Wat vindt NRC | Trump mag zich voordoen als potentaat, hij staat zwakker dan gedacht

Sinds Franklin D. Roosevelt in 1933 de eerste honderd dagen van zijn presidentschap aangreep om het land voortvarend uit de Grote Depressie te leiden, is het in de VS gebruik stil te staan bij deze mijlpaal. De ‘first 100 days’ zijn een moment om het nieuwe leiderschap langs de meetlat te leggen. Wat komt er terecht van campagnebeloften? En wat vertelt dit over de resterende jaren?

Woensdag is Donald Trump honderd dagen (terug) in het Witte Huis – al zal het voor velen langer lijken. „Nog maar 1.361 dagen te gaan”, telt The Economist deze week af op zijn cover, naast een illustratie van een ingezwachtelde Amerikaanse adelaar. Trump heeft afgetrapt met een lawine aan besluiten, benoemingen en bedreigingen. Dit ‘flooding the zone’ moet tegenstanders in en buiten Washington overrompelen. Zijn ploeg daagt de rechtsstaat elke dag uit, treitert ambtenaren en voert een culturele revolutie tegen pers en wetenschap. Op het wereldtoneel zitten de VS in het antiwesterse kamp en breken de liberale wereldorde af die ze in tachtig jaar zelf opbouwden. De mondiale economie is in chaos gestort met een warrige handelsoorlog.

Trump imiteert autocraten als Orbán, Poetin, Netanyahu of Erdogan. In drie maanden tracht hij voor elkaar te krijgen, wat zulke geestverwanten jaren of zelfs decennia kostte. Tijdens de eerste demonstraties tegen zijn bewind klinken terecht leuzen als ‘No Kings’ of ‘Russia 2.0’.

Toch is Trump niet de krachtige leider die hij pretendeert te zijn. Meer dan enige voorganger in de afgelopen halve eeuw regeert hij per decreet. In zijn eerste drie maanden tekende hij er 130. Ter vergelijking: in zijn hele eerste termijn (2017-2021) waren dit er ‘slechts’ 220. Zijn directe voorganger Joe Biden hield het bij 162.

Roosevelt is recordhouder: hij tekende jaarlijks honderden executive orders. Maar ‘FDR’ geldt als effectief. In zijn eerste honderd dagen wist hij vijftien grote wetten door het Congres loodsen. Hoewel Trump en zijn Republikeinen in het Congres een dubbele meerderheid hebben, krijgen zij niet eens de begroting rond. Liever hanteert de president de zwarte stift waarmee hij decreten tekent, als toverstafje. Voor een man die het volk via tabloids en reality-tv wijsmaakte dat hij een zakengenie is, past dit in een patroon. Trump veinst macht zoals een influencer succes of rijkdom ‘manifesteert’ op Instagram.

Maar decreten zijn geen wondermiddel. Politiek gelden ze juist als zwaktebod. Een opvolger kan ze zo terugdraaien. Als Trump het land wil redden van „knettergekke linkse Democraten”, zoals hij de oppositie noemt, waarom verankert hij zijn beleid dan niet in betekenisvolle wetgeving? Behalve dat Trump hiervoor het politieke vernuft mist, luidt het antwoord dat de radicaalste punten van zijn agenda diep impopulair zijn. Republikeinen weten dat. En anders dan Trump – die in weerwil van zijn flirt met een derde termijn niet herkozen kan worden – moeten zíj de kiezer nog wel onder ogen komen.

De eerstvolgende Congresverkiezingen zijn eind 2026. Zeker nu Trumps heffingen de economie vertragen en zijn populariteit daalt, kunnen president en partij in de verleiding komen de stembusgang te manipuleren. De oppositie moet daar zeker alert op zijn en Trump zal nog veel slopen. Maar zolang de VS vrije verkiezingen kennen, is het land (nog) niet de dictatuur die Trump ambieert. Dat hij zich als potentaat voordoet, mag democratische tegenkrachten niet intimideren of ontmoedigen.