Column | Ja ja, onze grondwet

Wanneer je voor de klas staat, biedt Bevrijdingsdag een jaarlijks terugkerende gelegenheid om, aldus de conrector, „even met de kids te reflecteren op oorlog enzo”. Natuurlijk zijn er altijd collega’s die zoiets anno 2025 zinloos vinden omdat geen enkele minderjarige nog ooggetuigen van de Duitse bezetting heeft meegemaakt (hun grootouders zijn allemaal van ná 1945). De meeste minderjarigen kennen oorlog alleen uit verhalen, series en films. En toch moet je het blijven proberen, en zo begon ik onlangs in de klas het gesprek.

„De meesten hier zijn natuurlijk in een tijd van absolute vrijheid opgegroeid, maar ooit–” sprak ik en werd meteen onderbroken.

„Wij hebben ook opsluiting meegemaakt hoor”, zei een jongen, en toen ik hem vroeg wat hij bedoelde riep hij: „Corona!”

De hele club knikte. Voor hen was vrijheid geen hoogbejaard gegeven maar een pas recentelijk herkregen verworvenheid. Ze hebben natuurlijk geen onderdrukking meegemaakt van het niveau China, Rusland of Trump 2.0, maar uit een groepsgesprek bleek dat hun geloof in individuele vrijheid door alle lockdowns hard achteruit was gegaan. Als je anderhalf jaar lang bij iedere coronapersconferentie hoort dat jij je vrienden niet mag opzoeken, je groepachtmusical en je brugklaskamp worden geschrapt en vervolgens ziet dat nota bene de minister van Justitie en Veiligheid wél een huwelijksfeest kan geven waar alle regels worden overschreden, tja, dan knapt er wat. Vooral als hij daar ook nog geen strafblad aan overhoudt, in tegenstelling tot anderen wanneer zij het coronaprotocol met voeten traden. Een scheefheid die achteraf doet denken aan een uitspraak van de Britse schrijfster Olivia Laing, dat in elke vorm van privilege een vorm van tirannie zit.

En dus ging het de rest van de les over de pandemie. Hoe door die periode veel jongeren niet meer geloofden in gelijke behandeling of een rechtvaardige overheid.

Ik keek even naar de twee Oekraïense leerlingen achter in de klas, die in 2022 hier op school kwamen. Ze staarden naar hun tafelblad. Vooraan peuterde een meisje aan haar watermeloenspeldje en ik dacht van: tja, wat doet een discussie over vrijheid er nog toe wanneer je leeft in een wereld waarin het niet meer draait om redelijkheid of medemenselijkheid, maar de macht gewoon doet waar ze zin in heeft en waarin steeds vaker het recht van de sterkste regeert.

De jongen die over corona was begonnen, mompelde dat echte vrijheid neerkwam op gelijke rechten voor iedereen.

„Volgens onze grondwet is iedereen hier gelijk”, probeerde ik nog.

„Ja, ja”, zuchtte hij, „onze grondwet.”

Ellen Deckwitz schrijft elke week op deze plek een column.