Column | Wat je er niet in gooit hoef je er niet uit te halen

Je denkt er pas aan als het verstopt zit. Net als andere vanzelfsprekende nutsdiensten – kraanwater, 230 volt – heeft het riool de neiging onzichtbaar te worden. Niet voor de 1,3 miljoen inwoners van Hoogheemraadschap Rijnland. Hun afvalwaterketen wordt nu spectaculair verbouwd. Kleine zuiveringsstations verdwijnen, nieuwe gemalen persen de Haarlemse en Heemsteedse drol naar de vernieuwde zuivering in Zwanenburg. Bij Spaarndam komt een fabriek die gas wint uit restslib. In 2030 energieneutraal.

„Dit is ons grootste project van de laatste 770 jaar”, lacht Simone Boogaard, directeur Water van Rijnland, terwijl we in een Zwanenburgse bouwkeet oranje hesjes aantrekken. Waterschappen zijn de oudste instituties, wieg van het polderen. Rijnland, dat nu de vierhoek Leiden-Gouda-Schiphol-IJmuiden omvat, is uit 1255. Inwoners zijn consumenten én kiezers. Het dagelijks bestuur, de heemraden, vormen een politieke coalitie met de dijkgraaf als – partijloze – ‘premier’.

Rijnland loost op het oppervlaktewater. Maar sloten, meren, beken, rivieren, plassen en vaarten bevatten veel te veel „zorgwekkende stoffen”. Druk uit Europa, klimaatverandering, nieuwe huishoudens en bedrijfseconomische overwegingen maken schaalvergroting en centralisatie urgent, zegt Boogaard.

De waterzuivering van Zwanenburg ligt in een oksel van snelwegknooppunt Raasdorp, pal onder Schipholverkeer. In ronde bassins wordt rioolwater behandeld tot het schoon genoeg is om in de ringvaart van de Haarlemmermeer gepompt te worden. Op de bodem van een droge tank sleutelt iemand aan een reusachtige propeller. Op een volle tank dobberen meeuwen in bruinig schuim.

Vleugje rotte eieren. Als het erger wordt, piept de H2S-meter aan de riem van Ronald Siebrand. Zwavelwaterstofgas kan dodelijk zijn. Onder zijn leiding zijn tanks gerenoveerd, nieuwe tanks en pompstations gebouwd, leidingstraten gegraven. Als parallel universum, want je kunt het bestaande net niet zomaar afschakelen. „De winkel is open tijdens de verbouwing”, zegt hij. Nu test hij het nieuwe systeem, eerst voorzichtig, en dan onder topbelasting. Daarna gaat alles live.

Van hem leer ik een heel nieuw vocabulaire, zoals altijd als specialisten over hun vak vertellen. Ontvangwerk, selectortank, slibvijzel, roostergoed. Dat laatste is wat er op de eerste zeef blijft liggen: bekende verschijningen als condooms en gestold frituurvet, maar ook portemonnees en zelfs schoenen. Waterschappen roepen al jaren dat je alleen ‘de drie P’s’ – plas, poep en (wc-)papier – mag doorspoelen, maar die boodschap is nog niet helemaal aangekomen. Met het afvangen van andere vervuilers is zelfs nog maar net een begin gemaakt. Wat je er niet in gooit, hoef je er ook niet uit te halen, luidt het cliché. Maar wat kun je zelf doen aan die 190 ton pijnstillers, anticonceptie en psychofarmaca die jaarlijks via urine en ontlasting in het riool komen – en achter de zuivering in de ringvaart? Of de microplastics, PFAS, pesticiden, zware metalen en vlamvertragers?