Artiesten op het Eurovisie Songfestival mogen voortaan enkel nog de vlag van hun eigen land laten zien. Dat heeft songfestivalorganisator European Broadcasting Union (EBU) bevestigd tegenover de Deense omroep DR, die erover berichtte. Het publiek mag daarentegen allerlei verschillende vlaggen meebrengen, ook als deze een politieke boodschap uitdragen. Met de nieuwe regel hopen de organisatoren meer „helderheid en evenwicht” te brengen in de al jaren rommelige vlaggensituatie.
De afgelopen jaren was er commotie over onder meer pride-vlaggen en Palestijnse vlaggen die tijdens het Songfestival getoond werden door deelnemers en publiek. Deze vlaggen, waarmee een „politiek statement” wordt gemaakt, zijn voor artiesten voortaan verboden op het podium en in de green room, de plek waar de artiesten wachten op de uitslag.
In een statement zegt de EBU tegen DR dat politieke boodschappen weliswaar vermeden moeten worden, maar ook dat vrijheid van meningsuiting voor gastland Zwitserland heel belangrijk is. Daarom mag het publiek dit keer wel alle vlaggen meenemen, mits deze binnen de Zwitserse wet zijn toegestaan. Onder meer vlaggen met een racistische of discriminerende inhoud (of die daarnaar hinten) of vlaggen van terroristische organisaties zijn verboden.
In 2024 kondigde de EBU al aan dat de regels voor vlaggen tijdens het festival zouden worden herzien. Dit deed de organisatie nadat Europarlementariër Dorin Frasineanu niet naar binnen mocht met een Europese vlag. Daarnaast was er veel kritiek op de deelname van Israël, vanwege de oorlog in Gaza. Duizenden mensen stonden buiten de arena in Malmö, waar het Songfestival plaatsvond, met Palestijnse vlaggen te wapperen. Die vlag is al jaren niet toegestaan tijdens het evenement, maar fans mogen deze nu wel mee naar binnen nemen.
Reactie AVROTROS en COC
AVROTROS begrijpt de beslissing van de EBU. Dat laat een woordvoerder van de omroep, die de Nederlandse deelname aan het evenement regelt, zaterdag weten aan het ANP. „Het Eurovisie Songfestival is een niet-politiek event en in dat kader begrijpen we deze beslissing”, aldus AVROTROS. „Het gaat enkel om de officiële momenten dat het duidelijk moet zijn om welk land het gaat. Op alle andere momenten staat het ons vrij om te communiceren wat we willen.” Lhbti-belangenorganisatie COC noemt het besluit van de EBU „volstrekt belachelijk”
Een gloeiende witte koepel steekt uit boven de baai van Osaka. Het is het visuele middelpunt van het Nederlands paviljoen op de Wereldtentoonstelling 2025, een futuristisch gebouw met een façade van golvende stalen lamellen.
Architect Thomas Rau heeft elk bouwmateriaal in het paviljoen voorzien van een paspoort en geregistreerd in een digitaal kadaster. Zo wil hij volgen hoe de materialen opnieuw worden ingezet nadat de expo is afgelopen. Duurzaam materiaalgebruik is een van de centrale thema’s van deze Wereldtentoonstelling. „Wij zijn gasten op aarde”, zegt de paviljoenarchitect. „Alles wat je creëert, komt voort uit beperkte bronnen. Dat is wat we duidelijk wilden maken met ons ontwerp.”
Het paviljoen is een etalage van Nederlandse innovaties. Bezoekers maken kennis met installaties die de winning van energie uit golven verbeelden, tot iconische waterwerken als de Deltawerken en de Afsluitdijk. De nadruk ligt op Nederland als ‘waterland’. Bij de start van de wandeling door het paviljoen krijgen bezoekers een boodschap gepresenteerd die Nederland trots uitdraagt: ruim een kwart van het land ligt onder zeeniveau maar blijft dankzij goed waterbeheer droog.
De ervaring begint onder de verlichte koepel zodra bezoekers een orb, een lichtgevende bol, overhandigd krijgen. „Dit zie je normaal alleen in science fiction films”, zegt consul-generaal Marc Kuipers. Hij runt het paviljoen namens Nederland. De lichtgevende bollen kunnen bezoekers op verschillende punten in het gebouw tegen kunstwerken op de muur aandrukken, of nabij die van andere bezoekers houden. Hierdoor veranderen ze van kleur of gaan ze met een nieuw ritme pulseren. De orbs hebben vooral een begeleidende functie: ze moedigen bezoekers aan om op sleutelpunten in het paviljoen stil te staan en Nederland als ‘innovatieland’ in beeld te krijgen.
De lichtgevende bollen in het Nederlands paviljoen
Franck Robichon/EPA
De lichtgevende bollen die de bezoeker door het paviljoen gidsen zijn fotogeniek
Foto Hiro Komae/AP Photo
Wereldexpo
Sinds 1851 is de Wereldexpo een internationaal evenement waar landen hun technologische vooruitgang en toekomstvisies presenteren. Het is bedoeld om samenwerking tussen landen te bevorderen rond de grote vraagstukken van de tijd, zoals bij de vorige editie in Dubai: duurzaamheid en mobiliteit. Door de jaren heen zijn er iconische bouwwerken ontstaan, zoals de Eiffeltoren in Parijs (1889), het Atomium in Brussel (1958) en de Space Needle in Seattle (1962).
Nederland heeft sinds de eerste editie van de Wereldtentoonstelling 175 jaar geleden, in London, elke keer meegedaan. Volgens de Rijksdienst van Ondernemend Nederland haalde de vorige deelname in Dubai bijna 170 miljoen euro naan contracten binnen voor Nederlandse bedrijven.
De 35ste editie van de Wereldexpo vindt dit jaar plaats op Yumeshima, een kunstmatig eiland ten zuiden van Osaka. Het thema, Designing Future Society for Our Lives, draait om de rol van technologie in het verbeteren van levenskwaliteit.
Dit jaar doen 158 landen en regio’s mee, op een gebied dat ongeveer drie keer zo groot is als het Amsterdamse Vondelpark. De organisatoren mikken uiteindelijk op in totaal 23 miljoen bezoekers, een bescheiden aantal in vergelijking met de eerste Wereldexpo in Osaka dat in 1970 meer dan 64 miljoen bezoekers trok. Toch is de weg ernaartoe hobbelig. De kaartverkoop loopt achter op schema, meerdere landen kampten met bouwvertragingen en de bouwkosten zijn verdubbeld. Op de eerste dag bleven enkele paviljoens gesloten, terwijl technische storingen en logistieke drukte tot lange wachttijden leidden. De bezoekers zijn vooral recreanten, maar aan de zijlijnen vinden kleinere handelsmissies plaats. Japan gebruikt de expositie om internationale samenwerkingen te versterken.
Het bezoek van premier Dick Schoof aan het Nederlands paviljoen voor de officiële opening, benadrukte deze diplomatieke missie. Tijdens een rondleiding sprak de premier over het bredere belang van samenwerking met Japan, en van de Nederlandse aanwezigheid op de expo: „We zijn twee landen met veel geopolitieke en economische onrust om ons heen”, zei hij, verwijzend naar de groeiende militaire macht van China en de ontwrichtende Amerikaanse importheffingen. „Juist daarom is het nodig elkaar op te zoeken en samen te werken aan het welzijn en de welvaart van onze samenlevingen. Dat is de boodschap hier.”
Nijntje
„Helemaal alleen gaan we geen oplossingen vinden voor internationale uitdagingen zoals pandemieën en klimaatverandering,” zegt consul Kuipers. Hij ziet die samenwerking gesymboliseerd in de orbs, die op hetzelfde ritme gaan pulseren als je ze tegen elkaar houdt, als een gedeelde hartslag. De diepere boodschap is ongemakkelijk. Hoe indrukwekkend de Nederlandse innovaties ook zijn, zonder hulp of kopers van het buitenland blijft de impact beperkt.
De opening van het paviljoen op 22 april werd bijgewoond door onder meer premier Dick Schoof
Foto Soichiro Koriyama/EPA
Het paviljoen loopt vol. Bezoekers duwen de lichtgevende bollen niet alleen tegen de kunstwerken aan, maar houden ze in de donkere gangen ook als verlichting bij kleine boekjes die door het gebouw heen hangen. Op de voorkant staat een bekend Nederlands tekenfiguur: Nijntje. „Het is ongelooflijk hoe waanzinnig populair Nijntje hier is. Of zoals de Japanners haar kennen: Miffy”, vertelt Kuipers.
Volgens de consul was het de bedoeling met de boekjes in makkelijke taal en met Nijntje-tekeningen complexe concepten als duurzame chemie en waterstoftransport aan kinderen uit te leggen, die al van jongs af aan Miffy-boekjes op school lezen. „Maar ze is inmiddels zo herkenbaar voor Japanners dat zelfs de volwassenen naar de boekjes kijken.”
Ook bij premier Schoof lijkt de handelsgeest de boventoon te voeren. „Ik hoorde dat de gelimiteerde editie Nijntjes op de eerste dag uitverkocht waren”, vertelt de premier over de knuffels die voor omgerekend dertig euro in de souvenirwinkel liggen. Het belangrijkste Japanse woord dat hij daarom heeft onthouden ligt voor de hand: „Miffy”, lacht hij hardop.
Op de marathon telt vooral de eerste plaats, maar dat neemt niet weg dat een podiumplek in een prestigieuze en sterkbezette wedstrijd als de stadsmarathon van Londen een knappe prestatie is. Sifan Hassan kwam zondag als derde over de finish bij Buckingham Palace en Abdi Nageeye kwam er heel dichtbij; na een lange eindsprint werd hij net vierde. Wel finishte hij in een nieuw Nederlands record: 2.04,20.
Sifan Hassan is na haar olympische titel op de marathon vorig jaar in Parijs en overwinningen in Londen en Chicago (beiden in 2023) altijd een van de favorieten als ze aan de start verschijnt. In Engeland maakte men zich op voor een nieuw duel tussen de Nederlandse en haar rivale Tigst Assefa uit Ethiopië, nadat ze in Parijs afgelopen zomer elkaar zowat omver hadden geduwd in de finale van de olympische marathon.
Maar Hassan moest Assefa al vroeg laten gaan, net als de Keniaanse Joyciline Jepkosgei. Assefa had van tevoren aangekondigd zich beter te voelen dan toen ze haar wereldrecord liep – de 2.11,53 staat inmiddels op 2.09,56. De twee Afrikaanse vrouwen liepen samen weg, een paar kilometer voor de finish bleef alleen Assefa over. Ze won in een tijd van 2.15,50. Hassan eindigde ruim drie minuten later in 2.19,00.
Nageeye tegenover wereldtop
Voor Nageeye was zijn debuut in het zonovergoten Londen een kans om te kijken waar hij staat als de grootste marathonlopers van de wereld meedoen. Marathonlegende Eliud Kipchoge stond aan de start, net als Jacob Kiplimo uit Oeganda die onlangs het wereldrecord op de halve marathon zo daverend verbeterde dat men uitkeek naar zijn debuut. Zou hij in de buurt van de tijd van de verongelukte Kelvin Kiptum kunnen komen en als eerste loper de magische grens van 2 uur in een officiële wedstrijd kunnen slechten?
In de praktijk bleek Kipchoge, inmiddels al 40 jaar oud, niet meer zijn oude topniveau te hebben. Na zo’n anderhalf uur moest hij de kopgroep laten gaan; hij eindigde als zesde. Op zo’n beetje hetzelfde moment ging de Keniaan Sabastian Sawe ervandoor. Een half uur later kwam hij solo over de finish in een tijd van 2.02,27 – de zevende tijd ooit gelopen (Sawe was zelf al eens 21 seconden sneller).
Vervolgens kwam eerst Kiplimo binnen, en daarachter liep Nageeye tactisch sterk. Geen moment liet hij zich aan kop van de groep vooraan in de wedstrijd zien, maar op het eind had hij nog genoeg om een eindsprint aan te gaan met Alexander Mutiso uit Kenia.
Na de finish leek de organisatie even de Nederlander als derde aan te wijzen, maar uiteindelijk bleek Mutiso net een fractie sneller. Nageeye verbeterde wel zijn eigen toptijd en daarmee het Nederlands record met 25 seconden.
Een brief die werd geschreven door een van de overlevenden van de Titanic, enkele dagen voor de ramp, is zaterdag geveild voor 300.000 pond (circa 350.000 euro) in Engeland. De brief, gedateerd 10 april 1912, is van de eersteklaspassagier kolonel Archibald Gracie en gericht aan de oudoom van de verkoper. Gracie schreef: „Het is een prachtig schip, maar ik zal het einde van mijn reis afwachten voordat ik er een oordeel over vel.”
Het veilinghuis Henry Aldridge & Son in Wiltshire verkocht de brief aan een particuliere verzamelaar uit de Verenigde Staten. De hamerprijs lag ver boven de aanvankelijk geschatte waarde van 60.000 pond.
Gracie overleefde de scheepsramp van 15 april 1912, waarbij ongeveer 1.500 mensen omkwamen, door zich op een gekapseisde reddingsboot te hijsen. Hij werd gered door andere passagiers in een reddingsboot en overgebracht naar de R.M.S. Carpathia. Zijn gezondheid herstelde echter niet volledig van de opgelopen onderkoeling; acht maanden later stierf hij aan complicaties van diabetes.
Volgens het veilinghuis is de brief vermoedelijk het enige nog bestaande exemplaar dat Gracie aan boord van de Titanic schreef. De brief, die over vier zijden is beschreven, bevat ook de passage: „De Oceanic is als een oude vriend en hoewel zij niet de uitgebreide stijl en het gevarieerde amusement van dit grote schip bezit, mis ik haar toch vanwege haar zeewaardige kwaliteiten en jachtachtige uiterlijk.” Met de ‘Oceanic’ verwijst Gracie naar een ander schip waarop hij eerder had gevaren. Volgens de veilingmeester Andrew Aldridge komen „brieven van overlevenden die zo spraakmakend zijn als kolonel Gracie zelden op de markt”, en „is dit stuk nooit eerder te koop is aangeboden”.
Omslag van de geveilde brief.
Foto Henry Aldridge & Son via AP
Archibald Gracie stapte in Southampton aan boord van de Titanic en kreeg daar eersteklas hut C51 toegewezen. Na zijn terugkeer in New York schreef hij een boek over de ramp getiteld The Truth about the Titanic, Zijn verslag van de gebeurtenissen in de nacht dat het schip zonk, geldt volgens Aldridge als een van de meest gedetailleerde. De brief is afgestempeld in Queenstown, Ierland, een van de twee havens waar de Titanic nog aanlegde voor het schip verging.
Hoge bedragen
Ook andere voorwerpen uit de geschiedenis van de Titanic leveren nog steeds hoge bedragen op. Zoals het zakhorloge van de Deense passagier Hans Christensen Givard, dat veel belangstelling trok. Givard, toen 27 jaar oud, kwam om bij de ramp. Zijn horloge, een verguld damesmodel met Romeinse cijfers en sporen van zoutwatercorrosie, werd teruggevonden bij zijn lichaam. Het bleef decennialang in familiebezit en werd zaterdag geveild bij Henry Aldridge & Son. De verwachte opbrengst ligt tussen de 30.000 en 50.000 pond, maar er is geen bericht naar buiten gebracht over de uiteindelijke verkoopprijs of de koper.
Onlangs werd een 18-karaats gouden zakhorloge van kapitein Arthur Rostron, commandant van de R.M.S. Carpathia die ruim zevenhonderd overlevenden van de Titanic redde, verkocht voor 1,56 miljoen pond. Het horloge, vervaardigd door Tiffany & Co., was een geschenk van de weduwen van drie rijke passagiers als dank voor zijn optreden. Niet eerder werd zo’n hoog bedrag betaald voor een stuk dat direct aan de Titanic is verbonden.