Op zijn tachtigste is John Cale spookachtig goed

Recensie

Muziek

Pop John Cale, de veteraan uit The Velvet Underground, laat zich niet vastpinnen op nostalgie. In Paradiso gaf hij woensdag een concert dat indrukwekkender was dan ooit.

John Cale tijdens een concert in Corn Exchange in Cambridge op 12 februari dit jaar.
John Cale tijdens een concert in Corn Exchange in Cambridge op 12 februari dit jaar.

Foto Valerio Berdini/ Shutterstock

Het is nauwelijks voor te stellen, maar John Cale gaf woensdag op tachtig-jarige leeftijd zijn beste concert ooit in Paradiso. Een legende was hij al: oprichter van The Velvet Underground naast Lou Reed, wispelturig solo-artiest die nog wel eens een kip wilde onthoofden op het podium en sleutelfiguur in de rockhistorie als producer van The Stooges, The Modern Lovers en Patti Smith. Paradiso heeft een diepe band met Cale: in 1975 gaf hij in vliegeniersoverall een „sarcastisch en angstaanjagend concert” (aldus de recensent van dienst) dat het publiek in volstrekte verwarring achterliet.

De John Cale van nu zit in rustiger vaarwater. Met zijn nieuwe album Mercy bewijst hij zijn relevantie als een artiest die het avontuur blijft zoeken in statige, aan de doemmuziek van Joy Division verwante popsongs. Nostalgie is het laatste waar Cale op uit is bij een concert dat als een test diende voor het inlevingsvermogen van zijn hardcorefans. Met een meer dan uitstekende band speelde hij de minder bekende nummers uit zijn repertoire, van het obscure ‘Jumbo in tha Modernworld’ (2007) tot een bijna onherkenbaar spookachtig ‘Half Past France’ van zijn album Paris 1919 uit 1974.

John Cale live in Parijs op 14 februari j.l.

https://www.youtube.com/watch?v=pWkXrLMvNfs

Zeldzame concessies

Lopend naar zijn keyboard oogde hij fragiel, maar eenmaal in de muziek was Cale uitstekend bij stem en gaf hij zijn bandleden alle ruimte voor improvisatie. Hij ontroerde met ‘Moonstruck (Nico’s Song)’ over de Velvet Underground-chanteuse die ten onder ging aan heroïne. Hij zong over „the ghost of yesteryear” in de dystopische soundscape van ‘Wasteland’, met kriebelige torren geprojecteerd op de zijwanden. Na een hard rockend ‘Guts’ hing hij zelf een gitaar om en leidde hij zijn band in een gedenkwaardig stuwende versie van ‘Cable Hogue’, twee zeldzame concessies aan zijn oudere materiaal. Maar ook ‘Out Your Window’, vorige maand verschenen, klonk als een rockklassieker.

Pas in de toegift speelt John Cale op deze tournee een publieksfavoriet, nooit meer dan één. Woensdag in Paradiso geen ‘Close Watch’ of ‘I’m Waiting For the Man’ maar Cales trage versie van Elvis Presleys ‘Heartbreak Hotel’. Bassist Joey Maramba toucheerde zijn snaren met een strijkstok en maakte er de perfecte horrorsoundtrack van. Probeer bij Cales lugubere „So if you’re baby leaves you – you’ve got a tale to tell” maar eens niet te denken aan wraakgevoelens of andere duistere interpretaties van het lied waarmee Elvis ooit de rock-’n-roll naar de massa bracht. John Cale vertelde in dertien songs hoe verknipt en verwarrend onze wereld nu is. Sarcasme zat er dit keer niet bij, wel muziek om een moord voor te plegen.