Wie vijf kilometer per uur loopt, wordt als vanzelf gedwongen tot reflectie

Filmmakers houden van personages die slenteren, kuieren, flaneren of wandelen, al was het maar omdat van A naar B gaan structuur geeft aan een verhaal. Mensen die zich voortbewegen geven dynamiek aan je film én de mogelijkheid visueel uit te pakken met prachtige landschappen of desolate stadsgezichten.

Naast de fysieke verplaatsing heeft reizen altijd een spirituele dimensie, de reiziger komt onderweg tot inzichten. Dit gebeurt al in de road movie, die vooral over deze mentale reis gaat. In de wandelfilm, zoals deze week The Salt Path, staat die diepe reflectie zelfs voorop. Dat heeft met tempo te maken. Wie vijf kilometer per uur loopt, wordt als vanzelf gedwongen tot reflectie en het beschouwen van je omgeving.

De laatste jaren worden er veel wandelfilms gemaakt waarvan het merendeel middelmatig is, denk The Unlikely Pilgrimage of Harold Fry (2023). Wat zijn de voorwaarden voor een goede wandelfilm? Het antwoord is relatief simpel. De maker dient onderweg een aantal thema’s aan te stippen.

In ‘Cléo de 5 à 7’ in Parijs 1961 van Agnès Varda slentert actrice Corinne Marchand als Cléo twee uur door Parijs, in afwachting van het antwoord op de vraag of ze al dan niet ongeneeslijk ziek is.
Foto Alain Adler/Roger-Viollet

1Pijn/trauma

In Cléo de 5 à 7 (Agnès Varda, 1961) slentert Cléo twee uur door Parijs, in afwachting van het antwoord op de vraag of ze al dan niet ongeneeslijk ziek is. Net als in wandelfilm Wild (2014) begint de reis in The Salth Path vanuit een traumatische gebeurtenis. In Wild gaat de hoofdpersoon de Pacific Crest Trail lopen om in het reine te komen met de vroege dood van haar moeder. In The Salt Path raakt het echtpaar Raynor en Moth hun huis kwijt, bovendien wordt Moth gediagnosticeerd met een terminale hersenziekte Hij sleept met zijn been, wat de wandeltocht langs het South West Coast Path extra compliceert. Desondanks vermijdt The Salth Path sentimentaliteit, mede dankzij de nuchtere personages die sterk worden neergezet door Gillian Anderson en Jason Isaacs.

Reese Witherspoon in ‘Wild’.
Foto Anne Marie Fox

2Tegenslag

De tocht die ondernomen wordt, moet niet van een leien dakje gaan. Er moeten ontberingen zijn. Niet voor niets heeft wandelen iets religieus, van pelgrimages tot de 14 staties van Jezus op weg naar zijn kruisiging. In de openingsscène van The Salt Path dreigt de tent van Ray en Moth weg te spoelen als het vloed wordt. De verplaatsing van de tent wordt bovendien bemoeilijkt door noodweer. Dit soort tegenslag geeft drama aan wandelfilms en dient overwonnen te worden.

3Ontmoetingen

In wandelfilms moeten de hoofdrolspelers tijdens de tocht vol ontberingen twee types tegenkomen. In The Salt Path zijn dit enerzijds oude bromberen die het echtpaar toebijten dat ze op een plek staan waar ze niet mogen kamperen. Anderzijds hoort de wandelaar inspirerende mensen te ontmoeten, mensen die de reiziger bevestigen in vooral hun spirituele zoektocht. In The Salt Path is dat de vrouw die vindt dat Ray en Moth ‘gezouten’ zijn: een met de natuur.

4Natuurlyriek

In haar essaybundel Wanderlust haalt Rebecca Solnit een keur aan figuren aan voor wie wandelen gelijk staat aan denken of creativiteit. Zo schrijft ze ook over de dichter William Wordsworth, die met zijn zus door het Engelse Lake District wandelt. Onderweg maken ze graag een omweg om prachtige watervallen te bewonderen.

Die romantiek en zoektocht naar het Sublieme zit ook in goede wandelfilms. Het landschap mag in al zijn pracht en praal getoond worden. In Wild gebeurt dit meermaals om te benadrukken hoe nietig de mens is. In The Salt Path is die schoonheid vaak ruig, met glibberige paden, regen en mist. Ook zit de schoonheid in details, zoals opnames van vogels die boven het pad cirkelen en het echtpaar lijken te volgen. Andersom mag ook: in de Nederlandse wandelfilm Boven de bergen (Digna Sinke, 1992), die over het beroemde Pieterpad voert, passeren de wandelaars enkele lelijke, typisch Nederlandse dorpjes, een contrast met de mystieke ervaring die hun wacht als ze aankomen in de Limburgse heuvels.

Het is daarbij zaak mooifilmerij te vermijden, de grote valkuil van de wandelfilm. In The Salt Path zit een prettige balans, claustrofobische opnamen van het echtpaar in hun krappe tentje worden afgewisseld met fraaie landschappen. Maar dan wel natuurschoon met uitdagingen – steile paden, gladde stenen – voor iemand die mank loopt, zoals Moth.

‘La notte’ uit 1961 van de Italiaanse regisseur Michelangelo Antonioni met een van elkaar vervreemd echtpaar, gespeeld door de Italiaan Marcello Mastroianni en Française Jeanne Moreau.
Foto Kappa

5Loutering

Na diverse ontberingen en tegenslagen komt altijd een moment van loutering. Personages krijgen een epifanie, een moment van diep inzicht in hun (innerlijke) levens. Dat kan negatief zijn, zoals de afsluitende wandeling van het van elkaar vervreemde echtpaar in Antonioni’s La notte (1961), waarbij ze ver uit elkaar over het gazon lopen. Maar meestal is het positief, zoals in Before Sunrise, waarin de hoofdpersonen na een nacht kuieren door Wenen beseffen dat zij verliefd zijn. The Salt Path is ook louterend: geluk is niet afhankelijk van materiële zaken. Als dit inzicht indaalt, zijn Ray en Moth voorgoed thuisgekomen.