Column | Trumpanië komt helden tekort

In de voortschrijdende roes van Amerikaanse hoogmoed decreteerde president Trump de aanleg van een National Garden of American Heroes. Dat nationale park moet op 4 juli 2026 de viering van 250 jaar Amerikaanse onafhankelijkheid opluisteren, zodat het publiek direct patriottisch tegen 250 helden-standbeelden kan komen aanschurken. Waar? Dat is nog de vraag, al kwam een zeloot uit Zuid-Dakota met de suggestie voor de Black Hills. Daar is ook Mt. Rushmore met de uitgehouwen reuzenkoppen van de presidenten Washington, Jefferson, Roosevelt en Lincoln.

President Trump en zijn acolieten mikken met hun wereldvisie op eeuwigheidswaarde, vandaar de keuze voor beelden. Want standbeelden, die krijg je in geen honderd jaar meer weg. Trump eist van de ja-knikkende kunstenaars die aan de slag gaan dat ze werken in een „realistic manner”. Daarmee bedoelt hij denk ik ‘normaal’. Een beeld dat herkenbaar is, nobel, in de verte turend – en klaar is de stijve hark. Maar dat hoeft niet. Zo is het standbeeld van Alfred Hitchcock in het Bretonse Dinard een wonder van bronzen zwier, ook al is het traditioneel, herkenbaar, zelfs met die blik op oneindig.

Het standbeeld van Alfred Hitchcock in Dinard (Lionel Ducos, 2015). Foto Yvergniaux / Andia.fr

Elegantie en kracht

Ik houd van standbeelden. Als ik aan het Amsterdamse Rokin koningin Wilhelmina’s ruiterstandbeeld passeer, zie ik een onweerlegbare combinatie van elegantie en kracht. Het is uit 1972, van Theresia van der Pant. En op het Rotterdamse Stationsplein sla ik nooit de metershoge zwarte vrouw in joggingbroek over van Thomas J. Price. Zij is een hedendaagse toevoeging aan onze rijke traditie van het standbeeld ter ere van de anonieme Nederlander, zoals de vissersvrouw in Scheveningen (van Gerard Bakker, uit 1935) of de steenzetter op de Afsluitdijk (van Ineke van Dijk, 1982).

The New York Times publiceerde de lijst van de 250 personen die Trumps National Garden zullen stofferen als helden van de Amerikaanse „cultural, scientific and political heritage”. Er staan allerlei huffin’ and puffin’ man-wolven op. Maar ook Woody ‘This Land is Your Land’ Guthrie, en Aretha Franklin, Billie Holiday en Bessie Smith. Geweldige Amerikaanse artiesten, ik ben voor. Maar kunnen hun glasheldere uitspraken over de schande van slavernij en racisme echt door de beugel van de Diversity, Equity and Inclusion-hatende Make America Great Again-Republikeinen? Of gaan ze die beelden bekladden? En trouwens, de Duits-Zwitsers-Amerikaanse Albert Einstein, de Brit Alfred Hitchcock, de Zweedse Ingrid Bergman, wat doen die daar? Ik snap dat ze in Trumpanië, land van de liederlijke leugen, zulke grootheden als Amerikaans willen inlijven, maar deze helden zijn toch echt hartstikke Europees. En ik vermoed dat Hannah Ahrendt vreemd op had gekeken als ze zichzelf op een sokkel zou zien ter ere van een banaal land waarin het uitwissen van iedereen die de witte Amerikaan vreemd is, gewoon wordt gevonden.

Dat wordt een naargeestig beeldenpark. Gelukkig gaat er altijd wel een duif op een hoofd zitten – en is alles weer even tot de juiste proporties gerelativeerd.

Correctie 29 april 2025: In een eerdere versie van deze column stond dat Albert Einstein Oostenrijks was. Hij was Duits-Zwitsers-Amerikaans en dat is hierboven aangepast.