Balanceren, springen, vallen: het zijn bij circusvoorstelling ‘Reclaim’ geen trucjes, maar symbolen voor overgave en vertrouwen

Wie durft mag op de onderste banken plaatsnemen, zegt een van de performers. Ze zitten tussen het publiek en zijn alleen van bezoekers te onderscheiden door hun blote voeten en hun handen, wit van de magnesium. „Als u een beetje een sterk hart heeft, zijn het de mooiste plaatsen.” Filosoof en regisseur Patrick Masset maakt met zijn gezelschap Théâtre d’un jour geen standaard ‘circusshows’; Reclaim (12+), de productie waarvoor het publiek op de cirkel van houten banken aanschuift, staat aangekondigd als een ‘collectief ritueel’.

De tent waarin Théâtre d’un jour de voorstelling normaal opvoert, is stuk gegaan bij het opzetten, dus speelt het gezelschap noodgedwongen in de openlucht, midden op het Rotterdamse Schouwburgplein. Dat maakt verschil. De beslotenheid van een tent, de intimiteit en focus die zo’n setting afdwingt, het magische net-wat-buiten-de-werkelijkheid-staan dat theaterlicht teweegbrengt – ze moeten het er zonder stellen.

Het is dus in onverbiddelijk daglicht dat acrobate Chloé Chevalier met een houten pop in haar armen, een kleine jongen, de piste in stapt. Behoedzaam bindt ze hem een blinddoek voor, en wikkelt hem in een schapenvacht. Vanaf de tribune stappen vier mannen het ronde speelvlak op. In het ritueel dat volgt zien we de performers rondstampen in repetitieve choreografieën, met diepe, luide stemmen ‘ha!’ schreeuwend. Chevalier schuift zich een dierensnuit op het hoofd en kruipt als een voorwereldlijk beest over het witte zeildoek. De mannen trekken hun shirts uit, plaatsen dierenschedels op hun hoofden en bewegen zich grommend als wilde honden om elkaar heen. Ruw springen deze gespierde, dierlijke wezens de houten banken op, bezoekers opzij duwend. Er gaat een echte dreiging van uit. Voor ironie is in deze piste geen plaats.

Mens-zijn

Naast de vijf acrobaten doen er ook twee cellistes en een operazangeres mee. Er wordt gemusiceerd, er wordt gezongen. De acrobaten zoeken elkaar op, weifelend, en zoeken in duo’s, laag bij de grond, trillend, naar een gezamenlijke balans. Naarmate er meer fysiek contact ontstaat tussen de performers lijkt het vertrouwen tussen hen te groeien. Om beurten laten ze zich vallen, en vangen elkaar op. Steeds hoger zijn de menselijke torens die ze met elkaar opbouwen. Ook de operazangeres gaat al zingend de lucht in, een van de cellistes speelt onverstoorbaar door, staande op de schouders van iemand die zelf weer op de schouders van een ander staat.

Beeld uit de voorstelling ‘Reclaim’ van Théâtre d’un jour.

Foto Christophe Raynaud de Lage

Gaandeweg wordt ook het publiek in de oefeningen betrokken. Een meisje wordt opgetild en door de performers rondgedragen. Een oudere vrouw komt, bevend, op de schouders van een van de acrobaten te staan. Met onze handen ondersteunen we de zwetende acrobaat die twee anderen in de lucht houdt. Balans, de sprong, de val – het zijn in Reclaim geen trucjes, maar symbolisch geladen beelden die gaan over wederzijdse afhankelijkheid, overgave en vertrouwen. Over het individu als onderdeel van een collectief.

Wanneer de blinddoek bij de kleine jongenspop af gaat, wordt ook hij de lucht in geheven. Ook nieuwe generaties zullen zich weer moeten leren overgeven aan een collectief gedragen-worden, zoiets zegt dat beeld. Zo herinnert Reclaim je er in feite aan wat mens-zijn behelst: samen leven. Ons tot elkaar verhouden, met alle spanning, dreiging, ongemak van dien. Elkaar steunen. Op elkaar leunen. En als we vallen: hopen erop te mogen vertrouwen dat er iemand is die ons vangt.