De films van Soderbergh zijn te slim en sophisticated voor hapsnapmediaconsumptie

Het zou me niets verbazen als Steven Soderbergh binnenkort nóg eens aankondigt dat hij ophoudt met films maken, om zichzelf dan weer via streaming of webformats opnieuw uit te vinden. Hij begon te praten over zijn pensionering als filmregisseur toen hij net Contagion (2011) had uitgebracht, de virusthriller die een Covid-achtige pandemie voorspelde. En die hem, toen we echt met een mondiale virusuitbraak te maken kregen, een plekje in een door de Amerikaanse filmindustrie in allerijl uit de grond gestampte ‘Corona Committee’ opleverde.

Na Contagion bracht hij nog even snel actiethriller Haywire, strippersfilm Magic Mike en de voor televisie geproduceerde Liberace-biopic Behind the Candelabra uit, en daarna zou hij schilder worden.

Schilder werd hij, maar met production design en kleurnabewerking. In ziekenhuisserie The Knick (2014-2015), met Clive Owen als visionaire aan opium verslaafde chirurg in het New York van begin twintigste eeuw, liet hij in twee seizoenen het hele kleurenpalet verschieten van warm opiumrood naar koud heroïneblauw.


Lees ook

deze recensie over ‘The Knick’

Chirurg John Thackery (Clive Owen) prikt graag zijn patiënten en dient zichzelf, in zijn vrije tijd, ook graag een shotje opium toe.

Maar ja, hij is dan ook gewoon een heel goeie filmmaker. Dus het is niet gek dat hij zo af en toe iets voor het grootst mogelijke scherm wil maken. Dus Soderbergh keerde terug, met bioscoopfilm Logan Lucky, en maakte daarna van alles wat: de ‘interactieve’ whodunnit-serie voor tv Mosaic en de web-tijdreis-serial Command Z (gratis online te bekijken op een eigen website).

Soderberghs recentste film Black Bag kreeg in de Amerikaanse (en andere Engelstalige) pers voornamelijk laaiend enthousiaste kritieken. Dat is niet gek. Alles wordt in zijn handen een feest van filmmaken. Allereerst omdat hij onder het pseudoniem Peter Andrews zelf het camerawerk doet voor al zijn films. Soms zou je denken dat hij een director of photography is, die zijn eigen films is gaan maken, zodat hij elk mogelijk camera-experiment kon uitvoeren. Van elegante camerabewegingen tot rauwe handheld.

Simpel plot

In Black Bag doet hij het weer allemaal. De plot is simpel: de Britse cyberbeveiligingsagent George Woodhouse (Michael Fassbender) die toevallig samen met zijn echtgenote Kathryn St. Jean (Cate Blanchett) in het vak zit (denk Mr. en Mrs. Smith maar dan sleek en jazzy) heeft een week de tijd om een mol te ontmaskeren. Een van de verdachten: de eega zelf. George is een ijskouwe: het verhaal gaat dat hij ooit zijn eigen vader onder surveillance hield en liet oppakken. Zijn verklaring: ‘Ik hou nu eenmaal niet van leugenaars’.

Cate Blanchett als Kathryn St. Jean in de film ‘Black Bag’.

Foto Claudette Barius/Focus Features

De ensemblecast onder leiding van Blanchett en Fassbender is in topvorm. Het huwelijksdrama vermomd als spionagethriller speelt met verwachtingen en dubbele bodems. Het is Soderbergh op zijn best: al dat gedoe met waarheidsserums en leugendetectors gaat uiteindelijk maar om één vraag: waarom is het toch zo moeilijk om elkaar te vertrouwen? De ‘black bag’ uit de titel – confidentiële informatie waar je het gewoon niet over hebt – is zowel een rookgordijn als een metafoor. Vertrouwen betekent immers ook dat je niet probeert uit alle macht de geheimen van een ander te weten te komen.

Amper uit de kosten

Maar de bezoekcijfers bleven achter. De voor het in Hollywoodbegrippen bescheiden budget van 50 miljoen dollar gemaakte film komt aan de bioscoopkassa amper uit de kosten. Reden voor de regisseur om in interviews te somberen over de toekomst van de bioscoop: „Als mensen hiervoor niet meer naar de film gaan, wat betekent dat dan voor de nieuwe generatie filmmakers die dit soort verhalen wil vertellen?”

Ook voor Black Bag werkte Soderbergh weer samen met scenarist David Koepp, met wie hij eerder het op Hitchcock geïnspireerde Kimi (2022) maakte en home invasion-thriller Presence (2024). Filmliefhebbers van zijn generatie of iets daaronder denken bij dat soort films nostalgisch terug aan de gouden jaren van de paranoiathrillers van de jaren zeventig. Zijn voorbeelden. Zijn traditie. Maar de filmgeschiedenis begint steeds later. Overaanbod van nieuwe producties duwt klassiekers uit de markt; streamers bepalen welke oude films in roulatie blijven.

De films van Soderbergh zijn ouderwets goed. En daardoor misschien iets te slim en sophisticated voor de hapsnapmediaconsumptie van 2025. Jammer als dit zou betekenen dat hij als bioscoopfilmmaker zijn beste tijd gehad zou hebben en het medium op een kleiner scherm opnieuw moet uitvinden.