Stel je voor, je bent een jonge Baraus stormvogel. Je hebt de eerste maanden van je leven doorgebracht in een nest in de majestueuze vulkanische bergen van Réunion, een Frans eiland in de Indische Oceaan. Het is lente en je voelt instinctief dat het tijd is uit te vliegen. Als je op een avond je vleugels uitslaat, laat je je leiden door de maan en de sterren: die zullen je, net als vele generaties voor je, vanuit de bergen naar de oceaan leiden.
Maar dan: een felle stadionlamp, een met led-lampen verlichte supermarkt, een met lantaarnpalen aangeklede autoweg. Je raakt in de war, ziet het verschil niet tussen lamp en maan, je stort neer. Als je geluk hebt brengt iemand je naar de lokale vogelbescherming (SEOR). Als je pech hebt, ga je dood door de val, word je platgereden of opgepeuzeld door een kat.

Foto Romain Philippon
Met uitsterven bedreigd
Ieder jaar stortten in april en mei honderden jonge Baraus stormvogels neer op Réunion, een tropisch eiland ter grootte van Drenthe naast Madagascar en de enige plek waar deze sierlijke, meeuw-achtige zeevogels voorkomen. Er is een direct verband met de urbanisatie van het eiland sinds de jaren vijftig, zegt leidinggevende Julie Tourmetz op de veranda van het vogelcentrum in het kustplaatsje Saint-André. „De jongen gebruiken de maan en de sterren om zich te oriënteren. Maar mensen hebben tussen de nestjes en de kustlijn lichtbarrières gecreëerd – dorpen en steden – waardoor ze gedesoriënteerd raken.”
In de jaren negentig begon het vogelcentrum met reddingsacties. „Doordat er zoveel obstakels zijn door de urbanisatie en omdat deze vogels vanwege hun bouw hoogte nodig hebben om uit te vliegen, kunnen ze niet op eigen kracht opnieuw uitvliegen”, zegt Tourmetz. De acties bleken niet genoeg: sinds 2000 wordt de Baraus stormvogel door het massale neerstorten van de jongen en andere bedreigingen (zoals de kat) met uitsterven bedreigd. Precieze cijfers over de omvang van de populatie zijn er niet, maar duidelijk is dat die fors is verkleind. „Vroeger zaten de stormvogels overal op het eiland, nu zijn ze geconcentreerd op een aantal steile kliffen en rotswanden.”


Een medewerker van de lokale vogelbescherming laat een stormvogel los die gered is door een inwoner.
Foto’s Romain Philippon
Daarom begon de SEOR in 2009 met de Nuits sans Lumières: de nachten zonder licht. Het centrum vraagt gemeenten, bedrijven en burgers in de weken dat de jonge stormvogels uitvliegen, hun lampen te doven na zonsondergang – dit jaar van 11 april tot en met 7 mei. Je merkt het meteen op die eerste nacht: sommige plaatsen zijn vanaf 18.30 uur bijna volledig in donker gehuld, de met oerwoud bedekte bergen tonen beduidend minder witte stipjes, op veel autowegen moet je het doen met enkel je koplampen.

Foto Romain Philippon
Lees ook
Een van de grootste bedreigingen voor al het leven: kunstlicht
Bewustwording
Er is begrip voor de actie, blijkt in het overdag kleurrijke, maar ’s avonds pikdonkere bergplaatsje Entre-Deux. Gemeentemedewerker Gérard Bayard (63) vertelt trots dat „ik de lampen hier heb uitgedaan”. Als kind hield hij wel eens een lamp op bij de rivier waarboven de vogels naar beneden vlogen. „Meteen kwamen er dan één of twee op je af en kon je ze pakken.” In die tijd was Réunion erg arm en aten bewoners de vogels („ze smaken naar vis”) – iets wat Bayard zich nu niet meer kan voorstellen.
Paul Alanoix (56), die toekijkt hoe zijn zoon voetbalt tot het laatste licht is verdwenen, vond vorig jaar een neergestort stormvogeljong op zijn veranda. „We hebben de brandweer gebeld en die brachten hem naar de SEOR”, zegt hij, keurig volgens protocol. De kans is groot dat het jong overleefde: vorig jaar werden 1.351 neergestorte vogels naar het centrum gebracht waarvan 1.195 overleefden. Het was een piekaantal, onder meer vanwege dikke bewolking en omdat een cruciaal gelegen berggemeente weigerde nieuw aangelegde lampen te doven.
De anekdotes tonen de bewustwording van het belang van de bescherming van de vogels. Alle Réunionnais kennen inmiddels de Nuits sans Lumières: Tourmetz rijgt interviews aaneen, bij restaurants liggen flyers, vrijwilligers gaan bedrijven, gemeenten en scholen af. Daarbij wordt benadrukt dat lichtvervuiling niet alleen negatieve invloed heeft op de Baraus stormvogels: ook andere dieren, van schildpadden tot vleermuizen en mieren, raken gedesoriënteerd door een overvloed aan kunstmatig licht. Bij mensen kan het leiden tot slaapstoornissen en depressie – terwijl volgens onderzoek uit 2016 meer dan 80 procent van de wereldbevolking in sterk verlichte gebieden leeft.
Lees ook
Lees ook: Autoweg zonder verlichting kan best, vindt Franse stad Montpellier
Niet opgelost
Maar het probleem is niet opgelost, zo blijkt uit de eerste resultaten van dit jaar: zo’n vijfhonderd neergestorte vogeljongen zijn in de eerste tweeënhalve week naar de SEOR gebracht, op een slechte dag kwamen er zelfs zeventig binnen. „Meer mensen doven hun lichten, maar onder de streep neemt de lichtvervuiling alleen maar toe omdat de verstedelijking blijft toenemen”, verklaart Tourmetz. Ze maakt zich ook zorgen over de opkomst van de led-lamp sinds een jaar of vijf. Minder schadelijke, maar vaak duurdere, opties zijn oranje lampen, of lampen met bewegingssensoren.


Foto’s Romain Philippon
Ook botsen de Nuits sans Lumières op weerstand in de 24-uursmaatschappij die ook op Réunion bestaat. Voetbalclubs balen dat ze niet kunnen trainen in de avond. Winkeliers klagen over minder mensen op straat. De Zwitserse Céline Stuby (28), die in Entre-Deux met een hoofdlamp haar hond uitlaat, zegt dat ze zich „onveiliger voelt”. Anaïs Boyer (23) die bij de lokale crêperie werkt, vindt het donker „heel eng” – ze is bang om te vallen of overvallen te worden. En ze voelt de noodzaak niet: „Ik heb gehoord dat die pétrels helemaal niet bestaan! Ik heb er zelf nog nooit een gezien.”

Foto Romain Philippon
Zorgen over veiligheid hoort Tourmetz vaker. Ze onderstreept dat er geen verband is aangetoond tussen duisternis en onveiligheid – als het gaat om criminaliteit noch om verkeersveiligheid: mensen gaan zelfs langzamer rijden. Maar ze erkent dat er „ieder jaar wel iemand onderuit gaat tijdens de Nuits sans Lumières”. Ze wil er niet te veel op focussen. „We moeten in plaats daarvan ons het donker weer toe-eigenen, en opnieuw leren genieten van de nachtelijke sterrenhemel.”
