plezier beleefd aan die manier van kijken. Wat ik deed was ‘maar’ fotografie, dat telde niet echt mee, maar nu wordt het gewaardeerd.”

Net van school – het was 1960 – begon ze bij Persburo Slagboom in Vlissingen, gerund door Anton Slagboom, die haar man zou worden. Slagboom leverde ook aan het ANP, zoals foto’s van de vele scheepsstrandingen op de Westerschelde. Die foto’s, vaak nog nat van de doka, bracht ze op de scooter naar het station om ze met een ‘treinbrief’ mee te geven naar Amsterdam.

Al snel kwam Midavaine op het idee om een vliegtuigje te huren, om sneller ter plekke te zijn en spannender beelden te maken. Luchtfotografie werd tot dan toe alleen door militairen beoefend. Na een tijdje kwam er een eigen Cessna 180, een eenmotorige hoogdekker, „zodat de vleugel de fotograaf niet in de weg zat”. Slagboom was intussen Slagboom en Peeters Luchtfotografie geworden, thuisbasis vliegveld Midden-Zeeland in Arnemuiden. Die Peeters was enige tijd hun vaste piloot. Zijn naam, die Vlaams genoeg klonk, werd voor spek en bonen toegevoegd met het oog op de Belgische markt. Het bedrijf bestaat nog steeds en heeft nu Teuge als honk.

Tienduizenden luchtfoto’s heeft Jacqueline Midavaine sindsdien gemaakt in heel Nederland en daarbuiten, nieuwsfotografie, opdrachten en foto’s van wat haar onderweg naar een klus interessant leek. Een zandbank die werd opgespoten, een kabelbaan die grote stenen in zee stort, een eerste ijle pijler van beton. Zo kunnen we nu de geboorte zien van de dammen in het Veerse Gat, de Grevelingen, de stormvloedkering in de Oosterschelde, en het begin van de Zeelandbrug, nog steeds de mooiste brug van Nederland.

Het Zeeuws Archief is begonnen al die negatieven te digitaliseren. Ter gelegenheid daarvan heeft Midavaines dochter, beeldend kunstenaar Antoinette Nausikaä, een selectie gemaakt uit de Zeeuwse foto’s uit de jaren 1960-1970. Je ziet Middelburg uit zijn vestingwallen breken, de nieuwe havens in de kreken van het Sloe uitgebaggerd worden, we kijken bij de kerncentrale van Borssele recht van boven naar binnen, net voordat de glanzende schedel er overheen ging.

Ze heeft ook mensen gefotografeerd, maar die staan niet in dit boekje. Noch de ergernis over het verlies en de vernielingen die de prijs van de efficiency waren, de „verbeelding van de ingenieurs”, zoals Kees Slager het noemt in een begeleidend essay. Daarvoor vloog ze gelukkig te hoog. Dit is het landschap van een grillige en geometrische, nog steeds mysterieuze schoonheid in zwart-wit, dat mensenhanden en de zee hebben geboetseerd.

Foto’s Jacqueline Midavaine