Kossakovsky’s camera buitelt mee met de rotsblokken in een steenlawine

Het is bijna niet te geloven dat filmmaker Viktor Kossakovsky (1961) ooit doorbrak met een film die Ssst! (Tishe!) heette en waarvoor hij een jaar lang vanuit het raam van zijn appartement in Sint-Petersburg filmde. Zo groots en luidruchtig zijn zijn recente films. Een uitzondering was natuurlijk arthouse-succes Gunda (2020) waarin de verklaarde vegetariër de wereld bekeek vanuit het perspectief van een pasbevallen zeug. Maar zijn nieuwste film Architecton doet weer denken aan zijn heavymetal ecodocumentaire Aquarella (2017), vol rauwe ramshots van orkanen en smeltende poolkappen. Ontzagwekkend. Betoverend. Angstaanjagend.

In Architecton danst hij met drones rondom kapotgeschoten woontorens in Oekraïne. Duikt hij in de ruïnes van het eeuwenoude tempelcomplex in Baalbek met hun onverklaarbaar grote monolieten in het huidige Libanon. Buitelt zijn camera mee met de rotsblokken in een steenlawine. En filmt hij minutieus hoe graafmachines het betonpuin ruimen van de aardbevingen die in 2023 het grensgebied tussen Turkije en Syrië teisterden. Zijn film is imposant en immersief, maar vooral een intuïtieve artistieke montage van graniet en stof, waarin dan ook nog eens de Italiaanse architect Giovanni Pascoli bijna beschaamd om de vervuilende wolkenkrabbers die hij heeft gebouwd, een steencirkel in zijn tuin aanlegt zonder enige functie. Of beeldhouwer Nick Steur de zwaartekracht tart met zijn balancerende stenen.

Kossakovsky is een romanticus. Aan het einde van Architecton vraagt hij zich in gesprek met Pascoli af waarom men vroeger bouwde voor de eeuwigheid en gebouwen vandaag de dag niet langer dan vijftig jaar blijven staan. Twee sombere oude mannen die profeteren onder een boom. Het heeft iets oudtestamentisch. Maar de cirkel is rond met de openingsbeelden waarin op een meterslange banner staat dat Rusland uit de VN moet. Wat hij zich eigenlijk afvraagt is: waarom is de mens bezig zichzelf uit te roeien?

Watercrisis

Daarmee raakt hij aan grote kwesties. Na water is beton de meest gebruikte substantie ter aarde. En de CO2-uitstoot bij de productie van beton zorgt dan weer voor de watercrisis: stijgende zeespiegels aan de ene kant, gebrek aan schoon drinkwater aan de andere.

Vaak laat hij zonder verdere uitleg muren, koepels en poorten zien die zijn gebouwd middels de zogeheten droge-steen-techniek, waarbij stenen zonder andere bouwmaterialen worden gestapeld en elkaar in balans houden. Door middel van mossen en korstmossen groeien ze langzaam ‘aan elkaar’. Als een soort superlijm. Een techniek met weinig tot geen milieu-impact en waarin momenteel ook grote bouwers hernieuwd interesse hebben. Kossakovsky’s betoog moet je als volgt zien. Architecton is de muur en heeft zo’n stapelarchitectuur. Want Kossakovsky houdt nu eenmaal van bombastisch en barok. Maar wij toeschouwers zijn met onze associaties als die minuscule plantjes, die de boel bij elkaar houden.